direct naar inhoud van Artikel 13 Algemene bouwregels
Plan: Haarbrug Zuid
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0313.HaarbrugZuid1200-0201

Artikel 13 Algemene bouwregels

13.1 Vrijwaringszone - Straalpad

Binnen het op de verbeelding aangeduide "vrijwaringszone-straalpad" mag niet hoger worden gebouwd dan 53 meter t.o.v. N.A.P.

13.2 Ondergeschikte onderdelen van gebouwen

Bij het toepassen van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte onderdelen van gebouwen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen gevel- en kroonlijsten, erkers, balkons en overstekende daken en afvoerpijpen voor hemelwater buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt. Voor afzuiginstallaties en zonnepanelen mag de maximale bouwhoogte worden overschreden tot een maximum van 2 meter. Voor kleine windmolens mag de maximale bouwhoogte worden overschreden tot een maximum van 6 meter.

13.3 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen

Indien in deze planregels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening of andere wettelijke regeling, wordt daarbij uitgegaan van de tekst, zoals deze luidt op het moment dat dit bestemmingsplan van kracht wordt.

13.4 Wet geluidhinder
13.4.1 Geluidszone industrie

Binnen de op de verbeelding aangegeven "geluidszone industrie" (50 dB(A)) zijn, met uitzondering van de volgens deze regels toegelaten bedrijfswoningen, geen geluidgevoelige functie, zoals opgenomen in de Wet geluidhinder, toegestaan. Voor de reeds bestaande woningen is op 7 maart 2007 een hogere waarde vastgesteld.

13.5 Beeldkwaliteit

De in de toelichting opgenomen beschrijving van de gewenste beeldkwaliteit van de bebouwing is mede een toetsingskader voor het verlenen van een omgevingsvergunning.

13.6 Afwijken

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 13.6, mits de welstandcommissie een positief advies heeft uitgebracht over een bouwplan dat afwijkt van de in de toelichting opgenomen beschrijving van de beeldkwaliteit.

13.7 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is:

  • a. ter bescherming van de beleving en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ten behoeve van de bereikbaarheid van hulpdiensten;
  • c. ter bescherming van de verkeersveiligheid;
  • d. ten behoe ve van het straat- en bebouwingsbeeld.