1.1 plan:
het uitwerkingsplan Woongebied 1 bestemmingsplan Centrale As met identificatienummer NL.IMRO.0313.Centraleas0105-0301 van de gemeente Bunschoten.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 ander bouwerk
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde
1.6 ander werk:
Een werk, geen bouwwerk zijnde
1.7 aan- en uitbouw:
een aan een woning aangebouwd, al dan niet voor bewoning bestemd gebouw, dat als uitbreiding van een woning dient.
1.8 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.9 bebouwingspercentage
De oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak, bestemmingsvlak of aanduidingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.
1.10 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
1.11 bestaand bouwwerk, object, afmeting, percentage, afstand, plaats, situatie:
bouwwerk, object, afmeting, percentage, afstand, plaats, situatie, zoals dat of die rechtens bestaat of mag bestaan op het tijdstip van vastgesteld terinzagelegging van het plan.
1.12 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.13 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.14 bijgebouw:
een niet voor bewoning bestemd gebouw, behorende bij en dienstbaar aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw.
1.15 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.16 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.17 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.18 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel.
1.19 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.20 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.21 cultuur- en /bouwhistorisch onderzoek
schriftelijke rapportage met een onderzoek naar de architectuur- bouw- en cultuurgeschiedenis en de ruimtelijke kwaliteit van een bouwwerk; Dit omvat een inventarisatie, analyse en waardering.
1.22 cultuur- en /bouwhistorisch projectonderzoek
schriftelijke motivering of rapportage waarin de cultuur- en bouwhistorische waarden zijn geanalyseerd, meegewogen en ingepast in de uit te voeren werkzaamheden.
1.23 cultuurhistorische beleidskaart Centrale As
de kaart, zoals opgenomen in bijlage 3 behorende bij deze regels, waarop de erfgoedcontour van het gebied 'Centrale As' is aangegeven met daarbinnen de onderscheidenlijke cultuurhistorische waarden.
1.24 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
1.25 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.26 eengezinswoning:
een zelfstandig, al dan niet zijdelings aaneengebouwd, gebouw dat één woning omvat.
1.27 erfgoedcontour:
Contour op de verbeelding met de waarde cultuurhistorie; de binnen deze contour gelegen objecten (panden en elementen, zoals karakteristieke details en groen), en structuren en aspecten worden, voor zover zij aangegeven staan op de 'Cultuurhistorische beleidskaart Centrale As', beschermd door (de planregels van) de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie'.
1.28 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.29 gestapelde woning
een woning, waarboven of waaronder, andere woningen of delen daarvan zijn gelegen.
1.30 hoofdgebouw:
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.31 horecabedrijf:
het bedrijfsmatig verschaffen c.q. verstrekken van logies, dranken, maaltijden en/of kleine eetwaren -overwegend voor nuttiging ter plaatse-, zoals het hotelbedrijf, het restaurant bedrijf, een snackbar, een cafe of een combintatie van twee of meer van deze bedrijven.
1.32 horecabedrijf B:
(eet)cafés, restaurants, koffieshops, lunchrooms, brasseriën, cafetaria's, snackbars en soortgelijke gelegenheden waaronder hotels en al of niet in combinatie met elkaar, waaronder in ieder geval niet begrepen: cateringbedrijven, maaltijdbezorgdiensten, nachtclubs, bardancings en discotheken.
1.33 huishouden:
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
1.34 internetwinkel:
detailhandel via internet, met dien verstande dat:
- het te koop aanbieden, de uitstalling ten verkoop en het verkopen uitsluitend geschieden via internet en niet fysiek ter plaatse, en
- het leveren van goederen overwegend plaatsvindt via post-, pakket- of soortgelijke bezorgdiensten.
1.35 maatschappelijke voorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van educatieve-, sociaal-medische-, sociaal-culturele- en levensbeschouwelijke activiteiten, activiteiten ten behoeve van sport en sportieve recreatie en activiteiten ten behoeve van openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze activiteiten.
1.36 monumentencommissie
de op basis van art.15 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de erfgoedverordening en het monumentenbeleid.
1.37 oorspronkelijke woning
de woning, zoals die is of mag worden gebouwd overeenkomstig de eerste daarvoor verleende omgevingsvergunning of een ander oudtijds verworven recht.
1.38 opslag:
het bedrijfsmatig opslaan, verpakken en verhandelen van goederen.
1.39 pand:
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
1.40 peil:
- de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang, of,
- de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein, indien deze hoogte meer dan 1 m boven of meer dan 1 m beneden de onder a. genoemde hoogte is gelegen.
1.41 productie gebonden detailhandel:
detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van nijverheid en industrie, in ter plaatse vervaardigde goederen.
1.42 publiekgerichte en zakelijke dienstverlening:
een bedrijfsmatige activiteit uitsluitend of overwegend gericht op het verlenen van diensten aan particulieren met een rechtstreeks contact met het publiek waaronder een katoor met baliefunctie en niet zijnde detailhandel, horeca of seksinrichting.
1.43 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.44 verblijfsrecreatie:
recreatief verblijf waarbij overnacht wordt in een kampeermiddel of recreatiefwoonverblijf.
1.45 verkeers- en verblijfsactiviteiten:
activiteiten die betrekking hebben op het verplaatsen en (in de openlucht) verblijven van personen en die veelal plaatsvinden in straten, woonerven en op pleinen, daaronder begrepen speelvoorzieningen, parkeerplaatsen, groen- en watervoorzieningen.
1.46 voorgevel:
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels.
1.47 voorgevelrooilijn:
de voorgevel van een gebouw en het verlengde daarvan.
1.48 vrij beroep:
een beroep of de beroepsmatige verlening van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, vastgesteldtechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein.
1.49 welstandscommissie:
de door de gemeenteraad ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.50 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, niet zijnde een woonwagen, of voor de huisvesting van maximaal vier afzonderlijke personen wanneer er geen huishouden in het gebouw is ondergebracht en de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 80 m² bvo.