Voorschriften

 

 


Inhoudsopgave

 

Voorschriften                                            toelichting

 

1.                 Inleidende bepalingen                                                          1

Artikel 1.      Begripsbepalingen                                                                    1

Artikel 2.      Wijze van meten                                                                        4

Artikel 3.      Anti-dubbeltelbepaling                                                               5

Artikel 4.      Beschrijving in hoofdlijnen                                                         5

Artikel 5.      Monumenten, beschermd dorpsgezicht en gebied van hoge  10

                    archeologisch waardevol gebied                                                

2.                 Bestemmingsbepalingen                                                    12

Artikel 6.      Woondoeleinden                                                                     12

Artikel 7.      Gemengde doeleinden                                                            14

Artikel 8.      Maatschappelijke doeleinden                                                  17

Artikel 9.      Bedrijfsdoeleinden                                                                   18

Artikel 10.    Kantoren                                                                                 19

Artikel 11.    Nutsdoeleinden                                                                       20

Artikel 12.    Verkeersdoeleinden                                                                20

Artikel 13.    Verblijfsdoeleinden                                                                  21

Artikel 14.    Groenvoorzieningen                                                                21

Artikel 15.    Water                                                                                      23

3.                 Overige bepalingen                                                             24

Artikel 16.    Algemene vrijstellingsbepaling                                                24

Artikel 17.    Procedureregels                                                                      25

Artikel 18.    Gebruiksbepaling                                                                    25

Artikel 19.    Overgangsbepalingen                                                             25

Artikel 20.    Strafbepaling                                                                           26

Artikel 21.    Titel                                                                                         26

 

Bijlage 1.      Stedenbouwkundige bepalingen uit de Bouwverordening          

Bijlage 2.      Staat van bedrijfsactiviteiten bij de voorschriften van het voorontwerp bestemmingsplan Dorpsstraat e.o. 2004       

Bijlage 3.      Functies en bedrijfsactiviteiten oude dorp                                  


1.                                  Inleidende bepalingen

 

 

Artikel 1.          Begripsbepalingen

 

Inhoudsopgave        beschrijving in hoofdlijnen       toelichting

 

1.      In deze voorschriften wordt verstaan onder:

 

a.      aan huis verbonden beroep

:           

de uitoefening aan huis van bedrijvigheid op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, alsmede niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten;

b.      antenne

:           

een constructie, bestaande uit een mast, een ontvang- en zendmast of een stelsel van draden, dan wel een schotel bestemd voor (tele)communicatiedoeleinden;

c.       bebouwings-karakteristiek

:           

de hoogte van de hoofdgebouwen, de situering daarvan ten opzichte van de openbare weg, de mate van aaneenbouwen en/of de onderlinge afstanden tussen de hoofdgebouwen en de bouwmassa van de hoofdgebouwen ten opzichte van het bouwperceel;

d.      bestaande achtergevel

:           

de achtergevel zoals deze bij de bouw van de betrokken woning is gerealiseerd;

e.      bestaand bouwwerk/

bestaande vestiging

:           

een bouwwerk/vestiging, dat/die ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan bestaat, dat/die of in uitvoering is of dat/die na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend of krachtens een bouwvergunning die na dit tijdstip, hoewel in strijd met dit plan, niet mag worden geweigerd;

f.        bestemmingsgrens

:           

een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak;

g.      bestemmingsvlak

:

een op de plankaart door bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met eenzelfde bestemming;

h.      bouwgrens

:           

een op de plankaart aangegeven lijn die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen;

i.         bouwlaag

:           

een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en zolder;

j.         bouwperceel

 

:           

een aangesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten;


 

k.       bouwvlak

:       

een op de plankaart door bouwgrenzen omsloten vlak;

l.         bouwwerk

:       

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

m.     buurtontsluitings-

weg

:

een weg, welke blijkens aard, indeling en tracering bestemd is om te worden gebruikt ten behoeve van de ontsluiting van een buurt;

n.      bijgebouw

:       

een vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat in door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;

o.      bijzondere woonvorm

:       

woonruimte, waarin al dan niet zelfstandige woningen zijn opgenomen met gemeenschappelijke voorzieningen zoals een bejaardenhuis, woonzorgcomplex of daarmee gelijk te stellen voorziening;

p.      detailhandel

:       

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, geen horeca zijnde;

q.      gebouw

:       

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

r.        hoofdgebouw

:       

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

s.       hoogtescheidings-lijn

:       

een op de kaart binnen een bestemmingsvlak aangegeven lijn, die de scheiding vormt tussen de gedeelten van dat vlak waarop verschillende (goot)hoogten toelaatbaar zijn;

t.        horeca

:

het bedrijfsmatig (nagenoeg) volledig gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf en/of van ter plaatse te nuttigen voedsel en/of dranken of het exploiteren van de zaalaccommodatie;

t1. horeca-1

:       

inrichtingen ten behoeve van het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren, alsmede het verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken. Het accent ligt op der verkoop van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren; hieronder worden afhaalcentra mede begrepen;


 


t2. horeca-2

:       

inrichtingen ten behoeve van het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholhoudende dranken, al dan niet in combinatie met het verstrekken van kleine etenswaren; het accent ligt op de verkoop van dranken dan wel op het verstrekken van kleine etenswaren;

u.      maatschappelijke doeleinden

:       

het openbaar bestuur, medische, sociale, culturele, educatieve, recreatieve en daarmee gelijk te stellen diensten;

v.       maatschappelijke dienstverlening

:       

voorzieningen op het gebied van dienstverlening, welzijn, gezondheidszorg, kunst en cultuur;

w.      mast

:       

de draagconstructie van een antenne;

x.       onderkomens

:       

voor verblijf geschikte - al dan niet aan hun bestemming onttrokken – voer-, vaar- en vliegtuigen, arken, caravans en livingvans alsook tenten;

y.       parcellering

:       

de indeling van de straatwand, bepaald door de breedte van de individuele panden c.q. de perceelsbreedte;

z.       peil

:       

de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte bouwperceel;

aa.  perceelsgrens

:       

de grens van een bouwperceel;

bb.  het plan

:       

het bestemmingsplan "Dorpsstraat e.o. 2005";

cc.   de plankaart

:       

de kaart met bijbehorende verklaring, bestaande uit 1 blad waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven, tekeningnummer 9M4979 A0 d.d. april 2005;

dd.  prostitutie

:       

het aanbieden van seksuele diensten tegen een materiële vergoeding;

ee.  prostitutiebedrijf

:

een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt, een erotische massagesalon mede begrepen;

ff.      seksinrichting

:

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan een parenclub en een prostitutiebedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;

gg.  uitbouw

:

een aan een hoofdgebouw aangebouwd bouwwerk dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar in functioneel opzicht onderdeel uitmaakt van het hoofdgebouw;

hh.  voorgevel

:

de (evenwijdig) aan een weg gelegen en naar de weg toegekeerde gevel van een hoofdgebouw;


 

ii.       voorgevelrooilijn

:

een lijn, welke zoveel mogelijk aansluit aan de ligging van de voorgevels van de bestaande hoofdgebouwen en een zo gelijkmatig beloop overeenkomstig de richting van de weg heeft;

jj.       vrijstaand hoofdgebouw

:

een hoofdgebouw zonder gemeenschappelijke wand(en) met een ander hoofdgebouw;

jj.       woning

:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

 

2.      Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen wordt geduid op die regelingen, zoals zij luidden op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp-bestemmingsplan.

 

 

Artikel 2.          Wijze van meten

 

Inhoudsopgave        beschrijving in hoofdlijnen       toelichting

 

1.     Bij het toepassen van de voorschriften wordt als volgt gemeten:

 

a.         oppervlakte van een gebouw

:           

tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren);

b.         hoogte van een bouwwerk

:           

vanaf het peil tot het hoogste punt van het bouwwerk; voor wat betreft gebouwen worden antennes, schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte dakopbouwen hierbij niet meegerekend;

c.          goothoogte van een gebouw

:           

vanaf het peil tot de horizontale snijlijn van elk dakvlak met elk daaronder gelegen buitenwerks verticaal gevelvlak. Boven de maximaal toegestane goothoogte is toegestaan:

a.      (gedeeltelijk) hellende dakvlakken;

b.      maximaal één extra bouwlaag, mits:

1.      de maximale toegestane hoogte niet wordt overschreden;

2.      de bouwlaag gerealiseerd wordt binnen de hoeken van 60 graden getrokken vanaf de maximaal toegestane goothoogte aan de voorgevel en achtergevel;

d.         afstand tot de perceelsgrens

:           

tussen de grenzen van een bouwperceel en enig punt van een op dat bouwperceel voorkomend gebouw waar die afstand het kortst is;

e.         lengte, breedte en diepte van een gebouw

:           

tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren);

f.           vloeroppervlakte van woningen

:           

de oppervlakte van de voor bewoning bestemde vertrekken, waaronder mede wordt verstaan verblijfsruimten. Niet meegerekend worden verkeersruimten, toiletten, douche- en badruimten, alsmede ingebouwde bergingen.

2.      De in lid 1 sub b genoemde antennes, schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte dakopbouwen mogen de maximum goothoogte met niet meer dan 3 m overschrijden.

 

 

Artikel 3.          Anti-dubbeltelbepaling

 

Inhoudsopgave        beschrijving in hoofdlijnen       toelichting

 

Grond, welke eenmaal in aanmerking is genomen bij de verlening van een bouwvergunning, waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

 

Artikel 4.          Beschrijving in hoofdlijnen

 

Inhoudsopgave        beschrijving in hoofdlijnen       toelichting

 

In dit artikel wordt in hoofdlijnen beschreven op welke wijze met het bestemmingsplan de in het plan aangegeven doeleinden worden nagestreefd:

 

I.                     Algemeen

Het beleid in dit plangebied is gericht op:

 

1.      Het behoud en de versterking van de ruimtelijke karakteristiek, zoals deze tot uitdrukking komt in de aanwezige ontginningsdijk, zoals die is ontstaan door de veenontginningen, de verkeersstructuur, de verschillende deelgebieden en het gebied van het beschermd dorpsgezicht.

 

2.      Alle maatregelen en ontwikkelingen zullen moeten bijdragen aan het behoud en/of de versterking van de aanwezige ruimtelijke karakteristiek.

 

II.                   Ruimtelijk

1.      Verdichting in de vorm van aanvullende woningbouw is slechts toegestaan met gebruikmaking van een wijzigingsbevoegdheid ter plaatse van de bestemming Bedrijfsdoeleinden nader aangeduid als garagebedrijf aan de Dorpsstraat 57-59, ter plaatse van de bestemming Bedrijfsdoeleinden aan de Kerklaan 3 en ter plaatse van de bestemming Bedrijfsdoeleinden aan de Burgemeester De Withstraat 51.

 

2.   In dit artikellid is aangegeven welke elementen op het schaalniveau van het plangebied van belang zijn voor de samenhang daarvan:

 

Infrastructuur en randen
a        De Blauwkapelseweg en Burgemeester De Withstraat in het noorden dienen als sporen van de veenontginningen te worden gehandhaafd.

 

b        Van de Utrechtseweg in het zuiden dient het karakter als regionale verbinding tussen Utrecht en Zeist te worden behouden en versterkt door:

-          het handhaven en waar mogelijk versterken van het verschil met de overige wegen binnen het plangebied;

-          het creëren van overzichtelijke en veilige oversteekmogelijkheden om zo de barrièrewerking van de weg te verminderen.

 

De deelgebieden
c         Park Arenberg

Het handhaven en versterken van het karakter van het woongebied Park Arenberg, waarvan de begrenzing is aangegeven in bijlage 6 bij de toelichting, door:

-          het behoud van het rechtlijnige verkavelings- en stratenpatroon in het noorden van dit deelgebied, dat refereert aan de vroegere veenontginningen;

-          het behoud van het organische verkavelings- en stratenpatroon in het zuiden van dit deelgebied, dat refereert aan de vroegere buitenplaats Arenberg;

-          het handhaven en versterken van het groene karakter van het deelgebied;

-          het handhaven en versterken van de beplanting langs de Kerklaan;

-          het behouden en versterken van het centraal in het deelgebied gelegen groengebied;

-          het behouden en versterken van de verbinding met en het zicht op en in het Van Boetzelaerpark.

 

d        Van Boetzelaerpark

Het handhaven van het in Engelse landschapsstijl aangelegde park, waarvan de begrenzing is aangegeven in bijlage 6 bij de toelichting, door:

-          het behouden van de centrale waterpartij;

-          het behouden en versterken van de open “inkijken” aan de randen van het park;

-          het behouden en versterken van de in de omringende woongebieden uitlopende groene structuur van het park.

 

e        Zorgvliet

Het handhaven en versterken van het karakter van het woongebied Zorgvliet, waarvan de begrenzing is aangegeven in bijlage 6 bij de toelichting, door:

-          het handhaven en versterken van het groene karakter van dit deelgebied;

-          het handhaven en versterken van de verbinding met en het zicht op en in het Van Boetzelaerpark;

-          het handhaven van de ruime groene kavels met vrijstaande woningen langs de Bilthovenseweg.

 

f          Het oude dorp

Het handhaven van het historisch karakter zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de aanwezige rijks- en gemeentelijke monumenten, de bebouwingskarakteristiek en verkavelingsstructuur in het gebied van het beschermd dorpsgezicht, zoals dat is aangegeven op kaart 3 in bijlage 3 bij de toelichting, door:

-          het handhaven van de bestaande ruimtelijke hoofdstructuur, die bepaald wordt door de wegenstructuur, de bebouwing, de verkaveling, de afwisseling in goot- en nokhoogten, de aanwezige monumenten en de kleinschaligheid van het deelgebied;

-          het handhaven van de bestaande profielen van de wegen.

 


-     f.1.   Gebied ten zuiden van de Dorpsstraat en ten westen

van de Kapelweg

-          het handhaven van de het karakter van de Kapelweg, door:

handhaving van bestaande bouwmassa’s en vormgeving en het behouden van de rij cameren aan de Kapelweg 16, 18, 10, 12 en 14;

het handhaven van de bebouwing aan de noordwestzijde van de Dorpsstraat (villa’s en geschakelde woningen nabij het kruispunt met de Bilthovenseweg);

-          het terugbrengen van de bomenrij in de Dorpsstraat;

-          het handhaven van de voormalige scheidssteeg;

-          het handhaven van de afwisseling in bouwhoogte aan de

zuidzijde van de Dorpsstraat;

-          het handhaven van de bomen aan de noordwestzijde

van de Dorpsstraat en de groenvoorzieningen tot aan de Utrechtseweg.

 

-     f.2. Driehoek Burgemeester De Withstraat/Kerkterrein/

Dorpsstraat

-          handhaving van de Oude School en de kerk met begraafplaats;

-          handhaving van de Kerksteeg als verbinding tussen de Dorpsstraat en de Burgemeester de Withstraat en begrenzing van het groene gebied rondom de kerk de aaneengesloten bebouwing;

-          handhaving van de bestaande voorgevelrooilijn;

-          handhaving van de zaagtandvorm van de rooilijn van de kavels aan de achterkant van de Burgemeester De Withstraat.

 

-      f.3. Noordzijde Burgemeester De Withstraat en Dorpsstraat

-          handhaven en versterken van het nog bestaande historische karakter;

-          het behouden van de historische versmalling vanaf de huisnummers 49 en 76 van de Burgemeester De Withstraat.

 

III.                  Visie Oude dorp

De visie voor het oude dorp, waarvan de begrenzing samenvalt met het in bijlage 2 bij de toelichting aangegeven gebied van het beschermd dorpsgezicht en waarbinnen alle ruimtelijke en functionele ontwikkelingen moeten passen en die derhalve bij het toepassen van vrijstellings- en/of wijzigingsbevoegdheden door Burgemeester en wethouders naast het bepaalde onder II sub f t/m f.3. als afwegingskader dient te worden betrokken, luidt:

-          het waarborgen van de historische continuïteit door:

1.      het handhaven van de ruimtelijke karakteristiek zoals die tot uitdrukking komt in de aanwezige rijks- en gemeentelijke monumenten, het middeleeuwse stratenpatroon, het middeleeuwse verkavelingspatroon, de bebouwingskarakteristieken, het materiaalgebruik en de aanwezige kleinschaligheid van de panden en straten;

2.      het handhaven van de bestaande kleinschaligheid, zowel horizontaal als verticaal;

3.      het handhaven van de diversiteit in goothoogten, nokhoogten en voorgevelrooilijnen;

4.      het behouden van het bestaande stratenpatroon;

5.      het handhaven van de openbare verblijfsruimten en groenstructuren;

6.      het versterken en verbeteren van de diversiteit aan functies door binnen de bestemming Gemengde doeleinden:

7.      bij functiewisseling door middel van vrijstelling of wijziging slechts functies toe te laten die zijn genoemd in de van deze voorschriften deeluitmakende Bijlage 3 functies en bedrijfsactiviteiten oude dorp;

8.      het tegengaan van monofuncties;

9.      het tegengaan van grootschalige functies.

 

IV.    Functioneel

1.      Het beleid is er op gericht om de overwegende woonfunctie van het westelijk deel van het plangebied te handhaven en in het gebied van het beschermd dorpsgezicht (het oude dorp) de mate van functiemenging zo veel mogelijk te versterken om het karakter van deze cultuurhistorisch waardevolle kern en de levendigheid daarvan te bevorderen.

 

2.      In een woning is een aan huis verbonden beroep alleen toegestaan onder de volgende voorwaarden:

a.      de activiteiten mogen aan de woonfunctie geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn in die zin, dat de woonfunctie de belangrijkste functie dient te blijven. Dit betekent, dat ten behoeve van een aan huis verbonden beroep niet meer dan 40% van het vloeroppervlak van een woning mag worden gebruikt;

b.      de activiteiten mogen geen hinder opleveren voor de woonsituatie; dit betekent dat in geval van bedrijfsactiviteiten slechts aan het vestigen van ambachtelijke bedrijfsactiviteiten dan wel bedrijfsactiviteiten in categorie 1 van de van deze voorschriften deeluitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten medewerking wordt verleend;

c.       de activiteiten mogen zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;

d.      de activiteiten mogen geen detailhandel betreffen;

e.      de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

 

3.      Het aantal zelfstandige kantoren in het plangebied mag niet toenemen.

 

4.      De bestemming Gemengde doeleinden in het gebied van het beschermd dorpsgezicht is bedoeld om onderlinge functie-uitwisseling mogelijk te maken van de functies dienstverlening, maatschappelijke dienstverlening en kleine bedrijfjes.

 

5.      Functiewisseling van de functies wonen, kantoren en detailhandel in de bestemming Gemengde doeleinden is slechts toegestaan met een vrijstelling van Burgemeester en wethouders en moet passen binnen de onder III weergegeven visie voor het oude dorp.

 

6.        Zonering bedrijven

6.1. Bedrijfsactiviteiten, die behoren tot inrichtingen, zoals opgenomen in artikel 2.4. van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zijn niet toegestaan;

6.2. De zonering van bedrijven houdt in dat uitsluitend bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan, waarop de Wet milieubeheer niet van toepassing is, alsmede die genoemd in categorie 1 en 2 van de van deze voorschriften deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten;

6.3. Garagebedrijven zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de nadere aanduiding daartoe op de plankaart;

6.4. Voor de in deze voorschriften bedoelde Staat van Bedrijfs­activiteiten wordt verwezen naar de van deze voorschriften deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten;

6.5. Detailhandel, mits voortvloeiend uit de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten, is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit;

6.6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde onder 6.2. voor bedrijven in een naast hogere categorie, dan wel voor bedrijven, die niet genoemd worden in de van deze voorschriften deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten en naar hun aard gelijk te stellen zijn met de inrichtingen als bedoeld in deze categorieën, zulks met uitzondering van garagebedrijven;

6.7. Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de in artikel 17 van deze voorschriften opgenomen procedure, overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Staat van Bedrijfsactiviteiten wijzigen, gehoord de Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Hygiëne van het Milieu, door het opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf, indien ontwikkelingen op het gebied van de milieu­hygiëne, dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.

6.8. Alvorens tot vaststelling van de wijziging als bedoeld in lid 6.7. over te gaan, horen Burgemeester en wethouders de raadscommissie belast met de behartiging van zaken betreffende de ruimtelijke ordening.

 

7.        Zonering horeca

7.1. De zonering van Horecabedrijven houdt in, dat horecabedrijven uitsluitend zijn toegestaan in de categorieën horeca –1 en -2 in de bestemming Gemengde doeleinden ter plaatse van de nadere aanduiding daartoe;

7.2.  Voor de in deze voorschriften bedoelde categorie-indeling van horecabedrijven wordt verwezen naar artikel 1 lid 1 onder t van deze voorschriften;

7.3.  Verandering van een horecabedrijf naar een andere categorie binnen de categorie-indeling is toegestaan.

 

V.   Verkeer, parkeren, groen en water

1.      Voor zover op de plankaart dwarsprofielen zijn aangegeven, mag de inrichting van de wegen niet afwijken van de aangegeven inrichting; plaatselijke overschrijdingen ten behoeve van kruispunten, parkeerplaatsen, bushaltes en in- en uitvoegstroken zijn toegestaan.

 

2.      Binnen de bestemmingen, waarin groenvoorzieningen zijn toegestaan en in de bestemming Groenvoorziening mogen speelvoorzieningen worden gerealiseerd.

 

3.      Binnen de bestemming Verblijfsdoeleinden dienen, waar mogelijk, groenvoorzieningen te worden gerealiseerd. Binnen deze groenvoorzieningen zijn speelvoorzieningen toegestaan.

 

4.      Binnen de bestemming Verkeersdoeleinden dienen eveneens, waar mogelijk, groenvoorzieningen te worden gerealiseerd.

 

5.      Parkeren is ook ondergronds toegestaan.

 

6.      Parkeren dient, waar daartoe de ruimtelijke mogelijkheden aanwezig zijn, te geschieden op eigen terrein. In de bestemmingen Maatschappelijke doeleinden, Gemengde doeleinden, Kantoren en Bedrijfsdoeleinden kunnen Burgemeester en wethouders dan ook nadere eisen stellen aan de situering en het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein, terwijl zij in de bestemming Woondoeleinden nadere eisen kunnen stellen aan het handhaven van parkeergelegenheid op eigen terrein.

 

7.      Binnen alle openbare bestemmingen die zijn gelegen buiten het gebied van het beschermd dorpsgezicht zijn waterlopen en waterpartijen toegestaan.

 

VI.    Onderkeldering

1.      De planvoorschriften inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen zijn in geval van ondergrondse bouw van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat onderkeldering van bebouwing en het daarbij behorende perceel slechts door middel van een vrijstelling door Burgemeester en wethouders kan worden toegestaan, tot maximaal de grondoppervlakte van de bebouwing die bovengronds is toegestaan en ook reeds bestaat.

 

2.      Onderkeldering mag niet leiden tot een toename van het aantal woningen.

 

3.      Onderkeldering van bebouwing binnen het gebied van het beschermd dorpsgezicht is niet toegestaan.

 

VII.   Verwijzing naar relevant waterbeleid

Naast de voorschriften van dit plan zijn de bepalingen van de keur van het waterschap van toepassing.

 

 

Artikel 5.          Monumenten, beschermd dorpsgezicht en gebied van hoge

archeologisch waardevol gebied

 

Inhoudsopgave        beschrijving in hoofdlijnen       toelichting

 

1.      Deze voorschriften laten, voor wat betreft de gronden welke op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding “rijksmonument” of “gemeentelijk monument” respectievelijk “grens beschermd dorpsgezicht”, onverlet hetgeen met betrekking tot monumenten respectievelijk beschermd dorpsgezicht in de zin van de Monumentenwet 1988 bij of krachtens die wet respectievelijk de gemeentelijke Monumentenverordening is bepaald.

 

Aanlegvergunning

2.      Het is verboden op of in de gronden die zijn gelegen binnen het in bijlage 2 bij de toelichting aangegeven gebied van het beschermd dorpsgezicht, alsmede binnen het op de plankaart aangegeven gebied van hoge archeologisch waardevol gebied, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

a.      het aanleggen, verbreden en verharden van wegen en paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;

b.      het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;

c.       het planten, vellen of rooien van houtgewas en bomen;

d.      het aanleggen van ondergrondse en bovengrondse leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;

e.      het verlagen of verhogen van het waterpeil;

f.        het aanleggen, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;

g.      alle overige werkzaamheden, die de archeologische waarden in de grond kunnen aantasten en die niet gerekend worden tot het normale gebruik van de grond.

 

3.      Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 2 mag alleen en moet worden geweigerd:

a        indien door de uitvoering van de werken of werkzaamheden of door

de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het cultuurhistorisch waardevolle karakter en daaraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen; danwel

b        indien is gebleken dat de in lid 2 genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan zullen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal.

 

4.      Geen aanlegvergunning is vereist voor:

a.      werken of werkzaamheden, behorend bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;

b.      werken of werkzaamheden die op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning;

c.       werken of werkzaamheden die, gelet op de in de doeleindenomschrijving opgenomen doeleinden, voor deze gronden van ondergeschikte betekenis moeten worden beschouwd.

 

5.      De aanlegvergunning wordt verleend, indien door de in lid 2 genoemde werken of werkzaamheden danwel de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, de aanwezige archeologische waarden niet of in geringe mate worden aangetast. Indien het om zwaarwichtige redenen niet mogelijk is de archeologische waarden geheel of gedeeltelijk te behouden, wordt de aanlegvergunning verleend onder de voorwaarde dat voorafgaand aan de werkzaamheden adequaat archeologisch onderzoek zal plaatsvinden.

 

6.      Alvorens de gevraagde aanlegvergunning te verlenen vragen burgemeester en wethouders de provinciale archeoloog om advies. Bij een negatief advies van de provinciale archeoloog wordt de aanlegvergunning niet verleend, dan nadat van gedeputeerde staten een verklaring van geen bezwaar is ontvangen.

 


3.                                  Overige bepalingen

 

 

Artikel 16.      Algemene vrijstellingsbepaling

 

Inhoudsopgave        beschrijving in hoofdlijnen       toelichting

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan, indien het betreft:

a.      het oprichten van bouwwerken, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, telefooncellen, wachthuisjes voor verkeersdiensten, schuilgelegenheden en schaftlokalen, mits de inhoud van elk van deze gebouwtjes niet meer zal bedragen dan 50 m3 en de hoogte ervan niet meer zal bedragen dan 3,50 m;

b.      het overschrijden van de bepalingen inzake goothoogte, hoogte en oppervlakte van gebouwen met niet meer dan 10%;

c.       het overschrijden van de bepalingen inzake de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%;

d.      het overschrijden van de in de voorschriften genoemde maximum hoogte ten behoeve van lift- en trappenhuizen, centrale verwarmings- en ventilatie-installaties, antennes, lichtkappen, schoorstenen en torens van gebouwen, mits de hoogte met niet meer dan 3 m wordt overschreden;

e.      overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen, zoals aangegeven op de plankaart, met ten hoogste 1,50 m door ondergeschikte bouwonderdelen, zoals erkers, balkons, bordessen, luifels, galerijen, trappen, overhangende verdiepingen, toegangen, lifthuizen en dergelijke;

f.        geringe afwijkingen van de bepalingen opgenomen in deze voorschriften inzake de afmetingen van woningen, alsmede de afmetingen van de bij de woningen toegestane bijgebouwen, voorzover zulks in het belang van een goede huisvesting van minder valide personen noodzakelijk is en geen vrijstelling van de desbetreffende bepalingen van het plan kan worden verleend op basis van het bepaalde onder b van dit artikel;

g.      geringe afwijkingen van het beloop van een weg, groenstroken of de begrenzing van bestemmingen, indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze geringe afwijkingen vanwege het belang van een juiste verwerkelijking van het van het plan gewenst of noodzakelijk zijn en mits de afwijkingen, ten opzichte van hetgeen op de plankaart is aangegeven niet meer dan 5 m bedragen;

h.      het plaatsen van masten ten behoeve van mobiele telecommunicatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

1.      de hoogte van een vrijstaande mast mag niet meer bedragen dan 50 m;

2.      de hoogte van een mast op een gebouw mag niet meer bedragen dan 6 m;

3.      plaatsing van een mast op een gebouw is uitsluitend mogelijk indien het betreffende gebouw 15 m of hoger is;

4.      plaatsing op woongebouwen en/of een gemeentelijk monument is slechts toegestaan, indien kan worden aangetoond, dat plaatsing elders niet mogelijk is en geen gevaar voor de volksgezondheid bestaat;

5.      plaatsing op een rijksmonument is niet toegestaan.

 

 

Artikel 17.      Procedureregels

 

Inhoudsopgave        beschrijving in hoofdlijnen       toelichting

 

Bij toepassing van de in deze voorschriften genoemde vrijstellingsbevoegdheden en wijzigingsbevoegdheden wordt afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht in acht genomen.

 

 

Artikel 18.      Gebruiksbepaling

 

Inhoudsopgave        beschrijving in hoofdlijnen       toelichting

 

1.      Het is verboden de gronden en bouwwerken in strijd met de bestemming of in strijd met een gebruik waarvoor ingevolge de bepalingen van dit plan vrijstelling is verleend te (laten) gebruiken.

 

2.      Onder een strijdig gebruik, als bedoeld in lid 1, wordt in ieder geval verstaan een gebruik van de onbebouwde gronden als:

a.      opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe bouwmaterialen, afval, puin, grind en brandstoffen;

b.      uitstallings- of opslagplaats voor al dan niet voor gebruik geschikte voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan;

c.       uitstallings- of opslagplaats, dan wel stand- of ligplaats voor onderkomens.

 

3.      Onder een strijdig gebruik, als bedoeld in lid 1 wordt tevens verstaan:

a.      een gebruik van woningen voor enige vorm van detailhandel;

b.      een gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep en/of voor bewoning;

c.       een gebruik van gebouwen en/of bijgebouwen ten behoeve van seksinrichtingen.

 

4.      Onder strijdig gebruik als bedoeld in lid 2 valt niet het opslaan van nieuwe bouwmaterialen en puin en andere oude bouwmaterialen op gronden waarop of waarin onderhouds-, herstel- of sloopwerkzaamheden worden uitgeoefend, mits deze zaken voor de uit te voeren werkzaamheden nodig of van het bouwwerk dat hersteld of gesloopt wordt afkomstig zijn.

 

5.      Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1, indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt.

 

 

Artikel 19.      Overgangsbepalingen

 

Inhoudsopgave        beschrijving in hoofdlijnen       toelichting

 

Bouwen

1a.     Een bouwwerk, dat op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerp van dit plan bestond of in uitvoering was, dan wel is of kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend, en dat afwijkt van het in dit plan - behoudens in dit artikellid - bepaalde ten aanzien van de toelaatbaarheid van bebouwing, mag, mits de bestaande afwijkingen ook naar hun aard niet worden vergroot en behoudens onteigening, gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits dit geen algehele vernieuwing of verandering van het in de aanhef bedoelde bouwwerk tot gevolg heeft.

 

1b.     Uitsluitend indien het bouwwerk door een calamiteit teniet is gedaan, mag geheel worden vernieuwd, met inachtneming van de grenzen welke ten aanzien van het bouwen ter plaatse bij het plan - behoudens dit artikellid - zijn bepaald tenzij herbouw hierdoor niet zou zijn toegestaan, en mits de aanvraag tot bouwvergunning is ingediend binnen 18 maanden nadat het bouwwerk is teniet gegaan.

 

1c.     Tot niet meer dan 115% van de oppervlakte van het in de aanhef bedoelde bouwwerk mag worden uitgebreid, met inachtneming van de grenzen welke ten aanzien van het bouwen ter plaatse bij het plan - behoudens in dit artikellid - zijn bepaald.

 

Gebruik

2.      Het gebruik van gronden, anders dan voor bebouwing, alsmede het gebruik van zich op die gronden bevindende bouwwerken, dat in strijd is met het in dit plan - behoudens in dit artikellid - bepaalde en dat bestaat op het tijdstip, waarop het plan voor zover betrekking hebbend op de strijdigheid van dat gebruik van kracht wordt, mag worden voortgezet en/of gewijzigd, mits door die wijziging de strijdigheid met het plan niet wordt vergroot.

 

 

Artikel 20.      Strafbepaling

 

Inhoudsopgave        beschrijving in hoofdlijnen       toelichting

 

Overtreding van de bepalingen vervat in artikel 5 lid 2, artikel 14 lid 3, artikel 18 lid 1 t/m 3 en artikel 19 lid 2, is een economische delict als bedoeld in artikel 1a sub 2 van de Wet op de Economische Delicten.

 

Artikel 21.      Titel

 

Inhoudsopgave        beschrijving in hoofdlijnen       toelichting

 

Dit plan kan worden aangehaald onder de titel:

bestemmingsplan "Dorpsstraat e.o. 2005".

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente

De Bilt op:

 

 

 

de griffier                                         de voorzitter,

 

 



 

 

Bijlage 1

Stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening

 


Bijlage 1.                Stedenbouwkundige bepalingen uit de Bouwverordening

 

 

Artikel 2.5.5.   Ligging van de voorgevelrooilijn

 

De voorgevelrooilijn is:

a.   langs een wegzijde met een regelmatige of nagenoeg regelmatige

ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing: de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn, welke, zoveel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing, een zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting van de weg geeft;

b.   langs een wegzijde waarlangs geen bebouwing als onder a bedoeld aanwezig is en waarlangs mag worden gebouwd:

c.   bij een wegbreedte van ten minste 10 m, de lijn gelegen op 15 m uit de as van de weg;

d.      bij een wegbreedte geringer dan 10 m, de lijn gelegen op 10 m uit de as van de weg.

 

 

Artikel 2.5.6.   Verbod tot bouwen met overschrijding van de voorgevelrooilijn

 

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.5.7. is het verboden een

bouwvergunningplichtig bouwwerk te bouwen met overschrijding van de

voorgevelrooilijn.

 

 

Artikel 2.5.7.   Toegelaten overschrijding van de voorgevelrooilijn

 

Het verbod tot bouwen met overschrijding van de voorgevelrooilijn is niet

van toepassing op:

a.      onderdelen van een bouwvergunningplichtig bouwwerk die bij het afzonderlijk realiseren opgevat zouden moeten worden als het aanbrengen van veranderingen van niet-ingrijpende aard, als bedoeld in artikel 43, eerste lid, onder e, van de Woningwet;

b.      andere onderdelen van een bouwvergunningplichtig bouwwerk, die bij het afzonderlijk realiseren niet vallen onder de werking van artikel 43, eerste lid, onder e, van de Woningwet, te weten:

1.      ondergrondse uitsteeksels, zoals funderingsonderdelen, rioolleidingen en rioolputten;

2.      stoepen, stoeptreden en toegangsbruggen, mits zij de grens van de weg met niet meer dan 0,30 m overschrijden.

 

 

Artikel 2.5.8.   Vrijstelling voor overschrijdingen van de voorgevelrooilijn

 

1.      Burgemeester en wethouders kunnen – met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid – vrijstelling verlenen van het verbod tot het bouwen met overschrijding van de voorgevelrooilijn voor:

a.      ondergrondse bouwwerken zoals kelders, kelderkoekoeken en kelderingangen, mits de bovenzijde daarvan niet hoger gelegen is dan het straatpeil;

b.      bouwwerken, geen gebouw zijnde, anders dan bedoeld in artikel 43, eerste lid, onder f, van de Woningwet, die naar hun aard en bestemming op een voor de voorgevelrooilijn gelegen erf toelaatbaar zijn;

c.       laadperrons, stoepen en stoeptreden, die de grens van de weg overschrijden;

d.      erkers, serres en andere uitbouwen, alsmede balkons en galerijen, die de voorgevelrooilijn niet meer dan 1,50 m overschrijden;

e.      trappenhuizen, buitentrappen en liftschachten, hijsinrichtingen en stortbuizen, alsmede andere luifels, dakoverstekken, uitspringende schoorsteenwanden, reclametoestellen en draagconstructies voor reclames dan bedoeld zijn in artikel 2.5.7;

f.        overbouwingen ten dienste van de verbinding tussen twee bouwwerken;

g.      bouwwerken aan of bij een monument – als bedoeld in de Monumentenwet 1988 dan wel in de provinciale of gemeentelijke monumentenverordening – voor zover zulks niet bezwaarlijk is met het oog op de in historisch-esthetisch opzicht gewenste aansluiting bij het karakter van de bestaande omgeving.

 

2.      Voor het bouwen boven een weg kan alleen vrijstelling worden verleend, indien niet lager gebouwd wordt dan:

-        4,20 m boven de hoogte van de rijweg, met inbegrip van een strook van 0,50 m breedte ter weerszijden van die rijweg;

-        2,20 m boven de hoogte van een ander deel van de weg; en dan nog voor zover de veiligheid van de gebruikers van de weg niet in gevaar komt.

 

 

Artikel 2.5.9    Plaatsing van de voorgevel ten opzichte van de voorgevelrooilijn. Afschuining van straathoeken

 

1.      Een naar de weg gekeerd gevelvlak van een gebouw moet in de voorgevelrooilijn zijn geplaatst.

 

2.      Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing in:

a.      de gevallen genoemd in artikel 2.5.7 en in die waarin de vrijstelling genoemd in de artikelen 2.5.8 en 2.5.9 is verleend;

b.      in de gevallen genoemd in artikel 2.5.13 en in die waar vrijstelling genoemd in artikel 2.5.14 is verleend, voor zover het bouwwerk geheel achter de achtergevelrooilijn is geplaatst;

c.       in de gevallen, bedoeld in het derde lid.

 

3.      Indien van wegen die elkaar kruisen of van een weg die een knik maakt van 90 graden of minder, de tegenover elkaar liggende voorgevelrooilijnen zich in beide wegen of zich voor en na de knik op onderlinge tussenafstanden van minder dan 3 m bevinden, moet de bebouwing op de hoeken – over een hoogte op een dergelijke hoek van niet meer dan 4,2 m boven straatpeil – worden afgerond of afgeschuind, met dien verstande dat de daardoor onbebouwd blijvende oppervlakte niet groter dan 2 m2 behoeft te zijn.

 

4.      Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in het eerste lid voor:

a.      gebouwen behorende tot een complex van gebouwen;

b.      gebouwen op handels- en industrieterreinen;

c.       vrijstaande enkele of dubbele eengezinshuizen;

d.      bijgebouwen, anders dan de in artikel 2, onder a, van het Besluit meldingplichtige bouwwerken bedoelde gebouwen;

e.      gebouwen ten dienste van bodemcultuur en veeteelt, pluimveeteelt daaronder begrepen, en de daarbijbehorende woningen;

f.        gedeelten van naar de weg gekeerde gevels;

g.      gevallen, waarin de welstand bij het verlenen van de vrijstelling is gebaat.

 

 

Artikel 2.5.10  Ligging van de achtergevelrooilijn

 

1.      De achtergevelrooilijn is evenwijdig aan de voorgevelrooilijn en bevindt zich:

a.      in een aan alle zijden bebouwd of te bebouwen driehoekig, vierhoekig of regelmatig veelhoekig bouwblok op een afstand van de voorgevelrooilijn gelijk aan de helft van de straal van de ingeschreven cirkel binnen de voorgevelrooilijnen, doch op geen grotere afstand van de voorgevelrooilijn dan 15 m. Indien meer dan een ingeschreven cirkel binnen de voorgevelrooilijnen kan worden beschreven, geldt de grootste;

b.      in een aan alle zijden bebouwd of te bebouwen bouwblok van een andere dan onder a genoemde vorm op zodanige afstand van de voorgevelrooilijn, bepaald op de wijze als onder a bepaald, na herleiding van de vorm van het bouwblok tot een of meer der onder a genoemde vorm van het bouwblok het meest nabijkomen, doch op geen grotere afstand van de voorgevelrooilijn dan 15 m;

c.       in een slechts aan drie zijde bebouwd of te bebouwen rechthoekig bouwblok, langs deze drie zijden op een afstand van de voorgevelrooilijn gelijk aan ¼ van de afstand tussen de voorgevelrooilijnen van de beide zich tegenover elkaar bevindende bebouwde of te bebouwen zijden van het bouwblok, doch op geen grotere afstand van de voorgevelrooilijn dan 15 m;

d.      in een slechts aan twee tegenover elkaar gelegen zijden bebouwd of te bebouwen rechthoekig bouwblok, langs deze twee zijden op een afstand van de voorgevelrooilijn gelijk aan ¼ van de afstand tussen de voorgevelrooilijnen van de beide zich tegenover elkaar bevindende bebouwde of te bebouwen zijden van het bouwblok, doch op geen grotere afstand van de voorgevelrooilijn dan 15 m;

e.      in alle niet onder a tot en met d genoemde gevallen op een afstand die wordt bepaald met inachtneming van de beginselen, welke zijn neergelegd in a tot en met d van dit lid, doch op geen grotere afstand van de voorgevelrooilijn dan 15 m.

 

2.      Indien in een hoekbebouwing de elkaar snijdende achtergevelrooilijnen een scherpe hoek vormen moeten de achterzijden van die bebouwing – in het belang van de toetreding van daglicht – over een afstand van ten minste 5 m ter weerzijden van bedoeld snijpunt ten minste 2 m terugliggen ten opzichte van beide achtergevelrooilijnen.

 

3.      Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in het tweede lid, voor zover de aard, de indeling en het gebruik van de gebouwen in de hoekbebouwing dit toelaten.

 


 

 

Bijlage 2

Staat van bedrijfsactiviteiten

 

 


Bijlage 2.        Staat van bedrijfsactiviteiten bij de voorschriften van het voorontwerp bestemmingsplan Dorpsstraat e.o. 2004

 

 

Categorie 1:    activiteiten, welke door hun aard toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woningen in een rustige woonwijk;

Categorie 2:    activiteiten, welke door hun aard slechts toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woningen in een rustige woonwijk, indien geconcentreerd in een centrum;

Categorie 3A: activiteiten, welke door hun aard toelaatbaar zijn aan de rand van rustige woonwijken ( 50 m);

Categorie 3B: activiteiten, welke door hun aard toelaatbaar zijn aan de rand van rustige woonwijken ( 100 m);

Categorie 4A: activiteiten, welke door hun aard gescheiden dienen te zijn van woonwijken (min. 200 m), bijvoorbeeld door middel van groenstroken, plantsoenen of water;

Categorie 4B: activiteiten, welke door hun aard gescheiden dienen te zijn van woonwijken (min. 300 m), bijvoorbeeld door middel van groenstroken, plantsoenen of water;

Categorie 5:    welke door hun aard behoorlijk ver (min. 500 m) verwijderd moeten zijn van woonwijken;

Categorie 6:    activiteiten, welke door hun aard uitsluitend op grote afstand (min. 1500 m) van woongebieden gesitueerd kunnen worden.

 

 

De gebruikte afkortingen zijn:

 

-       cat.     :    categorie                         - opp.  :    oppervlakte

-       grth     :    groothandel                     - p.c.        :       productiecapaciteit 

-       kW      :    kiloWatt                            - p.o.        :       productie oppervlakte

-       MW     :    MegaWatt                        - SBI         :       standaardbedrijfsindeling

-       n.e.g.  :    niet elders genoemd        - v.c.         :       verwerkingscapaciteit

 


 

De volgende Categorieën zijn geselecteerd:

-       1,2,3A

 

De volgende SBI-codes zijn geselecteerd:

-       01 t/m 93

 


15                        VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN      

                            DRANKEN

1581                    Broodfabrieken, brood- en                                 

                            banketbakkerijen:

1581                    - v.c. < 2500 kg meel/week                                  2

1593 t/m 1595      Vervaardiging van wijn, cider e.d.                        2

 

18                        VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN       

                            VERVEN VAN BONT

182                      Vervaardiging van kleding en -toebehoren         2

                            (excl. van leer)

 

22                        UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE   

                            VAN OPGENOMEN MEDIA

221                      Uitgeverijen (kantoren)                                        1

2222.6                 Kleine drukkerijen en                                           2

                            kopieerinrichtingen

2223                    Grafische afwerking                                             1

2223                    Binderijen                                                            2

2224                    Grafische reproductie en zetten                          2

2225                    Overige grafische activiteiten                              2

223                      Reproductiebedrijven opgenomen media            1

 

33                        VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE     

                            APPARATEN EN INSTRUMENTEN

33                        Fabrieken voor medische en optische                 2

                            apparaten en instrumenten e.d.

 

36                        VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE

                            GOEDEREN N.E.G.

362                      Fabricage van munten, sieraden e.d.                  2

363                      Muziekinstrumentenfabrieken                              2

 

40                        PRODUKTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM,   

                            AARDGAS, STOOM EN WARM WATER

40                        Elektriciteitsdistributiebedrijven, met                   

                            transformatorvermogen:

40                        - < 10 MVA                                                          2

40                        - 10 - 100 MVA                                                    3A

40                        Gasdistributiebedrijven:                                      

40                        - gasdrukregel- en meetruimten                          2

                              (kasten en gebouwen), cat. B en C

40                        Warmtevoorzieningsinstallaties,                         

                            gasgestookt:

40                        - blokverwarming                                                 2

 

45                        BOUWNIJVERHEID                                             

 

50                        HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S,                   

                            MOTORFIETSEN: BENZINESERVICESTATIONS

501, 502, 504      Handel in auto's en motorfietsen,                        2

                            reparatie- en servicebedrijven

5020.4                 Autobeklederijen                                                 1

5020.5                 Autowasserijen                                                    2

503, 504              Handel in auto- en motorfietsonderdelen            2

                            en -accessoires

 

51                        GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING   

511                      Handelsbemiddeling (kantoren)                           1

 

52                        DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V.             

                            PARTICULIEREN

52                        Detailhandel voor zover n.e.g.                             1

5211/2,5246/9     Supermarkten, warenhuizen, hypermarkten,       2

                            bouwmarkten, tuincentra

5222, 5223          Detailhandel vlees, wild, gevogelte,                     2

                            met roken, koken, bakken of smelten

5224                    Detailhandel brood en banket met bakken          2

                            voor eigen winkel

5231, 5232          Apotheken en drogisterijen                                 1

5249                    Detailhandel in vuurwerk                                     1

527                      Reparatie t.b.v. particulieren                               1

                            (excl. auto's en motorfietsen)

 

55                        LOGIES-, MAALTIJDEN- EN                               

                            DRANKENVERSTREKKING

5511, 5512          Hotels en pensions met keuken                           2

553                      Restaurants, cafetaria's, snackbars,                   2

                            viskramen e.d.

554                      Cafés, bars, discotheken                                     3A

5551                    Kantines                                                              2

5552                    Cateringbedrijven                                                2

 

60                        VERVOER OVER LAND                                     

6022                    Taxibedrijven, taxistandplaatsen                         2

 

61, 62                  VERVOER OVER WATER/DOOR DE LUCHT    

61, 62                  Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)             1

 

63                        DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER       

6322, 6323          Overige dienstverlening t.b.v. vervoer                 1

                            (kantoren)

633                      Reisorganisaties                                                  1

634                      Expediteurs, cargadoors (kantoren)                    1

 

64                        POST EN TELECOMMUNICATIE                        

641                      Post- en koeriersdiensten                                   2

642                      Telecommunicatiebedrijven                                 1

642                      TV- en radiozendstations                                    2

                            (zie ook tabel 2: zendinstallaties)

 

65, 66, 67            FINANCIELE INSTELLINGEN EN                         

                            VERZEKERINGSWEZEN

65, 66, 67            Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen             2

 

70                        VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED 

70                        Verhuur van en handel in onroerend goed         1

 

71                        VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES,       

                            ANDERE ROERENDE GOEDEREN

711                      Personenautoverhuurbedrijven                           2

714                      Verhuurbedrijven voor roerende goederen         2

                            n.e.g.

 

72                        COMPUTERSERVICE- EN                                  

                            INFORMATIETECHNOLOGIE

72                        Computerservice- en                                           1

                            informatietechnologie-bureau's e.d.

 

73                        SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK                 

731                      Natuurwetenschappelijk speur- en                      2

                            ontwikkelingswerk

732                      Maatschappij- en geesteswetenschappelijk         1

                            onderzoek

 

74                        OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING        

74                        Overige zakelijke dienstverlening:                       1

                            kantoren

7481.3                 Foto- en filmontwikkelcentrales                           2

7484.4                 Veilingen voor huisraad, kunst e.d.                     1

 

75                        OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN,

                            SOCIALE VERZEKERINGEN

75                        Openbaar bestuur (kantoren e.d.)                      2

7525                    Brandweerkazernes                                             3A

 

80                        ONDERWIJS                                                       

801, 802              Scholen voor basis- en algemeen                       2

                            voortgezet onderwijs

803, 804              Scholen voor beroeps-, hoger en overig             2

                            onderwijs

 

85                        GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG                

8511                    Ziekenhuizen                                                       2

8512, 8513          Artsenpraktijken, klinieken en                              1

                            dagverblijven

8514, 8515          Consultatiebureaus                                             1

853                      Verpleeghuizen                                                   2

 

91                        DIVERSE ORGANISATIES                                  

9111                    Bedrijfs- en werknemersorganisaties                   2

                            (kantoren)

9131                    Kerkgebouwen e.d.                                             2

9133.1                 Buurt- en clubhuizen                                           3A

 

92                        CULTUUR, SPORT EN RECREATIE                   

921, 922              Studio's (film, TV, radio, geluid)                           2

9213                    Bioscopen                                                           2

9232                    Theaters, schouwburgen, concertgebouwen,      2

                            evenementenhallen

9234                    Muziek- en balletscholen                                     2

9234.1                 Dansscholen                                                       2

9251, 9252          Bibliotheken, musea, ateliers, e.d.                       1

9261.2                 Bowlingcentra                                                      2

9262                    Sportscholen, gymnastiekzalen                           2

9272.1                 Amusementshallen                                              2

 

9301.1                 Wasserijen en strijkinrichtingen                           3A

9301.1                 Tapijtreinigingsbedrijven                                     3A

9301.2                 Chemische wasserijen en ververijen                   2

9301.3                 Wasverzendinrichtingen                                      2

9301.3                 Wasserettes, wassalons                                      1

9302                    Kappersbedrijven en                                           1

                            schoonheidsinstituten

9303                    Begrafenisondernemingen:                                

9303                    - uitvaartcentra                                                    1

9303                    - begraafplaatsen                                                1

9304                    Badhuizen en sauna-baden                                2

9305                    Persoonlijke dienstverlening n.e.g.                      1

 

 


 

 

Bijlage 3

Functies en bedrijfsactiviteiten

oude dorp

 

 

 

 


Bijlage 3.    Functies en bedrijfsactiviteiten oude dorp

 

 

Functies en bedrijfsactiviteiten die qua aard en kleinschaligheid worden nagestreefd en die bij uitstek passen in de cultuurhistorische context van het oude dorp zijn in elk geval de onderstaande of daarmee naar hun aard gelijk te stellen functies en bedrijfsactiviteiten:

 

Ambachtelijke productiebedrijven

Antiekwinkels (met werkplaats)

Antiquariaten

 

Boekbinderijen

Brood- en banketbakkerijen

 

Chocolaterieën

 

Drukkerijen (kleinschalig)

 

Expositieruimten

 

Foto-ateliers

Fotostudio’s

 

Galeries

Goud- en zilversmederijen

 

Kunstenaarsateliers en/of –werkplaatsen

Kunsthandels

 

Lijstenmakerijen

 

Musea

Muziek- en balletscholen

 

Reparatiebedrijven voor muziekinstrumenten

 

Schoen- en lederwarenreparartiebedrijven

 

Theaterruimten

 

Uurwerkreparatiebedrijven

 

Wijnproeverijen


Royal Haskoning

Divisie Ruimtelijke Ontwikkeling

 

 

Entrada 301

Postbus 94241

1090 GE  AMSTERDAM

Telefoon

(020) 569 77 00

Telefax

(020) 569 77 82

e-mail

info@amsterdam.royalhaskoning.com

 

projectnummer

9M4979

 

opdrachtgever

Gemeente De Bilt

 

projectleider

Theo Hanou

 

Ontwerp

Bp Dorpsstraat e.o. 2005

Toe V14

Vrs V13

Plankaart d.d. april 2005