|
|
|
Voorschriften |
Voorschriften toelichting
1. Inleidende bepalingen 1
Artikel 1. Begripsbepalingen 1
Artikel 3. Anti-dubbeltelbepaling 5
Artikel 4. Beschrijving
in hoofdlijnen 5
Artikel 5. Monumenten, beschermd dorpsgezicht en
gebied van hoge 10
archeologisch waardevol gebied
2. Bestemmingsbepalingen 12
Artikel
7. Gemengde doeleinden 14
Artikel
8. Maatschappelijke doeleinden 17
Artikel
9. Bedrijfsdoeleinden 18
Artikel
12. Verkeersdoeleinden 20
Artikel
13. Verblijfsdoeleinden 21
Artikel
14. Groenvoorzieningen 21
3. Overige bepalingen 24
Artikel 16. Algemene vrijstellingsbepaling 24
Artikel 17. Procedureregels 25
Artikel 18. Gebruiksbepaling 25
Artikel 19. Overgangsbepalingen 25
Bijlage 1. Stedenbouwkundige bepalingen uit de
Bouwverordening
Bijlage 3. Functies en bedrijfsactiviteiten oude dorp
Inhoudsopgave beschrijving in hoofdlijnen toelichting
1. In deze voorschriften wordt verstaan onder:
a.
aan huis
verbonden beroep |
:
|
de uitoefening aan
huis van bedrijvigheid op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch,
kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, alsmede
niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten; |
b.
antenne |
:
|
een constructie,
bestaande uit een mast, een ontvang- en zendmast of een stelsel van draden,
dan wel een schotel bestemd voor (tele)communicatiedoeleinden; |
c.
bebouwings-karakteristiek |
:
|
de hoogte van de
hoofdgebouwen, de situering daarvan ten opzichte van de openbare weg, de mate
van aaneenbouwen en/of de onderlinge afstanden tussen de hoofdgebouwen en de
bouwmassa van de hoofdgebouwen ten opzichte van het bouwperceel; |
d.
bestaande
achtergevel |
:
|
de achtergevel
zoals deze bij de bouw van de betrokken woning is gerealiseerd; |
e.
bestaand
bouwwerk/ bestaande
vestiging |
:
|
een
bouwwerk/vestiging, dat/die ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen
van dit plan bestaat, dat/die of in uitvoering is of dat/die na dat tijdstip
is of mag worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag
voor dat tijdstip is ingediend of krachtens een bouwvergunning die na dit
tijdstip, hoewel in strijd met dit plan, niet mag worden geweigerd; |
f.
bestemmingsgrens |
:
|
een op de plankaart
aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak; |
g.
bestemmingsvlak |
: |
een op de plankaart
door bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met
eenzelfde bestemming; |
h.
bouwgrens |
:
|
een op de plankaart
aangegeven lijn die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens
krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen; |
i.
bouwlaag |
:
|
een gedeelte van
een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren
of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en zolder; |
j.
bouwperceel |
:
|
een aangesloten
stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar horende
bebouwing is toegelaten; |
k.
bouwvlak |
: |
een op de plankaart
door bouwgrenzen omsloten vlak; |
l.
bouwwerk |
: |
elke constructie
van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij
direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun
vindt in of op de grond; |
m.
buurtontsluitings- weg |
: |
een weg, welke
blijkens aard, indeling en tracering bestemd is om te worden gebruikt ten
behoeve van de ontsluiting van een buurt; |
n.
bijgebouw |
: |
een vrijstaand of
aangebouwd gebouw, dat in door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt
is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw; |
o.
bijzondere
woonvorm |
: |
woonruimte, waarin
al dan niet zelfstandige woningen zijn opgenomen met gemeenschappelijke
voorzieningen zoals een bejaardenhuis, woonzorgcomplex of daarmee gelijk te
stellen voorziening; |
p.
detailhandel |
: |
het bedrijfsmatig
te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen
en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik,
verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of
bedrijfsactiviteit, geen horeca zijnde; |
q.
gebouw |
: |
elk bouwwerk, dat
een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden
omsloten ruimte vormt; |
r.
hoofdgebouw |
: |
een gebouw, dat op
een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste
bouwwerk valt aan te merken; |
s.
hoogtescheidings-lijn |
: |
een op de kaart
binnen een bestemmingsvlak aangegeven lijn, die de scheiding vormt tussen de
gedeelten van dat vlak waarop verschillende (goot)hoogten toelaatbaar zijn; |
t.
horeca |
: |
het bedrijfsmatig
(nagenoeg) volledig gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf en/of
van ter plaatse te nuttigen voedsel en/of dranken of het exploiteren van de
zaalaccommodatie; |
t1. horeca-1 |
: |
inrichtingen ten
behoeve van het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide
etenswaren, alsmede het verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende
dranken. Het accent ligt op der verkoop van al dan niet ter plaatse bereide
etenswaren; hieronder worden afhaalcentra mede begrepen; |
t2. horeca-2 |
: |
inrichtingen ten
behoeve van het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholhoudende dranken,
al dan niet in combinatie met het verstrekken van kleine etenswaren; het
accent ligt op de verkoop van dranken dan wel op het verstrekken van kleine
etenswaren; |
u.
maatschappelijke
doeleinden |
: |
het openbaar
bestuur, medische, sociale, culturele, educatieve, recreatieve en daarmee
gelijk te stellen diensten; |
v.
maatschappelijke
dienstverlening |
: |
voorzieningen op
het gebied van dienstverlening, welzijn, gezondheidszorg, kunst en cultuur; |
w.
mast |
: |
de draagconstructie
van een antenne; |
x.
onderkomens |
: |
voor verblijf
geschikte - al dan niet aan hun bestemming onttrokken – voer-, vaar- en
vliegtuigen, arken, caravans en livingvans alsook tenten; |
y.
parcellering |
: |
de indeling van de
straatwand, bepaald door de breedte van de individuele panden c.q. de
perceelsbreedte; |
z.
peil |
: |
de gemiddelde
hoogte van het aansluitende afgewerkte bouwperceel; |
aa.
perceelsgrens |
: |
de grens van een
bouwperceel; |
bb.
het plan |
: |
het bestemmingsplan
"Dorpsstraat e.o. 2005"; |
cc.
de plankaart |
: |
de kaart met
bijbehorende verklaring, bestaande uit 1 blad waarop de bestemmingen van de
in het plan begrepen gronden zijn aangegeven, tekeningnummer 9M4979 A0 d.d.
april 2005; |
dd.
prostitutie |
: |
het aanbieden van
seksuele diensten tegen een materiële vergoeding; |
ee.
prostitutiebedrijf |
: |
een bedrijf waar
prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt, een erotische
massagesalon mede begrepen; |
ff.
seksinrichting |
: |
een voor het
publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang
alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht. Onder een
seksinrichting wordt in elk geval verstaan een parenclub en een
prostitutiebedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar; |
gg.
uitbouw |
: |
een aan een
hoofdgebouw aangebouwd bouwwerk dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is
aan het hoofdgebouw, maar in functioneel opzicht onderdeel uitmaakt van het
hoofdgebouw; |
hh.
voorgevel |
: |
de (evenwijdig) aan
een weg gelegen en naar de weg toegekeerde gevel van een hoofdgebouw; |
ii.
voorgevelrooilijn |
: |
een lijn, welke
zoveel mogelijk aansluit aan de ligging van de voorgevels van de bestaande
hoofdgebouwen en een zo gelijkmatig beloop overeenkomstig de richting van de
weg heeft; |
jj.
vrijstaand
hoofdgebouw |
: |
een hoofdgebouw
zonder gemeenschappelijke wand(en) met een ander hoofdgebouw; |
jj.
woning |
: |
een (gedeelte van
een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden. |
2. Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke
regelingen wordt geduid op die regelingen, zoals zij luidden op het tijdstip
van de ter inzage legging van het ontwerp-bestemmingsplan.
Inhoudsopgave beschrijving in hoofdlijnen toelichting
1. Bij het toepassen van de voorschriften
wordt als volgt gemeten:
a.
oppervlakte van
een gebouw |
:
|
tussen (de
buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels (en/of het
hart van gemeenschappelijke scheidsmuren); |
b.
hoogte van
een bouwwerk |
:
|
vanaf het peil tot
het hoogste punt van het bouwwerk; voor wat betreft gebouwen worden antennes,
schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte dakopbouwen hierbij niet
meegerekend; |
c.
goothoogte
van een gebouw |
:
|
vanaf het peil tot de horizontale snijlijn van elk dakvlak met elk daaronder gelegen buitenwerks verticaal gevelvlak. Boven de maximaal toegestane goothoogte is toegestaan: a.
(gedeeltelijk)
hellende dakvlakken; b.
maximaal één
extra bouwlaag, mits: 1.
de maximale
toegestane hoogte niet wordt overschreden; 2.
de bouwlaag
gerealiseerd wordt binnen de hoeken van 60 graden getrokken vanaf de maximaal
toegestane goothoogte aan de voorgevel en achtergevel; |
d.
afstand tot
de perceelsgrens |
:
|
tussen de grenzen
van een bouwperceel en enig punt van een op dat bouwperceel voorkomend gebouw
waar die afstand het kortst is; |
e.
lengte,
breedte en diepte van een gebouw |
:
|
tussen (de lijnen,
getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van
gemeenschappelijke scheidsmuren); |
f.
vloeroppervlakte
van woningen |
:
|
de oppervlakte van
de voor bewoning bestemde vertrekken, waaronder mede wordt verstaan
verblijfsruimten. Niet meegerekend worden verkeersruimten, toiletten, douche-
en badruimten, alsmede ingebouwde bergingen. |
2.
De in lid 1 sub b
genoemde antennes, schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte
dakopbouwen mogen de maximum goothoogte met niet meer dan 3 m overschrijden.
Inhoudsopgave beschrijving in hoofdlijnen toelichting
Grond, welke eenmaal
in aanmerking is genomen bij de verlening van een bouwvergunning, waaraan
uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van
latere bouwplannen buiten beschouwing.
Inhoudsopgave beschrijving in hoofdlijnen toelichting
In dit artikel wordt
in hoofdlijnen beschreven op welke wijze met het bestemmingsplan de in het plan
aangegeven doeleinden worden nagestreefd:
I.
Algemeen
Het beleid in dit
plangebied is gericht op:
1.
Het behoud en de
versterking van de ruimtelijke karakteristiek, zoals deze tot uitdrukking komt
in de aanwezige ontginningsdijk, zoals die is ontstaan door de
veenontginningen, de verkeersstructuur, de verschillende deelgebieden en het
gebied van het beschermd dorpsgezicht.
2.
Alle maatregelen en
ontwikkelingen zullen moeten bijdragen aan het behoud en/of de versterking van
de aanwezige ruimtelijke karakteristiek.
II.
Ruimtelijk
1.
Verdichting in de
vorm van aanvullende woningbouw is slechts toegestaan met gebruikmaking van een
wijzigingsbevoegdheid ter plaatse van de bestemming Bedrijfsdoeleinden nader
aangeduid als garagebedrijf aan de Dorpsstraat 57-59, ter plaatse van de
bestemming Bedrijfsdoeleinden aan de Kerklaan 3 en ter plaatse van de
bestemming Bedrijfsdoeleinden aan de Burgemeester De Withstraat 51.
2. In dit artikellid
is aangegeven welke elementen op het schaalniveau van het plangebied van belang
zijn voor de samenhang daarvan:
-
het handhaven en waar
mogelijk versterken van het verschil met de overige wegen binnen het
plangebied;
-
het creëren van
overzichtelijke en veilige oversteekmogelijkheden om zo de barrièrewerking van
de weg te verminderen.
Het
handhaven en versterken van het karakter van het woongebied Park Arenberg,
waarvan de begrenzing is aangegeven in bijlage 6 bij de toelichting, door:
-
het behoud van het
rechtlijnige verkavelings- en stratenpatroon in het noorden van dit deelgebied,
dat refereert aan de vroegere veenontginningen;
-
het behoud van het
organische verkavelings- en stratenpatroon in het zuiden van dit deelgebied,
dat refereert aan de vroegere buitenplaats Arenberg;
-
het handhaven en
versterken van het groene karakter van het deelgebied;
-
het handhaven en
versterken van de beplanting langs de Kerklaan;
-
het behouden en
versterken van het centraal in het deelgebied gelegen groengebied;
-
het behouden en
versterken van de verbinding met en het zicht op en in het Van Boetzelaerpark.
Het
handhaven van het in Engelse landschapsstijl aangelegde park, waarvan de
begrenzing is aangegeven in bijlage 6 bij de toelichting, door:
-
het behouden van de
centrale waterpartij;
-
het behouden en
versterken van de open “inkijken” aan de randen van het park;
-
het behouden en
versterken van de in de omringende woongebieden uitlopende groene structuur van
het park.
Het
handhaven en versterken van het karakter van het woongebied Zorgvliet, waarvan
de begrenzing is aangegeven in bijlage 6 bij de toelichting, door:
-
het handhaven en
versterken van het groene karakter van dit deelgebied;
-
het handhaven en
versterken van de verbinding met en het zicht op en in het Van Boetzelaerpark;
-
het handhaven van de
ruime groene kavels met vrijstaande woningen langs de Bilthovenseweg.
Het
handhaven van het historisch karakter zoals dat onder meer tot uitdrukking komt
in de aanwezige rijks- en gemeentelijke monumenten, de bebouwingskarakteristiek
en verkavelingsstructuur in het gebied van het beschermd dorpsgezicht, zoals
dat is aangegeven op kaart 3 in bijlage 3 bij de toelichting, door:
-
het handhaven van de
bestaande ruimtelijke hoofdstructuur, die bepaald wordt door de wegenstructuur,
de bebouwing, de verkaveling, de afwisseling in goot- en nokhoogten, de
aanwezige monumenten en de kleinschaligheid van het deelgebied;
-
het handhaven van de
bestaande profielen van de wegen.
- f.1. Gebied
ten zuiden van de Dorpsstraat en ten westen
van de
Kapelweg
-
het handhaven van de
het karakter van de Kapelweg, door:
handhaving van bestaande bouwmassa’s en vormgeving en het
behouden van de rij cameren aan de Kapelweg 16, 18, 10, 12 en 14;
het handhaven van de bebouwing aan de noordwestzijde van de
Dorpsstraat (villa’s en geschakelde woningen nabij het kruispunt met de
Bilthovenseweg);
-
het terugbrengen van
de bomenrij in de Dorpsstraat;
-
het handhaven van de
voormalige scheidssteeg;
-
het handhaven van de
afwisseling in bouwhoogte aan de
zuidzijde van de Dorpsstraat;
-
het handhaven van de
bomen aan de noordwestzijde
van de Dorpsstraat en de groenvoorzieningen tot aan de
Utrechtseweg.
- f.2. Driehoek
Burgemeester De Withstraat/Kerkterrein/
Dorpsstraat
-
handhaving van de
Oude School en de kerk met begraafplaats;
-
handhaving van de
Kerksteeg als verbinding tussen de Dorpsstraat en de Burgemeester de Withstraat
en begrenzing van het groene gebied rondom de kerk de aaneengesloten bebouwing;
-
handhaving van de
bestaande voorgevelrooilijn;
-
handhaving van de
zaagtandvorm van de rooilijn van de kavels aan de achterkant van de
Burgemeester De Withstraat.
- f.3. Noordzijde
Burgemeester De Withstraat en Dorpsstraat
- handhaven en versterken van het nog bestaande historische karakter;
- het behouden van de historische versmalling vanaf de huisnummers 49 en 76 van de Burgemeester De Withstraat.
III.
Visie Oude
dorp
De visie voor het oude dorp, waarvan de begrenzing samenvalt met het in bijlage 2 bij de toelichting aangegeven gebied van het beschermd dorpsgezicht en waarbinnen alle ruimtelijke en functionele ontwikkelingen moeten passen en die derhalve bij het toepassen van vrijstellings- en/of wijzigingsbevoegdheden door Burgemeester en wethouders naast het bepaalde onder II sub f t/m f.3. als afwegingskader dient te worden betrokken, luidt:
- het waarborgen van de historische continuïteit door:
1. het handhaven van de ruimtelijke karakteristiek zoals die tot uitdrukking komt in de aanwezige rijks- en gemeentelijke monumenten, het middeleeuwse stratenpatroon, het middeleeuwse verkavelingspatroon, de bebouwingskarakteristieken, het materiaalgebruik en de aanwezige kleinschaligheid van de panden en straten;
2. het handhaven van de bestaande kleinschaligheid, zowel horizontaal als verticaal;
3. het handhaven van de diversiteit in goothoogten, nokhoogten en voorgevelrooilijnen;
4. het behouden van het bestaande stratenpatroon;
5. het handhaven van de openbare verblijfsruimten en groenstructuren;
6. het versterken en verbeteren van de diversiteit aan functies door binnen de bestemming Gemengde doeleinden:
7. bij functiewisseling door middel van vrijstelling of wijziging slechts functies toe te laten die zijn genoemd in de van deze voorschriften deeluitmakende Bijlage 3 functies en bedrijfsactiviteiten oude dorp;
8. het tegengaan van monofuncties;
9. het tegengaan van grootschalige functies.
IV. Functioneel
1.
Het beleid is er op
gericht om de overwegende woonfunctie van het westelijk deel van het plangebied
te handhaven en in het gebied van het beschermd dorpsgezicht (het oude dorp) de
mate van functiemenging zo veel mogelijk te versterken om het karakter van deze
cultuurhistorisch waardevolle kern en de levendigheid daarvan te bevorderen.
2.
In een woning is een
aan huis verbonden beroep alleen toegestaan onder de volgende voorwaarden:
a.
de activiteiten mogen
aan de woonfunctie geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn in
die zin, dat de woonfunctie de belangrijkste functie dient te blijven. Dit
betekent, dat ten behoeve van een aan huis verbonden beroep niet meer dan 40%
van het vloeroppervlak van een woning mag worden gebruikt;
b.
de activiteiten mogen
geen hinder opleveren voor de woonsituatie; dit betekent dat in geval van
bedrijfsactiviteiten slechts aan het vestigen van ambachtelijke
bedrijfsactiviteiten dan wel bedrijfsactiviteiten in categorie 1 van de van
deze voorschriften deeluitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten medewerking
wordt verleend;
c.
de activiteiten mogen
zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk
doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
d.
de activiteiten mogen
geen detailhandel betreffen;
e.
de activiteiten mogen
geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen
onevenredige parkeerdruk veroorzaken.
3.
Het aantal
zelfstandige kantoren in het plangebied mag niet toenemen.
4.
De bestemming
Gemengde doeleinden in het gebied van het beschermd dorpsgezicht is bedoeld om
onderlinge functie-uitwisseling mogelijk te maken van de functies
dienstverlening, maatschappelijke dienstverlening en kleine bedrijfjes.
5.
Functiewisseling van
de functies wonen, kantoren en detailhandel in de bestemming Gemengde
doeleinden is slechts toegestaan met een vrijstelling van Burgemeester en
wethouders en moet passen binnen de onder III weergegeven visie voor het oude
dorp.
6.
Zonering bedrijven
6.1. Bedrijfsactiviteiten, die behoren tot inrichtingen, zoals opgenomen
in artikel 2.4. van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zijn
niet toegestaan;
6.2. De zonering van
bedrijven houdt in dat uitsluitend bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan, waarop
de Wet milieubeheer niet van toepassing is, alsmede die genoemd in categorie 1
en 2 van de van deze voorschriften deel uitmakende Staat van
Bedrijfsactiviteiten;
6.3. Garagebedrijven zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de
nadere aanduiding daartoe op de plankaart;
6.4. Voor de in deze
voorschriften bedoelde Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt verwezen naar de
van deze voorschriften deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten;
6.5. Detailhandel, mits
voortvloeiend uit de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten, is
uitsluitend toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit;
6.6. Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde onder 6.2.
voor bedrijven in een naast hogere categorie, dan wel voor bedrijven, die niet
genoemd worden in de van deze voorschriften deel uitmakende Staat van
Bedrijfsactiviteiten en naar hun aard gelijk te stellen zijn met de
inrichtingen als bedoeld in deze categorieën, zulks met uitzondering van
garagebedrijven;
6.7. Burgemeester en
wethouders kunnen, met inachtneming van de in artikel 17 van deze voorschriften
opgenomen procedure, overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening, de Staat van Bedrijfsactiviteiten wijzigen, gehoord de
Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Hygiëne van het Milieu, door het
opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf, indien ontwikkelingen op het gebied
van de milieuhygiëne, dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding
geven.
6.8. Alvorens tot
vaststelling van de wijziging als bedoeld in lid 6.7. over te gaan, horen
Burgemeester en wethouders de raadscommissie belast met de behartiging van
zaken betreffende de ruimtelijke ordening.
7.
Zonering horeca
7.1. De zonering van
Horecabedrijven houdt in, dat horecabedrijven uitsluitend zijn toegestaan in de
categorieën horeca –1 en -2 in de bestemming Gemengde doeleinden ter plaatse
van de nadere aanduiding daartoe;
7.2. Voor de in deze voorschriften bedoelde categorie-indeling
van horecabedrijven wordt verwezen naar artikel 1 lid 1 onder t van deze
voorschriften;
7.3. Verandering van een horecabedrijf naar een andere categorie
binnen de categorie-indeling is toegestaan.
V. Verkeer, parkeren, groen en water
1.
Voor zover op de
plankaart dwarsprofielen zijn aangegeven, mag de inrichting van de wegen niet afwijken
van de aangegeven inrichting; plaatselijke overschrijdingen ten behoeve van
kruispunten, parkeerplaatsen, bushaltes en in- en uitvoegstroken zijn
toegestaan.
2.
Binnen de
bestemmingen, waarin groenvoorzieningen zijn toegestaan en in de bestemming Groenvoorziening
mogen speelvoorzieningen worden gerealiseerd.
3.
Binnen de bestemming
Verblijfsdoeleinden dienen, waar mogelijk, groenvoorzieningen te worden
gerealiseerd. Binnen deze groenvoorzieningen zijn speelvoorzieningen
toegestaan.
4.
Binnen de bestemming
Verkeersdoeleinden dienen eveneens, waar mogelijk, groenvoorzieningen te worden
gerealiseerd.
5.
Parkeren is ook
ondergronds toegestaan.
6.
Parkeren dient, waar
daartoe de ruimtelijke mogelijkheden aanwezig zijn, te geschieden op eigen
terrein. In de bestemmingen Maatschappelijke doeleinden, Gemengde doeleinden,
Kantoren en Bedrijfsdoeleinden kunnen Burgemeester en wethouders dan ook nadere
eisen stellen aan de situering en het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein,
terwijl zij in de bestemming Woondoeleinden nadere eisen kunnen stellen aan het
handhaven van parkeergelegenheid op eigen terrein.
7.
Binnen alle openbare
bestemmingen die zijn gelegen buiten het gebied van het beschermd dorpsgezicht
zijn waterlopen en waterpartijen toegestaan.
VI. Onderkeldering
1.
De planvoorschriften
inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen zijn
in geval van ondergrondse bouw van overeenkomstige toepassing, met dien
verstande, dat onderkeldering van bebouwing en het daarbij behorende perceel
slechts door middel van een vrijstelling door Burgemeester en wethouders kan
worden toegestaan, tot maximaal de grondoppervlakte van de bebouwing die
bovengronds is toegestaan en ook reeds bestaat.
2. Onderkeldering mag niet leiden tot een toename van het
aantal woningen.
3.
Onderkeldering van
bebouwing binnen het gebied van het beschermd dorpsgezicht is niet toegestaan.
VII. Verwijzing naar relevant waterbeleid
Naast de voorschriften van dit plan zijn de bepalingen van de keur van het waterschap van toepassing.
Inhoudsopgave beschrijving in hoofdlijnen toelichting
1.
Deze voorschriften
laten, voor wat betreft de gronden welke op de plankaart zijn voorzien van de
aanduiding “rijksmonument” of “gemeentelijk monument” respectievelijk “grens
beschermd dorpsgezicht”, onverlet hetgeen met betrekking tot monumenten
respectievelijk beschermd dorpsgezicht in de zin van de Monumentenwet 1988 bij
of krachtens die wet respectievelijk de gemeentelijke Monumentenverordening is
bepaald.
Aanlegvergunning
2.
Het is verboden op of
in de gronden die zijn gelegen binnen het in bijlage 2 bij de toelichting
aangegeven gebied van het beschermd dorpsgezicht, alsmede binnen het op de
plankaart aangegeven gebied van hoge archeologisch waardevol gebied, zonder of
in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en wethouders
(aanlegvergunning) de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
a.
het aanleggen,
verbreden en verharden van wegen en paden en het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen;
b.
het afgraven, ophogen
en egaliseren van gronden;
c.
het planten, vellen
of rooien van houtgewas en bomen;
d.
het aanleggen van
ondergrondse en bovengrondse leidingen en de daarmee verband houdende
constructies, installaties en apparatuur;
e.
het verlagen of
verhogen van het waterpeil;
f.
het aanleggen,
verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
g.
alle overige
werkzaamheden, die de archeologische waarden in de grond kunnen aantasten en
die niet gerekend worden tot het normale gebruik van de grond.
3.
Een aanlegvergunning
als bedoeld in lid 2 mag alleen en moet worden geweigerd:
a
indien door de
uitvoering van de werken of werkzaamheden of door
de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen
blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het cultuurhistorisch waardevolle
karakter en daaraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende
tegemoet kan worden gekomen; danwel
b
indien is gebleken
dat de in lid 2 genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of
indirecte gevolgen daarvan zullen leiden tot een verstoring van archeologisch
materiaal.
4.
Geen aanlegvergunning
is vereist voor:
a.
werken of
werkzaamheden, behorend bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
b.
werken of
werkzaamheden die op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in
uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip
verleende vergunning;
c.
werken of
werkzaamheden die, gelet op de in de doeleindenomschrijving opgenomen
doeleinden, voor deze gronden van ondergeschikte betekenis moeten worden
beschouwd.
5.
De aanlegvergunning
wordt verleend, indien door de in lid 2 genoemde werken of werkzaamheden danwel
de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, de aanwezige
archeologische waarden niet of in geringe mate worden aangetast. Indien het om
zwaarwichtige redenen niet mogelijk is de archeologische waarden geheel of
gedeeltelijk te behouden, wordt de aanlegvergunning verleend onder de
voorwaarde dat voorafgaand aan de werkzaamheden adequaat archeologisch
onderzoek zal plaatsvinden.
6.
Alvorens de gevraagde
aanlegvergunning te verlenen vragen burgemeester en wethouders de provinciale
archeoloog om advies. Bij een negatief advies van de provinciale archeoloog
wordt de aanlegvergunning niet verleend, dan nadat van gedeputeerde staten een
verklaring van geen bezwaar is ontvangen.
Inhoudsopgave beschrijving in hoofdlijnen toelichting
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het
plan, indien het betreft:
a. het oprichten van bouwwerken, zoals transformatorhuisjes,
schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations,
telefooncellen, wachthuisjes voor verkeersdiensten, schuilgelegenheden en
schaftlokalen, mits de inhoud van elk van deze gebouwtjes niet meer zal
bedragen dan 50 m3 en de hoogte ervan niet meer zal bedragen dan
3,50 m;
b. het overschrijden van de bepalingen inzake goothoogte,
hoogte en oppervlakte van gebouwen met niet meer dan 10%;
c. het overschrijden van de bepalingen inzake de hoogte van
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%;
d. het overschrijden van de in de voorschriften genoemde
maximum hoogte ten behoeve van lift- en trappenhuizen, centrale verwarmings- en
ventilatie-installaties, antennes, lichtkappen, schoorstenen en torens van
gebouwen, mits de hoogte met niet meer dan 3 m wordt overschreden;
e. overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen, zoals aangegeven
op de plankaart, met ten hoogste 1,50 m door ondergeschikte bouwonderdelen, zoals
erkers, balkons, bordessen, luifels, galerijen, trappen, overhangende
verdiepingen, toegangen, lifthuizen en dergelijke;
f.
geringe afwijkingen
van de bepalingen opgenomen in deze voorschriften inzake de afmetingen van
woningen, alsmede de afmetingen van de bij de woningen toegestane bijgebouwen,
voorzover zulks in het belang van een goede huisvesting van minder valide
personen noodzakelijk is en geen vrijstelling van de desbetreffende bepalingen
van het plan kan worden verleend op basis van het bepaalde onder b van dit
artikel;
g. geringe afwijkingen van het beloop van een weg, groenstroken
of de begrenzing van bestemmingen, indien bij definitieve uitmeting en
verkaveling blijkt, dat deze geringe afwijkingen vanwege het belang van een
juiste verwerkelijking van het van het plan gewenst of noodzakelijk zijn en
mits de afwijkingen, ten opzichte van hetgeen op de plankaart is aangegeven
niet meer dan 5 m bedragen;
h. het plaatsen van masten ten behoeve van mobiele
telecommunicatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
1.
de hoogte van een
vrijstaande mast mag niet meer bedragen dan 50 m;
2.
de hoogte van een
mast op een gebouw mag niet meer bedragen dan 6 m;
3.
plaatsing van een
mast op een gebouw is uitsluitend mogelijk indien het betreffende gebouw 15 m
of hoger is;
4.
plaatsing op
woongebouwen en/of een gemeentelijk monument is slechts toegestaan, indien kan
worden aangetoond, dat plaatsing elders niet mogelijk is en geen gevaar voor de
volksgezondheid bestaat;
5.
plaatsing op een
rijksmonument is niet toegestaan.
Inhoudsopgave beschrijving in hoofdlijnen toelichting
Bij toepassing van de
in deze voorschriften genoemde vrijstellingsbevoegdheden en
wijzigingsbevoegdheden wordt afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht in
acht genomen.
Inhoudsopgave beschrijving in hoofdlijnen toelichting
1.
Het is verboden de
gronden en bouwwerken in strijd met de bestemming of in strijd met een gebruik
waarvoor ingevolge de bepalingen van dit plan vrijstelling is verleend te
(laten) gebruiken.
2.
Onder een strijdig
gebruik, als bedoeld in lid 1, wordt in ieder geval verstaan een gebruik van de
onbebouwde gronden als:
a.
opslagplaats voor
vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of
onderdelen daarvan, oude en nieuwe bouwmaterialen, afval, puin, grind en
brandstoffen;
b.
uitstallings- of
opslagplaats voor al dan niet voor gebruik geschikte voer- of vaartuigen of
onderdelen daarvan;
c.
uitstallings- of
opslagplaats, dan wel stand- of ligplaats voor onderkomens.
3.
Onder een strijdig
gebruik, als bedoeld in lid 1 wordt tevens verstaan:
a.
een gebruik van
woningen voor enige vorm van detailhandel;
b.
een gebruik van
bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep en/of voor bewoning;
c.
een gebruik van
gebouwen en/of bijgebouwen ten behoeve van seksinrichtingen.
4.
Onder strijdig
gebruik als bedoeld in lid 2 valt niet het opslaan van nieuwe bouwmaterialen en
puin en andere oude bouwmaterialen op gronden waarop of waarin onderhouds-,
herstel- of sloopwerkzaamheden worden uitgeoefend, mits deze zaken voor de uit
te voeren werkzaamheden nodig of van het bouwwerk dat hersteld of gesloopt
wordt afkomstig zijn.
5.
Burgemeester en
wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1, indien strikte
toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige
gebruik, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt.
Inhoudsopgave beschrijving in hoofdlijnen toelichting
Bouwen
1a. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van
tervisielegging van het ontwerp van dit plan bestond of in uitvoering was, dan
wel is of kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag
voor dat tijdstip is ingediend, en dat afwijkt van het in dit plan - behoudens
in dit artikellid - bepaalde ten aanzien van de toelaatbaarheid van bebouwing,
mag, mits de bestaande afwijkingen ook naar hun aard niet worden vergroot en
behoudens onteigening, gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits dit
geen algehele vernieuwing of verandering van het in de aanhef bedoelde bouwwerk
tot gevolg heeft.
1b. Uitsluitend indien het bouwwerk door een
calamiteit teniet is gedaan, mag geheel worden vernieuwd, met inachtneming van
de grenzen welke ten aanzien van het bouwen ter plaatse bij het plan -
behoudens dit artikellid - zijn bepaald tenzij herbouw hierdoor niet zou zijn
toegestaan, en mits de aanvraag tot bouwvergunning is ingediend binnen 18
maanden nadat het bouwwerk is teniet gegaan.
1c. Tot niet meer dan 115% van de oppervlakte
van het in de aanhef bedoelde bouwwerk mag worden uitgebreid, met inachtneming
van de grenzen welke ten aanzien van het bouwen ter plaatse bij het plan -
behoudens in dit artikellid - zijn bepaald.
Gebruik
2.
Het gebruik van
gronden, anders dan voor bebouwing, alsmede het gebruik van zich op die gronden
bevindende bouwwerken, dat in strijd is met het in dit plan - behoudens in dit
artikellid - bepaalde en dat bestaat op het tijdstip, waarop het plan voor
zover betrekking hebbend op de strijdigheid van dat gebruik van kracht wordt,
mag worden voortgezet en/of gewijzigd, mits door die wijziging de strijdigheid
met het plan niet wordt vergroot.
Inhoudsopgave beschrijving in hoofdlijnen toelichting
Overtreding van de
bepalingen vervat in artikel 5 lid 2, artikel 14 lid 3, artikel 18 lid 1 t/m 3
en artikel 19 lid 2, is een economische delict als bedoeld in artikel 1a
sub 2 van de Wet op de Economische Delicten.
Inhoudsopgave beschrijving in hoofdlijnen toelichting
Dit plan kan worden
aangehaald onder de titel:
bestemmingsplan
"Dorpsstraat e.o. 2005".
Aldus vastgesteld in
de openbare vergadering van de raad der gemeente
De Bilt op:
de
griffier de
voorzitter,
|
|
|
Bijlage
1 Stedenbouwkundige
bepalingen uit de bouwverordening |
De voorgevelrooilijn is:
a. langs een wegzijde
met een regelmatige of nagenoeg regelmatige
ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing: de
evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn, welke, zoveel mogelijk
aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing, een
zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting
van de weg geeft;
b. langs een wegzijde
waarlangs geen bebouwing als onder a bedoeld aanwezig is en waarlangs mag
worden gebouwd:
c. bij een wegbreedte
van ten minste 10 m, de lijn gelegen op 15 m uit de as van de weg;
d.
bij een wegbreedte
geringer dan 10 m, de lijn gelegen op 10 m uit de as van de weg.
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.5.7. is het verboden
een
bouwvergunningplichtig bouwwerk te bouwen met overschrijding
van de
voorgevelrooilijn.
Het verbod tot bouwen met overschrijding van de
voorgevelrooilijn is niet
van toepassing op:
a.
onderdelen van een
bouwvergunningplichtig bouwwerk die bij het afzonderlijk realiseren opgevat
zouden moeten worden als het aanbrengen van veranderingen van niet-ingrijpende
aard, als bedoeld in artikel 43, eerste lid, onder e, van de Woningwet;
b.
andere onderdelen van
een bouwvergunningplichtig bouwwerk, die bij het afzonderlijk realiseren niet
vallen onder de werking van artikel 43, eerste lid, onder e, van de Woningwet,
te weten:
1.
ondergrondse
uitsteeksels, zoals funderingsonderdelen, rioolleidingen en rioolputten;
2.
stoepen, stoeptreden
en toegangsbruggen, mits zij de grens van de weg met niet meer dan 0,30 m
overschrijden.
1.
Burgemeester en
wethouders kunnen – met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid –
vrijstelling verlenen van het verbod tot het bouwen met overschrijding van de
voorgevelrooilijn voor:
a.
ondergrondse
bouwwerken zoals kelders, kelderkoekoeken en kelderingangen, mits de bovenzijde
daarvan niet hoger gelegen is dan het straatpeil;
b.
bouwwerken, geen
gebouw zijnde, anders dan bedoeld in artikel 43, eerste lid, onder f, van de
Woningwet, die naar hun aard en bestemming op een voor de voorgevelrooilijn
gelegen erf toelaatbaar zijn;
c.
laadperrons, stoepen
en stoeptreden, die de grens van de weg overschrijden;
d.
erkers, serres en
andere uitbouwen, alsmede balkons en galerijen, die de voorgevelrooilijn niet
meer dan 1,50 m overschrijden;
e.
trappenhuizen,
buitentrappen en liftschachten, hijsinrichtingen en stortbuizen, alsmede andere
luifels, dakoverstekken, uitspringende schoorsteenwanden, reclametoestellen en
draagconstructies voor reclames dan bedoeld zijn in artikel 2.5.7;
f.
overbouwingen ten
dienste van de verbinding tussen twee bouwwerken;
g.
bouwwerken aan of bij
een monument – als bedoeld in de Monumentenwet 1988 dan wel in de provinciale
of gemeentelijke monumentenverordening – voor zover zulks niet bezwaarlijk is
met het oog op de in historisch-esthetisch opzicht gewenste aansluiting bij het
karakter van de bestaande omgeving.
2.
Voor het bouwen boven
een weg kan alleen vrijstelling worden verleend, indien niet lager gebouwd
wordt dan:
-
4,20 m boven de
hoogte van de rijweg, met inbegrip van een strook van 0,50 m breedte ter
weerszijden van die rijweg;
-
2,20 m boven de
hoogte van een ander deel van de weg; en dan nog voor zover de veiligheid van
de gebruikers van de weg niet in gevaar komt.
1.
Een naar de weg
gekeerd gevelvlak van een gebouw moet in de voorgevelrooilijn zijn geplaatst.
2.
Het bepaalde in het
eerste lid is niet van toepassing in:
a.
de gevallen genoemd
in artikel 2.5.7 en in die waarin de vrijstelling genoemd in de artikelen 2.5.8
en 2.5.9 is verleend;
b.
in de gevallen
genoemd in artikel 2.5.13 en in die waar vrijstelling genoemd in artikel 2.5.14
is verleend, voor zover het bouwwerk geheel achter de achtergevelrooilijn is
geplaatst;
c.
in de gevallen,
bedoeld in het derde lid.
3.
Indien van wegen die
elkaar kruisen of van een weg die een knik maakt van 90 graden of minder, de
tegenover elkaar liggende voorgevelrooilijnen zich in beide wegen of zich voor
en na de knik op onderlinge tussenafstanden van minder dan 3 m bevinden, moet
de bebouwing op de hoeken – over een hoogte op een dergelijke hoek van niet
meer dan 4,2 m boven straatpeil – worden afgerond of afgeschuind, met dien
verstande dat de daardoor onbebouwd blijvende oppervlakte niet groter dan 2 m2
behoeft te zijn.
4.
Burgemeester en
wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in het eerste lid
voor:
a.
gebouwen behorende
tot een complex van gebouwen;
b.
gebouwen op handels-
en industrieterreinen;
c.
vrijstaande enkele of
dubbele eengezinshuizen;
d.
bijgebouwen, anders
dan de in artikel 2, onder a, van het Besluit meldingplichtige bouwwerken
bedoelde gebouwen;
e.
gebouwen ten dienste
van bodemcultuur en veeteelt, pluimveeteelt daaronder begrepen, en de
daarbijbehorende woningen;
f.
gedeelten van naar de
weg gekeerde gevels;
g.
gevallen, waarin de
welstand bij het verlenen van de vrijstelling is gebaat.
1.
De
achtergevelrooilijn is evenwijdig aan de voorgevelrooilijn en bevindt zich:
a.
in een aan alle
zijden bebouwd of te bebouwen driehoekig, vierhoekig of regelmatig veelhoekig
bouwblok op een afstand van de voorgevelrooilijn gelijk aan de helft van de
straal van de ingeschreven cirkel binnen de voorgevelrooilijnen, doch op geen
grotere afstand van de voorgevelrooilijn dan 15 m. Indien meer dan een
ingeschreven cirkel binnen de voorgevelrooilijnen kan worden beschreven, geldt
de grootste;
b.
in een aan alle
zijden bebouwd of te bebouwen bouwblok van een andere dan onder a genoemde vorm
op zodanige afstand van de voorgevelrooilijn, bepaald op de wijze als onder a
bepaald, na herleiding van de vorm van het bouwblok tot een of meer der onder a
genoemde vorm van het bouwblok het meest nabijkomen, doch op geen grotere
afstand van de voorgevelrooilijn dan 15 m;
c.
in een slechts aan
drie zijde bebouwd of te bebouwen rechthoekig bouwblok, langs deze drie zijden
op een afstand van de voorgevelrooilijn gelijk aan ¼ van de afstand tussen de
voorgevelrooilijnen van de beide zich tegenover elkaar bevindende bebouwde of
te bebouwen zijden van het bouwblok, doch op geen grotere afstand van de
voorgevelrooilijn dan 15 m;
d.
in een slechts aan
twee tegenover elkaar gelegen zijden bebouwd of te bebouwen rechthoekig
bouwblok, langs deze twee zijden op een afstand van de voorgevelrooilijn gelijk
aan ¼ van de afstand tussen de voorgevelrooilijnen van de beide zich tegenover
elkaar bevindende bebouwde of te bebouwen zijden van het bouwblok, doch op geen
grotere afstand van de voorgevelrooilijn dan 15 m;
e.
in alle niet onder a
tot en met d genoemde gevallen op een afstand die wordt bepaald met
inachtneming van de beginselen, welke zijn neergelegd in a tot en met d van dit
lid, doch op geen grotere afstand van de voorgevelrooilijn dan 15 m.
2.
Indien in een
hoekbebouwing de elkaar snijdende achtergevelrooilijnen een scherpe hoek vormen
moeten de achterzijden van die bebouwing – in het belang van de toetreding van
daglicht – over een afstand van ten minste 5 m ter weerzijden van bedoeld
snijpunt ten minste 2 m terugliggen ten opzichte van beide
achtergevelrooilijnen.
3.
Burgemeester en
wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in het tweede lid,
voor zover de aard, de indeling en het gebruik van de gebouwen in de
hoekbebouwing dit toelaten.
|
|
|
Bijlage
2 Staat
van bedrijfsactiviteiten |
Categorie
1: activiteiten, welke door hun aard
toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woningen in een rustige woonwijk;
Categorie
2: activiteiten, welke door hun aard
slechts toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woningen in een rustige
woonwijk, indien geconcentreerd in een centrum;
Categorie
3A: activiteiten, welke door hun aard
toelaatbaar zijn aan de rand van rustige woonwijken ( 50 m);
Categorie
3B: activiteiten, welke door hun aard
toelaatbaar zijn aan de rand van rustige woonwijken ( 100 m);
Categorie
4A: activiteiten, welke door hun aard
gescheiden dienen te zijn van woonwijken (min. 200 m), bijvoorbeeld door middel
van groenstroken, plantsoenen of water;
Categorie
4B: activiteiten, welke door hun aard
gescheiden dienen te zijn van woonwijken (min. 300 m), bijvoorbeeld door middel
van groenstroken, plantsoenen of water;
Categorie
5: welke door hun aard behoorlijk ver
(min. 500 m) verwijderd moeten zijn van woonwijken;
Categorie
6: activiteiten, welke door hun aard
uitsluitend op grote afstand (min. 1500 m) van woongebieden gesitueerd kunnen
worden.
De gebruikte afkortingen zijn:
- cat. : categorie -
opp. : oppervlakte
- grth : groothandel -
p.c. : productiecapaciteit
- kW : kiloWatt -
p.o. : productie oppervlakte
- MW : MegaWatt -
SBI : standaardbedrijfsindeling
- n.e.g. : niet elders genoemd - v.c. : verwerkingscapaciteit
De volgende Categorieën zijn geselecteerd:
- 1,2,3A
De volgende SBI-codes zijn geselecteerd:
- 01 t/m 93
15 VERVAARDIGING VAN
VOEDINGSMIDDELEN EN
DRANKEN
1581 Broodfabrieken, brood- en
banketbakkerijen:
1581 - v.c. < 2500 kg
meel/week 2
1593 t/m 1595 Vervaardiging van wijn, cider e.d. 2
18 VERVAARDIGING VAN
KLEDING; BEREIDEN EN
VERVEN VAN BONT
182 Vervaardiging van kleding
en -toebehoren 2
(excl. van leer)
22 UITGEVERIJEN,
DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE
VAN OPGENOMEN MEDIA
221 Uitgeverijen (kantoren) 1
2222.6 Kleine drukkerijen en 2
kopieerinrichtingen
2223 Grafische afwerking 1
2223 Binderijen 2
2224 Grafische reproductie en
zetten 2
2225 Overige grafische
activiteiten 2
223 Reproductiebedrijven
opgenomen media 1
33 VERVAARDIGING VAN
MEDISCHE EN OPTISCHE
APPARATEN EN
INSTRUMENTEN
33 Fabrieken voor medische
en optische 2
apparaten en
instrumenten e.d.
36 VERVAARDIGING VAN
MEUBELS EN OVERIGE
GOEDEREN N.E.G.
362 Fabricage van munten,
sieraden e.d. 2
363 Muziekinstrumentenfabrieken 2
40 PRODUKTIE EN DISTRIBUTIE
VAN STROOM,
AARDGAS, STOOM EN
WARM WATER
40 Elektriciteitsdistributiebedrijven,
met
transformatorvermogen:
40 - < 10 MVA 2
40 - 10 - 100 MVA 3A
40 Gasdistributiebedrijven:
40 - gasdrukregel- en
meetruimten 2
(kasten en gebouwen), cat. B en C
40 Warmtevoorzieningsinstallaties,
gasgestookt:
40 - blokverwarming 2
45 BOUWNIJVERHEID
50 HANDEL/REPARATIE VAN
AUTO'S,
MOTORFIETSEN:
BENZINESERVICESTATIONS
501, 502, 504 Handel in auto's en motorfietsen, 2
reparatie- en
servicebedrijven
5020.4 Autobeklederijen 1
5020.5 Autowasserijen 2
503, 504 Handel in auto- en
motorfietsonderdelen 2
en -accessoires
51 GROOTHANDEL EN
HANDELSBEMIDDELING
511 Handelsbemiddeling
(kantoren) 1
52 DETAILHANDEL EN
REPARATIE T.B.V.
PARTICULIEREN
52 Detailhandel voor zover
n.e.g. 1
5211/2,5246/9 Supermarkten, warenhuizen, hypermarkten, 2
bouwmarkten,
tuincentra
5222, 5223 Detailhandel vlees, wild, gevogelte, 2
met roken, koken,
bakken of smelten
5224 Detailhandel brood en banket
met bakken 2
voor eigen winkel
5231, 5232 Apotheken en drogisterijen 1
5249 Detailhandel in vuurwerk 1
527 Reparatie t.b.v.
particulieren 1
(excl. auto's en
motorfietsen)
55 LOGIES-, MAALTIJDEN- EN
DRANKENVERSTREKKING
5511, 5512 Hotels en pensions met keuken 2
553 Restaurants, cafetaria's,
snackbars, 2
viskramen e.d.
554 Cafés, bars, discotheken 3A
5551 Kantines 2
5552 Cateringbedrijven 2
60 VERVOER OVER LAND
6022 Taxibedrijven,
taxistandplaatsen 2
61, 62 VERVOER OVER WATER/DOOR DE
LUCHT
61, 62 Vervoersbedrijven (uitsluitend
kantoren) 1
63 DIENSTVERLENING T.B.V.
HET VERVOER
6322, 6323 Overige dienstverlening t.b.v. vervoer 1
(kantoren)
633 Reisorganisaties 1
634 Expediteurs, cargadoors
(kantoren) 1
64 POST EN TELECOMMUNICATIE
641 Post- en koeriersdiensten 2
642 Telecommunicatiebedrijven 1
642 TV- en radiozendstations 2
(zie ook tabel 2:
zendinstallaties)
65, 66, 67 FINANCIELE INSTELLINGEN EN
VERZEKERINGSWEZEN
65, 66, 67 Banken, verzekeringsbedrijven,
beurzen 2
70 VERHUUR VAN EN HANDEL IN
ONROEREND GOED
70 Verhuur van en handel in
onroerend goed 1
71 VERHUUR VAN
TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES,
ANDERE ROERENDE
GOEDEREN
711 Personenautoverhuurbedrijven 2
714 Verhuurbedrijven voor
roerende goederen 2
n.e.g.
72 COMPUTERSERVICE- EN
INFORMATIETECHNOLOGIE
72 Computerservice- en 1
informatietechnologie-bureau's
e.d.
73 SPEUR- EN
ONTWIKKELINGSWERK
731 Natuurwetenschappelijk
speur- en 2
ontwikkelingswerk
732 Maatschappij- en
geesteswetenschappelijk 1
onderzoek
74 OVERIGE ZAKELIJKE
DIENSTVERLENING
74 Overige zakelijke
dienstverlening: 1
kantoren
7481.3 Foto- en filmontwikkelcentrales 2
7484.4 Veilingen voor huisraad, kunst
e.d. 1
75 OPENBAAR BESTUUR,
OVERHEIDSDIENSTEN,
SOCIALE VERZEKERINGEN
75 Openbaar bestuur
(kantoren e.d.) 2
7525 Brandweerkazernes 3A
80 ONDERWIJS
801, 802 Scholen voor basis- en algemeen 2
voortgezet onderwijs
803, 804 Scholen voor beroeps-, hoger en
overig 2
onderwijs
85 GEZONDHEIDS- EN
WELZIJNSZORG
8511 Ziekenhuizen 2
8512, 8513 Artsenpraktijken, klinieken en 1
dagverblijven
8514, 8515 Consultatiebureaus 1
853 Verpleeghuizen 2
91 DIVERSE ORGANISATIES
9111 Bedrijfs- en
werknemersorganisaties 2
(kantoren)
9131 Kerkgebouwen e.d. 2
9133.1 Buurt- en clubhuizen 3A
92 CULTUUR, SPORT EN
RECREATIE
921, 922 Studio's (film, TV, radio, geluid) 2
9213 Bioscopen 2
9232 Theaters, schouwburgen,
concertgebouwen, 2
evenementenhallen
9234 Muziek- en balletscholen 2
9234.1 Dansscholen 2
9251, 9252 Bibliotheken, musea, ateliers, e.d. 1
9261.2 Bowlingcentra 2
9262 Sportscholen,
gymnastiekzalen 2
9272.1 Amusementshallen 2
9301.1 Wasserijen en
strijkinrichtingen 3A
9301.1 Tapijtreinigingsbedrijven 3A
9301.2 Chemische wasserijen en
ververijen 2
9301.3 Wasverzendinrichtingen 2
9301.3 Wasserettes, wassalons 1
9302 Kappersbedrijven en 1
schoonheidsinstituten
9303 Begrafenisondernemingen:
9303 - uitvaartcentra 1
9303 - begraafplaatsen 1
9304 Badhuizen en sauna-baden 2
9305 Persoonlijke dienstverlening
n.e.g. 1
|
|
|
Bijlage
3 Functies
en bedrijfsactiviteiten oude
dorp |
Functies en
bedrijfsactiviteiten die qua aard en kleinschaligheid worden nagestreefd en die
bij uitstek passen in de cultuurhistorische context van het oude dorp zijn in
elk geval de onderstaande of daarmee naar hun aard gelijk te stellen functies
en bedrijfsactiviteiten:
Ambachtelijke
productiebedrijven
Antiekwinkels (met
werkplaats)
Antiquariaten
Boekbinderijen
Brood- en
banketbakkerijen
Chocolaterieën
Drukkerijen
(kleinschalig)
Expositieruimten
Foto-ateliers
Fotostudio’s
Galeries
Goud- en
zilversmederijen
Kunstenaarsateliers
en/of –werkplaatsen
Kunsthandels
Lijstenmakerijen
Musea
Muziek- en
balletscholen
Reparatiebedrijven
voor muziekinstrumenten
Schoen- en
lederwarenreparartiebedrijven
Theaterruimten
Uurwerkreparatiebedrijven
Wijnproeverijen
Royal
Haskoning
Divisie Ruimtelijke Ontwikkeling
Entrada 301
Postbus 94241
1090 GE AMSTERDAM
Telefoon
(020) 569 77 00
Telefax
(020) 569 77 82
e-mail
info@amsterdam.royalhaskoning.com
projectnummer
9M4979
opdrachtgever
Gemeente De Bilt
projectleider
Theo Hanou
Ontwerp
Bp Dorpsstraat
e.o. 2005
Toe V14
Vrs V13
Plankaart d.d. april 2005