Artikel 9      Kantoren

 

Inhoudsopgave        Beschrijving in hoofdlijnen       toelichting

 

Doeleindenomschrijving

1.      De op de plankaart voor Kantoren aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.      kantoren;

b.   wonen op de verdieping, uitsluitend ter plaatse van de nadere aanduiding daartoe op de plankaart;

b.      parkeervoorzieningen;

c.       groenvoorzieningen en verblijfsdoeleinden.

 

Bebouwingsvoorschriften

2.      Op of in de in lid 1 bedoelde gronden, mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:

a.      gronden mogen worden bebouwd tot ten hoogste het op de plankaart aangegeven bebouwingspercentage;

b.      de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven;

c.       de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande hoogte;

d.      de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:

1.      7 m voor palen en masten;

2.      3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

Nadere eisen

3.      Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering van en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein.

 

Afstemming

4.      Op deze bestemming is tevens het bepaalde in artikel 4 van deze voorschriften van toepassing.

 

Wijziging

5.      Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de in artikel 14 opgenomen procedureregels, overeenkomstig het bepaald in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de bestemming Kantoren wijzigen in de bestemming Woondoeleinden, als bedoeld in artikel 5 van deze voorschriften, indien de kantoorfunctie ter plaatse blijvend is beëindigd dan wel door leegstand ter plaatse van tenminste 1 jaar.

Ter aanvulling op het bepaalde in artikel 5 geldt bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dat:

a.      de goothoogte respectievelijk hoogte niet meer mogen bedragen dan de bestaande goothoogte respectievelijk hoogte;

b.      de diepte van een woning niet meer mag bedragen dan 15 m.

 

 

6.      Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de in artikel 14 opgenomen procedureregels, overeenkomstig het bepaald in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de bestemming Kantoren wijzigen, voor zover gelegen op het perceel Groen van Prinstererweg 17, in de bestemming Maatschappelijke doeleinden als bedoeld in artikel 7 van deze voorschriften, indien de kantoorfunctie ter plaatse blijvend is beëindigd dan wel door leegstand ter plaatse van tenminste 1 jaar te dien verstande dat het wonen op de verdieping gehandhaafd mag blijven.