Inhoudsopgave                       Toelichting      Voorschriften

 

 

Artikel 11.      Horecadoeleinden

 

Doeleindenomschrijving

1.      De op de plankaart voor Horecadoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.       horeca- en horeca–1 bedrijven;

b.      bestaande dienstwoning;

c.       groenvoorzieningen en verblijfsdoeleinden;

d.      parkeervoorzieningen;

e.      alsmede, voor zover de gronden op de plankaart mede zijn bestemd voor beschermd dorpsgezicht mede voor het behoud en het herstel van de daarbij behorende cultuurhistorische waarden.

 

Bebouwingsvoorschriften

2.      Op of in de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:

a.      hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een op de plankaart aangegeven bouwvlak;

b.      de goothoogte resp. hoogte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande goothoogte respectievelijk hoogte;

c.      op een afstand van ten minste 4 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van een hoofdgebouw mag maximaal 15% van een bouwperceel met bijgebouwen en aan- en uitbouwen worden bebouwd, een en ander:

1.      met een maximum van 24 m2 bij bouwpercelen kleiner dan 200 m2;

2.      met een maximum van 36 m2 bij bouwpercelen groter dan 200 m2 maar kleiner dan 300 m2 en;

3.      met een maximum van 50 m2 bij bouwpercelen groter dan 300 m2;

en met dien verstande, dat:

4.      bestaande aan- en uitbouwen en bijgebouwen, waarvan de situering niet voldoet aan hetgeen hier is bepaald, op die plaats mogen worden gehandhaafd en herbouwd;

5.      de afstand van een aan- en uitbouw tot een zijdelingse perceelsgrens ten minste 5 meter dient te zijn en de breedte van de aan- en uitbouwen niet meer dan 4 meter mag zijn;

d.      de goothoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 3 meter bij aan een hoofdgebouw aangebouwde bijgebouwen en aan- en uitbouwen en niet meer dan 2,5 meter bij vrijstaande bijgebouwen, terwijl de hoogte bij aangebouwde bijgebouwen en aan- en uitbouwen niet meer mag bedragen dan 5 meter en bij vrijstaande bijgebouwen niet meer dan 4 meter; van bestaande bijgebouwen waarvan de hoogte niet voldoet aan hetgeen hier is bepaald mag de hoogte worden gehandhaafd en herbouwd;

e.      dakterrassen op aangebouwde bijgebouwen en/of aan- en uitbouwen zijn niet toegestaan;

f.        de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:

1.      7 meter voor palen en masten;

2.      3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

Afstemming

3.      Op deze bestemming is tevens het bepaalde in artikelen 4, 5 en 6 van deze voorschriften van toepassing.