direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Bunnikseweg 13 te De Bilt
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0310.20006WP0020-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Voorliggend plan heeft betrekking op de woning op het perceel aan de Bunnikseweg 13 in De Bilt.

Op de Bunnikseweg 13 is in het geldende bestemmingsplan (samen met Bunnikseweg 11) een Bedrijfsbestemming opgenomen (met twee bedrijfswoningen). In het daarvoor geldende bestemmingsplan Landelijk Gebied 1985 hadden Bunnikseweg 11 en 13 de bestemming Woningen met Tuinen en Erven. Op de Bunnikseweg 13 is echter altijd regulier (zonder connectie met het bedrijf) gewoond en in het geldende bestemmingsplan onbedoeld onder het overgangsrecht gebracht. Met dit plan wordt dit hersteld.

In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. waarmee de bedrijfsbestemming, voor het perceel Bunnikseweg 13, kan worden omgezet naar een woonbestemming overeenkomstig de feitelijke situatie.

Dit wijzigingsplan bevat de juridisch planologische regeling die het gebruik van de bestaande woning voor burgerbewoning weer mogelijk maakt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0310.20006WP0020-VG01_0001.png"

Perceel Bunnikseweg 13

1.2 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 gaat in op de planbeschrijving en de geldende bestemmingsregeling(en). Hoofdstuk 3 bevat een beschrijving van het beleidskader dat voor het planinitiatief van toepassing is. De omgevingsaspecten waaraan het initiatief getoetst dient te worden, komen in hoofdstuk 4 aan bod. Hoofdstuk 5 van de toelichting bevat de onderbouwing van de juridische regeling. Tot slot beschrijft hoofdstuk 6 de uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

Geldend bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid'

Op de Bunnikseweg 13 is in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid' (samen met een Bunnikseweg 11) een Bedrijfsbestemming opgenomen (met twee bedrijfswoningen), zie onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0310.20006WP0020-VG01_0002.png"

Bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid' met globale ligging plangebied (rode cirkel)

Voorheen geldende bestemmingsplan Landelijk Gebied 1985

In het daarvoor geldende bestemmingsplan Landelijk Gebied 1985, zoals vastgesteld door de gemeenraad op 26 mei 1987, hadden Bunnikseweg 11 en 13 de bestemming Woningen met Tuinen en Erven (aanduiding Wd voor maximaal 2 woningen), zie onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0310.20006WP0020-VG01_0003.png"

Voorheen geldend bestemmingsplan met globale ligging plangebied (rode cirkel)

Uitgangspunt voor dit wijzigingsplan

Op de Bunnikseweg 13 is echter altijd regulier (zonder connectie met het bedrijf) en onafgebroken gewoond. Deze situatie is daarmee in het geldende bestemmingsplan onbedoeld onder het overgangsrecht gebracht.

In artikel 16 van het geldende bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden' te wijzigen in 'Woondoeleinden'. Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid worden in de afweging de volgende belangen in acht genomen:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • de verkeersveiligheid.

In elk geval dienen de volgende criteria in acht te worden genomen:

  • een functiewijziging mag niet leiden tot een ondoelmatige versnippering van de agrarische gronden;
  • de functiewijziging mag niet leiden tot een onevenredige toename van de verkeersintensiteiten op de bestaande wegenstructuur;
  • bij het wijzigen naar een woonfunctie dient de voorkeursgrenswaarde van 48 db(A) ten gevolge van wegverkeerslawaai in acht genomen te worden, dan wel mag de afstand van een bestaande woning tot de weg niet verkleind worden;
  • de functiewijziging mag niet leiden tot een aantasting van de landschappelijke, natuurwetenschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied;
  • de functiewijziging mag niet leiden tot een aantasting van het agrarische karakter van het gebied;
  • er dient op eigen terrein voldoende parkeerruimte te worden gerealiseerd, in relatie tot de te verwachten parkeerbehoefte;
  • binnen een afstand van 200 m uit de kant van de A29 en de A27 dient voldaan te zijn aan de regelgeving ten aanzien van externe veiligheid met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen;
  • er dient voldaan te zijn aan de regelgeving ten aanzien van luchtkwaliteit;
  • er dient een watertoets te zijn verricht.

Zoals hiervoor aangegeven is op de Bunnikseweg 13 altijd regulier (zonder connectie met het bedrijf) en onafgebroken gewoond en in het geldende bestemmingsplan onbedoeld onder het overgangsrecht gebracht. Met dit plan wordt dit hersteld. De hiervoor genoemde afwegingscriteria staan dit plan dan ook niet in de weg.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

In dit hoofdstuk zijn de beleidsuitgangspunten van het rijk, de provincie, de regio en het eigen gemeentelijk beleid opgenomen waarmee rekening moet worden gehouden bij de ontwikkeling van het wijzigingsplan Bunnikseweg 13 te De Bilt. Omdat de beleidsuitgangspunten uit het voorliggende bestemmingsplan nog steeds van kracht zijn en er slechts sprake is van het herstellen van de planologische situatie van de bestaande woning, wordt in dit hoofdstuk verwezen naar hoofdstuk 3 van het bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid'.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Bij de uitvoerbaarheidsaspecten gaat het in principe om de toetsing van de wijziging aan aspecten als bodem, archeologie, flora- en faunawetgeving, water, luchtkwaliteit, geluidshinder, hinder bedrijvigheid en externe veiligheid. Voor wat betreft deze aspecten geldt dat er geen aanvullende beperkingen zijn die de vaststelling/ontwikkeling van dit wijzigingsplan in de weg staan. Voor meer informatie over deze uitvoerbaarheidsaspecten wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van het bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid '.

Hoofdstuk 5 Wijze van bestemmen

5.1 Algemeen

Deze paragraaf bespreekt de juridische vormgeving van het wijzigingsplan. De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bevat de regeling voor de opzet en de inhoud van een ruimtelijk plan. In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is deze regeling verder uitgewerkt. Het wijzigingsplan bestaat uit:

  • een verbeelding van het plangebied, zowel analoog als digitaal, waarin alle bestemmingen van de gronden worden aangewezen;
  • de regels waarin de bestemmingen worden beschreven en waarbij per bestemming het doel wordt of de doeleinden worden genoemd.

Op grond van artikel 3.1.6 van het Bro is het verplicht om een wijzigingsplan te vergezellen met een toelichting. Deze toelichting geeft aan welke gedachte aan het plan ten grondslag ligt, wat de uitkomsten van verrichtte onderzoeken zijn, wat het resultaat is van de overleggen en tot slot doet het verslag van de georganiseerde inspraak bij het plan. Hiermee voldoet het wijzigingsplan aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wro en het Bro. Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. De SVBP maakt het mogelijk om wijzigingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2012 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe wijzigingsplannen volgens de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het wijzigingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit wijzigingsplan zijn opgesteld volgens deze standaarden.

5.2 Hoofdlijnen van de juridische regeling

De plansystematiek is gebaseerd op de systematiek van het bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid'. Zoals reeds in Hoofdstuk 1 (Inleiding) opgemerkt beoogt het plan met een eenvoudige regeling het huidige gebruik van het perceel als woonperceel op een correcte wijze te bestemmen. Onverhoeds is dat in het bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid' niet op een correcte wijze gebeurd en dat wordt door dit wijzigingsplan gecorrigeerd.

5.3 Plansystematiek

In de regels van dit wijzigingsplan is een van toepassingsverklaring opgenomen waarin is geregeld dat de regels uit het bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid' van toepassing blijven, tenzij in de onderhavige regels andere regels zijn opgenomen. Dit houdt concreet in dat de begripsbepalingen, de wijze van meten en de algemene regels uit het bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid' van toepassing blijven. De regels van het voorliggende wijzigingsplan bestaan uit de volgende bepalingen:

  • 1. twee begripsbepalingen waarin de naam van het plan en het digitale identificatienummer zijn vastgelegd;
  • 2. de van toepassing verklaring. Dit artikel bepaalt dat het bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid' -met één toevoeging- onverminderd van kracht blijft. De gronden krijgen als gevolg van de verbeelding horend bij voorliggend wijzigingsplan slechts een andere bestemming. Het aanpassen is mogelijk als gevolg van de wijzigingsbevoegdheid die is opgenomen in artikel 16, tweede lid, sub a, van het bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid'. De nieuwe bestemming is een woonbestemming. Het gaat dan om de woonbestemming die is opgenomen als artikel 6 van de voorschriften van het bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid'. Op basis van de daarin opgenomen regels, in combinatie met de verbeelding van dit wijzigingsplan, is slechts één woning toegestaan en deze moet in de op de verbeelding aangegeven gevellijn worden gebouwd.
    Verder wordt opgemerkt dat het bestemmingsplan 'Buitengebied Zuid' onder een oude systematiek is opgesteld. Omdat dit wijzigingsplan en de bijbehorende verbeelding echter onder de huidige regelingen van het SVBP 2012 zijn opgesteld, regelen de regels van dit wijzigingsplan dat met op de verbeelding genoemde bestemming 'Wonen' artikel 6 ('Woondoeleinden') van het bestemmingsplan 'Buitengebied Zuid' bedoeld wordt. Hetzelfde geldt voor de aanduiding 'gevellijn' en de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'.
    Tot slot geldt dat aan deze woonbestemming is toegevoegd dat het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning kan verlenen voor het mogelijk maken van een bed and breakfast. Wel gelden in dat geval een aantal voorwaarden;
  • 3. de in ieder plan verplichte anti-dubbeltelregel, het overgangsrecht en de slotregel.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid

In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat voor bestemmingsplannen waarin een bouwplan is opgenomen, de gemeenteraad in beginsel gelijktijdig met de vaststelling van het bestemmingsplan een exploitatieplan vaststelt. Hiermee kunnen de kosten van de grondexploitatie worden verhaald. De verplichting een exploitatieplan op te stellen vervalt als de kosten anderszins verhaald kunnen worden.

In het wijzigingsplan wordt niet een nieuw bouwplan mogelijk gemaakt. Het opstellen van een exploitatieplan is niet nodig.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het wijzigingsplan doorloopt de in de Wet ruimtelijke ordening omschreven procedure.

In het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het wijzigingsplan eerst voorgelegd aan de betrokken overleginstanties. De reacties gaven geen aanleiding om het plan te wijzigen.

Vervolgens is het ontwerpwijzigingsplan 6 weken ter inzage gelegd. Er zijn geen zienswijzen ingediend.