Artikel 1 Begrippen
1.1: plan
het bestemmingsplan 'Buitenplaats Persijn' met identificatienummer NL.IMRO.0310.17011BP0002-ON01 van de gemeente De Bilt;
1.2: bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij behorende bijlagen;
1.3: aan-huis-verbonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie
in overeenstemming is;
1.4: aanbouw
een aan een hoofdgebouw aanwezig bouwwerk dat al dan niet rechtstreeks vanuit dat hoofdgebouw
toegankelijk is;
1.5: aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels
worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.6: aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.7: atelier
gebouw voor goederen en werkzaamheden die verband houden met het ambacht;
1.8: bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.9: bebouwingskarakteristiek
de bouwhoogte van de gebouwen, de situering daarvan ten opzichte van de openbare weg, de mate van
aaneenbouwen en/of de onderlinge afstanden tussen de gebouwen en de bouwmassa van de gebouwen ten
opzichte van het bouwperceel;
1.10: bedrijfsvloeroppervlakte
de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de
verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.11: bedrijf
het bedrijfsmatig vervaardigen of repareren van goederen, dan wel het verrichten van ambachtelijke
diensten;
1.12: bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het
huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van
het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht;
1.13: beschermingszone
aan een waterstaatswerk grenzende zone, die als zodanig in de legger is opgenomen, waarin ter
bescherming van dat waterstaatswerk voorschriften krachtens deze keur van toepassing zijn;
1.14: bestaand bouwwerk
een bouwwerk, dat ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan bestaat, dat/die of in uitvoering is of dat na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend of krachtens een omgevingsvergunning die na dit tijdstip, hoewel in strijd met dit plan, niet mag worden geweigerd;
1.15: bestaande aantal woningen
het aantal woningen, zoals dat op het moment van de inwerkingtreding van dit plan bestaat, of in uitvoering is of na dat tijdstip mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend of krachtens een omgevingsvergunning die na dit tijdstip, hoewel in strijd met dit plan, niet mag worden geweigerd;
1.16: bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.17: bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.18: bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend
hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
1.19: bijgebouw
- aangebouwd bijgebouw: een op hetzelfde bouwperceel aan de woning/gebouw vaststaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht hieraan ondergeschikt is, waarbij de functionele ongeschiktheid niet geldt voor huisvesting in verband met mantelzorg;
- vrijstaand bijgebouw: een op hetzelfde bouwperceel los van de woning/gebouw staand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht hieraan ondergeschikt is, waarbij de functionele ongeschiktheid niet geldt voor huisvesting in verband met mantelzorg.
1.20: bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een
bouwwerk;
1.21: bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.22: bouwlaag
een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen
is begrensd, zulks met uitsluiting van een kelder voor zover gelegen onder gebouwen, dakopbouw en/of
zolder, die gelet op de bouwtechnische eisen in het Bouwbesluit onbruikbaar zijn voor de woonfunctie;
1.23: bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.24: bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.25: bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.26: dakterras
een plat dak dat door wijze van afwerking geschikt is gemaakt om te worden gebruikt als terras; een balkon
(uitstekend of op een erker) wordt niet als een dakterras gezien;
1.27: detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de
uitoefening van een beroeps- of een bedrijfsactiviteit;
1.28: dienstwoning
woning slechts bestemd voor (het gezin van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op het feitelijk gebruik en het terrein, noodzakelijk is;
1.29: dienstverlenend beroep
Een beroep als bedoeld in artikel 1.39 dienstverlening;
1.30: dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord
wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes,
makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen;
1.31: erf
Al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij het hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden. In dit bestemmingsplan betreft het erf alleen het gebied dat is opgenomen binnen het bouwvlak met de aanduiding 'kort verblijf'.
1.32: erftoegangsweg
een weg bedoeld voor het toegankelijk maken van erven; deze wegcategorie is in beginsel toegankelijk voor
elke vervoerswijze;
1.33: gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten
ruimte vormt;
- hoofdgebouw: gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
- vrijstaand hoofdgebouw: een hoofdgebouw zonder gemeenschappelijke wand(en) met een ander hoofdgebouw.
1.34: hoofdmassa
het totale bouwvolume van de oorspronkelijke woning;
1.35: horeca
- het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
- ondersteunende horeca is een horeca-activiteit die de hoofdactiviteit ondersteunt maar hier aan ondergeschikt is. Het is nimmer de hoofdactiviteit van een ondernemer.
1.36: houthakkershut
gebouw voor goederen, werkzaamheden en materieel die verband houden met het verwerven en opslag van hout;
1.37: houtteelt
de agrarische teelt van snelgroeiend opgaand hout gedurende een periode van ten hoogste 25 jaar;
1.38: kantoor
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten zoals administratieve, financiële, architectonische,
juridische diensten, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt
gestaan en geholpen;
1.39: kapschuur
gebouw bestemd voor de stalling en onderhoud van voertuigen en de opslag van materieel ten behoeve van beheerswerkzaamheden;
1.40: kassen
transparant gedekte bouwwerken geschikt voor het telen en kweken van tuinbouw- en fruitteeltgewassen;
1.41: landbouwhuisdieren
een dier dat in de landbouw met economisch oogmerk gebruikt wordt, doorgaans voor voedselproductie. Tot deze dieren behoren onder andere koeien, schapen, geiten, varkens, eenden, kippen en ganzen. Dieren die hobbymatig gehouden worden en/of dieren die uitsluitend ten dienst staan van het beheer waarbij de productie niet centraal staat behoren niet tot deze categorie dieren.
1.42: legger
als bedoeld in artikel 5.1 van de Wet of in artikel 78 tweede lid van de Waterschapswet;
1.43: maatschappelijke voorzieningen
activiteiten gericht op sociale, maatschappelijke, medische, educatieve en openbare dienstverlening;
1.44: monument
zaken als bedoeld in artikel 1 sub b van de Monumentenwet 1988, als zodanig geplaatst in het register van
beschermde monumenten evenals zaken die zijn geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst;
1.45: Natuurnetwerk Nederland (NNN)
het in de provinciale ruimtelijke structuurvisie aangeduide gebied dat een robuust, samenhangend netwerk van natuurgebieden en verbindingen daartussen vormt;
1.46: netto vloeroppervlakte
de oppervlakte van de voor bewoning bestemde vertrekken, waaronder mede wordt verstaan
verblijfsruimten; niet meegerekend worden verkeersruimten, toiletten, douche- en badruimten, alsmede
ingebouwde bergingen;
1.47: oorspronkelijke achtergevel
de achtergevel ten tijde van de oplevering van het gebouw/de woning dan wel - indien het gebouw/de
woning nog gerealiseerd dient te worden - de achtergevel van het gebouw/de woning, zoals deze met de
omgevingsvergunning wordt beoogd;
1.48: oorspronkelijke woning
de woning ten tijde van de oplevering van de woning dan wel - indien de woning nog gerealiseerd dient te
worden - de woning, zoals deze met de omgevingsvergunning wordt beoogd;
1.49: oorspronkelijke zijgevel
de zijgevel ten tijde van de oplevering van het gebouw/de woning dan wel - indien het gebouw/de woning
nog gerealiseerd dient te worden - de zijgevel van het gebouw/de woning, zoals deze met de
omgevingsvergunning wordt beoogd;
1.50: overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is
verbonden;
1.51: overkapping
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is
omgeven;
1.52: pand
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en
duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
1.53: peil
- de hoogte van het afgewerkte maaiveld + 15 cm;
- indien de kruin van de weg lager ligt dan de onder a genoemde hoogte, geldt de kruin van de weg als peil;
1.54: praktijkruimte
een gebouw met voorzieningen bedoeld voor dienstverlenend beroep. Een beroep als bedoeld in artikel 1.39 dienstverlening;
1.55: prieel
een gedeeltelijk open of met glas afgesloten tuinhuis;
1.56: seksinrichting
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig
was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Hieronder wordt in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater,
erotische massagesalon of parenclub al dan niet in combinatie met elkaar;
1.57: kort verblijf/short-stay
een gebouw of deel van een gebouw dat dient als recreatie- en/of tijdelijk woonverblijf, waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben en derhalve bedoeld is voor niet-permanente bewoning. Gebruikers mogen in eenzelfde verblijf dan ook niet langer dan zes maanden aanééngesloten verblijven
;
1.58: stal
een gebouw of ruimte bestemd voor de huisvesting van dieren of vee;
1.59: voorgevel
de naar de wegzijde gekeerde gevel; in geval er meerdere gevels zijn aan te merken als voorgevel, is de
gevel die meetelt in de huisnummering de voorgevel;
1.60: voorgevelrooilijn
- langs een wegzijde met een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing: de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn, welke, zoveel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing, een zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting van de weg geeft;
langs een wegzijde waarlangs geen bebouwing als onder 1 bedoeld aanwezig is en waarlangs mag worden gebouwd:
- bij een wegbreedte van ten minste 10 meter, de lijn gelegen op 15 meter uit de as van de weg;
- bij een wegbreedte geringer dan 10 meter, de lijn gelegen op 10 meter uit de as van de weg;
1.61: waterkering
kunstmatige hoogte, (gedeelten van) natuurlijke hoogten of hoge gronden, inclusief eventuele bermen,
onderhoudsstroken en ondersteunende werken die een waterkerende of mede een waterkerende functie
hebben;
1.62: woning of wooneenheid
een ruimte of complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding; een
woonwagen wordt gezien als woning / wooneenheid;
1.63: zonneweide
Gronden bedoeld voor de opwekking van duurzame energie door zonnepanelen.