direct naar inhoud van 4.8 Ecologie
Plan: Groenekanseweg 119 De Bilt
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0310.0016BP11008-OH01

4.8 Ecologie

De bescherming van belangrijke gebieden voor vogels en andere diersoorten is gebaseerd op de Europese Habitatrichtlijn en de Europese Vogelrichtlijn. De Habitatrichtlijn richt zich op de bescherming van natuurlijke habitats en leefgebieden van aangewezen planten- en dierensoorten. De Vogelrichtlijn richt zich op de bescherming van leefgebied van beschermde vogelsoorten.

De protectie van de gebieden die op grond van beide richtlijnen in Nederland zijn aangewezen, is geregeld in de Natuurbeschermingswet. In, maar ook in de nabijheid van een beschermd gebied, gelden strengere regels dan in andere gebieden.

Voor waar het soorten planten en dieren betreft, is de bescherming verankerd in de Flora- en Faunawet. Het doel van deze wet is de instandhouding van de planten- en dierensoorten die in het wild in Nederland voorkomen. Een tweede doel van de wet is dat álle in het wild levende dieren en planten in principe met rust worden gelaten, dus niet alleen zeldzame soorten. Voor ontwikkelingen die een negatief effect hebben op planten en dieren dient een ontheffing te worden aangevraagd.

Overigens geldt voor alle planten en dieren (dus ook voor soorten, die niet zijn opgenomen in de Flora- en Faunawet) de algemene zorgplicht. Deze houdt in dat iedereen 'voldoende zorg' in acht moet nemen voor alle in het wild levende planten en dieren en hun leefomgeving (LNV, 1998). Veelal komt de zorgplicht erop neer dat tijdens werkzaamheden negatieve effecten op planten en dieren zoveel mogelijk dienen te worden voorkomen en dat bij de inrichting aandacht moet worden besteed aan de realisatie van geschikt habitat voor plant en dier.

De zorgplicht geldt altijd en voor alle planten en dieren, of ze beschermd zijn of niet, en in het geval dat ze beschermd zijn ook als er ontheffing of vrijstelling is verleend. De zorgplicht betekent niet dat er geen effecten mogen optreden, maar wel dat dit, indien noodzakelijk, op zodanige wijze gebeurt dat de verstoring en eventueel lijden zo beperkt mogelijk is.

Planspecifiek

Het plangebied en de directe omgeving daarvan zijn niet aangewezen als beschermd gebied als bedoeld in de Habitat- en Vogelrichtlijn. Soortbescherming ingevolge de Flora- en Faunawet is wel van toepassing op het plangebied. Gelet op het huidige gebruik als tuin en het ontbreken van vervallen / te slopen gebouwen is het niet aannemelijk dat er bijzondere waarden in het plangebied aanwezig zijn. De zorgplicht vanuit de Flora- en Faunawet geldt wel. Geconcludeerd kan worden dat het aspect ecologie geen belemmering is voor uitvoer van dit bestemmingsplan.