Plan: | Groenekanseweg 119 De Bilt |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0310.0016BP11008-OH01 |
Het aspect water is van groot belang binnen de ruimtelijke ordening. Door verstandig om te gaan met het water kan verdroging en wateroverlast (waaronder ook risico van overstromingen e.d.) voorkomen worden en de kwaliteit van het water hoog gehouden worden.
Op Rijksniveau en Europees niveau zijn de laatste jaren veel plannen en wetten gemaakt met betrekking tot water. De belangrijkste hiervan zijn het Waterbeleid voor de 21e eeuw, de Waterwet en het Nationaal Waterplan.
De 'watertoets' is een instrument dat waterhuishoudkundige belangen expliciet en op evenwichtige wijze laat meewegen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. Het is geen technische toets maar een proces dat de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan en de waterbeheerder met elkaar in gesprek brengt in een zo vroeg mogelijk stadium. In de waterparagraaf worden de watertoets en de uitkomsten van een eventueel overleg opgenomen.
Planspecifiek
Het plangebied betreft bestaand stedelijk gebied en de bodem in het gebied bestaat voornamelijk uit zand. In het gebied bevinden zich geen oppervlaktewateren en waterlopen. Ook is er geen water met een recreatieve gebruikswaarde, cultuurhistorische en landschappelijke waarde of ecologische waarde aanwezig. Wateronttrekkingen en retentiegebieden zijn in dit gebied niet aan de orde. In het gehele plan is het rioolstelsel een gemengd stelsel en zijn er in het plangebied geen overstorten aanwezig.
Het plangebied maakt in de Grondwatervisie Utrechtse Heuvelrug deel uit van zone C. Dit is een gebied waar de bedreigingen voor het grondwater groot zijn. Het risico dat verontreinigingen het grondwater in spoelen is zeer hoog. Dit heeft met name te maken met de hoge grondwaterstand. Het meest ideale grondgebruik voor dit gebied is natuur. Het beleid is gericht op het tegengaan van nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Met andere woorden: zowel de dichtheid als de intensiteit van het gebruik zijn bij voorkeur laag. Voorts moeten inrichtings- en beheersmaatregelen worden genomen die emissies van zware metalen, nitraat, bestrijdingsmiddelen en PAKs zoveel mogelijk voorkomen.
Dit plan regelt de mogelijkheid om een nieuwe woning te bouwen. Het verhard oppervlak neemt daardoor toe. Omdat het plan een goede verhouding kent tussen bebouwd en onbebouwd oppervlak en de bodem uit zand bestaat zijn er goede mogelijkheden voor infiltratie. Water is derhalve geen probleem als het gaat om de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan.