direct naar inhoud van 5.8 Archeologie
Plan: Bilthoven Noord 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0310.0007BP11007-VG01

5.8 Archeologie

Wettelijk kader

Wet op de Archeologische Monumentenzorg

Sinds 1 september 2007 kent Nederland de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMz). Vanaf de inwerkingtreding van deze (wijzigings)wet zijn gemeenten verplicht rekening te houden met archeologische waarden in het ruimtelijk ordeningsbeleid. Omdat het gemeentelijke archeologiebeleid in de gemeente De Bilt nog in ontwikkeling is, wordt bij beslissingen aangaande archeologie voorlopig de landelijke Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) en de Archeologische Monumentenkaart (AMK) gehanteerd.

Op de AMK zijn de terreinen met een archeologische waarde vermeld. De IKAW geeft zones aan met daarop de kans (hoog, middelhoog of laag) op het aantreffen van archeologische resten. De gemeente De Bilt heeft in de erfgoedverordening aan zowel de AMK-terreinen en de verwachtingszones van de IKAW ondergrenzen gekoppeld. Indien in een te ontwikkelen gebied over grotere oppervlakte en/of en dieper wordt gegraven dan de gestelde ondergrens dient archeologisch onderzoek conform de Archeologische MonumentenZorg-Cyclus (AMZ-cyclus) te worden uitgevoerd.

Op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan is de gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart in voorbereiding. Wanneer de gemeentelijk beleidsadvieskaart is vastgesteld is deze geldend voor dit bestemmingsplan.

Archeologische situatie plangebied

In Bilthoven Noord is geen sprake van archeologische monumenten. De kern van Bilthoven is niet gekarteerd, dit betekent dat vanwege de bebouwing, de ondergrond niet in kaart is gebracht. Een archeologische verwachting is hier niet aan gegeven. Echter kan op basis van uitgevoerde archeologische onderzoeken en op basis van de geo(morfo)logie van de aangrenzende gebieden aannemelijk worden gemaakt dat een deel van de ongekarteerde kern gelegen is op een dekzandrug of de overgang van de dekzandrug naar de lagere zandgronden. Dekzandruggen zijn voornamelijk in de prehistorie geliefde bewoningsplekken. Op de dekzandruggen bestaat een hoge (ten westen van De Kwinkelier) tot middelhoge (ten westen van de dorpskern) kans op het aantreffen van archeologische resten. Omdat de dekzandrug ook in de niet-gekarteerde gebieden aanwezig kan wel degelijke een archeologische verwachting (middelhoog) aan worden toegekend. Ook zijn archeologische resten uit overige periodes niet uit te sluiten.

Het oosten van Bilthoven is volgens de IKAW gelegen in een gebied met een lage archeologische trefkans. Hier is de kans gering dat archeologische resten worden aangetroffen. Ondanks dat de geringe trefkans kunnen hier vondsten (toevalsvondsten) worden gedaan. De vinder van dergelijke vondsten is verplicht deze te melden bij het bevoegd gezag (art. 53 MW)'

  • Voor de gebieden met een hoge verwachtingswaarde geldt een onderzoeksplicht, conform de AMZ-cyclus bij verstoringen van in totaal groter dan 100 m2 en dieper dan 0,3 m.
  • Voor de gebieden met een middelhoge archeologische verwachting geldt een onderzoeksplicht, conform de AMZ-cyclus bij verstoringen van in totaal groter dan 2500 m2 en dieper dan 0,5 m.
  • Voor de gebieden met een lage archeologische verwachting geldt een onderzoeksplicht, conform de AMZ-cyclus bij verstoringen van in totaal groter dan 2500 m2 en dieper dan 0,5 m.'

Omdat het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt zijn er met betrekking tot archeologie geen beperkingen voor de planologische procedure. Wel is een dubbelbestemming opgenomen voor de gronden met een archeologische verwachting (inclusief de niet gekarteerde gronden), zodat bij eventuele werkzaamheden de archeologische waarden zijn beschermd.

Indien bij gebieden zonder dubbelbestemming Waarde-Archeologie toch archeologische resten worden aangetroffen is de vinder verplicht deze te melden bij het bevoegd gezag (art. 53 Monumentenwet 1988).