direct naar inhoud van 5.6 Water
Plan: Bilthoven Noord 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0310.0007BP11007-VG01

5.6 Water

Wettelijk kader / inleiding

In Nederland heeft water een eigen plaats gekregen in de ruimtelijke besluitvorming via de watertoets. De watertoets houdt in dat bij het maken van ruimtelijke plannen al in een vroeg stadium bekeken moet worden wat de gevolgen zijn voor water en de ruimtelijke ordening. De watertoets is een proces waarbij overleg wordt gevoerd met de waterbeheerder. De waterbeheerder stelt in dit proces de kaders vast en geeft een wateradvies voor verschillende waterhuishoudkundige aspecten. De watertoets resulteert uiteindelijk in een waterparagraaf, die in de toelichting van het ruimtelijke plan wordt opgenomen.

Beleid

Nationaal Waterplan

In december 2009 heeft het kabinet het Nationaal Waterplan vastgesteld. Dit plan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2009 - 2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water. Ook worden de maatregelen genoemd die hiervoor worden genomen. Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van de Waterwet die met ingang van 22 december 2009 van kracht is. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie.

In het Nationaal Waterplan is een eerste uitwerking gegeven aan het Deltaprogramma dat wordt opgesteld naar aanleiding van het advies van de Deltacommissie in 2008. Dit programma is gericht op duurzame veiligheid en zoetwatervoorziening. Naast alle plannen om Nederland in de toekomst veilig en leefbaar te houden, is de uitvoering van maatregelen nu al in volle gang. Bijvoorbeeld de projecten Ruimte voor de Rivier en de Maaswerken zijn in uitvoering en moeten in 2015 gereed zijn. Ook worden langs de kust de zogenoemde zwakke schakels aangepakt en vindt versterking plaats door zandsuppleties.

Adviescommissie Waterbeheer 21 eeuw

Om problemen in waterkwaliteit en waterkwantiteit te bestrijden is de Adviescommissie Waterbeheer 21e eeuw met de trits vasthouden, bergen en afvoeren gekomen. Met het vasthouden van water wordt geanticipeerd op de klimaatverandering, stijging van de zeespiegel, daling van de bodem en verstedelijking.

Nationaal Bestuursakkoord Water

In verschillende beleidsregels is vastgelegd dat het watersysteem zowel op kwantitatief gebied als kwalitatief gebied voor 2015 op orde moet zijn. In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is de afspraak gemaakt om de lokale en regionale watersystemen op orde te brengen, waarvoor het watersysteem wordt getoetst aan de geldende inundatienormen. Vanuit de NBW is ook een trits met betrekking tot de waterkwaliteit geformuleerd: schoonhouden, scheiden en schoonmaken. Water dient allereerst schoongehouden te worden, waar nodig kan dit door het scheiden van waterstromen. Als dit beide niet kan, dient water te worden gezuiverd.

Kaderrichtlijn Water

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) bevat doelstellingen met betrekking tot het waterkwalitatieve deel van het watersysteem. De doelstellingen van richten zich vooral op de waterkwaliteit en de ecologische toestand van watersystemen en gelden voor alle waterlichamen in Europa. Voor de waterlichamen is bepaald wat het type is en daar horen maatlatten bij voor de chemische en ecologische te bereiken toestand. De termijn waarop die doelstelling moet worden gehaald kan verschillen, echter voor de beschermde gebieden geldt 2015. Op basis van het verschil tussen de huidige situatie en deze te bereiken toestand, zijn maatregelenprogramma's opgesteld. Voor de uitvoering hiervan geldt een resultaatverplichting aan het einde van de planperiode.

Waterbeheerplan 2010-2015 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft op 28 oktober 2009 het Waterbeheerplan 'Water Voorop!' voor de periode 2010-2015 vastgesteld. Hierin staat in grote lijnen het waterbeheer voor de komende zes jaar beschreven. Het plan bevat alle taakvelden van het waterschap: de zorg voor schoon water, veilige dijken en droge voeten. Ook staat beschreven hoe deze taak het beste binnen de leef- en werkomgeving in het beheergebied van De Stichtse Rijnlanden kan worden uitgevoerd. Verder wordt een overzicht gegeven van de ambities en doelen voor 2010 tot en met 2015 en hoe die bereikt kunnen worden.

Het Waterbeheerplan 2010-2015 bestaat uit drie delen:

  • Strategie
    In dit deel staat beschreven hoe wordt ingespeeld om de klimaatverandering en verstedelijking. Dit deel vormt de basis voor de uitvoeringsstrategie.
  • Beleids- en uitvoeringsplan
    In het beleids- en uitvoeringsplan zijn de ambities uit het strategisch deel vertaald naar de beleidsthema's en zeven vernieuwende projecten. Per thema en vernieuwend project zijn de belangrijkste doelen en maatregelen opgenomen die het waterschap in de planperiode neemt. Beleidsthema's zijn: veiligheid, voldoende water, schoon water en recreatie, landschap en cultuurhistorie. De vernieuwende projecten hebben als doel het toekomstige waterbeheer een impuls te geven. Hierbij gaat het om urgente vraagstukken, complexe samenwerking met andere maatschappelijke partijen en een groot waterschapsbelang met een grote impact op de lokale bevolking en het bedrijfsleven.
  • Achtergronddocument: de Europese Kaderrichtlijn Water
    Het waterbeheerplan bevat een achtergronddocument over de Europese Kaderrichtlijn Water. Hierin staan de verplichte uitwerkingen van deze kaderrichtlijn en staan afspraken tussen verschillende overheden die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water.

Structuurvisie Utrecht 2005-2015 / Grondwatervisie Utrechtse Heuvelrug 2003

Het bestemmingsplangebied maakt onderdeel uit van de Heuvelrug. Op de hele Heuvelrug mogen, vanwege het grote belang van schoon water voor drinkwater en natuur, in beginsel geen ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden die een bedreiging vormen voor de grondwaterkwaliteit. In de nota Grondwatervisie Utrechtse Heuvelrug heeft de provincie aangegeven welke functies op welke locaties uit het oogpunt van grondwater het minst bezwaarlijk zijn. Als op basis van een integrale afweging toch voor een functie wordt gekozen die risico's met zich meebrengt voor de grondwaterkwaliteit, moeten maatregelen worden genomen om emissie naar grondwater te voorkomen.

Het gehele plangebied valt in zone B van de Grondwatervisie Utrechtse Heuvelrug. In deze visie wordt de Heuvelrug opgedeeld in drie zones A, B en C met van A naar C een oplopende mate van kwetsbaarheid. Voor zone B is het advies: ‘nee, tenzij’. Grondgebruikscategorieën, anders dan natuur, zijn ongewenst tenzij immissies in het grondwater goed kunnen worden voorkomen. Andere grondgebruikcategorieën zijn in zone B wel mogelijk, mits deze extensief ingevuld zijn en gepaard gaan met preventieve maatregelen, gericht op beperking van emissies van zware metalen, nitraat en bestrijdingsmiddelen.

Provinciale milieuverordening

In de Provinciale milieuverordening zijn onder andere waterwingebieden, grondwaterbeschermingsgebieden en 100-jaaraandachtszones opgenomen. Ten westen van het plangebied liggen het waterwingebied, het grondwaterbeschermingsgebied en het 100-jaars aandachtsgebied van waterwinning Groenekan. Deze gebieden vallen buiten het plangebied.

Een gedeelte van het plangebied ligt binnen het grondwaterbeschermingsgebied Bilthoven. Voor dit gebied worden in de verordening nadere regels gesteld, zoals een verbod op nieuwe benzinestations, vuilstortplaatsen diepe boringen en risicovolle bedrijven. Ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater, met het oog op waterwinning, gelden daarnaast in dit gebied extra regels (specifiek beschermingsniveau). In de verordening zijn onder andere instructies opgenomen voor extra voorschriften in vergunningen voor inrichtingen in het grondwaterbeschermingsgebied. Een groot gedeelte van het westelijk deel van het plangebied valt binnen de 100-jaaraandachtszone. In de milieuverordening zijn geen regels opgenomen.

Lokaal Waterplan Gemeente De Bilt

Het Lokaal Waterplan De Bilt is een gemeenschappelijk plan van de gemeente De Bilt en van het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en is door de besturen van deze instanties vastgesteld in oktober 2002. De provincie Utrecht en N.V. Hydron Midden-Nederland hebben beide actief geparticipeerd in de planvorming door deel te nemen in de projectgroep, hetgeen geresulteerd heeft in een breed gevormd en gedragen lokaal waterplan.

Het waterplan geeft het toekomstig gemeentelijk beleid voor de inrichting en gebruik van water. Het plan kan in die zin gebruikt worden als toetsingskader voor en schakel tussen bestemmingsplannen, stedelijke uitbreidingen, Gemeentelijk Rioleringsplan, milieubeleidsplan, natuurontwikkeling en andere gebiedsgerichte projecten. Tevens vormt het plan een basis voor communicatie naar de burger.

Het Lokaal Waterplan is een tactisch/operationeel plan, welke beoogt het functioneren van het lokale watersysteem in beeld te brengen, kansen te benutten en bedreigingen te stoppen. Binnen de gemeentegrenzen wil de gemeente komen tot een duurzaam watersysteem. Hierbij is afstemming tussen verschillende partijen nodig m.b.t. de onderwerpen oppervlaktewater, afvalwater en grondwater. Het beleid ziet op het behoud of de vergroting van de infiltratiecapaciteit van het plangebied.

Het plangebied valt in het Lokaal Waterplan in het deelgebied 'Verborgen Water'. In dit deelgebied is sprake van een hoge infiltratie-intensiteit. Dit betekent dat er zich weinig water aan de oppervlakte bevindt. Binnen het stedelijk gebied van dit deelgebied staat vooral de afkoppeling van verhard oppervlak centraal. Dit betekent dat al het 'schone' regenwater nuttig wordt gebruikt en niet direct op het riool uitkomt. Voorgesteld wordt om het hemelwater via wadi's of andere infiltreersystemen te filtreren in de bodem. Wanneer dit minder goed gaat wordt het water afgevoerd naar het oppervlakte water.

Verder wordt in het Lokaal Waterplan voorgesteld om in ieder bestemmingsplan een waterparagraaf op te nemen die de verschillende aspecten van water integraal benaderd. Voorgesteld wordt om in ieder geval in te gaan op veiligheid en waterbeheer, gewenste ontwikkelingen t.a.v. waterbeheer, de wijze waarop het ruimtelijk beleid rekening houdt met water en een overleg met de waterbeheerders.

Beheerders

In het kader van dit bestemmingsplan is er overleg gevoerd met de waterbeheerder (Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden), mede ten behoeve van het verkrijgen van technische gegevens voor de waterparagraaf/watertoets. Daartoe is in eerste instantie een concept-voorontwerp aan de waterbeheerder voorgelegd, waarin tevens de belangrijkste wateraspecten waren aangeduid. Het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft bijgedragen aan de waterparagraaf door bij brief (2005) een reactie te geven op het concept-voorontwerp met de daarin opgenomen concept-waterparagraaf. Ook is telefonisch overleg gevoerd tussen de gemeente en de waterbeheerder.

Beschrijving huidige watersysteem

Het gebied bestaat voor het grootste deel uit stedelijk gebied met een relatief lage bebouwingsdichtheid. Dakoppervlakken van particuliere huizen lozen voornamelijk op het rioolstelsel. Het gidsprincipe "meer vasthouden" wordt door de gemeente De Bilt in de praktijk gebracht door het afkoppelen van daken van bestaande bebouwing.

De bodems bestaan onder andere uit zwaklemig fijn zand (gebied in en om Heidepark), enkeerdgronden (zuidwesten van het plangebied) en leemarm zand (een klein stuk in het noorden van het plangebied). De rest van het plangebied wordt beschouwd als 'bebouwd' gebied. Een deel van het plangebied maakt onderdeel uit van het grondwaterbeschermingsgebied van de drinkwaterwinning Bilthoven.

Het enige oppervlaktewater in het plangebied is het meertje in het Heidepark. Het is een geïsoleerde waterpartij die niet in verbinding staat met ander oppervlaktewater. Het waterpeil van dit meertje fluctueert sterk.

De kwaliteit van dit oppervlaktewater wordt niet door het waterschap bemeten. Deze kwaliteit wordt beïnvloed door invallend blad, aanwezigheid van eenden en het voeren daarvan, mogelijk kwelwater et cetera. Het waterschap is kwaliteitsbeheerder van alle oppervlaktewater in het beheersgebied.

Aandachtspunten watersysteem

In het plangebied zijn geen grote ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Indien hier wel sprake van zou zijn, wordt geadviseerd om met de waterbeheerder te overleggen om zodoende kansen te benutten om te komen tot een duurzaam watersysteem en -beheer.

Het plangebied fungeert als infiltratiegebied. Dat betekent dat regenwater relatief makkelijk in de bodem kan doordringen. Om deze reden is het beleid van het waterschap er op gericht om geen grote toename van oppervlakteverharding toe te staan, zonder dat dit elders gecompenseerd wordt.

Er gelden de volgende aandachtspunten:

  • dempen van water is in principe niet toegestaan zonder compenserende maatregelen binnen het plangebied c.q. peilgebied;
  • opheffen van ongerioleerde (huishoudelijke) lozingen door aansluiting op riolering of speciale voorzieningen;
  • afkoppelen van de vuilwaterriolering van relatief schone waterstromen;
  • bij inrichten van watergangen gebruik maken van onderhoudsarme beschoeiing of (wanneer mogelijk) liever een natuurvriendelijke oeverinrichting;
  • (gedeeltelijke) overkluizingen - zoals bruggen en steigers - zijn onder voorwaarden toegestaan; een vergunning op basis van de Keur is vereist;
  • beperken van diffuse bronnen/lozingen; voorkomen van gebruik van bestrijdingsmiddelen en bemesten bij beheer van groenvoorzieningen.

In de Interne notitie toetsingskader watertoets van het Hoogheemraadschap staat dat voor alle stedelijke gebieden (ouder dan 10-15 jaar), waaronder plangebied Bilthoven Noord, de volgende verbeteringen gewenst zijn:

  • afkoppelen;
  • verminderen piekafvoer door meer berging op oppervlaktewater of vasthouden water (bijvoorbeeld op daken);
  • verbeteren waterkwaliteit;
  • in stadsranden: zonodig berging schoon (afgekoppeld) water.