direct naar inhoud van 5.3 Externe veiligheid
Plan: Bilthoven Noord 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0310.0007BP11007-VG01

5.3 Externe veiligheid

Wettelijk kader

Het wettelijk kader voor risicobedrijven is vastgelegd in het in oktober 2004 in werking getreden Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid inrichtingen (REVI).

Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is het wettelijke kader vastgelegd in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en de onderliggende regelgeving. De wet- en regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen wordt volgens verwachting medio 2012 herzien.

Het beleid voor ondergrondse buisleidingen is vastgelegd in het op 1 januari 2011 in werking getreden Besluit Externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Bij de beoordeling van de externe veiligheidssituatie zijn twee begrippen van belang:

  • Het plaatsgebonden risico (PR) richt zich als maat voor het risico vanwege activiteiten met gevaarlijke stoffen vooral op de basisveiligheid voor personen in de omgeving van die activiteiten. Aan het PR is een wettelijke grenswaarde verbonden die niet mag worden overschreden. Het PR wordt "vertaald" als een risicocontour rondom een risicovolle activiteit, waarbinnen geen kwetsbare objecten (bijv. woningen) mogen liggen.
  • Het groepsrisico (GR) is een maat voor de maatschappelijke ontwrichting als gevolg van een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Rondom een risicobron wordt een invloedsgebied gedefinieerd, waarbinnen grenzen worden gesteld aan het maximaal aanvaardbare aantal personen, de z.g. oriënterende waarde (OW). Dit is een richtwaarde, waarvan het bevoegd gezag, mits afdoende gemotiveerd, kan afwijken. Deze verantwoordingsplicht geldt voor elke toename van het GR, ook als de OW niet wordt overschreden.

Beleidskader elektromagnetische straling

Voor hoogspanningslijnen is het beleidskader beschreven in het 'Advies met betrekking tot hoogspanningslijnen' (Min. VROM d.d. 5 oktober 2005). Hierin adviseert de Staatssecretaris van VROM het in acht nemen van een veiligheidszone, waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microtesla.

Voor zendmasten (omroep/GSM/UMTS) zijn in de EU-publicatie 1999/519/EG blootstellingslimieten aanbevolen voor personen die permanent in de nabijheid van zendmasten verblijven. Nederland heeft deze aanbeveling overgenomen en opgenomen in de Telecommunicatiewet.

Situatie

Onderstaande uitsnede van de Risicokaart (bron: Provincie Utrecht) toont de omgeving van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0310.0007BP11007-VG01_0032.png"

Afbeelding 5.3 uitsnede risicokaart

Risicobedrijven

Er zijn binnen het bestemmingsgebied geen risicovolle inrichtingen aanwezig. In de omgeving van het bestemmingsgebied liggen enkele risicovolle inrichtingen, waarvan de risicocontouren echter niet tot binnen het bestemmingsgebied reiken. Het betreft:

  • twee locaties met een bovengronds reservoir voor propaan, waarvan de risicocontour binnen de terreingrens ligt;
  • het ten oosten gelegen bedrijf Remia, waar een ammoniakkoelinstallatie aanwezig is, waarvan de risicocontouren binnen de terreingrens liggen;
  • en ten westen gelegen militaire inrichting, waarvan de veiligheidscontouren zich niet uitstrekken tot het bestemmingsgebied.

Er zijn dus zowel binnen als buiten het bestemmingsgebied geen risicovolle inrichtingen die het bestemmingsgebied beïnvloeden.

Transport van gevaarlijke stoffen

Langs de zuidelijke rand wordt het bestemmingsgebied begrensd door de spoorlijn Utrecht-Amersfoort. De vervoersrisico's van deze spoorlijn zijn getoetst aan de uitgangsvoorwaarden van het in voorbereiding zijnde Basisnet Spoor. Hierover is op 20 september 2011 het 'Eindrapport Werkgroep Basisnet Spoor' verschenen.

Dit rapport vermeldt voor de spoorlijn de volgende risicogegevens:

  • plaatsgebonden risico: er zijn geen risicocontouren voor de plaatsgebonden risico's van 10-6, 10-7 en 10-8 per jaar.
  • plasbrandaandachtsgebied: er is geen sprake van een plasbrandaandachtsgebied.
  • Groepsrisico: voor alle categorieën is de vervoersintensiteit nihil, m.a.w. er is geen groepsrisico.

Er zijn geen andere transportroutes aanwezig waarvan de risicocontouren het bestemmingsgebied beïnvloeden.

Buisleidingen

Er zijn geen buisleidingen aanwezig waarvan de risicocontouren het bestemmingsgebied beïnvloeden.

Hoogspanningslijnen

Juist ten noorden van het bestemmingsgebied loopt een 150 kV-hoogspanningslijn. Voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moet langs deze HS-lijn een indicatieve veiligheidszone van 80 meter vanaf de hartlijn in acht genomen worden, waarbinnen geen gevoelige objecten opgericht mogen worden. Het bestemmingsgebied ligt buiten deze zone.

Zendmasten

Uit de gegevens op de website www.antenneregister.nl blijkt dat in of nabij het bestemmingsgebied geen zendmasten aanwezig zijn die overschrijdingen van de geldende blootstellingslimieten voor elektrische en magnetische veldsterkten veroorzaken.

Conclusie

Er is geen sprake van risicobedrijven, transportroutes of buisleidingen, waarvan de risico's het plangebied beïnvloeden. Er is geen plaatsgebonden risico of een groepsrisico. Daarom is ook geen sprake van een verantwoordingsplicht voor een groepsrisico. Het aspect externe veiligheid vormt dus in het geheel geen belemmering voor het bestemmingsplan.