direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Bilthoven Noord 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0310.0007BP11007-VG01

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Bilthoven - Noord 2013 van de Gemeente De Bilt;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0310.0007BP11007-VG01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;

1.3 aan huis verbonden beroep:

een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.4 aan- en uitbouw:

een aangebouwd gebouw dat al dan niet functioneel ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat in bouwkundig en/of architectonisch opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;

1.5 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.6 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.7 aaneengebouwde woningen:

drie of meer woningen met de hoofdgebouwen aaneengebouwd;

1.8 aangebouwd bijgebouw:

een aangebouwd gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;

1.9 achterste bouwperceelsgrens:

de achterste grens van een bouwperceel;

1.10 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.11 bebouwingskarakteristiek:

de bouwhoogte van de hoofdgebouwen, de situering daarvan ten opzichte van de openbare weg, de mate van aaneenbouwen en/of de onderlinge afstanden tussen de hoofdgebouwen en de bouwmassa van de hoofdgebouwen ten opzichte van het bouwperceel;

1.12 brutovloeroppervlakte:

de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.13 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht;

1.14 bestaand:
  • a. bij een bouwwerk: een bouwwerk, dat ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan bestaat, dat/die of in uitvoering is of dat na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend of krachtens een omgevingsvergunning die na dit tijdstip, hoewel in strijd met dit plan, niet mag worden geweigerd;
  • b. bij gebruik: bestaand ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan;
1.15 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.16 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.17 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.18 bijgebouw:

een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;

1.19 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.20 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.21 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder;

1.22 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.23 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.24 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.25 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.26 cultureel centrum:

Een gebouw waarin activiteiten plaatsvinden gericht op de beoefening en bevordering van de cultuur in ruime zin, zoals concerten, lezingen, vergaderingen en voorstellingen;

1.27 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of een bedrijfsactiviteit;

1.28 dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen;

1.29 erftoegangsweg:

een weg bedoeld voor het toegankelijk maken van erven; deze wegcategorie is in beginsel toegankelijk voor elke vervoerswijze;

1.30 gastenverblijf:

een bijbehorend bouwwerk welke ten dienste staat van een woning en welke uitsluitend gebruikt wordt om niet-commercieel uitsluitend tijdelijk logies te bieden aan personen die elders hun hoofdverblijf hebben;

1.31 gebiedsontsluitingsweg:

een weg waarop zowel de stromen als de uitwisseling kan plaatsvinden; het is de verbindende schakel tussen erftoegangswegen en stroomwegen;

1.32 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.33 gebouwde parkeervoorziening:

een bouwwerk ten behoeve van parkeren, zoals een carport en garage;

1.34 gestapelde woningen:

boven elkaar of nagenoeg boven elkaar gebouwde woningen;

1.35 hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.36 horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, waaronder bed & breakfast, discotheek, feestzaal en partyboerderij;

1.37 kantoor:

voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

1.38 maatschappelijke voorzieningen:

activiteiten gericht op sociale, medische, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, praktijken voor huisarts, dierenarts, (fysio)therapie, tandarts en apotheek;

1.39 mantelzorg:

langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;

1.40 niet overdekte jacuzzi

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met al dan niet een verschuifbare overkapping dat dient als badvoorziening met bijbehorende voorzieningen voor de bewoner van de bijbehorende woning;

1.41 niet overdekt zwembad:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met al dan niet een verschuifbare overkapping dat dient als zwemvoorziening met bijbehorende voorzieningen voor de bewoner van de bijbehorende woning;

1.42 ondergeschikte detailhandel:

detailhandel, niet zijnde perifere of grootschalige detailhandel, welke uitsluitend wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is;

1.43 ondergeschikte dienstverlening:

dienstverlening, welke uitsluitend wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is;

1.44 ondergeschikte horeca:

kleinschalige niet-zelfstandige horeca, waaronder het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, welke uitsluitend wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is;

1.45 ondergeschikte sportvoorzieningen:

sportvoorzieningen, zoals een fitnessruimte, welke uitsluitend wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is;

1.46 oorspronkelijke achtergevel:

de achtergevel ten tijde van de oplevering van het hoofdgebouw, dan wel –indien het hoofdgebouw nog gerealiseerd dient te worden – de achtergevel van het hoofdgebouw, zoals deze met de omgevingsvergunning wordt beoogd;

1.47 oorspronkelijke zijgevel:

de zijgevel ten tijde van de oplevering van het hoofdgebouw dan wel, -indien het hoofdgebouw nog gerealiseerd dient te worden – de zijgevel van het hoofdgebouw, zoals deze met de omgevingsvergunning wordt beoogd;

1.48 peil:
  • a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  • b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
1.49 overdekt zwembad:

een gebouw dat dient als zwemvoorziening met bijbehorende voorzieningen voor de bewoner van de bijbehorende woning;

1.50 Staat van Bedrijfsactiviteiten:

de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1 behorende bij deze planregels;

1.51 stedenbouwkundige visie:

de stedenbouwkundige visie zoals opgenomen in Bijlage 3 behorende bij deze planregels;

1.52 praktijkruimte:

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied;

1.53 sportcentrum:

gebouw ten behoeve van de uitoefening van één of meerdere vormen van sport;

1.54 seksinrichting:

hieronder wordt in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub al dan niet in combinatie met elkaar;

1.55 twee-aaneengebouwde woningen:

twee woningen met de hoofdgebouwen aaneengebouwd;

1.56 uitbreiding aan de oorspronkelijke achtergevel:

een aangebouwd gebouw aan de oorspronkelijke achtergevel, dat niet functioneel ondergeschikt hoeft te zijn aan het hoofgebouw en bouwkundig en/of architectonisch niet te onderscheiden hoeft te zijn van het hoofdgebouw;

1.57 verblijfsgebied:

gedeelte van de openbare ruimte dat hoofdzakelijk is bestemd en is ingericht voor langzaam verkeer, doch in ondergeschikte mate tevens fungerend als erftoegangsweg;

1.58 verenigingsleven:

totaal van activiteiten van verenigingen, clubs en dergelijke, zoals scouting, in een bepaald gebied;

1.59 voorgevel:

de naar de wegzijde gekeerde gevel; in geval er meerdere gevels zijn aan te merken als voorgevel, is de gevel die meetelt in de huisnummering de voorgevel;

1.60 vrijstaand bijgebouw:

een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw/woning;

1.61 vrijstaande woning:

woning, waarvan het hoofdgebouw niet aan het hoofdgebouw van een andere woning is gebouwd;

1.62 woning:

een ruimte of complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;

1.63 zijdelingse bouwperceelsgrens:

zijdelingse grens van het bouwperceel;

1.64 zijgevel:

gevel aan de zijkant van een gebouw.