direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen - Woonwagenstandplaats
Plan: Prinsenlaan / Drakensteyn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0310.0005BP12006-VG01

Artikel 3 Wonen - Woonwagenstandplaats

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een standplaats voor woonwagens en een bijgebouw voor sanitaire voorzieningen;

inclusief bijbehorende:

  • b. tuinen en erven;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. parkeergelegenheid (op eigen terrein).
3.2 Bouwregels

Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:

3.2.1 Bouwwerken
  • a. binnen de bestemming zijn maximaal 2 woonwagens toegestaan;
  • b. de gezamelijke oppervlakte van woonwagens mag gezamenlijk niet meer bedragen dan 140 m2;
  • c. de bouwhoogte van woonwagens mag maximaal 3,5 meter bedragen;
  • d. de woonwagens mogen op niet minder dan 5 meter van elkaar zijn gesitueerd;
  • e. de voorgevels van de woonwagens dienen evenwijdig aan en in de voorgevelrooilijn te worden gebouwd;
  • f. een bijgebouw ten behoeve van sanitaire voorzieningen is toegestaan op een afstand van ten minste 4 m achter de voorgevelrooilijn;
  • g. de oppervlakte van dit bijgebouw mag niet meer bedragen dan 30 m2;
  • h. de bouwhoogte van dit bijgebouw mag niet meer bedragen dan 3,5 meter.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. voor de voorgevelrooilijn zijn slechts erfafscheidingen toegestaan, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • b. achter de voorgevelrooilijn zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde,toegestaan, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
    • 1. 7 m voor palen en masten;
    • 2. 2 m voor erfafscheidingen;
    • 3. 3 m voor overige bouwwerken; geen gebouwen zijnde.
3.2.3 Bestaande afwijkingen
  • a. in afwijking van het bepaalde in lid 3.2.1 zijn bestaande bijgebouwen, waarvan de situering, de afmeting en of de bouwhoogte niet voldoet aan het in lid 3.2.1 bepaalde toegestaan;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid 3.2.2 zijn bestaande erfafscheidingen, waarvan de situering, de afmeting en of de bouwhoogte niet voldoet aan het in lid 3.2.3 bepaalde toegestaan.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan het oppervlak en de locatie van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover dit noodzakelijk is om te kunnen voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein.

3.4 Specifieke gebruiksregels

In het hoofdgebouw of in een aan- of uitbouw van de woonwagen is een aan-huis-verbonden beroep alleen toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de activiteiten mogen aan de woonfunctie geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn in die zin, dat de woonfunctie de belangrijkste functie dient te blijven; dit betekent, dat ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep niet meer dan 40% van het vloeroppervlak van een woonwagen mag worden gebruikt;
  • b. de activiteiten mogen geen hinder opleveren voor de woonsituatie; dit betekent dat in geval van bedrijfsactiviteiten slechts aan het vestigen van bedrijfsactiviteiten in categorie 1 van de van deze planregels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten medewerking wordt verleend;
  • c. de activiteiten mogen zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
  • d. de activiteiten mogen geen detailhandel betreffen;
  • e. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.