11.1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, tenzij op grond van overige regels in dit bestemmingsplan ter zake reeds afgeweken kan worden, af te wijken van de bepalingen van het plan, indien het betreft:
-
a. het bouwen van een gebouw ten behoeve van een op het openbaar net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer, of het waterbeheer, mits de inhoud van het gebouw niet meer bedraagt dan 50 m3 en de hoogte niet meer dan 3,50 meter;
-
b. het overschrijden van de regels inzake goothoogte, hoogte en oppervlakte van gebouwen met niet meer dan 10%;
-
c. het overschrijden van de regels inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%;
-
d. het overschrijden van de in lid 2.2 genoemde regels ten aanzien van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, mits de maximale bouwhoogte met niet meer dan 5 m wordt overschreden;
-
e. overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen door ondergeschikte bouwonderdelen, zoals erkers, balkons, bordessen, luifels, galerijen, trappen, overhangende verdiepingen, toegangen, lifthuizen en dergelijke, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 3 m;
-
f. geringe afwijkingen van de bepalingen opgenomen in deze regels inzake de afmetingen van woningen, evenals de afmetingen van de bij de woningen toegestane bijgebouwen, voor zover dit in het belang van een goede huisvesting van minder valide personen noodzakelijk is en geen ontheffing van de desbetreffende bepalingen van het plan kan worden verleend op basis van het bepaalde onder b van dit artikel;
-
g. het creƫren van huisvestingsmogelijkheden voor mantelzorg, in de vorm van inwoning of een afhankelijke woonruimte, met inachtname van de volgende regels:
-
1. mantelzorg mag, behalve in de vorm van inwoning, alleen plaatsvinden binnen een onzelfstandige woonruimte, zijnde binnen een aan- of uitbouw of bijgebouw;
-
2. de afstand tussen het hoofdgebouw en een bijgebouw mag maximaal 6 m bedragen;
-
3. de gebouwen waarin mantelzorg plaatsvindt, dienen te voldoen aan de bouwtechnische eisen voor woningen, tenzij sprake is van plaatsing van een zogenaamde 'portocabin' of stacaravan;
-
4. de oppervlakte voor mantelzorg mag maximaal 200 m2 bedragen;
-
5. er dient een indicatie Wmo door of vanwege de gemeente De Bilt te zijn afgegeven;
-
6. er moet volledig op eigen terrein worden geparkeerd;
-
7. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen mogen niet in onevenredige mate worden beperkt;
-
8. aan de afwijking kan een termijn worden verbonden, waarbinnen van de afwijking gebruik moet worden gemaakt;
-
9. een afwijking inzake huisvesting ten behoeve van mantelzorg vervalt indien de mantelzorgsituatie ter plaatse eindigt;
-
h. het plaatsen van masten ten behoeve van mobiele telecommunicatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
1. de hoogte van een vrijstaande mast mag niet meer bedragen dan 50 meter;
-
2. de hoogte van een mast op een gebouw mag niet meer bedragen dan 6 meter;
-
3. plaatsing van een mast op een gebouw is uitsluitend mogelijk indien het betreffende gebouw 15 meter of hoger is;
-
4. plaatsing op woongebouwen en/of een gemeentelijk monument is slechts toegestaan, indien kan worden aangetoond, dat plaatsing elders niet mogelijk is.