direct naar inhoud van Planregels
Plan: Parapluplan wonen en parkeren, Baarn 2022
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0308.PBP0098-ON01

Planregels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Parapluplan wonen en parkeren, Baarn 2022 met identificatienummer NL.IMRO.0308.PBP0098-ON01 van de gemeente Baarn;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 bestemmingsplan analoog

De papieren versie van een bestemmingsplan, behorend bij de bestemmingsplannen als opgenomen in Bijlage 2;

1.4 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.

1.5 bestaand:

a. bij bouwwerken: legale bouwwerken die aanwezig of in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, en bouwwerken zoals die mogen worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;


b. bij gebruik: legaal gebruik van grond en opstallen zoals aanwezig tijdens de inwerkingtreding van het bestemmingsplan en dat na de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet langer dan een jaar is onderbroken.

1.6 eigen terrein

gronden, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten, niet zijnde openbaar gebied

1.7 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt

1.8 huishouden

Één persoon of een groep van meer personen die een huishouding voert waarbij sprake is van continuïteit in de samenstelling en onderlinge verbondenheid

1.9 inwoning

a. woonvorm, waarbij de volledig eigenaar/volledig eigenaren van de woning, die gedurende de inwoning door hem/hen en eventueel zijn/hun gezin ten minste één jaar in ongewijzigde samenstelling (behoudens naar algemene maatstaven passende wijzigingen) wordt bewoond, in die woning één (of meerdere) kamer(s) in gebruik geeft/geven aan maximaal één persoon en maximaal twee minderjarige kinderen van die persoon;


b. woonvorm, waarbij de hoofdhuurder van de woning van een woningcorporatie, die gedurende de inwoning door hem en eventueel zijn gezin ten minste één jaar in ongewijzigde samenstelling (behoudens naar algemene maatstaven passende wijzigingen) wordt bewoond, in die woning één (of meer) kamer(s) in gebruik geeft aan maximaal één persoon en maximaal twee minderjarige kinderen van die persoon

1.10 kamerbewoning

woonvorm waarbij sprake is van woonruimte die bestaat uit één of meer verblijfsruimten, die geen eigen afzonderlijke toegang heeft en waarbij de bewoner afhankelijk is van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche/bad en/of toilet) buiten die onzelfstandige woonruimte, met dien verstande dat hieronder niet wordt verstaan maatschappelijke voorzieningen in de vorm van beschermd en/of verzorgd wonen. De huisvesting van maximaal twee personen die geen gezamenlijk huishouden voeren, wordt niet als kamerbewoning aangemerkt.

1.11 Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente baarn

Nota Parkeernormen 2014-2019 van de gemeente Baarn, vastgesteld op 17-12-2014.

1.12 onzelfstandige woonruimte

woonruimte (kamer) in een (deel van een) gebouw, die door de aard van de inrichting en het gebruik het privédomein van de bewoner is, die (mede) is aangewezen op het gebruik van gezamenlijke wezenlijke voorzieningen elders in dat (deel van het) gebouw.

1.13 woning

een complex van ruimten, bestemd en geschikt voor het huisvesten van niet meer dan één huishouden, dan wel voor de huisvesting van maximaal twee personen die geen gezamenlijk huishouden voeren. ;

1.14 woongebouw

een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.

1.15 wijzigen van de gebruiksfunctie van gronden en/of gebouwen

het feitelijk wijzigen van de gebruiksfunctie van gronden en/of gebouwen, waarbij geen sprake is van omgevingsvergunningplichtige bouwactiviteiten als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Artikel 2 Reikwijdte parapluplan

2.1 Herziening bestemmingsplannen

Dit bestemmingsplan herziet de bestemmingsplannen, inclusief de daaruit voortvloeiende wijzigings- en uitwerkingsplannen, zoals opgenomen in Bijlage 1 en Bijlage 2 bij de regels, op de wijze zoals aangegeven in de artikelen 2.2, 2.3 en 2.4.

2.2 Herziening begrippen

De begrippen zoals genoemd in artikel 1, met uitzondering van artikel 1.1 en 1.2, worden ook toegevoegd aan de bestemmingsplannen zoals opgenomen in Bijlage 1 en Bijlage 2 bij de regels. Als in de bestemmingsplannen genoemd in Bijlage 1 en Bijlage 2 een begrip al benoemd is, wordt dat begrip vervangen door het begrip zoals genoemd in artikel 1.

2.3 Herziening regels functie wonen

De regels inzake bestemmingen die betrekking hebben op de functie wonen en/of woondoeleinden en/of (bedrijfs)woningen, woongebouwen dan wel andere benamingen, die zien op de functie wonen in de betreffende bestemmingsomschrijving, die wonen mogelijk maken, worden aangepast, en, voor zover nog niet aanwezig, aangevuld, door de regels zoals opgenomen in dit bestemmingsplan (artikel 3).

2.4 Herziening regels parkeernormen

De regels inzake parkeernormen van de bestemmingsplannen, inclusief de daaruit voortvloeiende wijzigings- en uitwerkingsplannen, zoals opgenomen in Bijlage 1 en Bijlage 2 bij de regels, worden verwijderd en vervangen, en, voor zover nog niet aanwezig, aangevuld, door de regels zoals opgenomen in dit bestemmingsplan (artikel 4 en artikel 5).

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Partiële herziening inzake bewoning en woningsplitsing

Onderstaande regels hebben betrekking op bestemmingen die de functie wonen en/of woondoeleinden en/of (bedrijfs)woningen, woongebouwen dan wel andere benamingen, die zien op de functie wonen in de betreffende bestemmingsomschrijving, mogelijk maken.

3.1 Bestemmingsomschrijving

Binnen de betreffende bestemmingsomschrijving wordt onder de genoemde functies toegevoegd, voor zover nog niet aanwezig:

met dien verstande dat:

  • a. een woning en/of kamersgewijs bewoonde woning niet mag worden gewijzigd naar twee of meer woningen;
  • b. kamerbewoning van een woning niet is toegestaan, tenzij het een bestaande situatie betreft;
  • c. een als woning, dan wel woongebouw bestemde woning, die legaal in gebruik is voor een andere functie dan wonen, niet mag worden gewijzigd naar twee of meer woningen;
  • d. inwoning wel is toegestaan.
3.2 Afwijken
  • a. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag bij omgevingsvergunning afwijken van het in artikel 3.1 opgenomen wijzigingsverbod indien de aanvraag niet leidt tot een onaanvaardbare inbreuk op het woon- en leefklimaat ter plaatse en in de omgeving van het betreffende gebouw.
  • b. Bij de beoordeling van een aanvraag als bedoeld onder sub a. betrekken burgemeester en wethouders de vraag of door het voorgestane gebruik, dan wel door de daarvan (in)direct te verwachten gevolgen, de gronden minder geschikt worden voor de verwezenlijking van de daaraan bij het plan te geven bestemming. Bij de beoordeling wordt onder andere bekeken of door gevraagde omgevingsvergunning het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
  • c. Het college van burgemeester en wethouders kan aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder sub a. voorschriften en beperkingen verbinden, waaronder het verlenen van een omgevingsvergunning voor een bepaalde periode.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Onderstaande regels gelden aanvullend op de regels inzake bouwen en/of (wijziging) gebruik.

Artikel 4 Parkeernormen bij bouwen

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

4.1 Bouwregel parkeren
  • a. bij de verlening van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, met die verstande dat het aantal te realiseren parkeerplaatsen is bepaald conform de 'Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente Baarn'.
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a, moet getoetst worden aan de opvolger van de 'Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente Baarn', zodra deze opvolger is vastgesteld.
4.2 Afwijken van parkeereis

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gebieden of situaties bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid en / of ruimtelijke situatie.

Artikel 5 Parkeernormen bij gebruikswijziging

5.1 Verbod

Het is verboden om in de bestaande situatie de gebruiksfunctie van gronden en/of gebouwen te wijzigen in een andere gebruiksfunctie passend binnen de bestemming indien niet wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig de 'Nota Parkeernormen 2014-2019 gemeente Baarn' of haar opvolger.

5.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gebieden of situaties bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid en / of ruimtelijke situatie.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
6.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 6.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 6.1 met maximaal 10%.

6.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Artikel 6.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

6.4 Overgansrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

6.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 6.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

6.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 6.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

6.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Artikel 6.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

6.8 Anti dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het Parapluplan wonen en parkeren, Baarn 2022