Plan: | Drakenburgergracht - zorg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0308.000018-VG02 |
6. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Maatschappelijk - Zorg’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. zorg- en sociaal-medische voorzieningen;
b. zorgwoningen;
c. zorggerelateerde woningen;
d. huisvesting van personeel;
e. kinderopvang;
f. dagrecreatieve en andere voorzieningen ten behoeve van zorginstellingen;
g. een kantoor ten behoeve van zorginstellingen, ter plaatse van de aanduiding “kantoor”;
waarbij het behoud, het herstel en de instandhouding van de archeologische, landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden wordt nagestreefd;
met daarbijbehorende gebouwen, andere bouwwerken, wegen, erven, terreinen, parkeervoorzieningen, water, bos en groenvoorzieningen.
6. 2. Bouwregels
Op de tot ‘Maatschappelijk - Zorg’ bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:
6. 2. 1. voor gebouwen de volgende regel geldt:
a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte bedragen.
6. 2. 2. voor andere bouwwerken de volgende regels gelden:
a. de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
b. de bouwhoogte van carports zal ten hoogste 4 m bedragen;
c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag niet meer dan 2 m bedragen.
6. 3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
a. een goede woonsituatie;
b. de verkeersveiligheid;
c. de milieusituatie;
d. de sociale veiligheid;
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6. 4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een groter brutovloeroppervlak dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding “maximum oppervlakte (BVO) (m²)”;
b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van het (zorg-)wonen, ter plaatse van de aanduiding “wonen uitgesloten”;
c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van andere functies dan kantoor en facilitaire functies ten behoeve van de zorginstelling, ter plaatse van de aanduiding “kantoor”.
6. 5. Aanlegvergunning
6. 5. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op de tot ‘Maatschappelijk - Zorg’ bestemde gronden de volgende werkzaamheden uit te voeren:
a. het kappen of rooien van bomen;
b. het dempen of aanleggen van waterlopen, sloten en andere wateren;
c. het afgraven of ophogen van gronden.
6. 5. 2. Het in 6.5.1. opgenomen verbod geldt niet voor:
a. werken en werkzaamheden binnen het kader van het op de bestemming gerichte normale onderhoud en beheer;
b. werken en werkzaamheden die op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
6. 5. 3. Burgemeester en wethouders verlenen geen aanlegvergunning voor werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 6.5.1. die de archeologische, landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden van de gronden in onevenredige mate kunnen aantasten.
6. 5. 4. De in lid 6.5.1. genoemde vergunning wordt pas verleend nadat:
a. een flora- en faunaonderzoek heeft aangetoond dat er geen strijd is met de Flora- en faunawet dan wel dat een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet is of kan worden verkregen;
b. toetsing aan de Spelregels EHS heeft uitgewezen dat er geen strijd is met het beleid ten aanzien van de EHS en hierover een positief advies van de provincie is ontvangen.
6. 6. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
- de ligging, omvang en/of vorm van een bouwvlak wordt gewijzigd dan wel de aangegeven bouwhoogte in een bouwvlak wordt gewijzigd, mits:
1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid het brutovloeroppervlak binnen het bouwvlak niet toeneemt;
2. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
3. een Flora- en faunaonderzoek heeft aangetoond dat er geen strijd met de Flora- en faunawet is dan wel dat een ontheffing is of kan worden verkregen;
4. toetsing aan de Spelregels EHS heeft uitgewezen dat er geen strijd is met het beleid ten aanzien van de EHS en hierover een positief advies van de provincie is ontvangen;
5. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- een goede woonsituatie;
- de verkeersveiligheid;
- de milieusituatie;
- de sociale veiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- de landschappelijke en natuurwaarden van de gronden.