Plan: | Drakenburgergracht - zorg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0308.000018-VG02 |
4. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bos’ aangewezen gronden zijn bestemd voor bebossing, natuurgebied, natuurontwikkeling en groenvoorzieningen, waarbij gestreefd wordt naar de realisatie van ecologische verbindingszones en waarbij de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de archeologische, landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden wordt nagestreefd, met daarbijbehorende andere bouwwerken, parkeergelegenheden, paden, ontsluitingswegen, water, waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4. 2. Bouwregels
Op de tot ‘Bos’ bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.
4. 3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de andere bouwwerken, ten behoeve van:
a. de verkeersveiligheid;
b. de sociale veiligheid;
c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4. 4. Aanlegvergunning
4. 4. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), op de tot ‘Bos’ bestemde gronden de volgende werkzaamheden uit te voeren:
a. het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
b. het aanbrengen van:
1. bovengrondse en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen;
2. de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparaten, met een grotere hoogte dan 0,75 m;
c. het vellen of rooien van houtgewas anders dan bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand;
d. het meer dan 0,60 m in hoogte of diepte ontginnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen of egaliseren;
e. het dempen of aanleggen van watergangen.
4. 4. 2. Het in 4.4.1. opgenomen verbod geldt niet voor:
a. werken en werkzaamheden binnen het kader van het op de bestemming gerichte normale onderhoud en beheer;
b. werken en werkzaamheden die op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
4. 4. 3. Burgemeester en wethouders verlenen geen aanlegvergunning voor werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 4.4.1. die de archeologische, landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden van de gronden in onevenredige mate kunnen aantasten.
4. 4. 4. De in lid 4.4.1. genoemde vergunning wordt pas verleend nadat:
a. een flora- en faunaonderzoek heeft aangetoond dat er geen strijd is met de Flora- en faunawet dan wel dat een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet is of kan worden verkregen;
b. toetsing aan de Spelregels EHS heeft uitgewezen dat er geen strijd is met het beleid ten aanzien van de EHS en hierover een positief advies van de provincie is ontvangen.