direct naar inhoud van Artikel 8 Wonen
Plan: Hogewegzone
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.bphogewegzone-0401

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen met de daarbij behorende tuinen en parkeervoorzieningen;
  • b. de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten;
  • c. voorzieningen voor de inrichting van de openbare ruimten, zoals voetpaden;
  • d. maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, kantoor en horeca categorie a in de onderste bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
  • e. dienstverlening, kantoren, detailhandel, horeca categorie a en maatschappelijke voorzieningen in de onderste bouwlaag en dienstverlening, kantoren en maatschappelijke voorzieningen in de tweede bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-1';
  • f. dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen in de onderste bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-2';
  • g. dienstverlening in de onderste bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  • h. verkeersvoorzieningen ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van verkeer-1' en 'onderdoorgang'.
8.2 Bouwregels
8.2.1

Op en in de gronden als bedoeld in lid 8.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. maximaal 870 woningen;
  • b. parkeergarages;
  • c. bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming, zoals luifels, pergola's, verlichtingselementen en terreinafscheidingen;
  • d. onder- en bovengrondse afvalverzamelpunten.
8.2.2

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. woningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte', is aangegeven met dien verstande dat:
    • 1. de aanduidingsgrenzen mogen worden overschreden met maximaal 5 meter;
    • 2. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding-1' gelden per aanduidingsvlak de volgende regels:
      a. voor een aaneengesloten bebouwingsoppervlak minimaal 500 m2 en maximaal 600 m2 per aanduidingsvlak geldt een minimale bouwhoogte van 40 m, daar waar een maximale bouwhoogte geldt van 65 m;
      b. voor een aaneengesloten bebouwingsoppervlak van minimaal 500 m2 en maximaal 1.200 m2 per aanduidingsvlak geldt een minimale bouwhoogte van 23 m en een maximale bouwhoogte van 40 m;
      c. voor het resterende deel van de gebouwen geldt een minimale bouwhoogte van 11 m en een maximale bouwhoogte van 14 m;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen mogen niet minder bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'minimale bouwhoogte';
  • e. het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven, met dien verstande dat in geval er geen aanduiding is opgenomen, het maximale bebouwingspercentage 100% bedraagt.
8.2.3

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 6 m.
8.2.4

Voor het bouwen van onder- en bovengrondse afvalverzamelpunten gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bruto-inhoud van de gebouwen bedraagt ten hoogste 50 m3;
  • b. de bouwhoogte van de gebouwen bedraagt ten hoogste 3,5 m;
  • c. de bouwdiepte van ondergrondse gebouwen bedraagt maximaal 3 m.
8.2.5

Parkeergarages mogen worden gebouwd binnen en buiten het bouwvlak met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 5 m bedraagt.

8.2.6

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
pergola's   3 m  
palen en masten, zoals vlaggenmasten   10 m  
erfafscheidingen op het voorerf   1 m  
overige erfafscheidingen   2 m  
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde   3 m  
8.3 Nadere eisen
8.3.1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen te stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.

8.3.2

Bij het stellen van nadere eisen wordt de procedure gevolgd, die is vervat in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

8.4 Afwijking van de bouwregels
8.4.1

Bij omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het straat- en bebouwingsbeeld;

worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 8.2.2 onder a ten behoeve van het bouwen van liftschachten en ingangspartijen buiten het bouwvlak bij gestapelde woningen;
  • b. lid 8.2.6 ten behoeve van het bouwen van hogere erfafscheidingen op het voorerf, met dien verstande dat:
    • 1. de erfafscheiding uitsluitend op de erfgrens tussen twee aaneengebouwde woningen mag worden gebouwd;
    • 2. de afstand tot de naar de weg gekeerde perceelgrens tenminste 2,5 m bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.
8.5 Specifieke gebruiksregels
8.5.1

Ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' zijn maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, kantoor en horeca categorie a in de onderste bouwlaag toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de totale bruto vloeroppervlakte bedraagt maximaal 2.500 m2;
  • b. de totale bruto vloeroppervlakte voor horeca categorie a bedraagt maximaal 60 m2;
  • c. maximaal 50% van de bebouwde oppervlakte van de onderste bouwlaag mag worden benut voor de genoemde doeleinden;
  • d. de bruto vloeroppervlakte van de afzonderlijke als eenheid te beschouwen ruimtes voor dienstverlening en kantoren bedraagt maximaal 500 m2.
8.5.2

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-1' zijn maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, kantoor, detailhandel en horeca categorie a in de onderste bouwlaag, dienstverlening en kantoor in de tweede bouwlaag en maatschappelijke voorzieningen in de tweede en hogere bouwlagen toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de totale bruto vloeroppervlakte voor horeca categorie a bedraagt maximaal 60 m2;
  • b. de totale bruto vloeroppervlakte voor detailhandel bedraagt maximaal 60 m2;
  • c. de bruto vloeroppervlakte van de afzonderlijke als eenheid te beschouwen ruimtes in de categorie dienstverlening bedraagt maximaal 500 m2;
  • d. de bruto vloeroppervlakte van de afzonderlijke als eenheid te beschouwen ruimtes in de categorie kantoren bedraagt maximaal 250 m2;
  • e. de totale bruto vloeroppervlakte van maatschappelijke voorzieningen bedraagt niet meer dan 2.500 m2.
8.5.3

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-2' zijn dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen in de onderste bouwlaag toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de bruto vloeroppervlakte van de afzonderlijke als eenheid te beschouwen ruimtes in de categorie dienstverlening bedraagt maximaal 500 m2.
8.5.4

Ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' is publiekgerichte dienstverlening in de onderste bouwlaag toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. Maximaal 35% van de bebouwde oppervlakte van de onderste bouwlaag mag worden benut voor de genoemde doeleinden;
  • b. De oppervlakte van de afzonderlijke als eenheid te beschouwen ruimtes bedraagt maximaal 250 m2.
8.5.5

Binnen deze bestemming is gebruik van een deel van de woning en/of bijgebouwen ten behoeve van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het beroep of bedrijf door de bewoner van de woning wordt uitgeoefend welke bewoner maximaal 2 medewerkers mag hebben;
  • b. het gebruik van de woning en de daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen voor beroep of bedrijf niet mag leiden tot een (onevenredige) afbreuk of aantasting van:
    • 1. het woonkarakter van de woning;
    • 2. de ruimtelijke uitwerking of uitstraling van de (primaire) woonfunctie;
    • 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing;
    • 4. het woongenot en de woonsituatie van de aangrenzende gronden en bebouwing;
    • 5. het woonkarakter en woonmilieu van de straat, buurt of wijk.
  • c. er geen sprake is van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis;
  • d. maximaal 35% van de bebouwde oppervlakte van de woning en de daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag worden benut voor het beroep of bedrijf, met een maximum van 75 m2;
  • e. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen nadelige invloed heeft op de parkeerbehoefte in de openbare ruimte;
  • f. er geen beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond de woning mogen plaatsvinden, met uitzondering van in- en uitladen;
  • g. het geen milieuvergunningsplichtige of meldingsplichtige bedrijven in het kader van de Wet milieubeheer betreft, zoals deze luidt op het tijdstip van het verkrijgen van rechtskracht van dit plan, met dien verstande dat in ieder geval zijn toegestaan de activiteiten die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging zijn aangemerkt als categorie A, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld voor wat betreft hun ruimtelijke uitwerking voor de omgeving;
  • h. geen buitenopslag plaatsvindt;
  • i. reclame-uitingen maximaal 0,15 m2 zijn en plat tegen de gevel worden gemonteerd of vrijstaand op een maximale hoogte van 1 meter op eigen terrein.
8.5.6

Op de gronden dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort d.d. 27 januari 2009.

8.6 Afwijking van de gebruiksregels
8.6.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.5.4 ten behoeve van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, met dien verstande dat:

  • a. voldaan wordt aan de in Amersfoort geldende parkeernormen, waarbij de parkeereis op eigen terrein wordt opgelost;
  • b. wanneer de parkeereis niet (volledig) op eigen terrein kan worden opgelost, de extra parkeerbehoefte wordt opgevangen op al aanwezige parkeerplaatsen in de openbare ruimte tot een maximum van 3 parkeerplaatsen, mits het betreffende gebied de extra parkeerdruk kan opvangen;
  • c. voor het overige wordt voldaan aan de onder 8.5.4 genoemde voorwaarden.
8.6.2

Bij de omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.1 onder f ten behoeve van het toestaan van dienstverlening en kantoren op alle bouwlagen, met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte van de afzonderlijke als eenheid te beschouwen ruimtes in de categorie dienstverlening maximaal 500 m2 bedraagt;
  • b. de oppervlakte van de afzonderlijke als eenheid te beschouwen ruimtes in de categorie kantoren maximaal 250 m2 bedraagt.
8.6.3

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.5.5 voor zover de Nota Parkeernormen Amersfoort d.d. 27 januari 2009 is gewijzigd, mits kan worden aangetoond dat aan de gewijzigde parkeernormen kan worden voldaan.

8.7 Wijzigingsbevoegdheid
8.7.1

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging wijzigen ten behoeve van het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.