direct naar inhoud van Toelichting
Plan: RAVU ambulancepost Middelhoefseweg
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.OV00098-0301

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld in verband met een aanvraag omgevingsvergunning van de Regionale Ambulancezorg Voorziening Utrecht (RAVU) d.d. 27 december 2022 inzake de nieuwbouw van een ambulancepost aan de Middelhoefseweg. De RAVU verzorgt de ambulancezorg in de provincie Utrecht.

Omdat de bouw van de ambulancepost aan de Middelhoefseweg niet mogelijk is op basis van het vigerende bestemmingsplan dient een planologische procedure te worden doorlopen. De planologische procedure wordt doorlopen aan de hand van de omgevingsvergunning voor de activiteiten 'planologisch strijdig gebruik' en 'bouwen'. Onderdeel van deze omgevingsvergunning is de motivatie om af te wijken van het vigerende bestemmingsplan, de zogenoemde Goede Ruimtelijke Onderbouwing (GRO). Voorliggende onderbouwing betreft de GRO, waarin het project aan de hand van zowel ruimtelijke als milieutechnische aspecten wordt gemotiveerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0001.png"

afbeelding: visualisatie toekomstige situatie

Hoofdstuk 2 Ligging projectgebied

Het gebied van dit project ligt aan de Middelhoefseweg naast de locatie van Superfun.
 afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0002.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0003.png"


 afbeelding: ligging van het projectgebied

Hoofdstuk 3 Strijdigheid met het geldende bestemmingsplan

Het projectgebied ligt in het gebied van het bestemmingsplan 'Birkhoven-Bokkeduinen'. In dat bestemmingsplan zijn de bij de voorliggende aanvraag betrokken gronden bestemd voor 'Maatschappelijk-Religie' en 'Verblijf'. Op de desbetreffende gronden is geen ambulancepost toegestaan. Bovendien is de nieuwbouw voorzien buiten het op de bestemmingsplankaart aangegeven bouwblok. Buiten een bouwblok mag niet worden gebouwd.
Met het oog daarop kan aan het bouwplan voor de nieuwbouw van een ambulancepost alleen worden meegewerkt via een buitenplanse afwijking met een uitgebreide voorbereidingsprocedure als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c juncto artikel 2.12 lid 1 onder a sub 3 Wabo (uitgebreide Wabo-procedure).

Hoofdstuk 4 Huidige en toekomstige situatie

Het projectgebied is nu een vrijwel volledig verhard parkeerterrein aan de Middelhoefseweg met begroeiing tussen de parkeervakken. Op dit terrein wordt een nieuwe ambulancepost van de RAVU gebouwd. De nieuwbouw is noodzakelijk als gevolg van het opheffen van de ambulancepost aan de Zonnehof in verband met de herontwikkeling van deze locatie.
De RAVU is nu nog tijdelijk gevestigd aan de Nijverheidsweg-Noord 119 – 121 op bedrijventerrein Isselt. Daarnaast is een pand aan de Terminalweg in gebruik genomen. Vanuit de laatstgenoemde plek wordt de minder complexe (zonder spoed) ambulancezorg ingezet.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0004.png"

afbeeldingen: bestaande situatie Middelhoefseweg (luchtfoto)


Het nieuwe gebouw aan de Middelhoefseweg komt naast indooractiviteitencentrum Superfun. Vanuit de locatie Middelhoefseweg kan spoedeisende zorg worden verleend aan het gebied waar de ambulances binnen 15 minuten kunnen zijn.
Het nieuwe gebouw bestaat gedeeltelijk uit één laag en gedeeltelijk uit twee lagen met een maximale hoogte van circa 8 meter. De gevels worden uitgevoerd in een grijs-bruine baksteen met verticale houten delen. De begane grond van het gebouw wordt vooral gebruikt voor het stallen van de (17) ambulances. Op de verdieping komen de kantoren.
Het parkeren voor het personeel van de RAVU gebeurt op eigen terrein. Daar worden 24 parkeerplaatsen aangelegd. De bebouwde oppervlakte van de nieuwbouw is circa 1.700 m2 (b.v.o. 2027 m2). De uitrit van de ambulancepost komt direct aan de Middelhoefseweg, ongeveer halverwege Superfun en de kruising met de Amsterdamseweg.

Voor de nieuwbouw moet een greppel en een rij (dunne) boswilgen verdwijnen. Ter compensatie wordt de bestaande groenstructuur aan de noordkant van het nieuwe gebouw versterkt en wordt de greppel parallel aan de Amsterdamseweg verlegd. Verder worden in het projectgebied (6) inheemse hoogstambomen geplant en muurplanten en grasland gerealiseerd. Ook worden gevelgroen en een groen dak toegepast.

afbeelding: nieuwe ambulancepost Middelhoefseweg RAVU

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0005.png"

Hoofdstuk 5 Beoordeling van de nieuwe situatie

Ruimtelijke beoordeling

De voorziene ligging van de RAVU aan de Middelhoefseweg grenst aan een gebied met een bedrijfsbestemming. De grond is nu nog ingericht als parkeerterrein. Aan de noordoostzijde ligt het spoor naar Amsterdam (met een industrieel laad- en losperron aan de Siliciumweg) en daarop aansluitend het bedrijventerrein Isselt. Aan de zuidzijde grenst de locatie aan de Amsterdamseweg. Aan de westzijde grenst het projectgebied aan het open agrarisch landschap van de gemeente Soest. De locatie wordt aan alle drie zijden door een groenstructuur ingekaderd.
Vanwege de aanwezigheid van de spoorlijn, het aangrenzende bedrijventerrein en de Amsterdamseweg zijn er milieuhygiënische beperkingen in de keuze van nieuwe functies voor het gebied. De ambulancepost is geen geluidgevoelige functie en zit de bedrijfs- en spooractiviteiten in de omgeving niet in de weg. Daarmee is deze post een geschikte functie in deze omgeving.

Bij de inpassing van de nieuwbouw van de RAVU wordt voldoende groen toegevoegd ondere andere in de vorm van dakgroen en hagen. Daarnaast wordt de bestaande groenstructuur versterkt en wordt groen gecompenseerd volgens het gemeentelijke groencompensatiebeleid (zie paragraaf 7.7 van deze ruimtelijke onderbouwing). Aan de westzijde wordt door Amersfoort op gebied van de gemeente Soest de 'Melksteeg' aangelegd, een robuuste flora- en fauna verbinding van de Heuvelrug naar de Eempolder. Daardoor wordt het gehele terrein van de Middelhoefseweg aan de westzijde (vanuit het open landschap) aan het oog onttrokken.


De ambulancepost is een belangrijke voorziening voor Amersfoort en omgeving. Aan de Middelhoefseweg sluit deze functie goed aan bij de omliggende functies en de milieutechnische beperkingen van deze locatie. Door groencompensatie op eigen terrein, versterking van de bestaande groenstructuur en de komst van de 'Melksteeg' wordt er voor een optimale landschappelijke inpassing gezorgd. Vanuit een goede ruimtelijke ordening is de RAVU-post aan de Middelhoefseweg een juiste ontwikkeling in dit gebied.

Bij het vinden van een nieuwe locatie voor de RAVU is gezocht naar een plek die centraal genoeg ligt om enerzijds de noodzakelijke aanrijtijden te halen en anderzijds niet midden in een woonwijk ligt, om overlast zo veel mogelijk te beperken. Oorspronkelijk was een plek voorzien aan de Middelhoefseweg ten noorden van Superfun langs het spoor. Om meer zichtbaar te zijn vanaf de Amsterdamseweg heeft de RAVU in overleg met en instemming van de gemeente gekozen voor een kavel langs dezelfde Middelhoefseweg ten zuiden van Superfun dichter bij het kruispunt.

De aanvraag omgevingsvergunning is door de stadsbouwmeester getoetst aan redelijke eisen van welstand, zoals vastgelegd in de Welstandsnota 2017 Amersfoort. De stadsbouwmeester is van oordeel dat het bouwen van een ambulancepost denkbaar is. Het bouwplan is overeenkomstig het eerder gepresenteerde vooroverlegplan verder uitgewerkt. De suggesties (aanbevelingen) van de stadsbouwmeester zijn grotendeels daarin verwerkt. Het bouwplan voldoet aan de gebiedscriteria zoals beschreven paragraaf 4.10 “Grootschalige bedrijvenlocaties”. Het welstandsbeleid op de bedrijvenlocaties is gericht op het handhaven van het bestaande kwaliteitsniveau. Speciale aandacht is er voor de zichtlocaties langs de belangrijkste ontsluitingen. Deze gebieden zijn beeldbepalend voor het bedrijventerrein als geheel. Hier zal meer aandacht zijn voor de architectonische kwaliteit en uitstraling van de bebouwing. De stadsbouwmeester is van oordeel dat het een bescheiden en fijn gebouw is die op deze plek goed staat. De reclame-uiting voldoet voor wat betreft plaatsing en maatvoering aan de criteria voor reclame tegen de gevel zoals beschreven in paragraaf 3.3 Reclame-uitingen in de gebiedstypen “Grootschalige bedrijvenlocaties” en “Cityvorming” van de Welstandsnota.
Op grond van de ingediende gegevens is de stadsbouwmeester van oordeel dat het bouwplan, getoetst aan de desbetreffende gebieds- en reclamecriteria, voldoet aan de door de gemeenteraad vastgestelde Welstandsnota 2017 Amersfoort.

Verkeer en parkeren

In de gemeentelijke Nota Parkeernormen Amersfoort zijn geen normen opgenomen voor een ambulancepost. In de Nota is bij de functie "Werken" een onderscheid gemaakt tussen "Bedrijf arbeidsintensief/bezoekersextensief' en 'Bedrijf arbeidsextensief/bezoekersextensief'. Deze laatste categorie is het meest passend bij de functie van een ambulancepost. Het is bezoekersextensief. Er komen immers in principe geen bezoekers op de post maar uitsluitend eigen personeel. Verder is er sprake van een arbeidsextensieve activiteit omdat in drukke perioden veel ambulances (met 2 medewerkers per auto) onderweg zijn en op rustige tijdstippen kunnen de medewerkers op de post rusten en is er ruimte voor overleg en administratief werk. De bijbehorende parkeernorm (arbeidsextensief/bezoekersextensief) bedraagt per 100 m2 b.v.o. minimaal 0,7 en maximaal 1,2 parkeerplaatsen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0006.png"

Het brutovloeroppervlak van de nieuwe ambulancepost is 2027 m2. Het bijpassende minimale aantal parkeerplaatsen is 20,27 x 0,7 = 14,1 plaatsen en het bijpassende maximale aantal parkeerplaatsen is 20,27 x 1,2 = 24,3 plaatsen. Bij de nieuwbouw is rekening gehouden met 24 parkeerplaatsen. Daarmee voldoet het plan aan de Nota Parkeernormen.
Deze berekening correspondeert ook met het feitelijke gebruik. Op één moment zijn maximaal 17 ambulances op de ambulancepost aanwezig. Dat aantal van 17 geeft een maximale bezetting van 34 personen. De inschatting is dat ongeveer de helft van het personeel met de auto komt, waardoor een minimaal aantal plaatsen van 17 op eigen terrein nodig is. Bij het aantal aan te leggen parkeerplaatsen van 24 kan bij maximale bezetting 2/3 van het personeel met de auto komen en resteren ook plaatsen voor kantoormedewerkers.


Verkeersgeneratie en verkeersontsluiting 
Voor het bepalen van de verkeersgeneratie van een ambulancepost is gebruik gemaakt van de kengetallen van het CROW. De verkeersgeneratie is bepaald op basis van de categorie 'bedrijf arbeidsextensief/bezoekersextensief'. Per 100 m2 bvo geldt een verkeersgeneratie van 3,6 - 5,3 vervoersbewegingen per etmaal (gemiddeld 4,5). In het voorliggende plan is sprake van 2027 m2 bvo. De verkeersgeneratie bedraagt daarmee 4,5 x (2027/100) = 90 vervoersbewegingen per etmaal.
Daarnaast is op basis van gegevens van de RAVU vastgesteld dat er gemiddeld per etmaal 20 ambulances uitrukken. Dat is verantwoord in bijlage 4 bij het Akoestisch onderzoek actviteitenbesluit ambulancepost Amersfoort d.d. 11 november 2022 (zie paragraaf 7.3). Ervan uitgaande dat iedere ambulance na een uitruk terugkeert op de ambulancepost, bedraagt het aantal verkeersbewegingen als gevolg van de ambulanceritten 40 per etmaal.

In totaal is er dus sprake van 130 (90 + 40) vervoersbewegingen per etmaal. De intensiteit op de Middelhoefseweg is 410 motorvoertuigbewegingen per etmaal. Waneer daar 130 motorvoertuigbewegingen per etmaal bijkomen, bedraagt de totale etmaalintensiteit gemiddeld rond de 540 mvt/etm. De maximale theoretische afwikkelingscapaciteit van de Middelhoefseweg is 6000 mvt/etm (CROW). Daarmee blijft de gemiddelde verkeersgeneratie per etmaal ruim binnen de normen.
Vanaf het kruispunt Middelhoefseweg-Amsterdamseweg verspreidt het verkeer zich over diverse wegen (Amsterdamseweg, Birkstraat en Barchman Wuytierslaan).
De toename van het verkeer is aanvaardbaar.

Besluit van de gemeenteraad
Voor het afwijken van het bestemmingsplan is een verklaring van geen bedenkingen (artikel 2.12, lid 1 onder a.3 Wabo) van de gemeenteraad nodig. De raad heeft die verklaring op..........verleend.

Hoofdstuk 6 Beleidskaders

Vanwege de geringe omvang van het project wordt vooral het provinciaal en gemeentelijk beleid opgenomen in deze ruimtelijke onderbouwing. Het Rijksbeleid speelt alleen in het kader van de toets van de voorgestelde nieuwe ontwikkeling aan de Ladder voor Duuzame Verstedelijking.

6.1 Rijksbeleid

In het Besluit ruimtelijke ordening is de verplichting opgenomen om in het geval van een nieuwe stedelijke ontwikkeling in de toelichting een onderbouwing op te nemen van nut en noodzaak van die nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing daarvan. Hierbij wordt uitgegaan van de 'ladder voor duurzame verstedelijking'.
Artikel 3.1.6, tweede lid Bro luidt per 1 juli 2017 als volgt: De toelichting bij een bestemmingsplan (of in dit geval een projectbesluit) dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling. Als er aantoonbaar sprake is van een behoefte aan de betreffende voorziening, kan die worden gefaciliteerd. In het andere geval kan dat niet en moet die herontwikkeling worden uitgesteld tot het moment waarop de behoefte daaraan wel kan worden aangetoond. Ligt een plangebied of project in bestaand stedelijk gebied én voorziet de stedelijke ontwikkeling in een aantoonbare actuele behoefte dan wordt voldaan aan de Ladder van Duurzame Verstedelijking.

Een ambulancepost kan worden gezien als een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1.1. onder i van het Bro en dient daarom te worden getoetst aan de Ladder voor duurzame verstedelijking. Hier is sprake van een zeer specifieke functie, waarvoor een concrete behoefte bestaat. Ruim 20 jaar was de ambulancepost Amersfoort Centrum gehuisvest aan de Zonnehof. Vanwege de herontwikkeling van de gronden aan de Zonnehof moet een nieuwe locatie voor de ambulancepost worden gevonden. De locatie aan de Zonnehof was ook te klein en de nieuwere ambulances konden in verband met hun hoogte ook niet in het gebouw naar binnen rijden. Er is voor een periode van twee jaar een tijdelijke oplossing gevonden voor een ambulancepost aan de Nijverheidsweg-Noord op bedrijventerrein Isselt. In verband met de meest optimale uitrukomgeving ten opzichte van de andere posten elders in Amersfoort (met name Amersfoort-Noord) moest een definitieve locatie ergens in de omgeving van de tijdelijke post worden gevonden. Met de locatie aan de Middelhoefseweg is die loctie beschikbaar gekomen. Deze plek zorgt er voor dat de RAVU in de omgeving van Amersfoort-West bij spoedmeldingen binnen de daarvoor noodzakelijke aanrijtijden aanwezig kan zijn. De locatie is goed bereikbaar en ligt bij uitvaltwegen. Er is voldoende ruimte voor de eenheden en voor dagverblijf en kleedkamers. Parkeergelegenheid op eigen terrein is beschikbaar. Het is noodzakelijk dat de ambulances snel een zo groot mogelijk gebied kunnen bereiken. Na afweging blijkt de betreffende locatie (het meest) geschikt.

Vervolgens is de vraag in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden. In onderhavige situatie kan op basis van het provinciale beleid worden geconcludeerd dat de kavel is gelegen binnen het stedelijk gebied (zie paragraaf Provinciale Interim omgevingsverordening). Geconcludeerd kan worden dat het bouwen van de nieuwe ambulancepost een binnenstedelijke ontwikkeling betreft die inspeelt op een actuele behoefte. Dit project past daarom binnen de ladder voor duurzame verstedelijking.

6.2 Provinciaal beleid


Op 10 maart 2021 is de Omgevingsvisie Provincie Utrecht vastgesteld. De navolgende zeven beleidsthema's zijn daarin vastgelegd als beleidsthema's
:

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0007.png"
Het onderwerp 'Gezonde en veilige leefomgeving' loopt als een 'rode draad' door de verschillende thema's heen. Specifiek voor het voorliggende plan voor de nieuwbouw van een ambulancepost zijn de thema's 'Klimaatbestendig en waterrobuust", 'Duurzame energie' en 'Vitale steden en dorpen' het meest relevant. De eerstgenoemde thema's komen terug in Hoofdstuk 7 van deze ruimtelijke onderbouwing. Ten aanzien van het thema 'Vitale dorpen en steden' kan worden gesteld dat de nieuwe ambulancepost bijdraagt aan een duurzaam en gezond woon- en leefklimaat. Ten opzichte van de tijdelijke huisvesting aan de Nijverheidsweg-Noord verbetert het plan de kwaliteit van de werkomgeving van de post en vergroot het de mogelijkheden voor het stallen van voertuigen en zorgt het tesamen met de andere locaties van RAVU voor een goede spreiding en daarmee een goede bereikbaarheid van de voorzieningen in de stad en de regio.

Tegelijk met de Omgevingsvisie Provincie Utrecht is ook de Interim- omgevingsverordening van de provincie Utrecht vastgesteld. In de Interim omgevingsverordening staan de regels voor de fysieke leefomgeving. De omgevingsverordening bevat de juridische uitwerking van de plannen en ambities uit de provinciale omgevingsvisie. De Interim Omgevingsverordening is op 10 maart 2021 vastgesteld door Provinciale Staten en op 1 april 2021 in werking getreden. De verordening geldt totdat de Omgevingswet ingevoerd wordt.
In de verordening is het gebied van de projectlocatie voor de nieuwbouw van een ambulancepost aangewezen als 'stedelijk gebied'. In dergelijke gebieden zijn stedelijke functies toegestaan. In het provinciaal beleid zijn stedelijke functies als volgt aangeduid: functies die door de intensiteit van de bebouwing en gebruik, door afhankelijkheid van geconcentreerde infrastructuur en door de intensieve wisselwerking met andere functies primair is aangewezen op of verbonden is met aaneengesloten bebouwd gebied. De ambulancepost kan als een stedelijke functie worden beschouwd. De geplande nieuwbouw is daarmee in dat opzicht in overeenstemming met het provinciale beleid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0008.png"
afbeelding: kaart behorende bij de Interimverordening Provincie Utrecht


Specifiek voor het voorliggende plan van de ambulancepost zijn de navolgende artikelen uit de verordening relevant: artikel 4.1 Instructieregel bereikbaarheid en artikel 9.15 Instructieregel verstedelijking.

In artikel 4.1 staat dat een bestemmingsplan (of in dit geval een projectbesluit) waarin nieuwe ontwikkelingen zijn voorzien waarborgt dat knelpunten in de bereikbaarheid niet toenemen en bij voorkeur afnemen. Daarvoor bevat de motivering (of in dit geval de ruimtelijke onderbouwing) een (1) beschrijving van het aantal verplaatsingen die deze nieuwe ontwikkelingen tot gevolg hebben; (2) een beschrijving van de wijze waarop het plangebied wordt ontsloten voor de verschillende vervoerwijzen; (3) een analyse of er door het aantal verplaatsingen knelpunten op het omliggende (regionale) verkeers- en vervoersnetwerk voor de diverse vervoerwijzen kunnen ontstaan en (4) een analyse of de bereikbaarheid door de beoogde ontwikkelingen wordt verslechterd en of de reistijd significant toeneemt. Dit artikel geldt voor het gehele provinciale grondgebied. De onderbouwing ten aanzien van de bereikheid, de ontsluiting en de parkeersituatie is opgenomen in hoofdstuk 5 van deze ruimtelijke onderbouwing.

In artikel 9.15 staat dat een bestemmingsplan (of in dit geval een projectbesluit) dat betrekking heeft op locaties binnen Stedelijk gebied bestemmingen en regels kan bevatten voor verstedelijking. Al eerder is vastgesteld dat een nieuwe ambulancepost kan worden beschouwd als een stedelijke functie c.q. verstedelijking. Het voorliggende plan past in dat opzicht binnen de regels van de provinciale verordening.

 

6.3 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Amersfoort 2030
De gemeenteraad van Amersfoort heeft de Structuurvisie Amersfoort 2030 op 9 juli 2013 vastgesteld. In deze structuurvisie wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Amersfoort geschetst. In de Structuurvisie geeft Amersfoort onder meer aan haar vitaliteit te willen vergroten door de kenniseconomie te versterken, het woonklimaat nog aantrekkelijker te maken en het voorzieningenniveau op peil te houden. Bij dat voorzieningenniveau hoort een een adequate en efficiënte ambulancezorg.


Ontwerp-Omgevingsvisie 2030-2040
In de Ontwerp Omgevingsvisie 2030-2040 wordt gekozen voor inbreiden boven uitbreiden en het versterken van de kracht en aantrekkelijkheid van bestaande woonwijken en buurten. De Middelhoefseweg is in de visie aangewezen als bedrijventerrrein, waarbij de focus is gericht op behoud, intensiveren en profileren. Door te intensiveren wordt tegemoet gekomen aan de groeiende vraag naar bedrijfsruimten. Ook wordt ingezet op een sterkere profilering van bedrijventerreinen, zodat we deze vooral reserveren voor bedrijven die minder goed mengbaar zijn met woonwijken vanwege het specifieke gebruik, de ruimtebehoefte of de ligging (in dat geval nabij uitvalswegen). De keuze van de locatie aan de Middelhoefseweg ten behoeve van de ambulancepost is in overeenstemming met Structuurvisie Amersfoort 2030 en het Ontwerp van de Omgevingsvisie 2030-2040.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0009.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0010.png"

afbeeldingen: kaartbeelden Ontwerp Omgevingsvisie 2030-2040

Locatiespecifiek
Het college heeft de gemeenteraad op 28 september 2022 geinformeerd dat met de RAVU overeenstemming is bereikt dat de nieuwe ambulancepost langs de Middelhoefseweg aan de Amsterdamseweg komt. Bij het vinden van een nieuwe locatie voor de RAVU is gezocht naar een plek die centraal genoeg ligt om enerzijds de noodzakelijke aanrijtijden te halen en zich anderzijds niet midden in een woonwijk bevindt, om overlast zo veel mogelijk te beperken. In een collegebericht aan de raad d.d. 15 maart 2023 is de raad geinformeerd over de ingekomen aanvraag omgevingsvergunning.


Nota parkeernormen Amersfoort
Parkeernormen worden gebruikt om te berekenen hoeveel parkeerruimte nodig is. De normen zijn alleen van toepassing op (nieuwe) ontwikkelingen waarvoor een omgevingsvergunning vereist is. Het gebruik van juiste parkeernormen draagt bij aan een goed leef- en woonklimaat. Voldoende parkeerplaatsen voorkomen parkeeroverlast. In hoofdstuk 5 is onderbouwd dat wordt voldaan aan de Nota Parkeernormen Amersfoort.

Conclusie beleid
Voorliggend project maakt het bouwen van een ambuloancepost aan de Middelhoefseweg mogelijk. Het bouwen van deze post past binnen de verschillende beleidskaders. Vanuit deze kaders zijn er geen belemmeringen voor het project.

Hoofdstuk 7 Omgevingsaspecten

7.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de omgevingsaspecten besproken die van belang zijn voor het projectgebied. Vanwege de beperkte ontwikkeling ten opzichte van de geldende planologische mogelijkheden is ook de omvang van dit hoofdstuk beperkt.

7.2 Luchtkwaliteit

In de Wet milieubeheer zijn de luchtkwaliteitseisen opgenomen. Daarnaast zijn eisen opgenomen in het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (Besluit NIBM) en de bijbehorende ministeriele Regeling niet in betekende mate bijdragen (Regeling NIBM). In die laatstgenoemde regeling is een lijst met categorieën van (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden.
Bij ieder (ruimtelijk) project moet toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit plaatsvinden. Uitgangspunt is dat de luchtkwaliteit niet verslechtert c.q. dat het project 'niet in betekenende mate' (NIBM), d.w.z. hoogstens 3%, bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Deze grens wordt concreet gelijk gesteld aan een woonwijk van 1.500 woningen bij één ontsluitingsweg dan wel als er sprake is van een BVO van maximaal 100.000 m2.

Er is onderzoek gedaan naar luchtkwaliteit (18 oktober 2022- memo Luchtkwaliteit RAVU Middelhoefseweg). Dit onderzoek is toegevoegd aan de bijlagen bij deze ruimtelijke onderbouwing. In het onderzoek wordt overwogen, dat de bouw van een ambulancepost niet is aan te merken als een gevoelige functie in het kader van het Besluit gevoelige bestemmingen. Voor het plan is de NIBM-tool ingevuld. Daarbij zijn de voertuigbewegingen gebaseerd op de verkeersgeneratie volgens de in deze ruimtelijke onderbouwing opgenomen verkeers- en parkeerparagraaf. Het gemiddeld aantal voertuigbewegingen per weekdag bedraagt 130 (waarvan 40 bestaande uit ambulances). De 40 ambulance bewegingen zijn opgenomen onder het aandeel vrachtverkeer. Uit de NIBM-tool komt naar voren dat het project niet in betekende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Nader onderzoek in het kader van de luchtkwaliteit is dan ook niet noodzakelijk.

 

7.3 Geluid

De nieuwe ambulancepost is op zichzelf geen geluidgevoelige bestemming als bedoeld in de Wet geluidhinder. De geluidsbelasting vanuit de omgeving (omliggende wegen en/of spoorbaan) op de post hoeft dan ook niet onderzocht te worden. Dat neemt niet weg, dat er wel akoestisch onderzoek moet worden gedaan naar geluidsbelasting van de activiteiten van de ambulancepost op de gevels van nabijgelegen woningen. Dat is gebeurd in de rapportage Akoestisch onderzoek actviteitenbesluit ambulancepost Amersfoort d.d. 11 november 2022. Deze rapportage is toegevoegd aan de bijlagen bij deze ruimtelijke onderbouwing.

In de rapportage is de berekende geluidbelasting van de ambulancepost op de gevels van de omliggende woningen getoetst aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Verder is getoetst aan de zogenaamd 'schrikkelcirculaire' vanwege het verkeer van en naar de ambulancepost en is in de rapportage aandacht besteed aan het aspect "goede ruimtelijke ordening".

 

In de geluidsrapportage wordt geconcludeerd dat de vestiging van de ambulancepost aan de Middelhoefseweg als inrichting voldoet aan de wetgeving. Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau is laag, het maximaal geluidniveau is ook laag als ervan wordt uitgegaan dat de sirene niet wordt ingeschakeld op het terrein van de inrichting. Het gebruik van de sirene is daar ook niet nodig.

Wat betreft het verkeer van en naar de inrichting wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Het verkeer van en naar de inrichting leidt tot een etmaalwaarde van Letm=48 dB(A). Deze waarde wordt beoordeeld in het kader van een goede ruimtelijke ordening.
Het maximale geluidniveau is uitgezonderd van toetsing. Op grond van het Activiteitenbesluit (artikel 2.22) blijft bij het bepalen van het maximaal geluidsniveau L Amax het geluid als gevolg van het uitrukken van motorvoertuigen ten behoeve van ongevallenbestrijding, spoedeisende medische hulpverlening, brandbestrijding en gladheidbestrijding en het vrijmaken van de weg na een ongeval buiten beschouwing. Het maximale geluidniveau bedraagt ten hoogste Lmax= 89 dB(A). Dit niveau is hoog, maar hier geldt het maatschappelijk belang van gezondheidszorg in combinatie met de wetenschap dat het gaat om gemiddeld iets meer dan één rit per nacht. Dat is de periode waarin de overlast zich kan voordoen. In de dagperiode en in de avondperiode zijn er wat meer spoedritten, maar de hinder zal dan beperkt zijn.

Gelet op de genoemde belangen, en het feit dan een ambulancepost vanwege de aanrijdtijden altijd in de directe nabijheid van stedelijke gebieden moet zijn gelegen is er sprake van een goede ruimtelijke ordening.

7.4 Bodem en Niet Gesprongen Explosieven

Bodem 
Volgens het Besluit ruimtelijke ordening moet onder meer een onderzoek worden gedaan naar de bodemgesteldheid van het projectgebied. In het projectgebied is een bodemsanering uitgevoerd. De locatie is daarmee geschikt voor bebouwing. De evaluatierapportage van die bodemsanering (Aveco de Bondt, 27 mei 2014) met de bijlagen is toegevoegd aan de bijlagen bij deze ruimtelijke onderbouwing.

Niet Gesprongen Explosieven
De gemeente Amersfoort heeft een historisch onderzoek laten uitvoeren naar de risico's van de aanwezigheid van NGE binnen de gemeentegrenzen. Hieruit blijkt dat weliswaar op veel plaatsen in de stad een risico bestaat om NGE aan te treffen uit de Tweede Wereldoorlog, maar de projectlocatie aan de Middelhoefseweg is niet verdacht op de aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten. Op dit punt zijn dan ook geen nadere maatregelen nodig. Daarmee vormt het aspect NGE geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling ter plaatse van de projectlocatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0011.png"
afbeelding: risicokaart niet gesprongen explosieven

7.5 Bedrijven en Millieuzonering

Milieuzonering is een instrument dat helpt bij het afwegen en verantwoorden van keuzes aangaande nieuwe woningbouw- en bedrijvenlocaties en beperkt zich tot milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie. Het gaat hierbij om de milieuaspecten: geluid, geur, stof en gevaar, waarbij de belasting afneemt naarmate de afstand tot de bron toeneemt. Om ervoor te zorgen dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand van bedrijven gesitueerd worden en dat nieuwe bedrijven een passende locatie in de nabijheid van woningen krijgen, is de handreiking 'Bedrijven en milieuzonering' opgesteld. Door toepassing te geven aan deze handreiking wordt zoveel mogelijk voorkomen dat woningen hinder en gevaar ondervinden van bedrijven. In de handreiking zijn richtafstanden opgenomen voor een scala aan milieubelastende activiteiten.

In de handreiking 'Bedrijven en Milieuzonering' zijn geen ambulanceposten opgenomen, maar wel brandweerkazernes die vallen in milieuycategorie 3.1 met een hinderafstand van 50 meter (en 30 meter in een gemengd gebied) voor geluid ten opzichte van omliggende geluidgevoelige functies, zoals woningen. Een ambuancepost is vergelijkbaar met een brandweerkazerne. Binnen de afstand van 50 meter zijn geen geluidgevoelige objecten aanwezig. Hiermee kan worden geconcludeerd, dat de nieuwe bambulancepost vanuit het aspect 'bedrijven en milieuzonering'inpasbaar is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0012.png"

afbeelding: richtafstanden bedrijven en milieuzonering

7.6 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over de risico's voor mens en milieu bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen en het gebruik of de opslag van gevaarlijke stoffen bij inrichtingen. Er is een inventarisatie uitgevoerd van de externe veiligheidsrisico's in verband met de bouw van de ambulancepost (quickscan externe veiligheid d.d.12 oktober 2022). Deze quickscan is toegevoegd aan de bijlagen bij deze ruimtelijke onderbouwing. Voor het voorliggende plan zijn relevant het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor en lokaal transport over de N199. Bij een incident op het NS-emplacement op grotere afstand kunnen ook effecten plaatsvinden tot over de projectlocatie. Die effecten zijn identiek aan de risico's van het doorgaande spoor en veranderen de conclusies van de rapportages over externe veiligheid niet.

De verschillende risico's zijn conform de Handleiding risicoanalyse transport berekend in de studie RBM berekening spoor externe veiligheid Middelhoefseweg d.d. 12 oktober 2022. Ook deze studie is toegevoegd aan de bijlagen bij deze ruimtelijke onderbouwing. Voor de spoorlijn (route 30) is een PR 10-6 contour van 1 meter en een PAG (plasbrandaandachtsgebied) van toepassing. Op grond van de ruimtelijke scheiding tussen de post en het spoor vormen deze beide aspecten geen belemmering voor de planontwikkeling. Naast het plaatsgebonden risico is de hoogte van het groepsrisico een aandachtspunt bij het plan voor de ambulancepost. Ten opzichte van de huidige situatie neemt in de nieuwe situatie het aantal personen in het gebied in de dagperiode toe met 34 personen en in de nachtperiode met 9 personen. Het groepsrisico overschrijdt de oriëntatiewaarde in de huidige situatie niet, maar bedraagt echter wel meer dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. Als gevolg van het plan voor de bouw van de ambulancepost is geen sprake van een rekenkundige toename van de hoogte van het groepsrisico. De voorgenomen planontwikkeling heeft daarmee geen invloed op de hoogte van het groepsrisico.

Overeenkomst artikel 8 van het Bevt dienen de risico's als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor (BLEVE en toxisch scenario) meegenomen te worden in een beperkte verantwoording van het groepsrisico. Dat is gebeurd in de rapportage 'Beperkte verantwoording groepsrisico' d.d. 14 oktober 2022/14 april 2023. Die rapportage is toegevoegd aan de bijlagen bij deze ruimtelijke onderbouwing. In de rapportage wordt geconcludeerd dat vanuit het aspect externe veiligheid geen aanvullende randvoorwaarden van toepassing zijn op het plan. Binnen het gebied van het voorliggende plan zullen alleen personen aanwezig zijn die voldoende zelfredzaam zijn. Het plan wordt vanuit het aspect externe veiligheid dan ook uitvoerbaar geacht. In het ontwerp is (in verband met het vrijkomen van schadelijke of giftige stoffen) het aanbrengen van een handmatige afsluiter bij de toepassing van mechanische ventilatie meegenomen. Zo kan indien nodig in het gebouw worden geschuild als stoffen daadwerkelijk vrijkomen.

Het voornemen om aan de Middelhoefseweg een ambulancepost te bouwen zal ook voor advies worden voorgelegd aan de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Het advies van de VRU met betrekking tot bereikbaarheid en bestrijdbaarheid van een ramp wordt indien nodig nog meegenomen in deze ruimtelijke onderbouwing.

7.7 Flora en fauna

Om te beoordelen wat de effecten zijn van de nieuwbouw van een ambulancepost op beschermde flora en fauna (soortenbescherming), beschermde natuurgebieden (gebiedsbescherming) en/of beschermde houtopstanden, is een quick-scan ecologie uitgevoerd, Deze quick-scan d.d.11 november 2022 (herzien 14 april 2023) is toegevoegd aan de bijlagen bij deze ruimtelijke onderbouwing.

Geconcludeerd wordt dat het realiseren van een ambulancepost (waarvoor een greppel en een rij dunne boswilgen verwijderd dienen te worden) uitvoerbaar is zoals voorgeschreven in de Wro (art. 3.1.6 Bro). De beoogde ruimtelijke ingreep leidt niet tot overtreding van verbodsbepalingen uit de Wet natuurbescherming omtrent soortenbescherming, gebiedsbescherming en houtopstanden.
Parallen aan de Amsterdamsweg wordt een nieuwe greppel gegraven. Op de toekomstige locatie van de ambulancepost zijn twee lijnvormige groenstructuren aanwezig die door vleermuizen worden gebruikt als migratieroute vanaf de vleermuistunnel (bunker) in aan de Amsterdamseweg naar het westelijk gelegen buitengebied.
Eén van die structuren wordt onderbroken door de nieuwbouw van de ambulancepost. Daarom is er voor gekozen om de te handhaven noordelijke groenstrook te versterken door middel van het aanplanten van inheemse (struikvormende) soorten. Hierdoor wordt gewaarborgd dat vleermuizen vanaf de bunker het buitengebied ten westen van de planlocatie onverstoord kunnen bereiken en vice versa. Hiervoor wordt ook de huidige verlichting geminimaliseerd door deze af te schermen richting de groenstructuur. Noodzakelijke verlichting van de ambulancepost zal zo worden toegepast dat vleermuizen hier geen hinder van ondervinden.
De nieuwe inrichting van het projectgebied is beschreven in het Groen- en waterplan Middelhoefseweg. Dit plan is toegevoegd aan de bijlagen bij deze ruimtelijke onderbouwing.

Nieuwe inrichting gebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0013.png"

Belangrijk is dat bij de nieuwe inrichting van het plangebied en tijdens de werkzaamheden aanvullende maatregelen worden getroffen.
(1) In de nieuwe inrichting van het plangebied wordt rekening gehouden met grondgebonden zoogdieren en vliegroutes van vleermuizen. De hoeveelheid verlichting richting de te behouden groenstructuur wordt verminderd (afgeschermd), en noodzakelijke verlichting zal alleen richting de ambulancepost schijnen. De te behouden groenstructuur wordt versterkt door aanplant van inheemse (struikvormende) soorten om een geschikte vliegroute te waarborgen.
(2) Tijdens de werkzaamheden moet voorzichtig worden gehandeld met alle voorkomende flora en fauna (algemene zorgplicht).
(3) Wanneer ondanks zorgvuldig handelen, onderzoek en advies schade lijkt te ontstaan voor beschermde flora en fauna, dient direct contact opgenomen te worden met een ter zake deskundige.
(4) Eventueel aanwezige vegetatie of bodemmateriaal (takken, stronken) voorafgaand aan de werkzaamheden gefaseerd verwijderen. Dit om grondgebonden dieren de kans te bieden zelfstandig de planlocatie te verlaten.
(5) Er wordt gelegenheid gegeven aan dieren, die tijdens de werkzaamheden worden gevonden, te vluchten of zich te verplaatsen naar een schuilplaats buiten het bereik van de werkzaamheden.
(6) De planlocatie tijdens de werkzaamheden en in de nieuwe situatie bij voorkeur niet verlichten en in de periode april-oktober de werkzaamheden tussen zonsopgang en zonsondergang uitvoeren (buiten schemerperiodes). Mocht verlichting noodzakelijk zijn hierbij een vleermuisvriendelijke verlichtingswijze toepassen (amberkleurig licht, lichtbundel nederwaarts richten, toepassen geconvergeerde lichtbundel).
(7) De kapwerkzaamheden opstarten of uitvoeren buiten het broedseizoen van vogels (indicatief medio maart t/m medio juli). Als dit niet mogelijk is dienen de potentiële nestlocaties van algemene broedvogels ruim voorafgaand aan het broedseizoen ongeschikt of ontoegankelijk gemaakt te worden. E.e.a. op aanwijzing van deskundige. Als werkzaamheden in het broedseizoen worden uitgevoerd die mogelijk resulteren in het wegnemen of verstoren van broedgevallen dient voor aanvang door een ter zake deskundig gecontroleerd te worden of er broedvogels aanwezig zijn.

Wet natuurbescherming - stikstofdepositie
Bij een ontwikkeling dient als onderdeel van de planologische procedure gemotiveerd te worden dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Eén van de onderwerpen van een goede ruimtelijke ordening is het effect van een project op nabijgelegen natuurgebieden. Er kunnen nadelige effecten optreden als gevolg van te veel stikstofdepositie vanuit een project op nabijgelegen natuurgebieden.De aanwezige flora en fauna kan zodanig beïnvloed worden door een te grote toename van stikstof dat aanwezig beschermde soorten in hun voortbestaan bedreigt worden. Om te bepalen of deze effecten beneden de norm (0,00 mol/ha/j) blijven bij het verlenen van een omgevingsvergunning is een Aeriusberekening nodig. Dat is gebeurd in de Aerius-berekening (Aeriuscalculator update januari 2023) van 14 oktober 2022/14 april 2023. Deze berekening is toegevoegd aan de bijlagen bij deze ruimtelijke onderbouwing. Uit de berekening blijkt dat voorliggend plan in de bouw- en de gebruiksfase beneden de norm van 0,00 mol/ha/j stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NO3) op nabijgelegen Natura 2000-gebieden blijft. Er kan dan ook worden geconcludeerd dat het planvoornemen geen negatieve gevolgen zal hebben op nabijgelegen Natura 2000-gebieden. Een natuurvergunning in het kader van de Wet natuurbescherming is dan ook niet noodzakelijk. Het aspect stikstofdepositie vormt daarmee geen belemmering voor de uitvoering van het project.

Groencompensatiebeleid

Op 31 mei 2022 is het groencompensatiebeleid vastgesteld door de gemeenteraad. Het doel van het groencompensatiebeleid is het behoud en versterken van de groene waarden, het vergroten van de biodiversiteit van kenmerkende plant- en diersoorten en transparante regels voor initiatiefnemers. Volgens het beleid moet een stappenplan worden doorlopen om een initiatief te toetsen. Voor het voorliggende plan is dat gedaan in de notitie Groen Ravu Middelhoefseweg d.d.16 december 2022/18 april 2023. Deze notitie is toegevoegd aan de bijlagen bij deze ruimtelijke onderbouwing.

Uit de notitie blijkt dat wordt voldaan aan het gemeentelijke groencompensatiebeleid als een aantal maatregelen worden getroffen. Op omgevingsniveau gaat het daarbij om (1) de toepassing van een 80 cm hoge haag met een lengte van 128 meter; (2) de toepassing van in totaal 992 m2 aan halfverharding; (3) het toevoegen van 6 nieuwe inheemse hoogstambomen; (4) de toepassing van een muur met muurplanten van 10 meter; (5) de toepassing kruiden en faunarijk grasland van minimaal 75 m2 en (6) het gebruik van inheems plantenmateriaal. Deze maatregelen in samenhang met maatregelen op gebouwniveau (gevelgroen, groen dak en het vermijden van lichtuitstraling naar de omgeving toe) en verblijfsniveau (nestvoorzieningen) zorgen voor voldoende compensatie van groen.
Door middel van het verbinden van een voorwaarde aan de vergunning wordt geborgd dat deze maatregelen worden getroffen en in stand worden gehouden.

7.8 Water en watertoets

Bij een ruimtelijke ontwikkeling moeten de belangen van de waterhuishouding vroegtijdig worden meegenomen. In een bij de bijlagen van deze ruimtelijke onderbouwing gevoegde notitie (Waterhuishouding RAVU Middelhoefseweg d.d. 30 januari 2023/18 april 2023) is daarover een beschrijving opgenomen. Geconcludeerd wordt dat het voorliggende plan geen waterschapbelangen raakt. Er is geen toename in verharding. Daarnaast wordt er in het plan een sedumdak en een ondergrondse infiltratievoorziening toegepast waardoor versnelde afvoer van hemelwater wordt voorkomen. Hieruit volgt dat negatieve gevolgen voor het watersysteem niet aan de orde zijn en het plan vanuit het aspect water uitvoerbaar is.

De duurzaamheidsambities binnen de gemeente Amersfoort zijn voor nieuwbouw hoog. De ambities van de gemeente Amersfoort zijn te vinden in het Convenant Duurzame Woningbouw provincie Utrecht. De gemeente heeft daarin getekend voor niveau goud. Daarnaast zijn in de gemeentelijke Leidraad duurzame nieuwbouw Amersfoort verdere handvatten gegeven op de thema's Energie(transitie), Klimaatadaptatie (hittestress in de stad, ecologie en water) en Circulaire economie.

Klimaatadaptatie/klimaatbestendige bouw

In de Richtlijn Klimaatbestendige Bouw (2020) roept de gemeente initiatiefnemers van bouwprojecten op om zoveel mogelijk rekening te houden met de veranderingen in het klimaat. De richtlijn is bedoeld om meer grip te krijgen op klimaatadaptatie in ontwikkelgebieden, bij vervangingsopgaven en groot onderhoud. In het Handboek inrichting openbare ruimte staan uitgangspunten en ambities genoemd. In deze richtlijn zijn deze ambities uitgewerkt in doelgerichte inhoudelijke/fysieke richtlijnen. Deze doelen zijn toepasbaar in de hele gemeente en zijn zo beschreven dat deze ruimte laten om te zoeken naar de beste oplossing, op elke specifieke plek. Er worden richtlijnen gegeven voor de volgende klimaatthema’s: wateroverlast, droogte, hitte, waterveiligheid en biodiversiteit.

Wateroverlast en droogte - Ten gevolge van klimaatverandering neemt de kans op extreme neerslag toe, met name in de zomer. Om de kans op overlast en schade te beperken wordt een sedumdak toegepast als waterbergend onderdeel van het bouwwerk. Daarnaast worden graskeien toegepast om het hemelwater te verwerken. Door deze toepassingen kan het hemelwater in 24 uur worden vastgehouden en worden geïnfiltreerd zonder dat de neerslag een te grote impact heeft op het (omliggende) plangebied.Door klimaatverandering worden al hoge grondwaterstanden in de winters hoger. Van nature is in delen van Amersfoort de grondwaterstand van dergelijke hoogte dat in de winterperiode overlast voorkomt in o.a. kruipruimten, souterrains of natte tuinen. De gemiddelde grondwaterstand in en rondom het plangebied bedraagt circa 3,20 meter boven NAP. De gemiddeld hoogste grondwaterstand bedraagt 3,55 meter boven NAP.Naast hogere grondwaterstanden en extreme neerslag ontstaan door klimaatverandering langere perioden van droogte. Een gevolg van droogte is dat watergangen kunnen uitzakken, waardoor de waterkwaliteit en de levende organismen in het water nadelig worden beïnvloed.
In het voorliggende plan is sprake van het toepassing van graskeien en een sedumdak. Door deze toepassingen kan de neerslag vertraagd infiltreren.

Hittestress -Het projectgebied valt niet in een gebied waarbij veel 75-plussers aanwezig zijn, waardoor openbare toegankelijke koele plekken met een lagere gevoelstemperatuur dan elders in de omgeving niet gerealiseerd hoeven te worden. Door groen toe te passen op het dak wordt de bovenplanse structuur voor verkoeling van de stad aangevuld met een groene ventilatiezone, omdat het sedumdak als verkoelend element werkt. Eveneens zal de toepassing van graskeien en groen zorgen voor minder opwarming van de verharding. De werkomstandigheden binnen het gebouw worden als goed beschouwd, er zijn geen nadere aandachtspunten voor hittestress.


Biodiversiteit - In de huidige situatie bestaat het projectgebied uit een parkeerterrein met een aantal groenstroken. Uit het uitgevoerde ecologisch onderzoek |(zie hoofdstuk 7.7. Flora en fauna) blijkt dat het projectgebiued geen essentiële functie heeft voor plant- en diersoorten. Voorliggend plan gaat uit van een groen en klimaatadaptief ontwerp. Op gebouwniveau zullen maatregelen voor diersoorten worden toegepast, zoals nestkasten. Ook wordt kruidenrijk gras toegepast en een haag als perceelafscheiding opgenomen. Tezamen met de toepassing van een sedumdak draagt het plan bij aan het vergroten en versterken van de biodiversiteit.

Watertoets

Eén van de instrumenten om het nieuwe waterbeleid voor de 21e eeuw vorm te geven is de watertoets. Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Over het voorliggende bouwplan is op 5 december 2022 advies gevraagd aan het Waterschap Vallei en Veluwe. Het waterschap staat positief tegenover het plan voor de bouw van de ambulancepost en heeft daarvoor op 10 januari 2023 een positief advies afgegeven.

7.9 Duurzaamheid

De gemeentelijke ambities ten aanzien van duurzaam bouwen zijn te vinden in het Convenant Duurzame Woningbouw provincie Utrecht. In dat kader heeft de gemeente 'getekend' voor niveau goud. Daarnaast zijn in de Leidraad duurzame nieuwbouw Amersfoort verdere handvatten gegeven op de hoofdthema's Energie(transitie), Klimaatadaptatie (hittestress in de stad, ecologie en water) en Circulaire economie. Het Convenant geldt niet voor de bouw van een ambulancepost. Dat is immers geen woningbouw. Dat neemt niet weg dat in het plan is gezocht naar een zo goed mogelijke duurzame prestatie. Daarbij is -vanwege budgettaire beperkingen- gekozen voor een nadruk op een zo goed mogelijke energetische prestatie.

Energie
Voor de kantoor- en bijeenkomstruimten in het gebouw geldt dat moeten voldaan aan de eisen voor Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG) volgens NTA8800. Volgens die eisen zouden 4 PV-panelen verplicht zijn. De ambitie van de gemeente is dat alle nieuwbouw energieneutraal. Dat wil zeggen dat alle gebouwgebonden energie duurzaam wordt opgewekt. Uit de BENG-berekening voor het gehele gebouw blijkt dat het pand met in totaal 198 PV-panelen energieneutraal is. Daarmee voldoet het aan de ambities van de gemeente.             afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0014.png"                                                                                      

Circulariteit
Er moet meer circulair en milieuvriendelijker gebouwd worden en minder verspilling worden veroorzaakt. Per saldo zijn PV-panelen en isolatie duurzame maatregelen die binnen enkele jaren 'milieutechnisch' worden terugverdiend. In het voorliggende plan is gekozen voor een dikkere isolatielaag en veel meer PV-panelen dan wettelijk verplicht is. Alleen voor de kantoor- en bijeenkomstruimten in het gebouw (de verdieping) geldt dat moeten voldaan aan de eisen voor de milieuprestatie van het gebouw (MPG < €1,0 /m2BVO). De MPG voor de verdieping, inclusief de eisen de 4 PV-panelen die vereist zijn vanuit de BENG-eisen (exclisief fundering) is 0.746. Als daar een default fundering bij opgeteld wordt is de MPG 0,846. Dit is respectievelijk 34% en 18% beter dan de eis.

Circulair bouwen gaat naast een bewuste materiaalkeuze (voorkomen giftige materialen, gebruik biobased etc.) over het benutten van eerder gebruikt materiaal, het losmaakbaar maken van bouwdelen (voor hergebruik in de toekomst) en het maken van materiaalpaspoorten (borgen van data over de gebruikte materialen). Vanuit de onderhoudbaarheid, kostenoverwegingen en de grootte van de overspanningen is het aandeel biobased en hergebruikt materiaal beperkt tot ca. 15 % (in kg's van het totale gebouw). Een groot deel van het gebouw bestaat uit een industrieel bouwsysteem dat zoveel mogelijk met bouten in elkaar wordt gezet. Bij de selectie van de aannemer zal worden afgesproken dat van alle ingekochte producten in ieder geval de documentatie zal worden verzameld. Hiermee is in de toekomst van bijvoorbeeld de binnendeuren terug te vinden welk merk en welke akoestische waarde de deuren hebben. Dit is nuttig als er ooit een nieuw leven voor de bouwdelen gevonden moet worden.

Klimaatadaptatie, groen en biodiversiteit
Amersfoort heeft met de Richtlijn Klimaatbestendige bouw handvatten gegeven om risico's op dit thema te beperken. Er wordt van nieuwbouw verwacht dat o.a. wateroverlast wordt voorkomen volgens het principe 'vasthouden – bergen – afvoeren'. Er moeten berekeningen worden gemaakt die onderbouwen dat er met de verschillende (extreme) neerslagsituaties rekening is gehouden. Het hemelwater wordt op locatie opgelost binnen het plangebied van circa 3.174 m2.

Het plangebied bestaat in de huidige situatie grotendeels uit verharding. Het verhard oppervlak zal met het plan voor de ambulancepost afnemen.
Het plangebied valt deels over een droogvallende sloot. Ten westen en noordoosten zijn twee C-watergangen aanwezig. Deze watergangen worden onderhouden door aangrenzende eigenaren. Voorliggend plan heeft geen invloed op het onderhoud en functioneren van deze twee C-watergangen. De droogvallende sloot heeft een waterbergende functie, maar (volgens de legger) geen essentiële functie voor het waterhuishoudkundige systeem. In verband met de bouw van de ambulancepost zal de droogvallende sloot worden verlegd, waarbij die wordt doorgetrokken evenwijdig aan de Amsterdamseweg. Door het verleggen van de sloot ontstaat een beter indeelbaar en bruikbaar gebied, zonder vermindering van het waterbergend vermogen van de sloot.

De afname van verharding houdt verband met de toepassing van een sedumdak en het aanbrengen van waterdoorlatende verhardingen (graskeien). Het sedumdak van 840 m2 houdt water vast en zorgt voor een vertraagde afvoer van het hemelwater en niet een directe afvoeren naar de riolering of het oppervlaktewater.
Naast hogere grondwaterstanden en extreme neerslag ontstaat door klimaatverandering ook langere perioden van droogte. Door de vertraagde afvoer wordt voorkomen dat door droogte watergangen kunnen uitzakken en de waterkwaliteit en de levende organismen in het water nadelig worden beïnvloed. Bovendien verminderd dit de hittestress in het gebied. Er wordt tevens een buffer toegepast (Rockflow type WM2005 van 100 cm hoog, 67 m2  = 63,7 m3 aan waterberging), waarmee in 12 uur tijd 134 m3 water geïnfiltreerd kan worden.
Het plan voldoet daarmee aan het principe om voldoende hemelwater binnen het plangebied vast te houden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0015.png"

Overzicht energie en MPG  

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.OV00098-0301_0016.png"

7.10 (Vormvrije) M.e.r.-beoordeling

Het Besluit milieueffectrapportage is van belang om te kunnen bepalen of bij de voorbereiding van een plan of een besluit een m.e.r.-(beoordelings)procedure moet worden doorlopen. In de bijlage, onderdeel C, van het Besluit m.e.r. zijn activiteiten, plannen en besluiten opgenomen waarvoor het doorlopen van de m.e.r. verplicht is. Voor activiteiten genoemd in onderdeel C van het Besluit m.e.r. geldt een directe m.e.r.-plicht. Het planinitiatief komt niet in onderdeel C voor. Daarmee is geen sprake van een wettelijke verplichting tot het doorlopen van de uitgebreide m.e.r.-procedure

Het planinitiatief is in te delen in categorie 11.2 'stedelijk ontwikkelingsproject' uit onderdeel D van het Besluit m.e.r. Dit houdt in dat een m.e.r.-beoordeling moet plaatsvinden als de activiteit betrekking heeft op (1) een oppervlakte van 100 hectare of meer; (2) een aaneengesloten gebied van 2.000 of meer woningen omvat of (3) een bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m2 of meer. De oppervlakte van het projectgebied bedraagt ongeveer 3.174 m2. De nieuwe ambulancepost heeft een bedrijfsvloeroppervlakte ruim onder de grens van 200.000 m2. Het initiatief ligt daarmee onder de drempelwaarden zoals hierboven opgesomd. Er is in deze zin geen sprake van een m.e.r.-beoordelingsplicht.


Hoewel geen sprake is van een wettelijke verplichting tot het doorlopen van de uitgebreide m.e.r.-procedure en de m.e.r.-beoordeling, geeft de Wet milieubeheer aan dat voor de geplande activiteiten wel een vormvrije m.e.r.-beoordelingsplicht van toepassing is. Deze beoordeling moet worden uitgewerkt in een 'aanmeldnotitie'. Bij een dergelijke beoordeling moet dan worden gekeken of het plan geen belangrijke nadelige gevolgen heeft voor het milieu die alsnog aanleiding kunnen geven tot het doorlopen van de uitgebreide procedure. Er wordt dan getoetst aan de criteria zoals opgenomen in bijlage III bij de Europese richtlijn 'betreffende de milieubeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten'.

In de bijlagen van deze ruimtelijke onderbouwing is de aanmeldnotitie vormvrij m.e.r.-beoordeling (23 februari 2023/14 april 2023) opgenomen. Daarin is getoetst of op basis van de criteria die zijn genoemd in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling een m.e.r.-beoordeling uitgevoerd moet worden. Het gaat hierbij om de volgende criteria:
- de kenmerken van het project;
- de plaats van het project en
- de kenmerken van het potentiële effect.


In de aanmeldnotitie wordt geconcludeerd, dat gezien de aard van het plan, de relatieve omvang van het plan en de zorgvuldigheid waarmee dit ingepast wordt, het uitgesloten is dat het belangrijke nadelige gevolgen met zich meebrengt voor het milieu. De milieugevolgen zijn in de uitgevoerde milieuonderzoeken en in deze aanmeldnotitie voldoende in beeld gebracht. Daarmee is er geen aanleiding de uitgebreide m.e.r.-procedure te doorlopen in het kader van de planvorming van de ambulancepost aan de Middelhoefseweg in Amersfoort.
 
Burgemeester en wethouders hebben op 4 mei 2023 besloten dat voor de bouw van de ambulancepost geen milieueffectrapportage hoeft te worden opgesteld.  Dat besluit is toegevoegd aan de bijlagen bij deze ruimtelijke onderbouwing.

7.11 Archeologie en cultuurhistorie

Op basis van het geldende bestemmingsplan (Veegplan B 2017) wordt de projectlocatie beschouwd als een gebied met een lage archeologische verwachting en zijn de gronden (mede) bestemd voor Waarde-Archeologie 4. Op basis van deze dubbelbestemming is een archeologisch onderzoek benodigd indien de bodemingrepen dieper zijn dan 30 cm en de totale oppervlakte van het bouwplan meer bedraagt dan 10.000 m2. In het voorliggende geval bedraagt de oppervlakte van het bouwplan circa 1.700 m2. Hieruit volgt dat er geen archeologisch onderzoek nodig is.
Binnen de projectlocatie is geen bebouwing aanwezig. De locatie is niet aangewezen als rijks- provinciaal- of gemeentelijk monument of monumentaal gebied.
De aspecten archeologie en cultuurhistorie vormen daarmee geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling ter plaatse van de projectlocatie.

Hoofdstuk 8 Uitvoerbaarheid

8.1 Financiële uitvoerbaarheid

De projectlocatie is verkocht aan de RAVU. De kosten voor de realisering van het plan en de inrichting van het projectgebied komen geheel ten laste van de initiatiefnemer. De door de gemeente gemaakte en te maken plan- en apparaatskosten zijn begrepen in de verkoopprijs van de grond. Daarmee is het plan vanuit gemeentelijk perspectief financieel en economisch uitvoerbaar. Het vaststellen van een exploitatieplan is daarom ook niet nodig.

8.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

8.2.1 Wettelijk overleg

Op grond van de artikelen 6.18 Bor en 3.1.1. Bro wordt over een project overleg gepleegd met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Deze ruimtelijke onderbouwing is daarom voor commentaar toegestuurd aan de provincie Utrecht, het Waterschap Vallei en Veluwe, de gemeente Soest, de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD), de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) en de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort (SGLA).

Er is op 23 mei 2023 een reactie ontvangen van de gemeente Soest. Daarin wordt gewezen op het gezamenlijke voornemen van Soest en Amersfoort om in het kader van het project VERDER een fietspad aan de leggen vanuit Soest (Peter van de Breemerweg) langs het spoor via de Middelhoefseweg bij Superfun naar de Amsterdamseweg. Er wordt door Soest aangedrongen op een goede inhoudelijke afstemming tussen de bouw van de ambulancepost en de aanleg van het fietspad op de Middelhoefseweg.
De betrokken gemeenten zijn daarover met elkaar in overleg.

Op 25 mei 2023 heeft het Waterschap Vallei en Veluwe aangegeven dat kan worden ingestemd met het verlenen van een vergunning voor de ambulancepost aan de Middelhoefseweg.

Op 31 mei heeft de VRU over het plan voor de bouw van de ambulancepost geadviseerd. Geconcludeerd wordt dat de toegezonden ruimtelijke onderbouwing en met name de daarin opgenomen informatie over externe veiligheid volledig is en dat het groepsrisico daarin voldoende is verantwoord. Vanuit het oogpunt externe veiligheid ziet de VRU geen aanleiding om nader te adviseren over het planvoornemen.

8.2.2 Overleg met omwonenden

In oktober 2021 is een eerste inloopavond gehouden voor omwonenden van de locatie aan de Middelhoefseweg. Een aantal van de aanwezigen heeft bij die gelegenheid aangegeven geen voorstander te zijn van een ambulancestandplaats op deze locatie. Naast de verwachte overlast van bijvoorbeeld het geluid van de sirenes door de straat is aangegeven dat ook op andere punten overlast wordt ervaren in de buurt.
Door de gemeente is aangegeven dat niet tegemoet kan worden gekomen op het punt van de standplaats zelf. Wel is een overzicht gegeven van de maatregelen die kunnen worden getroffen ten aanzien van de andere overlast die door omwonenden wordt ervaren (met name ten aanzien van de overlast op de parkeerplaats, de verlichting van de sportvelden en het onderhoud van het omliggende gebied).


Op 22 november 2022 is een tweede inloopavond voor de buurt gehouden. Inmiddels was ook duidelijk dat door RAVU de wens is uitgesproken om met de nieuwe huisvesting meer zichtbaar te zijn vanaf de Amsterdamseweg en daarom is gekozen voor nieuwbouw op een kavel dichter bij het kruispunt ten zuiden van de Superfun (anders dan het aanvankelijke plan voor nieuwbouw ten noorden van Superfun langs het spoor). Voordeel van de nieuwe locatie is ook dat de ambulances sneller weg zijn vanaf de standplaats en iets sneller binnen zijn bij aankomst. Tijdens de bijeenkomst op 22 november werd duidelijk dat een aantal omwonenden nog steeds geen ambulancestandplaats wil aan de Middelhoefseweg, ook niet op de nieuwe locatie dichter bij het kruispunt met de Amsterdamseweg. Hoewel de gemeente begrip heeft voor de zorgen en bedenkingen van omwonenden en ook naar andere plekken is gekeken, is er binnen de grenzen van de gemeente geen betere locatie te vinden, die voldoet aan belangrijke voorwaarden ten aanzien van ligging, spreiding en aanrijtijden van een ambulancepost.

8.2.3 Terinzagelegging

Deze ruimtelijke onderbouwing heeft samen met de ontwerp-omgevingsvergunning, de ontwerp-verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad (4 juli 2023) en het ontwerp-besluit tot vaststelling van hogere waarden als bedoeld in de Wet geluidhinder vanaf 13 juli 2023 voor een ieder voor een periode van 6 weken ter inzage gelegen. Dit is voorgeschreven in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Algemene wet bestuursrecht. Er zijn gedurende deze termijn 12 zienswijzen ingediend.