direct naar inhoud van Regels
Plan: Paraplubestemmingsplan Parkeren 2023
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00225-0201

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het Paraplubestemmingsplan Parkeren 2023 met indentificatienummer NL.IMRO.0307.BP00225-0201 van de gemeente Amersfoort;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 plangebied

het gebied waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft;

1.4 verbeelding

de digitale verbeelding;

1.5 ruimtelijke plannen

alle bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen, wijzigingsplannen, en daarmee gelijk te stellen plannen en besluiten.

Artikel 2 Toepassingsregels

2.1 Herziene bestemmingsplannen

Met dit bestemmingsplan worden alle ruimtelijke plannen binnen het plangebied herzien.

2.2 Relatie met onderliggende plannen

De in artikel 3 van dit bestemmingsplan opgenomen regels gelden in aanvulling op c.q. in afwijking van de regels van de in lid 2.1 genoemde plannen voor wat betreft het onderwerp 'parkeren’ en 'laden en lossen', en laten de overige regels uit die plannen ongewijzigd.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 3 Algemene bouw- en gebruiksregels

3.1 Parkeren

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of het gebruiken van gronden of bouwwerken geldt dat:

  • a. een omgevingsvergunning slechts wordt verleend indien wordt voorzien in de aanleg van voldoende parkeergelegenheid;
  • b. het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de gronden waarop de onder a. bedoelde omgevingsvergunning betrekking heeft, slechts toegestaan is wanneer de onder a bedoelde parkeergelegenheid in stand wordt gehouden;
  • c. onder voldoende parkeergelegenheid als genoemd onder a. en b. wordt verstaan dat wordt voorzien in de aanleg en instandhouding van parkeergelegenheid, zoals vastgelegd in de gemeentelijke Nota Parkeernormen 2009, Beleidsregel Toepassing Parkeernormen 2021 en rechtsopvolgende beleidsregels inzake het parkeren zoals die gelden tijdens het indienen van de omgevingsvergunning;
3.2 Laden en lossen

Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien en in stand worden gehouden aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.

Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in sub a, voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het “Paraplubestemmingsplan Parkeren 2023”.