Plan: | Supermarkt Wiekslag |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00119-0301 |
Dit bestemmingsplan maakt de herontwikkeling mogelijk van twee percelen aan de noord- en de zuidzijde van de Wiekslag. Het perceel aan de noordkant maakt deel uit van de (voormalige) schoollocatie "De Wiekslag". Op het perceel aan de zuidkant van de Wiekslag ligt de bestaande supermarkt van Lidl met de bijbehorende parkeervoorziening.
Locaties noord- en zuidzijde Wiekslag
Huidige situatie schoollocatie(boven) en supermarkt (onder)
Verplaatsing supermarkt
Het schoolgebouw van basisschool De Wiekslag aan de noordkant van de weg is gesloopt. Op deze plaats komt een nieuwe supermarkt van Lidl. De bestaande supermarkt aan de zuidkant van de weg wordt gesloopt en op die plaats komt een nieuw parkeerterrein voor de bezoekers van de (nieuwe) supermarkt en voor de bewoners van de aanliggende woningen.
Op basis van de stedenbouwkundige uitgangspunten van de gemeente is een bouwplan voor de nieuwe supermarkt ontwikkeld en zijn voorstellen gedaan voor de inrichting van het terrein rondom de nieuwe supermarkt en het vrijkomende terrein aan de zuidzijde van de Wiekslag (de plek van de huidige te slopen supermarkt).
De bestaande vestiging van de supermarkt heeft een winkelvloeroppervlakte (wvo) van 695 m2. De uitbreiding omvat 675 m2 wvo, waardoor de Lidl in het nieuwe gebouw uiteindelijk een omvang heeft van 1372 m2 wvo (bron: Rapport BRO -
Ruimtelijk-functionele effectenanalyse verplaatsing Lidl Rietzangerstraat, 31 januari
2017).
Om de realisatie van de supermarkt en de herinrichting van de locatie van de bestaande supermarkt tot parkeerterrein mogelijk te maken wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld conform artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening.
Door alle nieuwe bestemmingsplannen volgens eenzelfde systematiek op te stellen wordt uniformiteit in verbeelding en planregels bewerkstelligd, waardoor de rechtszekerheid en de praktische hanteerbaarheid van de bestemmingsplannen wordt vergroot.
Tevens wordt voldaan aan de verplichting tot digitalisering en digitaal gebruik van de bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan is conform de IMRO-standaard (informatie model ruimtelijke ordening) vervaardigd. Hierdoor is het bestemmingsplan eenvoudig in te brengen in het gemeentelijk (raadpleeg-)systeem en kan het bestemmingsplan op een eenvoudige wijze worden uitgewisseld met andere overheden zoals de provincie. De nieuwe digitale systematiek heeft weliswaar gevolgen voor het vertrouwde kaartbeeld en de opbouw van de regels, maar sluit naadloos aan bij de huidige eisen die aan een bestemmingsplan worden gesteld.
Het gebied van het bestemmingsplan ligt in de wijk Liendert. De stedenbouwkundige hoofdstructuur van Liendert is karakteristiek voor de naoorlogse woningbouw. De wijk heeft een heldere ruimtelijke opzet die is bepaald door het idee van "licht, lucht en ruimte". Liendert heeft een heldere orthogonale verkeersstructuur, voorzieningen- structuur en groen- en waterstructuur met een duidelijke functiescheiding in wonen, voorzieningen, werken en recreatie. Het openbare groen en de ruimte zijn een belangrijke kwaliteit van de wijk.
Locatie Wiekslag e.o.
Het plangebied grenst aan de noordkant aan een terrein tussen de Ibisstraat en de Pelikaanstraat. In dit gebiedsdeel worden door woningcorporatie De Alliantie 28 grondgebonden woningen gebouwd en wordt een deel van de groene zone (met een breedte van circa 25 meter) vanaf de Ibisstraat behouden. Deze ontwikkeling is vastgelegd in het in 2013 door de gemeenteraad vastgestelde bestemmingsplan "ABC cluster en omgeving".
Langs de Wiekslag, Pelikaanstraat en Ibisstraat wordt het beeld bepaald door rijtjeswoningen bestaande uit twee bouwlagen en een kap. De Pelikaanstraat en de Ibisstraat zijn typische woonstraten. De Ibisstraat wordt begeleid door de voorkanten van woningen. Langs de Pelikaanstraat liggen grotendeels kopgevels van bouwblokken naar de straat.
Aan de zuidkant grenst het gebied van het bestemmingsplan aan de winkelstrip langs de Rietzangerstraat. Het "supermarktcentrum" Rietzangerstraat bestaat uit vier winkels en een horecafunctie.
Globale begrenzing van het plangebied van voorliggend bestemmingsplan
De gronden van het plangebied vallen binnen het bestemmingsplan "ABC cluster Liendert e.o.", vastgesteld op 26 november 2013 door de gemeenteraad van Amersfoort.
Uitsnede uit vigerend bestemmingsplan ABC cluster Liendert
De gronden van de voormalige basisschool zijn bestemd voor "Woongebied 1" (met een gele kleur op de uitsnede aangegeven). Ter plaatse mogen eengezinswoningen worden gebouwd. De plek van de bestaande supermarkt aan de zuidzijde van de Wiekslag (met een roze kleur op de uitsnede aangegeven) is bestemd voor "Detailhandel. Ter plaatse mogen gebouwen ten behoeve van algemene detailhandelsdoeleinden worden gebouwd (met uitzondering van grootschalige detailhandel). Het gebied er omheen (met een grijze kleur aangegeven) is bestemd voor "Verkeer- en Verblijfsgebied". Ter plaatse zijn onder andere wegen en parkeervoorzieningen toegestaan.
De bestemming "Woongebied 1" staat het gebruik als supermarkt niet toe. Met de bouw van een supermarkt aan de noordzijde van weg, wordt de bestemming detailhandel (het bouwvlak) aan de zuidzijde van de weg in het nieuwe bestemmingsplan geschrapt.
Lidl is voornemens een supermarkt te realiseren aan de Wiekslag. De nieuwe supermarkt komt in de plaats van de bestaande vestiging aan de andere kant (zuidkant) van de weg. Deze bestaande vestiging wordt afgebroken en de vrijkomende grond wordt gebruikt voor parkeren.
Nieuwe situatie
De nieuwe supermarkt staat in de rooilijn met de nieuwe woningen aan de Pelikaanstraat en sluit aan bij rooilijn van de naburige panden aan de Wiekslag. Het totale winkeloppervlakte bedraagt 1372 m2. Het pand krijgt een lessenaarsdak met het hoge deel (circa 8 meter) langs de groenzone aan de Ibisstraat en het lage deel (ongeveer 5,5 meter) aan de Pelikaanstraat. Het dak wordt groen en de voorgevel aan de Wiekslag is een open glazen gevel.
Nieuwe supermarkt - aanzicht Wiekslag
Nieuwe supermarkt - zicht vanaf het parkeerterrein
Zuidwestgevel
De entree van de supermarkt komt aan de Wiekslag. Daar zijn stallingsplaatsen voor fietsen. Het laden en lossen van de supermarkt gebeurt bij de goederenontvangst (laaddock) aan de oostkant van het nieuwe gebouw. Op de kruising van de Wiekslag en de Vinkenbaan komt ter hoogte van de hoofdentree van de supermarkt en de goederenontvangst (laad- en losgedeelte) een plateau in de weg.
Plateau Wiekslag
Op het parkeerterrein aan de overzijde van de Wiekslag komen in totaal 97 parkeerplaatsen en een opstelplaats voor winkelwagens. De parkeerplaats krijgt een in/uitgang aan de Wiekslag en aan de Rietzangerstraat. De parkeerplaatsen zijn openbaar toegankelijk. Rondom het parkeerterrein komen groen en bomen. Verder zijn/komen er voor de supermarkt ook parkeerplaatsen beschikbaar aan de Vinkenbaan en de Ibisstraat (zie hoofdstuk 3.3 van deze toelichting).
De afstand van de nieuwe supermarkt tot de bestaande woningen aan de Pelikaanstraat bedraagt 20 meter en tot de woningen aan de Ibisstraat is de afstand 45. De nieuwe woningen aan de noordkant van de supermarkt staan op 20 meter. Aan de westkant van de nieuwe supermarkt stond voorheen een flatgebouw. Dat is gesloopt en ter plaatse worden eengezinswoningen gebouwd. De dichtstbijzijnde woning (hoek Wiekslag-Pelikaanstraat) komt op 15 meter van de gevel van de supermarkt.
Nieuwe woningen aan de westzijde
De gemeente wil medewerking geven aan de nieuwbouw van de supermarkt omdat daarmee deze voorziening in de wijk kan worden behouden. De oude supermarkt is sterk verouderd en te klein om in stand te houden.
De rijksoverheid richt zich met name op het versterken van de internationale positie van Nederland en het behartigen van de belangen voor Nederland als geheel, zoals de hoofdnetwerken voor personen- en goederenvervoer, energie en natuur. Afspraken over verstedelijking, groene ruimte en landschap laat de rijksoverheid over aan de provincies en gemeenten. Het rijk blijft verantwoordelijk voor het systeem van ruimtelijke ordening. Daarnaast kan een rijksverantwoordelijkheid aan de orde zijn indien:
In het onderhavige geval is er geen sprake van rijksverantwoordelijkheid en daarmee wordt beleid hierover overgelaten aan de provincie en de gemeente.
In de structuurvisie staat wat de provincie de komende jaren samen met haar partners wil bereiken op het gebied van ruimtelijke ordening. De huidige structuurvisie, de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028, is op 4 februari 2013 vastgesteld door Provinciale Staten. Bij de verdere uitwerking van het ruimtelijk beleid wordt een belangrijke keuze gemaakt:
Voor de gemeente Amersfoort wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 10.000 woningen, waarvan 7000 binnen de rode contour en 3000 buiten de rode contour. Een grote locatie in het stedelijk gebied is de VINEX-locatie Vathorst, waar in de PRS periode nog 3000 woningen kunnen worden gerealiseerd. Er worden geen nieuwe bedrijventerreinen opgenomen voor de gemeente Amersfoort.
Relatie met het plan
Voorliggend plan richt zich op het realiseren van een supermarkt ter vervanging van een bestaande vestiging. Het betreft een binnenstedelijke ontwikkeling die past binnen de beleidskaders van de provinciale structuurvisie (herijking 2016) .
De provinciale ruimtelijke verordening is gebaseerd op artikel 4.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro). Op basis van dit artikel kunnen, met het oog op een goede ruimtelijke ordening, Provinciale Staten regels stellen omtrent de inhoud, toelichting of onderbouwing van ruimtelijke plannen. Hieronder vallen de bestemmingsplannen (inclusief de uitwerkings- en wijzigingsplannen), besluiten op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht waarbij afgeweken wordt van een bestemmingsplan, beheersverordeningen en projectuitvoeringsbesluiten op basis van de Crisis en herstelwet.
Doel van de verordening is om een aantal provinciale belangen te laten doorwerken naar het gemeentelijk niveau. De regels van de verordening richten zich primair tot gemeenteraden, verantwoordelijk voor het vaststellen van bestemmingsplannen. De regels van de verordening hebben betrekking op nieuwe planologische besluiten. Dit betekent dat bijvoorbeeld geldende bestemmingsplannen niet onder de werking van de verordening vallen.
De verordening bevat géén zogenaamde burgerbindende bepalingen. De normen uit de artikelen moeten eerst "vertaald" worden in een gemeentelijk planologisch besluit. Pas dan worden burgers daardoor gebonden. De Provinciale Ruimtelijke Verordening is vastgesteld op 4 februari 2013 door de Provincie Utrecht.
PRS en PRV herijking 2016
Op 12 december 2016 zijn door Provinciale Staten van Utrecht de herijkingen van de PRS en de PRV vastgesteld. Uit de PRV herijking 2016 is een aantal artikelen relevant voor het plangebied. Dat zijn: 1.7 Cultuurhistorische hoofdstructuur (militair erfgoed); 1.13 Overstroombaar gebied; 4.1 Stedelijk gebied en 4.4 Detailhandel (bestaand winkelgebied).
Deze onderdelen hebben geen doorwerking in het bestemmingsplan. Er is daarmee geen strijd met provinciale belangen, zoals die zijn vastgelegd in Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (herijking 2016) en de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013 (herijking 2016).
1.7 Cultuurhistorische hoofdstructuur (militair erfgoed). Volgens de kaart “Cultuurhistorische hoofdstructuur” uit de PRV maakt het plangebied deel uit van militair erfgoed. Daarmee wordt gedoeld op de Grebbelinie.
De Grebbelinie is in bijna heel Amersfoort niet meer bovengronds aanwezig. Op de locatie van de Lidl aan de Wiekslag is door de verstoring van de ondergrond onder het maaiveld ook niets te verwachten van de Grebbelinie. De daadwerkelijke linie loopt ook zuidelijker (langs het Valleikanaal). De locatie van de Lidl zou dus alleen in het schootsveld liggen, maar dat is archeologisch niet vast te stellen. Wat betreft militair erfgoed is er in het voorliggende gebied dus niets te verwachten.
1.13 Overstroombaar gebied. Volgens de kaart "Bodem en water" uit de PRV maakt de planlocatie deel uit van het "overstroombaar gebied". Vanuit het provinciale beleid bestaat voor deze gebieden de verplichting om bij grootschalige bouwlocaties en nieuwe kwetsbare en vitale objecten in het ruimtelijke plan aan te geven hoe rekening gehouden wordt met randvoorwaarden vanuit waterveiligheid (overstromingsrisico's).
De voorliggende bouw van de supermarkt kan niet als een grootschalige bouwlocatie worden beschouwd en evenmin als een kwetsbaar en vitaal object. De gemeente heeft overigens nog geen definitief beleid ten aanzien van overstromingsrisico's vanwege de Eem geformuleerd. Dat wordt in overleg met het Waterschap Vallei en Veluwe wel in voorbereid en wordt naar verwachting in 2018 definitief.
4.1 Stedelijk gebied. De planlocatie valt in de PRV binnen 'stedelijk gebied'. Er gelden hier geen beperkingen vanuit de PRV waar rekening mee gehouden moet worden. De bouw van de supermarkt in Liendert past binnen de regels van het provinciale beleid voor het stedelijke gebied.
4.4 Detailhandel (bestaand winkelgebied). In de PRV/PRS herijking 2016 is ten aanzien van detailhandel vastgelegd dat nieuwe ontwikkelingen zich moeten concentreren in bestaande winkelgebieden. Dat is belangrijk met het ook op het behoud en de versterking van die gebieden. Het gebied van de Wiekslag/Rietzangerstraat is volgens de kaart van de PRV zo'n bestaand winkelgebied in het actuele provinciale beleid.
Op basis van het bovenstaande kan worden geconcludeerd, dat de in dit bestemmingsplan voorgestelde ontwikkeling past binnen de kaders van het actuele provinciale beleid van Utrecht.
De gemeenteraad van Amersfoort heeft de Structuurvisie Amersfoort 2030 op 9 juli 2013 vastgesteld. In de Structuurvisie geeft Amersfoort onder meer aan, haar vitaliteit te willen vergroten door de kenniseconomie te versterken en het woonklimaat nog aantrekkelijker te maken.
Aangename woonwijken blijven onverminderd aantrekkelijk voor jong en oud, gezin en alleenstaand. Wijken worden aantrekkelijker door werken en voorzieningen waar dat kan meer te mengen. Wijken bieden uiteraard ook rustig en veilig woongenot waar dat hoort. De openbare ruimte biedt mensen de mogelijkheden om elkaar te ontmoeten.
Vanuit de wijken zijn optimale verbindingen met het groen in de stad en het landschap buiten de stad van groot belang. Werklocaties zijn voor Amersfoort vitaal en multifunctioneel. De bereikbaarheid daarvan verbeteren we door optimalisering van de infrastructuur. Zo ontstaat een nieuw en duurzaam evenwicht tussen economische dynamiek, de kwaliteit van de leefomgeving en de bereikbaarheid.
Amersfoortse principes
Er zijn negen Amersfoortse principes die voor bepaalde plekken in meer of mindere mate van toepassing zijn. Die principes hebben te maken met leefklimaat, bereikbaarheid en economie. Het gaat dan bijvoorbeeld om levendigheid, een goed netwerk van winkels, scholen en ontmoetingsplekken, een gevarieerd woonaanbod, ruimte voor de fiets, keuzevrijheid en mogelijkheden voor vervoermiddelen en functiemenging van wonen en werken.
Relatie met voorliggend plan
Het realiseren van een supermarkt, en daarmee het verder versterken van het voorzieningenniveau en levendigheid in de wijk, past binnen de uitgangspunten en principes die voor Amersfoort gelden.
In de nota parkeernormen Amersfoort zijn specifieke parkeernormen geformuleerd voor diverse functies. Ze geven een indicatie van het aantal auto's dat bij een bepaalde functie geparkeerd wordt in een bepaalde tijdsperiode. De normen worden gebruikt voor nieuwbouwsituaties of bij functiewijzigingen, waarvoor een vergunning of ontheffing dient te worden verkregen. In de parkeernormen wordt rekening gehouden met toekomstige ontwikkelingen in het autobezit. Vanuit de hoofddoelstelling uit het parkeerbeleidsplan ‘bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte en de leefbaarheid' is het van belang dat er strikte bepalingen worden gehanteerd ten aanzien van parkeren. Parkeren moet indien mogelijk zoveel mogelijk op eigen terrein plaatsvinden zodat een ontwikkeling niet, of zo min mogelijk, zorgt voor extra parkeerdruk in het openbaar gebied. De belangrijkste voorwaarde is dan ook dat het aantal parkeerplaatsen volgens de norm moet worden aangelegd. Hiervoor zijn in Nota Parkeernormen Amersfoort normen opgenomen per type voorziening. In het parkeerbeleidsplan is tevens aangegeven dat bij het opstellen van parkeerbalansen rekening wordt gehouden met de mogelijkheid tot meervoudig gebruik van parkeerplaatsen.
Relatie met voorliggend plan
Het gemeentelijke beleid ten aanzien van parkeren heeft ten grondslag gelegen aan de uitwerking van voorliggend plan. In paragraaf 3.3. wordt hier verder op ingegaan en wordt het plan getoetst aan het gemeentelijk beleid.
Op 10 februari 2015 is de nota detailhandel vastgesteld door de gemeenteraad. Doelstelling is om een optimaal voorzieningenniveau voor de inwoners van (de regio) Amersfoort te creëren. Daarom is in deze nota de consument en zijn koopgedrag centraal gezet. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen dagelijkse boodschappen (vooral in de wijkwinkelcentra), het recreatief winkelen (met name in de binnenstad) en het doelgerichte en laagfrequente winkelen (ook mogelijk op bedrijventerrein Vathorst en de Isselt). Op deze wijze wordt gestreefd naar complementaire winkelgebieden.
In de nota worden kaders gegeven waarbinnen ontwikkelingen mogelijk zijn. Voor het bij dit bestemmingsplan betrokken gebied zegt de Nota Detailhandel: "Toetsingskader voor Wiekslag/Rietzangerstraat: hier continueren we op hoofdlijnen het beleid uit de vorige nota. Het winkelgebied Wiekslag/Rietzangerstraat bestaat uit een aantal winkelstrips en winkels met een verspreide ligging. Er is daardoor geen sprake van een wijkwinkelcentrum. We willen de boodschappenfunctie voor de buurt behouden en enige ruimte bieden voor uitbreiding". Die ruimte voor uitbreiding gebeurt bij voorkeur als deze buurtvoorzieningen geconcentreerd worden in één wijkwinkelcentrum en/of als er sprake is van verplaatsing van winkels van elders. Het initiatief hiervoor moet door de 'markt' genomen worden.
Relatie met voorliggend plan
Het is van belang dat de huidige fijnmazige winkelstructuur wordt behouden. Daar is het gebied van de Rietzangerstraat een onderdeel van. Daarom is er in het beleid ook voor gekozen om de bestaande winkels ruimte te bieden om uit te breiden. Door deze fijnmazige structuur kunnen mensen op acceptabele afstand hun dagelijkse omgeving boodschappen blijven doen. Deze nabijheid heeft ook positieve effecten op de parkeerdruk en het aantal verkeersbewegingen, omdat bezoekers vaker op de fiets of lopend komen.
Het is daarom van belang om ook in dit gebied de boodschappenfunctie in stand te houden. Om dit ook toekomstbestendig te houden, is er een 'moderne maat' nodig van de supermarkt, zodat er een volledig concept gerealiseerd kan worden en het daarmee klanten aan zich kan binden. Het verhogen van het huidige aantal vierkante meters van circa 700 wvo naar het voorgestelde aantal van maximaal 1375 m2 wvo is met het oog daarop ook verantwoord. De Lidl sluit op kwalitatief niveau verder goed aan bij het inkomensniveau van het verzorgingsgebied.
De effecten op de winkelstructuur en de leegstand van deze ontwikkeling zullen vanuit een onderzoek in het kader van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking bekeken moeten worden. De resultaten van dit onderzoek zijn in paragraaf 3.2 verwerkt.
De nieuwbouw van een supermarkt met de bijbehorende parkeervoorzieningen in het wijkwinkelgebied Rietzangerstraat passen binnen de beleidskaders op rijks-, provinciaal- en gemeentelijk niveau.
In de wijk Liendert heeft Lidl een wijksupermarkt aan de Vinkenbaan, tussen de Wiekslag en de Rietzangerstraat. Door het samenvoegen van scholen komt er een kavel aan de overkant van de Wiekslag beschikbaar. Die kavel biedt meer ruimte dan de huidige locatie, waardoor Lidl met een nieuwe grotere huisvesting een breder assortiment kan aanbieden.
In de afgelopen periode heeft Lidl op basis van de stedenbouwkundige uitgangspunten van de gemeente een bouwplan voor de nieuwe huisvesting uitgewerkt. Tegelijkertijd is er een plan gemaakt voor de inrichting van het parkeerterrein en de gronden rondom de nieuwe supermarkt.
Stedenbouwkundige context
Liendert kenmerkt zich door de voor de naoorlogse wijken typische stempelverkaveling, waarbij zich telkens herhalende groepen van verschillende woningtypes door groene ruimten gestructureerd worden. In de groene ruimten werden vervolgens de maatschappelijke functies gehuisvest, zoals scholen, maar ook commerciële functies, die in de dagelijkse behoeften voorzien.
Enkele doorgaande wegen verbinden de verschillende woonclusters onderling.
In Liendert is de Wiekslag zo'n doorgaande weg, die de verschillende woonclusters en de maatschappelijke en commerciële voorzieningen aan elkaar rijgt. In het kader van het programma 'Amersfoort Vernieuwt' en de bouw van een nieuwe ABC school in de wijk, zijn de scholen aan de Wiekslag gesloopt en worden er deels woningen voor teruggebouwd. De voor de huisvesting van Lidl beoogde voormalige schoollocatie in de groenzone aan de Wiekslag tussen de Pelikaanstraat en de Ibisstraat is dan ook een plek, die bij de opzet van de wijk past.
Met het plan voor een supermarkt wordt een deel van de eerder geplande woningbouw vervangen door een nieuwe Lidl met groter winkelvloeroppervlak. Hierdoor kan de Lidl in de wijk worden behouden, wordt de werkgelegenheid vergroot en het winkelaanbod verbeterd. Ter plaatse van de huidige huisvesting wordt een parkeerterrein ingericht.
De nieuwe supermarkt staat in de rooilijn met de nieuwe woningen aan de Pelikaanstraat en sluit aan bij de rooilijn van de naburige panden aan de Wiekslag. Aansluitend op de voortuinen grenst de nieuwbouw met een groenzone aan de Pelikaanstraat.
Het pand oriënteert zich met een open glazen gevel op de Wiekslag. Vanaf de Wiekslag zijn de hoeken van de nieuwbouw goed zichtbaar. De transparante gevel wordt aan de Pelikaanstraat de hoek om gezet. Langs de Pelikaanstraat en het plantsoen aan de Ibisstraat worden de gevels met hooggelegen, horizontale ramen doorbroken, om aansluiting bij het aanliggende woongebied te zoeken. De entree van de Lidl ligt aan de Wiekslag, op de hoek met de groene (wandel)verbinding tussen het Waterwingebied en het Valleikanaal.
Zicht vanaf de Wiekslag
Het pand heeft volgens het nieuwe Lidl-concept een lessenaarsdak: het hoge deel is gesitueerd aan de groenzone en het lage deel aan de Pelikaanstraat. Op deze manier wordt er ingespeeld op de laagbouw aan de Pelikaanstraat en wordt de groenzone begeleid met bebouwing. Daarnaast wordt het dak als groendak vormgegeven, waardoor het uitzicht vanuit de aanliggende woningen op het dak aangenamer wordt en waardoor tevens een bijdrage aan het microklimaat ter plaatse gerealiseerd wordt.
Lessenaarsdak
Het laden en lossen vindt plaats op maximale afstand van de woningen. De vrachtwagen steekt achteruit een laaddock, waardoor geluidsoverlast door laden en lossen beperkt wordt.
Laden en lossen
Om een optimale inpassing van de nieuwe situatie in de (groen)structuur van Liendert te waarborgen, wordt de buitenruimte heringericht. Daarvoor is een plan gemaakt. Belangrijke punten daarin zijn:
Terreininrichting rondom supermarkt
Naast de entree wordt in fietsparkeren voorzien. Het parkeren aan de overzijde van de weg vindt geconcentreerd op de locatie van de huidige Lidl-huisvesting plaats, zodat dolende auto's zoveel mogelijk worden voorkomen. Het parkeerterrein voorziet tevens in de parkeerbehoefte van de bewoners van de aangelegen hoogbouw. De garages in de plint blijven bereikbaar. Het parkeerterrein wordt omgeven met een groenzone met bomen. Op het parkeerterrein wordt een grote meerstammige boom geplant, om het uitzicht vanuit het aanliggende appartementengebouw op het parkeerterrein te doorbreken.
Terreininrichting parkeerterrein overzijde van de weg
De nieuwbouw van een Lidl supermarkt aan de Wiekslag is in overeenstemming met de gemeentelijke Nota Detailhandel 2014. Volgens die Nota is het beleid erop gericht om de boodschappenfunctie voor de buurt te behouden en enige ruimte bieden voor uitbreiding.
In 2017 heeft BRO te Boxtel in opdracht van de Lidl een onderzoek gedaan naar de vraag of de verplaatsing en uitbreiding van de Lidl passend is in en aanvaardbaar voor de detailhandelsstructuur en consumentenverzorging in Amersfoort. Daarbij is de toepassing van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking een belangrijk aandachtspunt. De samenvatting van het onderzoek worden hieronder weergegeven. De rapportage van BRO (Ruimtelijk-functionele effectenanalyse verplaatsing Lidl Rietzangerstraat, 31
januari 2017) is integraal opgenomen in de bijlagen bij deze toelichting.
De rapportage van BRO omvat een aantal kaders. Om de effecten op de detailhandelsstructuur en consumentenverzorging in Amersfoort te bepalen is het economisch functioneren van en de distributieve uitbreidingsruimte voor de dagelijkse sector en specifiek de supermarktbranche in beeld gebracht. De effecten zijn daarbij bepaald voor het primaire marktgebied van de Lidl, bestaande uit de wijken De Kruiskamp, Liendert en Rustenburg. Bij de bepaling van het effect is tevens rekening gehouden met het initiatief van Aldi om te verplaatsen van de huidige locatie in het centrum van de stad (Achter de Kamp) naar het wijkcentrum Neptunusplein in het bovenstaande marktgebied.
Bezien vanuit de detailhandelsstructuur en de consumentenverzorging is het passend en aanvaardbaar om binnen het beschreven marktgebied ruimte te bieden aan de verplaatsing en uitbreiding van de Lidl, ook in samenhang met de beoogde verplaatsing van de Aldi naar het Neptunusplein. Aan deze conclusie liggen de volgende argumenten ten grondslag:
De treden van de Ladder kunnen op een positieve wijze worden doorlopen. De Lidl geeft namelijk invulling aan de kwalitatieve behoefte vanuit de consument (vraag naar moderne supermarkten). Daarnaast zijn er geen andere leegstaande panden binnen het marktgebied geschikt voor de vestiging van deze supermarkt.
Voor het overige wordt verwezen naar de bovengenoemde rapportage van BRO (Ruimtelijk-functionele effectenanalyse verplaatsing Lidl Rietzangerstraat, 31 januari
2017), die is opgenomen in de bijlagen bij deze toelichting.
De nieuwe supermarkt wordt, zoals nu ook het geval is, ontsloten via de wijkontsluitingsweg Liendertseweg en de Wiekslag. De entree van de winkel en de entree van het laaddock komen aan de zijde de Wiekslag ter hoogte van de kruising van de Wiekslag met de Vinkenbaan. Hier wordt de openbare ruimte dusdanig ingericht dat de vrachtwagens op een veilige manier naar het dock kunnen rijden en vervolgens kunnen laden en lossen. Om het verblijfsgebied rond de school en de Lidl beter te accentueren wordt de kruising Vinkenbaan/Wiekslag/ Ibisstraat en de kruising Vinkenbaan/Rietzangerstraat/Leeuwerikstraat met een plateau verhoogd. Hiermee kan de vrachtwagen op veilige wijze de laaddock inrijden om zo te laten en te lossen.
Plateau Wiekslag/Vinkenbaan/Ibisstraat
Plateau Vinkenbaan/Rietzangerstraat/Leeuwerikstraat
Omdat de Lidl dichtbij de ABC-school ligt en bevoorradend verkeer achteruit moet inparkeren mogen er geen vrachtwagens laden en lossen een uur rondom het aanvangen van de schooltijden en een uur rondom het eindigen van de schooltijden.
Met de sloop van de huidige Lidl komt ruimte vrij om het parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein op te lossen. Voorwaarde vanuit de gemeente is dat er geen aansluiting vanaf het parkeerterrein direct op de ABC school mag komen en dat er extra parkeerplaatsen voor de bestaande bewoners van de nabijgelegen hoogbouw gehandhaafd blijven.
De nieuwe supermarkt kent een bvo van 2362,4m2. Op basis van de gemeentelijke parkeernormen zijn daarvoor 95 parkeerplaatsen nodig, waarvoor in de berekeningen de openbare parkeerplaatsen voor de ABC-school langs de Vinkenbaan (16 plaatsen) als dubbelgebruik meegeteld worden. Aanvullend moet rekening worden gehouden met extra 23 parkeerplaatsen voor de bewoners van de aangrenzende hoogbouw.
Momenteel ligt er naast de Lidl een parkeerterrein met 49 parkeerplaatsen. Dit terrein is rond 2000/2001 ingericht bij de bouw van de huidige Lidl. Daarbij is toen ook rekening gehouden met het parkeren van de omliggende woningen, met name de flat naast het parkeerterrein. In de praktijk is er dus dubbelgebruik met het parkeren van deze flat. Op basis van gehouden parkeertellingen gedurende meerdere avonden blijkt dat er in de avonduren gemiddeld 37 auto's geparkeerd stonden op het parkeerterrein. Aangenomen wordt dat dit allemaal bewoners en/of bezoek waren. In de nieuwe situatie wordt voor het bewonersparkeren van de hoogbouw uitgegaan van 23 parkeerplaatsen op een zaterdagbezetting van 60%.
De parkeerbehoefte bedraagt 118 plekken. Er wordt ruimschoots voorzien in die behoefte door de aanleg van 97 plaatsen op het parkeerterrein aan de overzijde van de Wiekslag, de aanleg van 10 (12) parkeerplaatsen aan de Ibisstraat en de beschikbaarheid van 16 parkeerplaatsen aan de Vinkenbaan (ABC-school).
De 16 parkeerplaatsen langs de Vinkenbaan zijn ten behoeve van de ABC-school. De maatgevende tijdstippen voor de supermarkt zijn in de avond en de zaterdag. Dan zijn de 16 parkeerplaatsen van de school beschikbaar voor supermarkt en bewoners, want die plekken worden immers alleen overdag op werkdagen gebruikt. In de bijlagen bij deze toelichting is een tekening van de nieuwe parkeersituatie opgenomen.
In onderstaand schema is samengevat weergegeven wat de parkeerbehoefte van woningen/supermarkt is en hoe in die behoefte wordt voorzien.
Parkeerbehoefte
Norm | Totaal | |
Supermarkt BVO 2362,4 m2 | 4/100 m2 | 95 |
Bewoners hoogbouw | 60% (34-40 pp = gemiddeld 37 pp) | 23 |
Totale behoefte | 118 |
Beschikbare parkeerplaatsen
Nieuw aan te leggen | Parkeerterrein | 97 |
Nieuw aan te leggen | Ibisstraat | 10 (12) |
Vinkenbaan (ABC-school) | Dubbelgebruik | 16 |
Totaal | 123 |
Nieuwe parkeersituatie op vrijkomende locatie
Nieuwe parkeersituatie Ibisstraat (onderzijde afbeelding)
De doorlopende rijroutes op het parkeerterrein worden uitgevoerd in asfalt. De parkeerplaatsen (vakken) zelf krijgen een gladde betonstraatsteen (BSS) met een minimale vellingrand.
Looproutes vormen het meest fijnmazige netwerk om binnen de wijken te verplaatsen: naar school, werk, de bus, winkel , spelen of zomaar een ommetje. De looproute naar de Lidl en de groene strook worden met een voetpad tussen de groene aankleding van het parkeerterrein gefaciliteerd.
Voor de nieuwe supermarkt is ruimte gereserveerd voor 69 fietsplaatsen. De 69 plaatsen kunnen naar behoefte/ gebruik verspreid geplaatst worden of in een keer.
Nieuwe ontwikkelingen zullen extra verkeer genereren op de wegen van en naar die ontwikkeling. Het extra verkeer wordt bepaald door de verkeersproductie en –attractie (verkeersgeneratie) te berekenen aan de hand van kengetallen/normen uit de CROW-publicatie 317 (Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie, oktober 2012). Het gaat in casu om een supermarkt met een laag en middellaag prijsniveau,er is sprake van rest bebouwde kom en een sterk stedelijke omgeving. Het kencijfer voor deze functie is minimaal 91,9 en maximaal 133,5 vervoersbewegingen per etmaal. In een gemiddelde situatie zal dit dan 112,7 vervoersbewegingen per etmaal zijn. In de onderstaande tabel zijn deze kengetallen en de berekende verkeersgeneratie weergegeven. In deze tabel zijn deze berekende normen vermenigvuldigd met het beoogde programma, dat wordt toegevoegd t.o.v. de huidige situatie (oude b.v.o. = 841 m2 ; nieuwe b.v.o. = 2362 m2).
Tabel verkeersgeneratie:
Ontwikkeling | Norm (per 100 m2 bvo) | Verkeersgeneratie (mvt/etmaal) |
Supermarkt 1521 m2 (2362 m2 minus 841 m2) | 112,7 | 1714,6 |
De straten rondom de supermarkt zijn gecategoriseerd als erftoegangsweg. Voor dergelijke wegen zijn intensiteiten van 4000-6000 mvt nog toelaatbaar. Uit het verkeersmodel is gebleken dat de intensiteiten op de omliggende wegen per gemiddelde weekdag maximaal 1200 mvt bedragen. Ook met de verplaatsing/uitbreiding van de supermarkt zullen de verkeersintensiteiten op deze wegen binnen verkeerskundige acceptabele grenzen blijven.
Onder verkeersgeneratie verstaat de CROW de totale hoeveelheid verkeer (exclusief openbaar vervoer) dat gedurende een etmaal naar en van desbetreffende voorziening toe- en afrijdt.
Verkeersmodel 2017
Om tot een ruimtelijk relevante toetsing van bedrijfsvestigingen op milieuhygiënische aspecten te komen wordt het begrip milieuzonering gehanteerd. De milieuzonering zorgt voor een voldoende afstand tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) in ruimtelijke plannen. Milieuzonering beperkt zich tot de milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geur, stof, geluid en gevaar.
Als hulpmiddel voor de inpassing van bedrijvigheid in haar fysieke omgeving of van gevoelige functies nabij bedrijven, heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), in samenwerking met de Ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Economische zaken, in 2009 een indicatieve bedrijvenlijst opgesteld.
Volgens de bedrijvenlijst van de VNG is de richtafstand van een supermarkt tot gevoelige functies 10 meter. Het gaat daarbij om de aspecten geluid en gevaar. Deze afstand wordt hier gehaald. De dichtstbijzijnde woningen staan op ongeveer 15 meter.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is aanvullend een akoestisch onderzoek uitgevoerd, waarin alle aspecten aan bod komen die hinder kunnen veroorzaken (Akoestisch onderzoek sloop/nieuwbouw filiaal Rietzangerstraat Amersfoort, Ardea Leiden, 2 maart 2018). Dit rapport is toegevoegd aan de bijlagen bij deze toelichting en aan de bijlagen bij de regels.
In het akoestische rapport is beschreven wat de effecten zijn van het laden en lossen, het rijden en parkeren op de parkeerplaats, het rijden met de winkelwagens, de installaties op het dak van de supermarkt en de indirecte hinder die het extra verkeer oplevert. Al deze activiteiten zijn getoetst aan de gebruikelijke richtlijnen en grenswaarden voor geluid.
Resultaten akoestisch onderzoek
Voor de langtijdgemiddelde geluidsniveaus wordt voor de dag- en avondperiode voldaan aan de eisen conform het Activiteitenbesluit en de richtlijn van de VNG. Uit de berekeningen blijkt dat het gemiddelde geluidsniveau op omliggende woningen in de dagperiode niet hoger is dan 42 dB(A), in de avondperiode 42 dB(A) en in de nachtperiode 41 dB(A). Voor de nachtperiode is er een kleine overschrijding van de grenswaarde van 40 dB(A) bij de nieuwe woning aan de Ibisstraat 6. Deze overschrijding wordt veroorzaakt door het geluid van de technische installaties. Om deze overschrijding te voorkomen worden bij de bouw van de Lidl geluidmaatregelen genomen. De installaties worden aan het zicht onttrokken door het plaatsen van open lamellen. Achter deze lamellen zal rekening gehouden worden met geluidreducerende maatregelen. In het akoestische rapport zijn maatregelen aangegeven waarbij is uitgegaan van plaatsing van een afscherming met een lengte van ca. 10 m en hoogte van 2-2,5 meter. Aan de onderzijde zal het scherm deels open moeten zijn voor toevoer van koude lucht. De achterwand zal deels bekleed moeten worden met absorberend materiaal. Op basis van het rekenmodel mag dan ter plaatse van de woning een geluidreductie van ca. 5 dB(A) in de nachtperiode worden verwacht. Daarmee wordt ruimschoots voldaan aan de grenswaarde van 40 dB in de nachtperiode. Dezelfde waarde kan dan ook in de avondperiode worden verwacht.
Bij de berekeningen van de piekgeluidsniveaus is rekening gehouden met het geluid van de vrachtwagens voor aan- en afvoer, het plaatsen van een winkelkar bij de stalling en het geluid van het dichtslaan van autoportieren op de openbare parkeerplaatsen. De winkelwagenstalling op de parkeerplaats wordt voorzien van een overkapping en geleiderails. Ter plaatse van het verdiepte laaddock wordt een gesloten rand gerealiseerd met een hoogte van 1 meter boven maaiveld.
In de dagperiode voldoen de piekgeluiden aan de norm van 70 dB(A) conform de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening. In de avondperiode geldt een norm van 65 dB(A) voor piekgeluiden. In de avondperiode zullen de meeste klanten gebruik maken van het nieuwe parkeerterrein en blijkt uit de berekeningen dat het piekgeluid dan niet hoger is dan 65 dB(A). Alleen bij de nieuwe woning aan de Pelikaanstraat 2 treedt een piekgeluid op van 69 dB(A) vanwege het geluid op de parkeerplaats naast de winkel. In de kopgevel van deze woning zijn 2 ramen opgenomen. Deze ramen hebben geen ventilatieroosters. Daarom is te verwachten dat de gevelisolatie minimaal 25 dB bedraagt en dat binnen in de woning het piekniveau niet hoger is dan 45 dB(A).
In de nachtperiode geldt een norm van 60 dB(A) voor piekgeluiden. Volgens de berekeningen kan in de nachtperiode een piekgeluid van ca. 62 dB(A) ontstaan ter plaatse van de flat aan de Rietzangerstraat bij aanvoer van producten met een vrachtwagen. Om dit te voorkomen mag, als het laden en lossen gebeurt in de nachtperiode (voor 7.00 uur), dit alleen gebeuren met (vracht-)wagens waarvan het bronvermogen van het aandrijfgeluid lager is dan 100 dB(A).
Indirecte hinder
Indirecte hinder gaat over het verkeer van en naar de supermarkt. In het akoestisch onderzoek is de indirecte hinder getoetst aan de Circulaire indirecte hinder. Uit de berekeningen blijkt dat de hoogste geluidsbelasting 53 dB(A) bedraagt, op de kopgevel van de flat aan de Rietzangerstraat. Bij de meeste andere rekenpunten is de geluidsbelasting niet hoger dan de streefwaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde op basis van de Circulaire indirecte hinder. De geluidsbelasting van 53 dB(A) is echter nog wel zo laag dat met zekerheid verwacht mag worden dat binnen in de appartementen voldaan wordt aan de binnengrenswaarde van 35 dB(A) etmaalwaarde conform het Bouwbesluit. Voor een standaard gevel, zoals hier het geval is, is de praktische gevelisolatie minimaal 20 dB(A).
Hiernaast is een aparte notitie opgesteld over indirecte hinder (notitie 'Berekeningen verkeerslawaai' voor project 'Nieuwbouw filiaal Rietzangerstraat Amersfoort'. Ardea, kenmerk 3815EAA6.00106, dd. 30 augustus 2017) In deze notitie is de geluidsbelasting niet getoetst aan de Circulaire indirecte hinder, zoals in het akoestisch onderzoek is gedaan, maar is de geluidsbelasting cumulatief berekend, namelijk het al bestaande verkeer, vermeerderd met het verkeer van en naar het parkeerterrein. Hiermee is een zwaardere toets uitgevoerd dan wettelijk gezien noodzakelijk was, aangezien er volgens de regels uit de Circulaire niet cumulatief (bestaand verkeer + extra verkeer vanwege de nieuwe supermarkt) gerekend had hoeven te worden. Deze zwaardere berekening is uitgevoerd om te voldoen aan de uitgangspunten van een goede ruimtelijke ordening. Uit de berekeningen blijkt dat bij de meeste woningen het geluid met 1- 1,5 dB toeneemt. Hierbij geldt dat deze toename in werkelijkheid lager is, omdat een deel van het verkeer van en naar Lidl dubbel is geteld. De absolute waarde, inclusief de correctie conform art. 110g, is bij de meeste woningen niet hoger dan de streefwaarde van 48 dB zoals opgenomen in de Wet geluidhinder. Alleen ter plaatse van de kopgevel van de flat aan de Rietzangerstraat is de geluidbelasting iets hoger en komt uit op 50,8 dB. De toename bedraagt hier echter slechts 1,1 dB. Dit verschil is nauwelijks waarneembaar
Veiligheid
Tenslotte dient het aspect veiligheid worden beoordeeld. Omdat geen ammoniak als koelmiddel wordt gebruikt treedt hier geen belemmering op voor een goede ruimtelijke ordening met als leidraad de VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering uitgave 2009.
Parkeervakken
De doorlopende rijroutes van het parkeerterrein worden voorzien van asfalt. De parkeervakken zelf worden uitgevoerd in gladde betonstraatsteen (BSS) met een minimale vellingrand. De akoestische verantwoording van die wijziging is beschreven en verwerkt in een aanpassing van het “Akoestisch onderzoek sloop/nieuwbouw filiaal Rietzangerstraat Amersfoort” d.d 2 maart 2018.
Conclusie
Uit het onderzoek blijkt dat, met een aantal maatregelen die hierboven zijn beschreven, verplaatsing van de huidige Lidl naar de nieuwe locatie vanuit ruimtelijk oogpunt inpasbaar is op basis van de richtlijnen van de VNG en de grenswaarden zoals opgenomen in de Handreiking industrielawaai- en vergunningverlening.
In opdracht van de gemeente is in 2016 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd door Milieutechniek ZVS Eemnes BV. Dat onderzoek is toegevoegd aan de bijlagen bij deze toelichting.
In het onderzoek is geconcludeerd, dat in de grond en in het grondwater lichte verontreinigingen zijn aangetroffen. Die vormen echter geen milieutechnische belemmeringen om te komen tot de nieuwbouw van de supermarkt. Wel moet er rekening mee worden gehouden dat de toepassing van licht verontreinigde grond aan beperkingen onderhevig is. Indien gedurende de nieuwbouw grond vrij komt en niet op de onderzoekslocatie kan worden verwerkt, dient de grond te worden voorzien van een kwaliteitsverklaring conform het Besluit bodemkwaliteit, dan wel elders te worden toegepast op basis van de bodemkwaliteitskaart.
Door de gemeente is voor het gehele grondgebied een "Historisch Vooronderzoek Conventionele Explosieven (CE)" gedaan. Op basis van de gemeentelijke CE bodembelastingkaart zijn de bij dit bestemmingsplan betrokken gronden niet verdacht op de aanwezigheid van munitie of andere explosieven. Op dit onderdeel is dan ook geen nader onderzoek nodig.
Duurzaamheid speelt een centrale rol bij de voorliggende ontwikkeling. Zowel in de ontwerpfase, de bouwfase, de gebruiksfase als bij de sloop. In deze paragraaf wordt ingegaan op het beleid van rijk en gemeente. De beleidsuitgangspunten vinden hun weerslag in de in dit plan besloten concrete ontwikkeling.
In 2030 is Amersfoort een stad zonder CO2 uitstoot. Deze ambitie van een Duurzame Stad vraagt een aanpak, die alle betrokken partijen verbindt en helpt deze ambities te realiseren. Een duurzaam project realiseren is de samenhang vinden op ruimtelijk, sociaal-cultureel, economisch en ecologisch vlak. De lange termijnopgaven, zoals klimaatbestendigheid, beheersing van de verkeersdruk en energieneutrale gebouwen moeten in zicht blijven. Aandacht voor duurzaam en milieubewust bouwen in alle stadia van het ontwerp en bouwproces is belangrijk. Al op stedenbouwkundig niveau moeten hierbij keuzes worden gemaakt.
Het Bouwbesluit vormt het minimaal te realiseren kwaliteitsniveau in Nederland. Bij duurzaam bouwen gaat het om maatregelen boven het wettelijke minimum. De ambities van het Rijk zijn vastgelegd in het werkprogramma 'Schoon en Zuinig: Nieuwe energie voor klimaat'. Via convenanten met o.a. het bedrijfsleven en gemeentes wordt hier invulling aan gegeven. In het convenant 'Lente-akkoord' is afgesproken dat wordt gestreefd naar een stapsgewijze aanscherping van de energie-eisen tot energieneutrale nieuwbouw in 2020.
De gemeente stimuleert duurzaam bouwen. Duurzaamheid is een kernwaarde in het coalitieakkoord. Dit is vertaald in duurzaamheidsambities. Om een bijdrage te kunnen leveren aan het duurzaamheidsprogramma van Amersfoort moet in alle stadia van het ontwerp- en bouwproces rekening worden gehouden met duurzaam en milieubewust bouwen. Concrete aandachtspunten zijn energie, het voorkomen van wateroverlast en GPR-gebouw.
De Trias Energetica is het basis principe om tot duurzaamheid te komen. Het begrip is in 1996 geïntroduceerd door Novum (nu: Agentschap NL) Het zijn drie stappen die opeenvolgend uitgevoerd moeten worden: (1) zoveel mogelijk verminderen energievraag (o.a. door goede isolatie, overstekken); (2) resterende energievraag invullen met duurzame energie (o.a. WKO, zonnepanelen, zonnecollector) en (3) eventueel overgebleven energievraag zo efficiënt mogelijk opwekken. Ten aanzien van de vermindering van de energievraag gaat het onder meer om energie besparen door: -de energievraag van de gebruiker te beperken; - het energieverbruik van het gebouw te beperken; - de inzet van duurzame opwekkingssystemen; -het besparen van water; - een gezond binnenmilieu; -in de gebruiksfase mag de bebouwing en het gebruik ervan niet tot onnodige vervuiling leiden, zoals bijvoorbeeld CO-uitstoot;- uit materialen bestaan die men kan hergebruiken. Deze uitgangspunten vinden hun weerslag in de ontwikkeling en bebouwing van de supermarkt met de bijbehorende voorzieningen.
Lidl streeft ernaar om elke locatie te ontwikkelen met het hoogste A++++ energielabel, de eisen hiervoor zijn verwerkt in het bouwbestek. Uitgangspunt hierbij is dat er zonnepanelen worden geplaatst en het pand wordt volledig met LED verlicht. Er wordt doorgaans gebruik gemaakt van volledig glasafdekkende koelmeubelen en de plaatsing van glasdeuren levert een energiebesparing van 45% op het verbruik van koelmeubelen. Het pand krijgt geen gasaansluiting, er wordt dus geen aanspraak gemaakt op fossiele brandstoffen, waardoor 100% op gas wordt bespaard. Het verbruik van de energie wordt gemonitord door diverse energiemeters. Er wordt gebruik gemaakt van isolatiematerialen om de constante temperatuur in het pand te bewaren. Het pand wordt grotendeels verwarmd door warmte uit de koelingen. Het tekort aan warmte hieruit wordt aangevuld door middel van airco units. Tevens worden er ter plaatse van de parkeervoorzieningen oplaadpunten voor elektrische voertuigen gerealiseerd. Voorts wordt het personeel geschoold in energiebewust ondernemen (ISO-50001). Al deze maatregelen dragen bij aan het terugbrengen de energievraag.
Het realiseren van groene daken (vegetatiedaken) en gevels is sterk aanbevolen. Behalve een waarde voor planten en dieren heeft dit ook een functie voor waterberging waardoor piekbelasting op de riolering wordt verminderd. Bovendien helpen groene daken en gevels hittestress te voorkomen en vangen ze fijnstof, wat een positief effect heeft op de luchtkwaliteit. Bij de supermarkt wordt een vegetatiedak toegepast. Hierin blijft veel regenwater hangen. Het draagt bovendien bij aan de verbetering van het microklimaat door verkoeling te bieden en fijnstof uit de lucht te filteren. Deze aspecten sluiten goed aan bij verschillende doelstellingen van de gemeente.
Tevens worden er op het terrein van dit filiaal bomen en bodembedekkers aangelegd. Hierdoor wordt regenwater goed opgevangen en wordt wateroverlast voorkomen.
Voor uitlogende bouwmetalen (koper, lood en zink), voor zover deze worden toegepast op plaatsen die zijn blootgesteld aan weersinvloeden, geldt een toepassingsverbod. Daarnaast dient uitsluitend FSC gecertificeerd hout of gemodificeerd hout zoals verhit vuren, o.a. Plato, of geacetyleerd hout Accoya toegepast te worden. Er wordt bij de supermarkt FSC-hout toegepast. Er worden geen uitlogende materialen gebruikt welke in contact komen met weersinvloeden. De bebouwing wordt verder opgetrokken uit onderhoudsarme materialen. De toegepaste materialen hebben een lange levensduur, vergen weinig onderhoud en leiden tot een minimale vervuiling. Ook zijn deze materialen, na sloop van het gebouw, optimaal in te zetten voor hergebruik.
Ten aanzien van afval houdt Lidl slechts 10 procent restafval over. Deze wordt gebruikt voor de opwekking van groene stroom.
Geconcludeerd kan worden dat deze ontwikkeling door de beschreven visie en de gehanteerde uitgangspunten een uitstekende bijdrage levert aan de gemeentelijke doelstellingen op het gebied van energie en klimaat.
Bij het opstellen van ruimtelijke plannen is het noodzakelijk te onderzoeken in hoeverre de plannen ten koste gaan van de (aanwezige) flora en fauna. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de 'toets in het kader van gebiedsbescherming' en de 'toets in het kader van soortenbescherming'.
Gebiedsbescherming in relatie tot het plangebied
In de omgeving van Amersfoort zijn geen Natura 2000-gebieden gelegen. Op grote afstand liggen de meest nabijgelegen Beschermde natuurmonumenten (Schoolsteegsebosjes). De dichtstbijzijnde Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zijn de natuurgebied De Schammer en Bloeidaal. Gezien de afstand tot deze gebieden hebben de ontwikkelingen in dit bestemmingsplan geen negatieve effecten op ecologisch beschermde gebieden.
EHS en Groene Contour
Toets in het kader van soortenbescherming
Bij het opstellen van een bestemmingsplan moet rekening worden gehouden met de Flora en faunawet. Als het waarschijnlijk is dat voor de realisering van een project (dat door een bestemmingswijziging mogelijk wordt gemaakt) een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet noodzakelijk is, dient bij de vaststelling van dat bestemmingsplan duidelijkheid te bestaan over de verleenbaarheid van een dergelijke ontheffing.
In het plangebied heeft in 2012 een flora- en fauna quickscan plaatsgevonden. Deze quickscan is opgenomen in de bijlage bij deze toelichting.
Bij de uitvoering van de quickscan zijn geen zoogdieren aangetroffen. Wel is het goed mogelijk dat in de beplantingsvakken en gazons kleine zoogdieren voorkomen, zoals spitsmuis, egel en mol. In het gehele plangebied zijn talrijke algemeen voorkomende stadsvogels gehoord en gezien, zoals merel, stadsduif, kauw, ekster, huismus en heggemus. Er zijn geen geschikte biotopen aanwezig noch voor reptielen noch voor amfibieën. Hetzelfde geldt voor vissen, dagvlinders, libellen en overige ongewervelden.
De bomen in het plangebied vormen vermoedelijk onderdeel van een foerageergebied of vliegroute voor vleermuizen. Vleermuizen zijn zwaar beschermd volgens de Flora- en Faunawet, waardoor bij het rooien van bomen een onderzoek noodzakelijk is naar de aanwezigheid van verblijfplaatsen van vleermuizen.
In het plangebied zijn ook vogels aangetroffen. De vogels gebruiken de bomen als foerageergebied, nestgelegenheid of als tijdelijke rustplaats. Alle vogels zijn beschermd volgens de vogelrichtlijn. Bij kap van bomen moet rekening worden gehouden met de kans op aanwezigheid van bewoonde nesten. Daarom moet maximaal 3 dagen voor de werkzaamheden gecontroleerd worden of in de bomen bewoonde nesten van vogels of bewoonde verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn. Bij het kappen van bomen zonder bewoonde nesten is er geen sprake van een overtreding van de Flora- en Faunawet. Bewoonde nesten zijn echter zwaar beschermd. Hiervoor wordt geen ontheffing verleend, omdat er gewacht kan worden tot het nest niet meer bewoond is. De kans dat vogels nesten bouwen is aanwezig in de periode 15 maart tot 1 december.
Ten behoeve van de nieuwbouw van de supermarkt zullen bomen moeten worden verwijderd. Het gaat daarbij om het aantal van 21. Naast de aanplant van nieuwe bomen aan de zijde van de Wiekslag worden 8 veelal volwassen zilverlindes behouden. Deze bevinden zich in de groenstrook aan de zijde van de Ibisstraat. In opdracht van de gemeente Amersfoort is door Treevision te Nijkerk een Bomen Effect Analyse (BEA) verricht. Deze BEA is toegevoegd aan de bijlagen bij deze toelichting. De BEA is bedoeld om te onderzoeken wat de invloed van de voorgenomen plannen is op de te handhaven bomen.
Uit het onderzoek blijkt dat de conditie van de 8 te handhaven bomen goed is. Bij gelijkblijvende omstandigheden hebben de bomen een goede toekomstverwachting. Ze vormen gezien hun omvang en standplaats een beeldbepalend groenelement in de omgeving en zijn het zonder meer waard om te worden behouden. In het perspectief van de nieuwbouw van de supermarkt kunnen de 8 bomen duurzaam worden behouden. Om schade aan de te handhaven bomen te voorkomen zullen tijdens de uitvoering van de bouw van de supermarkt specifieke maatregelen worden getroffen.
Te handhaven bomen aan de zijde van de Ibisstraat
Op 16 februari 2016 is een vergunning verleend voor het kappen van de bomen ten behoeve van de nieuwbouw van de supermarkt. De vergunning omvat 61 bomen. Van deze 61 bomen worden er 40 gekapt in verband met het bouwen van woningen aan de noordkant van de nieuwe supermarkt. De resterende 21 bomen moeten worden gekapt in verband met de nieuwbouw van de supermarkt. In de vergunning is een voorwaarde opgenomen ten aanzien van het behoud van de 8 lindes in de groenstrook langs de Ibisstraat en is voorts geborgd dat in verband met de kap geen nesten of verblijfplaatsen van vogels en vleermuizen mogen worden verstoord. In totaal zullen 26 nieuwe bomen worden aangeplant ter compensatie, waarvan een aantal aan de voorzijde van de supermarkt aan de Wiekslag.
Op 12 januari 2016 heeft Treevision te Nijkerk ook boomtechnisch onderzoek gedaan naar de bomen (24 platanen) rond de bestaande Lidl supermarkt aan de Rietzangerstraat. Dit terrein wordt na de sloop van de bestaande vestiging van Lidl ingericht als parkeerterrein. Het onderzoek is bedoeld om een afweging te kunnen maken in hoeverre de bomen het 'waard' zijn om te worden ingepast in het nieuwe parkeerterrein.
Onderzoekslocatie Boomtechnisch Overzicht met 24 bomen onderzoek
Uit het boomtechnische onderzoek blijkt dat het merendeel van de bomen in een sterk verminderde conditie verkeert. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de bodem onder de aanwezige verharding onvoldoende geschikt is voor de ontwikkeling en instandhouding van een gezond wortelpakket. De bomen hebben bij gelijkblijvende omstandigheden een sterk verminderde toekomstverwachting. Daarom wordt in het onderzoek geadviseerd om de bomen te verwijderen en bij de herinrichting van het parkeerterrein te vervangen door nieuwe bomen.
De bestaande supermarkt ten zuiden van de Wiekslag wordt gesloopt. Het vrijkomende terrein wordt ingericht als parkeerterrein. Omdat bij de sloopwerkzaamheden negatieve effecten op beschermde soorten niet op voorhand uitgesloten kunnen worden, is een voorafgaand flora- en faunaonderzoek noodzakelijk. Er is een quick-scan gedaan. Die is toegevoegd aan de bijlagen bij deze toelichting (Quickscan natuurtoets Rietzangerstraat 1 Amersfoort, Ecogroen 15 maart 2017). Uit de quickscan blijkt het volgende:
Gebiedsbescherming : De sloop heeft geen negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen voor Natura 2000-gebieden tot gevolg. Het gebied ligt niet binnen het Natuurnetwerk Nederland en tast wezenlijke kenmerken en waarden niet aan.
Soortbescherming: In de bebouwing worden geen verblijfplaatsen van vleermuizen verwacht. Er gaan door de sloop geen verblijfplaatsen verloren. Schade aan onmisbare vliegroutes en foerageergebieden van vleermuizen is niet te verwachten. In het plangebied zijn enkele algemeen voorkomende broedvogels aangetroffen en/of te verwachten. Jaarrond beschermde nesten ontbreken. Er zijn geen groeiplaatsen van flora en voortplantings-of verblijfplaatsen van grondgebonden zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelden aangetroffen of te verwachten die bescherming genieten binnen de provincie Utrecht.
Geadviseerd wordt om (sloop)werkzaamheden die broedbiotopen van alle aanwezige vogels beschadigen te allen tijde te voorkomen. Dit is voor de meeste soorten mogelijk door gefaseerd te werken en de uitvoering in elk geval op te starten voor half maart en na eind juli of het onderzoeksgebied te controleren op broedende vogels en nesten binnen de invloedssfeer van de plannen. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd, maar is het van belang of nesten of eieren van broedvogels worden beschadigd of vernield, ongeacht de datum.
Externe veiligheid heeft betrekking op de gevaren die mensen in de directe omgeving lopen als gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden bewaard en/of bewerkt en transportroutes waarlangs gevaarlijke stoffen worden vervoerd.
Voor het plangebied is beoordeeld of sprake is van activiteiten met gevaarlijke stoffen in en in de omgeving van het plangebied, die mogelijk risico's zouden kunnen opleveren. Meer specifiek is gekeken naar de aanwezigheid van bedrijven die zijn aangewezen in het BEVI, waaronder LPG-tankstations, transportroutes over weg, spoor en water.
Het gebied van dit bestemmingsplan ligt niet binnen een risicocontour van een Bevi-inrichting of een transportroute voor gevaarlijke stoffen. Het plan zelf is ook geen risicovolle activiteit. Het milieuaspect externe veiligheid is daarmee geen belemmering voor de voorgenomen nieuwbouw van de Lidl-supermarkt.
Wet geluidhinder
De basis voor de ruimtelijke afweging van geluid is de Wet geluidhinder (Wgh). Overeenkomstig de Wgh zijn (spoor- ) wegen en industrieterreinen waar zich grote lawaaimakers kunnen vestigen voorzien van zones. Het gebied binnen deze zones geldt als akoestisch aandachtsgebied waar een toetsing uitgevoerd dient te worden. Daarbij beperkt de Wgh zich tot een toetsing ter plaatse van zogenaamde geluidsgevoelige objecten. Dit zijn onder andere woningen, onderwijsgebouwen, gezondheidszorggebouwen, kinderdagverblijven, woonwagenstandplaatsen en ligplaatsen voor woonboten.
Bij vaststelling van een bestemmingsplan komen in de volgende gevallen de regels van de Wgh aan de orde:
Geluid in relatie tot het plangebied
Een supermarkt is geen geluidgevoelig object. Een toetsing aan de Wet geluidhinder is niet aan de orde. De geluideffecten van de supermarkt op de omgeving zijn besproken in hoofdstuk 4.1 van deze toelichting.
De 'Wet luchtkwaliteit' is opgenomen in de Wet milieubeheer onder hoofdstuk 5, titel 2. De kern van de Wet luchtkwaliteit bestaat uit luchtkwaliteitseisen voor de buitenlucht die in bijlage 2 van de Wet milieubeheer zijn vastgelegd. Uit de Wet volgt dat een voorgenomen ontwikkeling vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit onder andere inpasbaar is als geen grenswaarden voor de luchtkwaliteit worden overschreden.
De relevante stoffen ten gevolge van wegverkeer zijn stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). De bijbehorende grenswaarden zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Doorslaggevend voor de beoordeling van NO2 is de jaargemiddelde concentratie. Voor PM10 is de 24-uurgemiddelde concentratie het meest kritisch.
Grenswaarden luchtkwaliteit voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10)
Stof | Te toetsen grootheid | Grenswaarde (mg/m3) |
NO2 | Jaargemiddelde concentratie | 40 |
Uurgemiddelde concentratie die maximaal 18 maal per kalenderjaar mag worden overschreden | 200 | |
PM10 | Jaargemiddelde concentratie | 40 |
24-uurgemiddelde concentratie, die maximaal 35 maal per kalenderjaar mag worden overschreden | 50 |
Luchtkwaliteit in relatie tot het plangebied
Bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort een jaarlijkse monitoring van de concentraties NO2 en PM10. Overheden, waaronder de gemeente Amersfoort, leveren hiervoor gegevens aan. De door de gemeente opgegeven gegevens worden verwerkt samen met landelijke luchtkwaliteitsinformatie en gegevens over emissies van voertuigen. De berekende concentraties worden voor de stedelijke wegen bepaald op een afstand van 10 m uit de wegrand. Bij rijkswegen kan deze afstand groter zijn. De resultaten van de monitoring zijn te vinden op www.nsl-monitoring.nl.
Hieronder zijn de concentraties PM10 en NO2 uit de monitoringstool 2016 weergegeven rondom het plangebied voor het jaar 2015.
De jaargemiddelde concentratie voor PM10 was in 2015 in de directe omgeving van het plan lager dan 35 mg/m3. Uit de gegevens van de monitoringstool blijkt dat deze langs zowel de Ringweg Kruiskamp als de Zielhorsterweg rond de 20-21 mg/m3 lag. Dat is ruim onder de norm van 40 mg/m3. Het maximum aantal van 35 overschrijdingsdagen voor PM10 werd rondom het plangebied niet overschreden (niet weergegeven). Dit aantal lag hier rond 8 dagen.
Ook de jaargemiddelde concentratie voor NO2 lag in 2015 in de directe omgeving van het plan lager dan 35 mg/m3. Uit de gegevens van de monitoringstool blijkt dat deze langs de Ringweg Kruiskamp tussen de 25 en 27 mg/m3 was. Langs de Zielhorsterweg lag de concentratie rond de 28 mg/m3. Dat is ruim onder de norm van 40 mg/m3.
De verwachting is dat in de toekomst de concentraties luchtvervuilende stoffen verder zullen afnemen. Daarom zullen ook in de toekomst geen grenswaarden worden overschreden. De prognoses voor 2020 en 2030 in de monitoringstool laten dit ook zien.
Bijdrage van het plan
De komst van de supermarkt zorgt voor extra verkeer rondom het plangebied. Om de bijdrage van deze ontwikkeling aan de luchtkwaliteit inzichtelijk te maken, is gebruik gemaakt van de zogenaamde NIBM-tool (zie www.infomil.nl). Hiervoor zijn de gegevens van de verkeersaantrekkende werking uit het akoestisch onderzoek gebruikt. Volgens dat onderzoek komen er 846 autoklanten per dag naar de supermarkt. Daarnaast zijn er maximaal 12 transportexpedities (waarvan 6 vrachtwagens en 6 bestelbusjes). Dat levert 1716 komende en gaande verkeersbewegingen op, waarvan 12 voor zwaar verkeer (de vrachtwagens). Dit is minder dan 1% van het totaal aantal bewegingen. Voor een worst-case berekening is uitgegaan van 1% zwaar verkeer.
De verkeersaantrekkende werking is dus bepaald op 1716 motorvoertuigen per gemiddelde weekdag met 1% vrachtverkeer. Met behulp van de NIBM-tool is bepaald welke bijdrage dit aantal extra verkeersbewegingen veroorzaakt. De NIBM tool gaat uit van een worst case benadering. Hieronder is het resultaat van de berekening weergegeven.
De ontwikkeling levert een bijdrage van maximaal 1,54 mg/m3 NO2 en 0,31 mg/m3 PM10. Aangezien volgens de monitoringstool de concentraties NO2 en PM10 in 2015 ruim lager zijn dan 35 mg/m3, kan worden geconcludeerd dat de grenswaarden voor de jaargemiddelde concentraties van 40 mg/m3 niet zullen worden overschreden.
Conclusie
Rond het plangebied wordt voldaan aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De bijdrage die dit plan geeft, zal geen overschrijdingen van de normen voor NO2 en PM10 opleveren. Daarmee is het aspect luchtkwaliteit geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied.
Het Nationale Waterplan (NWP) is de opvolger van de vierde nota waterhuishouding en geeft het kader voor het waterbeheer voor Nederland, nu en in de toekomst. Het NWP is het rijksplan voor het waterbeleid. het NWP beschrijft de maatregelen die in de periode 2009-2015 genomen moeten worden om Nederland ook voor de toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten.
Het Provinciaal Waterplan 2010-2015 is mede kader voor de wijze waarop omgegaan wordt met water in het plangebied. De doelstelling van het plan is: een veilig en bewoonbaar land. Het plan geeft de gewenste ontwikkelingen in het waterbeheer in de provincie Utrecht aan. Hierbij is rekening gehouden met de Europese kaderrichtlijn water en het beleid Waterbeheer 21e eeuw (WB21). Het thema “water als ordenend principe” loopt als een rode draad door het gehele plan. Dit houdt in dat, voordat er beslissingen worden genomen op ruimtelijk gebied,er wordt bekeken welke gevolgen die hebben voor watersystemen.
In het Waterbeheerprogramma 2016- 2021 geeft het Waterschap Vallei en Veluwe inzicht in de doelen en maatregelen die het waterschap in deze periode van 6 jaar gaat bereiken. De maatregelen zijn hierin op hoofdlijnen beschreven. Dit plan is mede kader voor de wijze waarop omgegaan wordt met water in het plangebied.
Het Waterplan Amersfoort 2005-2015 is het kader voor integraal en duurzaam waterbeheer in Amersfoort. Het plan is gezamenlijk opgesteld door de Gemeente Amersfoort, Waterschap Vallei & Eem (Veluwe) en Vitens Midden-Nederland. Het Waterplan Amersfoort is gebaseerd op een integrale beschouwing van het systeem van oppervlaktewater, ondiep grondwater en de waterketen vanaf de inzameling van afvalwater tot en met de zuivering van afvalwater. Aan de hand van drie streefbeelden wordt geschetst hoe het waterbeheer er in 2030 uit zou moeten zien: water met allure, water van de wijk en water voor natuur. Het gaat hierbij met name om het oppervlaktewatersysteem en het ondiepe grondwater en de interactie tussen de waterketen en het oppervlaktewatersysteem.
Bij ruimtelijke plannen geldt vanaf 1 november 2003 de wettelijke verplichting van een waterparagraaf/watertoets. De watertoets is één van de pijlers van het Waterbeleid voor de 21 eeuw, waarin aan water een meesturende rol in de ruimtelijke ordening is toegekend. Met de watertoets wordt beoogd waterbeheerders vroegtijdig in het ruimtelijke ordeningsproces te betrekken. De watertoets betreft het hele proces van informeren, adviseren, afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van een waterparagraaf is een samenhangend beeld te geven van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met duurzaam waterbeheer en de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het voorkomen van negatieve effecten op de waterhuishouding staat bij de watertoets voorop. Dan pas komen inrichtingsmaatregelen en compensatie in beeld.
In dit plan is geen oppervlaktewater aanwezig. Voor wat hemelwater betreft geldt "vasthouden-bergen-afvoeren". Een belangrijk principe is dat een deel van het hemelwater binnen het plangebied wordt vastgehouden en/of geborgen/geïnfiltreerd en dus niet direct afgevoerd wordt naar de riolering of het oppervlaktewater. Hiermee wordt bereikt dat de waterzuiveringsinstallatie beter functioneert, verdroging wordt tegen gegaan en piekafvoeren in het oppervlaktewater (met eventueel wateroverlast in benedenstrooms gelegen gebieden) wordt voorkomen.
Het is verder van belang dat het grondwater wordt beschermd tegen vervuiling. Om hieraan bij te dragen mogen bij de ontwikkeling van het terrein geen uitloogbare materialen worden gebruikt zoals koper, lood, zink en geïmpregneerd hout op plekken waar die met regenwater in aanraking kunnen komen.
De grondwaterstand in de omgeving van de nieuwe supermarkt varieert tussen de +- 0,8 en 1,5 meter beneden maaiveld. Onderzoek naar klimaatgevolgen heeft uitgewezen dat de grondwaterstand ten gevolge van klimaatontwikkelingen op verschillende locaties in Amersfoort nog zo'n 20 tot 30 cm gaat stijgen. In de onderstaande is het worst case scenario te zien voor Amersfoort. Ter plaatse van de nieuwe Lidl verwacht men een stijging van ongeveer 30 cm.
Voor nieuwe ontwikkelingen geldt dat deze zo moeten worden geordend en ingericht dat dit past bij de bestaande grondwaterstanden. Aangezien de grondwaterstand in de omgeving van de Wiekslag in natte periodes tot minder dan een meter onder het maaiveld komt wordt er sterk aangeraden om kruipruimteloos te bouwen. Om problemen door grondwateroverlast in de toekomst te voorkomen moeten eventuele kelders en parkeergarages tot aan maaiveld waterdicht zijn.
In het gebied is een gescheiden rioolsysteem aanwezig. Dit houdt in dat het afvalwater en regenwater door twee aparte stelsel wordt afgevoerd. Het afvalwater gaat rechtstreeks naar de zuivering en het regenwater wordt op het oppervlaktewater geloosd.
Algemeen geldt dat watercompensatie moet plaatsvinden zodra er sprake is van een toename van verhard oppervlak van meer dan 1500 m2. Het verharde oppervlak neemt niet toe met meer dan 1500 m2.
De oppervlakte van de nieuwe winkel bedraagt circa 2100 m2. Deze nieuwe supermarkt vervangt de bestaande winkel ter grootte van circa 850 m2. Per saldo is er sprake van een toename van 1250 m2. Compensatie is hier dan ook niet aan de orde. Bovendien komt de supermarkt op de plaats van de voormalige school. Deze school kende een bebouwd oppervlak van 800 m2 (met daarachter een groot verhard speelplein).
De nieuwe supermarkt wordt voorzien van een groen dak. Groene daken hebben een waarde voor planten en dieren en het heeft ook een functie voor waterberging waardoor piekbelasting op de riolering wordt verminderd. Bovendien helpen groene daken en gevels hittestress te voorkomen en vangen ze fijnstof, wat een positief effect heeft op de luchtkwaliteit. Bij de supermarkt wordt een sedumdak toegepast. Hierin blijft veel regenwater hangen. Tevens worden er op het terrein van dit filiaal bomen en bodembedekkers aangelegd. Hierdoor wordt regenwater goed opgevangen en wordt wateroverlast voorkomen.
Vanwege de omvang van de voorliggende ontwikkeling en het ontbreken van een specifiek waterbelang, is geen afzonderlijke watertoets van het Waterschap nodig. Het Waterschap heeft in het kader van het wettelijk vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening wel op het concept-ontwerpbestemmingsplan gereageerd. De gemeentelijke beantwoording van die reactie is opgenomen in hoofdstuk 6.3 van deze toelichting.
Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (als onderdeel van de Monumentenwet 1988) in werking getreden. Op grond van de Monumentenwet is de raad verplicht bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening te houden met de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
Deze waarden en verwachtingen zijn aangegeven op de archeologische beleidskaart, die op basis van archeologische waarnemingen en vondsten en landschappelijke en historische gegevens tot stand is gekomen. De archeologische beleidskaart is samen met de erfgoedverordening door de gemeenteraad op 28 september 2010 vastgesteld.
De kaart kent een onderverdeling in gebieden. Per gebied is een beleidsadvies geformuleerd. Naast Rijksmonumenten en gemeentelijke ondergrondse monumenten zijn er gebieden met een hoge archeologische waarde aangewezen. Ook is er een verdeling gemaakt tussen gebieden met een hoge, middelhoge en een lage archeologische verwachting. Ter voldoening aan artikel 38a van de Monumentenwet worden in bestemmingsplannen regelingen opgenomen ten aanzien van de gebieden met archeologische waarden en verwachtingen, voor zover die al niet (anderszins) zijn beschermd via de Monumentenwet.
Gezien de daarbij betrokken belangen en de wettelijke plicht om in de bestemmingsplannen nadrukkelijk rekening te houden met archeologie wordt in voorkomende gevallen gekozen voor een dubbelbestemming. Het opnemen van een dubbelbestemming brengt goed tot uitdrukking dat archeologie op zichzelf dient te worden beoordeeld en ten opzichte van de medebestemming van primair belang is. De dubbelbestemming omvat een eigen stelsel van regels voor bouwen en gebruik, dat functioneert naast (of boven) de regeling die is verbonden aan de onderliggende bestemming.
Binnen het plangebied bevinden zich geen wettelijk beschermde archeologische monumenten of bekende archeologische waarden. Wel zijn er archeologische verwachtingen. Het plangebied ligt in een zone met een middelhoge archeologische verwachting. In geval van ontwikkelingen van terreinen groter dan 500m2 met bodemingrepen dieper dan 30 cm onder het maaiveld dient voorafgaand een archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd.
Uitsnede Archeologische Beleidskaart met locatie plangebied en legenda van de in de uitsnede aangegeven gebieden.
Archeologisch onderzoek in de nabije omgeving leverde weinig informatie op omdat de bodem daar ter plaatse zodanig verstoord was dat eventuele archeologische resten niet aanwezig meer waren.
Direct ten noorden van het plangebied is ten behoeve van de bouw van woningen onlangs archeologisch onderzoek uitgevoerd. Daaruit bleek dat de ondergrond volledig was verstoord. Bij die gelegenheid is ook onderzoek gedaan naar de gronden die zijn betrokken bij de bouw van de nieuwe supermarkt. Daaruit is gebleken dat ook op deze locatie de ondergrond tot op flinke diepte is verstoord.
Daarmee is het plangebied vanuit archeologisch opzicht vrij gegeven voor de bouw en is geen (verder) archeologisch onderzoek noodzakelijk. Het opnieuw opnemen van een dubbelbestemming is dan ook niet langer noodzakelijk.
Op 7 juli 2017 is een wijziging van het Besluit m.e.r. in werking getreden. Deze wijziging impliceert dat vanaf die datum een toets uitgevoerd moet worden of belangrijke nadelige milieugevolgen in verband met een voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling kunnen worden uitgesloten. Voor deze toets wordt de term vormvrije m.e.r. (milieueffectrapportage)-beoordeling gehanteerd.
De vormvrije m.e.r.-beoordeling geldt voor alle ruimtelijke ontwikkelingen die voorkomen in onderdeel D van de bijlage bij het besluit m.e.r. maar onder de drempelwaarde blijven (en daarmee dus niet m.e.r.-plichtig zijn). De realisatie van een supermarkt valt onder de categorie D11.2 stadsontwikkelingsproject. De drempel die gegeven wordt is 200.000 m2 of meer. Voorliggend project valt ruim onder deze drempel en is derhalve niet m.e.r.-beoordelingsplichtig.
Het belang van de vormvrije m.e.r. is dat al in een vroeg stadium wordt beoordeeld of het project of de activiteit belangrijke nadelige milieugevolgen heeft. Het bevoegd gezag (de gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders) beslist of belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen worden uitgesloten of dat een m.e.r. moet worden opgesteld.
In de vormvrije m.e.r. dient het navolgende te worden beschreven: (1) de kenmerken van het project; (2) de plaats van het project en (3) de kenmerken van het potentiële effecten van het project.
1. Kenmerken van de projecten
In het voorliggende plan wordt een supermarkt gerealiseerd van ongeveer 1400 m2 wvo. Op een gemiddelde werkdag zijn maximaal 1300 verkeersbewegingen te verwachten. In de directe omgeving worden geen overige ruimtelijke projecten ontwikkeld waardoor er geen sprake is van cumulatie van effecten.
2. Plaats van de projecten
Het projectgebied ligt op ruime afstand van Natura 2000 gebieden en de Ecologische Hoofdstructuur.
3. Kenmerken van het potentiële effect
Door de beperkte verkeersaantrekkende werking zijn er geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot lucht en geluid. Het gebied ligt op voldoende afstand van beschermde gebieden en natuur. Dit zorgt ervoor dat geen negatieve effecten te verwachten zijn op omliggende natuurgebieden.
Conclusie
Het project brengt geen (significant) negatieve effecten met zich mee waardoor er geen milieueffectrapportage opgesteld hoeft te worden.
Een bestemmingsplan bepaalt hoe de gronden gebruikt mogen worden, of er ergens gebouwd mag worden en wat voor bebouwing dat mag zijn. Het gaat om het toelaten van bepaalde gebruiksmogelijkheden (toelatingsplanologie). De grondgebruiker (zoals eigenaar, huurder) mag de functie die het bestemming geeft uitoefenen. Dit houdt in dat de grondgebruiker niet kan worden verplicht om een aangewezen bestemming daadwerkelijk te realiseren, maar ook dat de grondgebruiker geen andere functie mag uitoefenen die in strijd is met de gegeven bestemming, of in strijd met het bestemmingsplan mag bouwen.
Waaruit bestaat een bestemmingsplan
Een bestemmingsplan bestaat uit:
De verbeelding en de regels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouw- en gebruiksregels gekoppeld. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar is wel een belangrijk onderdeel van het bestemmingsplan. Hierin staat hoe een plan tot stand is gekomen, een beschrijving van het gebied en wat de bedoelingen van de gemeente zijn in het plangebied.
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan. In de volgende paragraaf wordt nog een nadere uitleg gegeven over de regels in het bestemmingsplan.
De regels zijn verdeeld over vier hoofdstukken:
Hieronder volgt een uitleg van een aantal bestemmingen die het bestemmingsplan kent. Sommige bestemmingen spreken voor zich en worden daarom niet nader toegelicht.
Behalve bestemmingen zijn binnen het bestemmingsplan aanduidingen te onderscheiden. Deze aanduidingen bevatten specificaties van bestemmingen met betrekking tot het gebruik of het bouwen. Functieaanduidingen en bouwaanduidingen worden opgenomen in het artikel van de bestemming waarin ze voorkomen.
Binnen de bestemming detailhandel is uitsluitend een supermarkt mogelijk. Daarnaast zijn binnen de bestemming ondergeschikte functies die tevens ten dienste staan van de supermarkt toegestaan, zoals kantoorruimte en magazijnen. Laad en losvoorzieningen zijn uitsluitend toegestaan in de laad- en losplaats aan de oostzijde (Ibisstraat) van het gebouw.
Aan de winkelvloeroppervlakte (in artikel 1 gedefinieerd als: "de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel' is een maximum aantal vierkante meters toegekend van 1375.
De supermarkt moet zijn voorzien van een lessenaarsdak. Dat is vastgelegd in artikel 3 van de regels. Het begrip "lessenaarsdak" is als volgt omschreven in artikel 1: "een dak dat bestaat uit 1 hellend dakvlak volgens het bijgaande model van de oude lessenaar "
De bouwhoogte van de supermarkt aan de oostzijde (Ibisstraat) mag niet meer mag bedragen dan 8 meter gelijkmatig aflopend naar maximaal 6 meter aan de westzijde (Pelikaanstraat). Het gebouwde deel van de laad- en losplaats aan de oostzijde mag maximaal 4,5 meter bedragen.
Aan de regels in artikel 3 zijn specifieke gebruiksregels toegevoegd. Die hebben betrekking op de inrichting van de onbebouwde terreinen rondom de supermarkt, het laden en lossen (de plaats, de tijdstippen en de verkeers- en geluidmaatregelen) en de noodzakelijke geluidmaatregelen ten aanzien van de technische installaties in het gebouw.
Het parkeerterrein, de groenstrook langs de Pelikaanstraat en het groen en de stoep aan de voorkant van de supermarkt zijn bestemd voor Verkeer-Verblijfsgebied. Binnen deze bestemming mogen enkel nutsvoorzieningen en andere bouwwerken zoals palen, masten en verlichtingselementen worden gerealiseerd. Voor de winkelwagenvang is een apart bouwvlak opgenomen op de verbeelding.
Er gelden ook hier specifieke gebruiksregels (zie artikel 4.3). Daarin is vastgelegd dat de voor Verkeer-Verblijfsgebied bestemde gronden blijvend moeten worden ingericht volgens het inrichtingsplan, dat aan de regels bij dit bestemmingsplan is toegevoegd.
Inrichting parkeerterrein
Bij de beschrijving van de uitvoerbaarheid van het plan gaat het zowel over het overleg dat bij de voorbereiding van het plan gevoerd is, als om de economische uitvoerbaarheid. Bij de uitvoerbaarheid speelt ook de handhaving een belangrijke rol.
Gelet op het stelsel van de Wro moet de gemeenteraad een exploitatieplan vaststellen voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur (= Besluit ruimtelijke ordening) aangewezen bouwplan is voorgenomen. Dit is niet aan de orde als er sprake is van een overeenkomst.
Gemeenten zijn op grond van de Wro verplicht om de kosten van de grondexploitatie te verhalen. In geval de gemeente de uitgeefbare gronden in eigendom heeft, vindt verhaal van de kosten van de grondexploitatie plaats door verkoop van bouwrijpe grond. In geval de gemeente niet over de gronden beschikt, kan de gemeente een overeenkomst over grondexploitatie aangaan waarbij de grondeigenaar zich verbindt de kosten van grondexploitatie aan de gemeente te voldoen. Indien het niet mogelijk is het kostenverhaal bij overeenkomst te verzekeren dient er, gelijktijdig met het bestemmingsplan, een exploitatieplan vastgesteld te worden. In dat laatste geval worden de kosten van de grondexploitatie verhaald door een financiële voorwaarde aan de bouwvergunning te verbinden.
De gemeente heeft de gronden waar de supermarkt wordt gebouwd in eigendom. Het verhaal van de gemeentelijke kosten van grondexploitatie vindt plaats via de verkoop van de grond aan de Lidl. In de desbetreffende overeenkomst worden ook afspraken gemaakt over de kosten, de aanleg en het beheer van het parkeerterrein dat wordt gemaakt op de vrijkomende gronden van de bestaande supermarkt.
Het bestemmingsplan is vanuit gemeentelijk perspectief financieel en economisch uitvoerbaar.
De procedure voor vaststelling van een bestemmingsplan zijn door de wetgever geregeld. Aangegeven is dat tussen gemeente en verschillende instanties waar nodig overleg over het plan moet worden gevoerd alvorens een ontwerpplan ter visie gelegd kan worden. Bovendien is het noodzakelijk dat belanghebbenden de gelegenheid hebben om hun visie omtrent het plan te kunnen geven. Pas daarna kan de wettelijke procedure met betrekking tot de vaststelling van het bestemmingsplan van start gaan.
De Wet ruimtelijke ordening zelf bevat geen bepalingen omtrent inspraak. Dat neemt niet weg dat het de gemeente vrij staat toch inspraak te verlenen b.v. op grond van de gemeentelijke inspraakverordening. In relatie daarmee bepaalt artikel 150 van de Gemeentewet onder meer dat in een gemeentelijke inspraakverordening moet worden geregeld op welke wijze bovenbedoelde personen en rechtspersonen hun mening kenbaar kunnen maken. Inspraak zal plaatsvinden volgens de in de "Rol van de Raad" opgenomen gevallen. In deze notitie wordt een driedeling gemaakt in soorten bestemmingsplannen; model 1, 2 en 3 plannen. Model 1 volgt in feite de wettelijk voorgeschreven behandeling met een zo kort mogelijke procedure, model 2 voegt hieraan een extra moment van kaderstelling door de raad toe en model 3 voorziet in de meest uitgebreide behandeling.
Dit bestemmingsplan voldoet aan de voorwaarden om de procedure behorende bij model 1 te volgen omdat het om een binnenstedelijke bestemmingsplanherziening gaat. Het presidium van de gemeenteraad heeft op 13 januari 2016 ingestemd met model 1. Dit betekent dat er geen inspraak wordt gehouden over het concept-ontwerpbestemmingsplan.
Wel zijn er voor de omliggende bewoners twee informatiebijeenkomsten geweest over de voorliggende plannen. Lidl heeft het plan voor de bouw van de supermarkt tijdens een informatiebijeenkomst voor omwonenden op 10 november 2015 toegelicht. Bij die gelegenheid zijn door bewoners zorgen geuit over het geluid van het laden en lossen, zwervende winkelwagens, parkeeroverlast en de inpassing van het nieuwe gebouw in de omgeving. Deze thema's zijn meegenomen bij de verdere uitwerking van de plannen, de onderzoeken die zijn gedaan en de maatregelen die zullen worden getroffen. Positieve geluiden waren te horen over de uitbreiding van het assortiment in de nieuwe winkel, de vergroting van het aantal (gratis) parkeerplaatsen en het behoud (vergroting) van werkgelegenheid.
Op 3 juli 2017 is een tweede informatiebijeenkomst gehouden voor de buurt. Tijdens deze bijeenkomst hebben medewerkers van Lidl en de gemeente de uitgewerkte plannen voor de winkel en het parkeerterrein toegelicht en is informatie gegeven over dit bestemmingsplan.
Naar aanleiding van reacties van omwonenden op deze avond zijn de aanvankelijk gedachte parkeerplaatsen (10) aan de Pelikaanstraat vervallen en verplaatst naar de Ibisstraat naast de groenstrook. De strook grond aan de Pelikaanstraat naast de nieuwe supermarkt wordt ingericht met bomen en een gazon.
Strook grond naast Lidl aan de Pelikaanstraat wordt groen met bomen
Aan de Ibisstraat langs de groenstrook komen nieuwe parkeerplaatsen
De geplande parkeerplaatsen aan Ibisstraat liggen in het gebied van het bestemmingsplan ABC cluster en omgeving, vastgesteld door de raad op 26 november 2013. De bestemming van de desbetreffende gronden is 'Groen'. In die bestemming zijn volgens het bestemmingsplan niet zonder meer parkeerplaatsen toegestaan. Wel kunnen burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van deze regel en (alsnog) parkeervoorzieningen toestaan als dat nodig is in verband met de parkeerbehoefte in het gebied. Daarvan is in het voorliggende geval sprake. Voor het aanlegen van de parkeerplaatsen is op 14 december 2017 door burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning verleend.
Het Besluit ruimtelijke ordening geeft in artikel 3.1.1 aan dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
Op 27 maart 2017 hebben de volgende instanties het conceptontwerpbestemmingsplan ontvangen met het verzoek om in het kader van artikel 3.1.1 Wro daarop te reageren:
Naar aanleiding van het verzoek om te reageren op het concept-ontwerpbestemmingsplan in het kader van het vooroverleg, zijn reacties ontvangen van de Provincie Utrecht, het Waterschap Vallei en Veluwe, de Veiligheidsregio Utrecht en de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort.
De provincie Utrecht heeft aangegeven dat het bestemmingsplan geen aanleiding geeft om opmerkingen te maken in het kader van het provinciaal belang, zoals dat is opgenomen in de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (herijking 2016) en de Provinciale Ruimtelijke Verordening (herijking 2016). Welk is aanvullend nog aandacht gevraagd voor een aantal nog voor het bestemmingsplan relevante artikelen uit de Provinciale Ruimtelijke Verordening. In dat verband zijn genoemd de artikelen 1.7 Cultuurhistorische hoofdstructuur (militair erfgoed); 1.13 Overstroombaar gebied; 4.1 Stedelijk gebied en 4.4 Detailhandel (bestaand winkelgebied). In hoofdstuk 2.2.2. van deze toelichting is op deze artikelen ingegaan. Kortheidshalve zij daarnaar verwezen. Geconcludeerd kan worden dat de in dit bestemmingsplan voorgestelde ontwikkeling past binnen de kaders van het actuele beleid van de provincie Utrecht.
Het Waterschap Vallei en Veluwe heeft aangegeven dat in de toelichting bij het bestemmingsplan moet worden verwezen naar het actuele Waterbeheerprogramma 2016 - 2021 van het schap. Dar is in hoofdstuk 4.8 van deze toelichting gebeurd.
Verder wil het schap een nadere toelichting op de uitbreiding van de verharding als gevolg van dit bestemmingsplan. In hoofdstuk 4.8.6 van deze toelichting is daarvoor de navolgende tekst opgenomen: "Algemeen geldt dat watercompensatie moet plaatsvinden zodra er sprake is van een toename van verhard oppervlak van meer dan 1500 m2. Het verharde oppervlak neemt niet toe met meer dan 1500 m2.
De oppervlakte van de nieuwe winkel bedraagt circa 2100 m2. Deze nieuwe supermarkt vervangt de bestaande winkel ter grootte van circa 850 m2. Per saldo is er sprake van een toename van 1250 m2. Compensatie is hier dan ook niet aan de orde. Bovendien komt de supermarkt op de plaats van de voormalige school. Deze school kende een bebouwd oppervlak van 800 m2 (met daarachter een groot verhard speelplein).
De Veiligheidsregio Utrecht heeft aangegeven dat in het bestemmingsplan alle relevante zaken ten aanzien van externe veiligheid zijn opgenomen en dat verder in het plangebied geen risicobronnen aanwezig zijn, waarvoor een verantwoordingsplicht geldt voor het groepsrisico. De aanwezige bluswatervoorzieningen en toegangswegen zijn toereikend voor de nieuwe supermarkt.
De Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort hebben een aantal vragen gesteld over het concept-ontwerpbestemmingsplan.
Vindt laden en lossen onder een afdak plaats ?
Het laden en lossen gebeurt bij de goederenontvangst (laaddock) aan de oostkant van het nieuwe gebouw. Het laaddock wordt verdiept uitgevoerd (de vrachtauto rijdt als het ware een kuil in) naar een peil van - 1 meter ten opzichte van het maaiveld. De zijkant van het dock wordt uitgevoerd met een gemetselde muur met een hoogte van 1 meter. Het daadwerkelijk laden en lossen gebeurt overdekt bij de goederenontvangst aan het einde van het laaddock.
Laden en lossen
Klopt het dat de ingang aan de rechter zijkant achteraan zit? Zo ja, dan is dat wel ver
van de parkeerplaats af.
De entree van de supermarkt komt aan de voorzijde van het gebouw aan de Wiekslag.
Kan de parkeerplaats wat minder stenig?
Juist om een optimale inpassing van de nieuwe situatie in de (groen)structuur van Liendert te waarborgen, wordt de buitenruimte heringericht. Daarvoor is een plan gemaakt. Dat plan is toegevoegd aan de bijlagen bij de toelichting van het bestemmingsplan. Belangrijke punten daarin zijn: (1) het beschermen van de monumentale lindelaan in de groenstrook aan de Ibisstraat; (2) het continueren van de laanbeplanting aan de Wiekslag, waardoor het bijzondere karakter van deze doorgaande weg sterker benadrukt wordt en (3) een efficiënte indeling en groene aankleding van het parkeerterrein op de huidige Lidl-locatie. Het parkeerterrein zal worden omgeven met een groenzone met bomen. Op het parkeerterrein wordt minimaal een grote meerstammige boom geplant, om het uitzicht vanuit het aanliggende appartementengebouw op het parkeerterrein te doorbreken.
Waarom is er een maximale bouwhoogte aangegeven in het parkeervak?
Op de parkeerplaats is een kleine overdekte stalling van winkelwagens gedacht. Daarvoor is op de verbeelding een bouwvlak ingetekend met een bouwhoogte (3 meter). Overigens is in het definitieve plan de plaats van deze stalling iets verplaatst naar het centrum van het parkeerterrein. Er komt er ook nog één vlak bij de ingang van de winkel aan de Wiekslag.
Winkelwagenstalling op parkeerterrein
Waar komt het fiets parkeren en hoeveel en hoe uitgevoerd?
Er is aan de kant van de Wiekslag aan de voorzijde van de winkel ruimte gereserveerd voor 69 fietsplaatsen. Waarschijnlijk worden er tulips geplaatst.
Fietsplaatsen aan de voorzijde Wiekslag
Aangegeven wordt dat het dak Groen wordt. Kan dat nader gespecificeerd worden?
Op een groot deel van het dak wordt een vegetatiedak aangelegd. Dit betreft een vooral met vetplanten ingeplant vlak, dat extensief onderhouden wordt. Naast het esthetische aspect voor de aanliggende woningen, die deels op het dak uitkijken, zorgt het vegetatiedak ook voor waterbuffering bij een regenbui. Het draagt bovendien bij aan de verbetering van het microklimaat door verkoeling te bieden en fijnstof uit de lucht te filteren. Deze aspecten sluiten goed aan bij verschillende doelstellingen van de gemeente.
Daarnaast is op een gedeelte van het dak een photovoltaik installatie voorzien, die een deel van de energiebehoefte van de supermarkt afdekt. De zonnepanelen worden zover mogelijk van de dakrand geplaatst en zijn daardoor vanaf openbaar gebied zoveel mogelijk aan het zicht onttrokken. Ook duurzame energieopwekking sluit aan bij gemeentelijk beleid.
De nieuw te bouwen eengezinswoningen komen op 15,5 meter afstand van de gevel.
Dit is behoorlijk dichtbij. Hoe is de geluidsisolatie geregeld?
Op basis van de meest actuele akoestische gegevens is het geluidsniveau in de woning voldoende. Voor de dichtstbijzijnde woning op de hoek Wiekslag – Pelikaanstraat is vooral het piekgeluid door het gebruik van de parkeerplaatsen langs het pand van Lidl relevant. In de ramen in de kopgevel van de woning zitten geen ventilatieroosters. Daarmee zal de gevelisolatie tenminste 25 dB bedragen en is het geluidniveau in de woning voldoende.
Voor de nieuwe woningen aan de Ibisstraat achter de supermarkt is vooral het geluid van installaties op het dak van de winkel van belang. Hiervoor zijn maatregelen opgenomen in het akoestisch onderzoek. Er is rekening gehouden met een afscherming op het dak bij de installaties en een gedeeltelijke bekleding van de achterwand met geluidsabsorberend materiaal (zie figuur 7 in het akoestisch onderzoek). Met deze maatregelen zal worden voldaan aan de streefwaarde voor de geluidbelasting in de nachtperiode. Een en ander is ook vastgelegd in de regels van het bestemmingsplan (artikel 3.3.4).
Hoe is de procedure geregeld met betrekking tot participatie? De initiatiefnemer heeft het plan voor de bouw van de supermarkt tijdens een informatiebijeenkomst voor omwonenden op 10 november 2015 toegelicht. Bij die gelegenheid zijn door bewoners zorgen geuit over het geluid van het laden en lossen, zwervende winkelwagens, parkeeroverlast en de inpassing van het nieuwe gebouw in de omgeving. Deze thema's zijn meegenomen bij de verdere uitwerking van de plannen, de onderzoeken die zijn gedaan en de maatregelen die zullen worden getroffen. Positieve geluiden waren te horen over de uitbreiding van het assortiment in de nieuwe winkel, de vergroting van het aantal (gratis) parkeerplaatsen en het behoud (vergroting) van werkgelegenheid. Binnenkort wordt nog een tweede informatieavond gehouden om de bewoners te informeren over de actuele plannen en de procedures die voor de daadwerkelijke bouw nog moeten worden gevoerd. Uiteraard volgt daarna nog de wettelijke (formele) procedure om te komen tot de vaststelling en inwerkingtreding van dit nieuwe bestemmingsplan.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 26 oktober tot en met 6 december 2017 ter inzage gelegen waarbij een ieder de mogelijkheid had een zienswijze over het bestemmingsplan kenbaar te maken aan de gemeenteraad. Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt.
Het bestemmingsplan is ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad. Op 10 april 2018 heeft de gemeenteraad van Amersfoort het bestemmingsplan 'Supermarkt Wiekslag' gewijzigd vastgesteld.