Woonwagencentrum Birkt

1.1 Aanleiding

Voorliggend bestemmingsplan voorziet in het realiseren van maximaal 12 standplaatsen met bijbehorende gebouwtjes. Daarnaast maakt het bestemmingsplan het mogelijk om circa 2000 m² als bedrijfsterrein in te richten.

Historie

Eind jaren '70 is een start gemaakt met de ontmanteling van het regionale woonwagencentrum Middelhoefseweg. In 1980 is tijdelijk woonwagencentrum Birkt in gebruik genomen met 26 standplaatsen. In 1993 is een deel van de bewoners van woonwagencentrum Birkt verhuisd naar Kattenbroek (centrum Voorste Kreek).
In 1998 besloot de Raad het tijdelijke woonwagencentrum Birkt op te heffen ter uitvoering van het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid ten behoeve van de woonwagenbewoners.

In 2003 is er een groep verhuisd naar het vervangende centrum Wellensiekerf in Hoogland aan de Pastor Pieckweg. Op dit moment resteren er nog 11 woonwagens op de Birkt.

Bij raadsbesluit van 27 april 2004 is het Herstructureringsplan voor Isselt vastgesteld. In dit plan wordt Isselt gehandhaafd als gezoneerd bedrijventerrein voor zware industrie. Ter uitvoering van het besluit van de raad om de resterende 12 woonwagens te verplaatsen en in het kader van het Herstructureringsplan Isselt is door het college besloten om het woonwagencentrum Birkt te verplaatsen naar de Middelhoefseweg.
In het voorjaar 2004 is het verplaatsingsvoorstel in de Raad gebracht. De Raad verzocht het college om nut en noodzaak van de verplaatsing nader te onderbouwen.

Op 10 november 2004 heeft de Raad een motie (PvdA, VVD) aangenomen waarin de Raad het college de opdracht geeft om “vooralsnog af te zien van de voorgenomen verhuizing en te komen met een uitgewerkt plan om de voorgenomen verhuizing af te wenden”.

Naar aanleiding van deze motie besloot het college op 6 december 2004 dat er een second opinion over het hele dossier moest worden opgesteld. Op basis van de aanbevelingen van de second opinion heeft het college in het raadsvoorstel van 28 juni 2005 een plan uitgewerkt voor handhaven van het woonwagencentrum Birkt en de alternatieven in beeld gebracht.

De bevindingen destijds waren dat handhaving van het woonwagencentrum ruimtelijk, financieel en planologisch-juridisch gezien grote consequenties voor bedrijventerrein Isselt en de daar gevestigde bedrijven zou hebben. Verplaatsing van het woonwagencentrum Birkt zou veel geld kosten, maar was toen voor het college een noodzakelijke voorwaarde om de herstructurering van het bedrijfsterrein de Isselt te kunnen doorzetten.

Tijdens de behandeling in de Raad van 28 juni 2005 werd voorts een motie aangenomen (PvdA, VVD, JA, BPA) waarmee de Raad het college opdraagt met een voorstel te komen om het woonwagencentrum te handhaven op de huidige locatie en daartoe alles te doen wat ruimtelijk, financieel en planologisch juridisch noodzakelijk is.

In het kader van het voorontwerp bestemmingsplan Isselt 2005 zijn door de SAOZ en door het bureau Gloudemans planschaderisicoanalyses opgesteld. Uit analyses bleek dat handhaving van het woonwagencentrum Birkt een risico op schadeclaims van omliggende bedrijven kan opleveren. De in de risicoanalyses gebruikte milieuzonering is gebaseerd op de "VNG-uitgave bedrijven en milieuzonering".

Medio 2007 is de "VNG-uitgave bedrijven en milieuzonering" herzien. Dit heeft gunstige consequenties voor de situering van gevoelige functies (waaronder de woonfunctie) nabij bedrijven. Dit is reden geweest om opnieuw de planschaderisico's in beeld te brengen. In het najaar van 2007 is aan de SAOZ en het bureau Gloudemans gevraagd om de uitgebrachte planschade risicoanalyses van 2005 te actualiseren. De planschade die voor vergoeding in aanmerking kan komen op basis van artikel 49 van de WRO is zeer sterk gereduceerd.

In de Ronde van 27 mei 2008 hebben de fracties, met uitzondering van de CU, de voorkeur uitgesproken voor planologische inpassing van het woonwagencentrum Birkt in het bestemmingsplan.

Het woonwagencentrum Birkt moet zo spoedig mogelijk worden heringericht omdat het centrum niet voldoet aan de hedendaagse eisen, qua leefbaarheid en veiligheid. Het is de bedoeling om vooruitlopend op het bestemmingsplan "Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen" een postzegelplan te maken specifiek voor dit betreffende terrein. Wachten op het overkoepelende bestemmingsplan zou teveel tijd kosten (groot complex plan, meer risico op vertraging door mogelijke zienswijzen en andere modelkeuze voor de rol van de raad in de bestemmingsplanprocedure).

Uniforme systematiek

Door alle nieuwe bestemmingsplannen volgens een uniforme systematiek op te stellen binnen de kaders van het Handboek bestemmingsplannen, wordt uniformiteit in kaartbeeld en planregels bewerkstelligd, waardoor de rechtszekerheid en de praktische hanteerbaarheid van de bestemmingsplannen wordt vergroot.

Tevens wordt voldaan aan de verplichting tot digitalisering en digitaal gebruik van de bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan is conform de IMRO-standaard (informatie model ruimtelijke ordening) vervaardigd. Hierdoor is het bestemmingsplan eenvoudig in te brengen in het gemeentelijk (raadpleeg-)systeem en kan het bestemmingsplan op een eenvoudige wijze worden uitgewisseld met andere overheden zoals de provincie. De nieuwe digitale systematiek heeft weliswaar gevolgen voor het vertrouwde kaartbeeld en de opbouw van de regels, maar sluit naadloos aan bij de huidige eisen die aan een bestemmingsplan worden gesteld.