direct naar inhoud van 5.9 Duurzaamheid
Plan: Park Randenbroek e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00024-0301

5.9 Duurzaamheid

Aandacht voor duurzaam en milieubewust bouwen in alle stadia van het ontwerp- en bouwproces is belangrijk. Al op stedenbouwkundig niveau moeten hierbij keuzes worden gemaakt. Bij de uitwerking van plannen moet rekening worden gehouden met de volgende beleidsdocumenten.

5.9.1 Klimaatakkoord 2007-2011

Bij nieuwbouw en renovatie is een forse energiebesparing mogelijk. In het Klimaatakkoord 2007-2011” tussen gemeenten en Rijk wordt gesteld dat in 2020 de nieuwbouw klimaatneutraal moet zijn. Het energieverbruik in woningen en gebouwen moet dan met 50% zijn verlaagd. Het rijk zal de EPC-norm de komende jaren stapsgewijs aanscherpen. Gemeenten gaan innovatieve initiatieven in de gebouwde omgeving actief oppakken. Ook zal er een innovatieprogramma energiebesparing bij nieuwbouw en renovatie worden opgezet voor de uitvoering van veldexperimenten, waarin op gebouw- en gebiedsniveau in goed overleg tussen betrokken partijen een hogere energieprestatie zal worden gerealiseerd dan de huidige energieprestatie-eis in de nieuwbouw.

5.9.2 Meer met minder

In het plan 'Meer met Minder' richt de nationale overheid zich voor de nieuwbouw op aanscherping van de nationale normen die al bestaan (de EPC). Voor woningbouw gaat de EPC van 0,8 naar 0,6 in 2011 en naar 0,4 in 2015 met als doel de energieneutrale woning in 2020. Voor de utiliteitsbouw geldt een vergelijkbare aanscherping met als doel alle nieuwe utiliteitsbouw 50% energie-efficiënter in 2017. Voor bestaande woningen en utiliteitsbouw zal het kabinet de mogelijkheden verkennen voor invoering van een vergelijkbare normstelling voor de energieprestatie. Er wordt een energielabel voor gebouwen (utiliteits-en woningbouw) ingevoerd. Het energielabel is met ingang van 2008 al verplicht voor woningeigenaren die hun huis gaan verkopen of verhuren

5.9.3 Het werkboek Duurzaam Bouwen

De in dit beleidsdocument vastgelegde uitgangspunten zijn vertaald naar een ambitieniveau, uitgedrukt in een puntenscore van het instrument GPR gebouw. De gewenste basisscore is een 7 voor elk thema (Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit, Toekomstwaarde). Daarnaast wordt er een inspanning verwacht om per thema hoger te scoren, afhankelijk van de bouwopgave en de lokatiespecifieke kansen.

Voor bepaalde materialen geldt een toepassingsverbod. Dit betreft de uitlogende bouwmetalen koper, lood en zink indien deze metalen worden toegepast op plekken onderhevig aan weersinvloeden en het toepassen van hout zonder FSC-keurmerk of een daaraan gelijkwaardig keurmerk. Het gebruik van beton met puingranulaat wordt aanbevolen.

5.9.4 Duurzaamheid in relatie tot het plangebied

Bij de bouw van nieuwe woningen in het plangebied worden de prestatieafspraken van de GPR basis 7 voor elk thema en een inspanningsverplichting om hoger te scoren gerealiseerd. Voor het plangebied is nog onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van productie en gebruik van duurzame energie. Uit onderzoek is gebleken dat het gebruik van aardwarmte, in de vorm van warmte-/koude- opslag in de bodem in combinatie met warmtepompen, in dit gebied een realistisch alternatief is voor verwarming door middel van aardgas. Binnen de begrenzing van dit bestemmingsplan lijke mogelijkheden aanwezig voor het gebruik van warmte- en koude-opslag in de bodem. Daartoe zal nader onderzoek worden gedaan.