direct naar inhoud van Artikel 9 Leiding - gas
Plan: LEPELINGEN
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.03020000BP01016-

Leiding - gas

bestemmingsomschrijving

de op de plankaart voor "leiding – gas" aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, ook bestemd voor:

  • a. een ondergrondse gasleiding ter plaatse van de aanduiding gasleiding;
  • b. het beheer en onderhoud van de leiding;
  • c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.

In afwijking van het bepaalde in artikel 3 t/m 8 zijn op de in artikel 9.1.1 bedoelde gronden geen nieuwe woningen en bijzondere objecten categorie I en II toegestaan.

bouwvoorschriften

In afwijking van het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 8 mag:

  • a. binnen een afstand van 5 m aan weerszijden van de gasleiding geen nieuw bouwwerk worden gebouwd;
  • b. op de overige binnen de zone gelegen gronden geen nieuw bouwwerk ten behoeve van de in artikel 9.1.2 genoemde functies worden gebouwd.
vrijstelling bouwvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 9.2 onder a en/of artikel 9.2 onder b voor het toestaan van de in artikel 9.1.2 genoemde functies en het bouwen van bouwwerken ten behoeve van die functies, mits:

  • a. ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd;
  • b. advies is gekregen van de leidingbeheerder.
aanlegvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 9.2 onder a bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen.

Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

Een aanlegvergunning kan niet worden verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.

Geen aanlegvergunning is nodig voor:

  • a. andere-werken die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. andere-werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.