Plan: | Lepelingen III |
---|---|
Plantype: | bestemmingsplan artikel 10 |
IMRO-idn: | NL.IMRO.03020000BP01015- |
De voor “Wonen” aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 11.1, mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, aan- of uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en andere bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 11.2.1, gelden de volgende eisen:
aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte |
aan- en uitbouwen | 3 m | 6 m |
bijgebouwen en overkappingen: | 3 m | 6 m |
pergola's: | 3 m | |
erfafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn van een woning: | 1 m | |
overige erfafscheidingen en andere bouwwerken, niet zijnde vlaggenmasten: | 2 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 11.2.1, ten behoeve van het bouwen van een praktijkruimte, als gebouw bij een woning.
Voor het bouwen gelden de volgende eisen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 111.1, ten behoeve van het gebruiken en inrichten van woningen en bijbehorende gebouwen voor andere beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, dan vrije beroepsactiviteiten, zoals die van accountant, advocaat, architect, arts of kunstenaar, mits:
1°. | niet-milieuvergunningplichtig en/of niet-meldingsplichtig zijn, | |
2°. | in de van deze voorschriften deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangemerkt als categorie 1, danwel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft hun gevolgen voor de omgeving, | |
3°. | geen horeca betreffen, | |
4°. | geen detailhandel betreffen, | |
5°. | geen wezenlijke verandering van het woonkarakter en de uiterlijke verschijningsvorm van de woning met zich meebrengen, | |
6°. | geen buitenopslag met zich meebrengen, | |
7°. | geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk in de omgeving met zich meebrengen, met dien verstande dat: | |
* | het parkeren ten behoeve van die activiteiten zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden, en | |
* | behoudens in- en uitladen, geen bedrijfsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond het bedrijf mogen plaats vinden. |