direct naar inhoud van Artikel 22 Algemene aanduidingsvoorschriften
Plan: VIERHOUTEN EN HULSHORST
Plantype: bestemmingsplan artikel 10
IMRO-idn: NL.IMRO.03020000BP01000-

Artikel 22 Algemene aanduidingsvoorschriften

vrijwaringszone – molenbiotoop

22.1 bestemmingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – molenbiotoop' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.

22.2 bouwvoorschriften

Onverminderd het overigens in deze voorschriften met betrekking tot het bouwen bepaalde, mag op gronden binnen de op de plankaart als zodanig aangeduide "vrijwaringszone – molenbiotoop' uitsluitend als volgt worden gebouwd:

  • a. binnen 100 meter rond de molen mag de bouwhoogte van bouwwerken niet meer bedragen dan de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek;
  • b. tussen 100 en 500 meter rond de molen mag de bouwhoogte van bouwwerken niet meer bedragen dan 1/50 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verticaal staande wiek, vermeerderd met 3 m.
22.3 vrijstelling van de bouwvoorschriften

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in artikel 22.2 ten behoeve van het bouwen, overeenkomstig het ten aanzien van de andere bestemmingen bepaalde, mits de windvangzone van de molen en/of de waarde van de molen als landschapsbepalend element daardoor niet onevenredig wordt aangetast.

22.4 aanlegvergunning
22.4.1

Onverminderd het overigens in deze voorschriften met betrekking tot aanlegvergunningen bepaalde, is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders op en in de gronden binnen de op de plankaart als zodanig aangeduide 'vrijwaringszone – molenbiotoop' de hierna aangegeven andere werken en werkzaamheden uit te voeren, behoudens het bepaalde in artikel 22.4.2:

  • a. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
  • b. het ophogen van gronden.
22.4.2

Het in artikel 22.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende andere werken en werkzaamheden:

  • a. andere werken en werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • b. andere werken en werkzaamheden waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van de goedkeuring van het plan.
22.4.3

Andere werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 22.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die andere werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de windvang van de molen en/of waarde van de molen als landschapsbepalend element ontstaat of kan ontstaan.