Plan: | Weideweg 23 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.WI01036-ow01 |
het bestemmingsplan Weideweg 23 met identificatienummer NL.IMRO.0302.WI01036-ow01 van de gemeente Nunspeet.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, of hiermee gelijk te stellen gebied, uitgezonderd prostitutie, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend door de gebruiker, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een bouwwerk, niet zijnde beschoeiingen, kennelijk bedoeld voor het afmeren/aanleggen van vaartuigen;
een op de verbeelding blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig opgenomen aanduiding, die aangeeft welke bestemming/aanduiding van toepassing is op de aangepijlde gronden;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren, niet zijnde: een glastuinbouwbedrijf, een hout- en/of fruitteeltbedrijf, een boom- en/of sierkwekerij, een gebruiksgerichte paardenhouderij of een bollenteeltbedrijf;
een bedrijf dat gemechaniseerd loonwerk verricht ten behoeve van agrarische productie;
een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid;
beschermingszone rondom de kern van de archeologische waarneming;
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
een bedrijfsmatige voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als toeristisch-recreatieve activiteit, welke bedrijfsmatige voorziening ondergeschikt is aan de hoofdbestemming;
een bedrijfseconomische eenheid; onder eenheid worden ook verstaan rechtspersonen die ruimtelijk als één bedrijf optreden. Onder bedrijf - buitengebied gerelateerd wordt begrepen een bedrijf dat vanwege de aard van de bedrijfsvoering past in het buitengebied;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
in de uitoefening van een beroep of bedrijf of tegen vergoeding;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is voor beheer of toezicht;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een beroep, bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
bestaand en legaal aanwezig op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
twee woningen die zijn toegestaan binnen de bestaande bouwmassa van een woonhuis;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; indien en voor zover twee bestemmingsvlakken middels de figuur relatie met elkaar zijn verbonden worden deze aangemerkt als één bestemmingsvlak;
functioneel met een zich op hetzelfde bouwperceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegenaan gebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk met een dak en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een winkel bij een agrarisch bedrijf, waar in hoofdzaak eigen of door agrariërs uit de regio geproduceerde agrarische producten worden verkocht;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van beplantingsgewassen zoals bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen, vruchtbomen, rozenstruiken, sierconiferen, sierheesters en overige sierbeplanting, een en ander in de vorm van vollegrondteelt dan wel containerteelt;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; indien en voorzover twee bouwpercelen middels de figuur relatie met elkaar zijn verbonden worden deze aangemerkt als één bouwperceel;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een zone rondom en ter bescherming van een archeologische vindplaats;
de aan een bouwwerk of gebied (waaronder begrepen landschapselementen) toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en/of maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
een gebouw, waarin de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het bieden van gelegenheid tot dansen op mechanische en/of levende muziek en het serveren van al dan niet alcoholhoudende dranken;
een al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een woning en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van de woning;
afschermende en/of het landschapsbeeld versterkende en overwegend opgaande (rand)beplanting binnen of direct aansluitend op het bouwvlak van een agrarisch bedrijf of binnen of direct aansluitend aan een ander bedrijf of een woning;
juridisch bindend plan dat aangeeft op welke wijze inpassing van voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen op een erf plaatsvindt. Tot deze inpassing behoren situering van de opstallen en de inrichting van het perceel, waaronder de erfbeplanting ten opzichte van het landschap. Het gaat om bestaande en gewenste karakteristieken en kwaliteiten van het erf. Een en ander uit zich in een ontwerpgerichte benadering waarin de karakteristieken en kwaliteiten verder worden versterkt;
een extensief dagrecreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, waaronder in elk geval niet wordt verstaan: boerengolf, paintball, gemotoriseerde sport;
die vormen van recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving zoals wandelen en fietsen en die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf;
een bedrijf dat is gericht op het telen van fruit;
een aan de woonfunctie ondergeschikt tijdelijk verblijf voor gasten van de hoofdbewoner(s), waarin gasten niet permanent mogen verblijven, welke gasten elders hun hoofdverblijf hebben en waarbij het gastenverblijf niet met recreatief en/of commercieel oogmerk wordt aangeboden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een bedrijf dat hoofdzakelijk is gericht op het beleren en trainen van paarden door het bedrijf zelf, het bieden van pensionstalling en/of een kunstmatig inseminatie bedrijf voor paarden of pony's, niet zijnde een manege;
de waarde van de gronden vanwege de ontstaansgeschiedenis van de vormen van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid van de vormen;
gevaarlijke stoffen, gevaarlijke afvalstoffen en/of bestrijdingsmiddelen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
Zone, zoals bedoeld in de Omgevingsverordening Gelderland, die bestaat uit gebieden met andere bestemmingen dan natuur die ruimtelijk verweven zijn met het Gelders Natuurnetwerk (GNN) en daar functioneel mee samenhangen en waarin wordt ingezet op versterking van die samenhang tussen inliggende en aangrenzende natuurgebieden.
een (deel van) een gebouw dat blijvend is bestemd voor recreatief nachtverblijf door groepen, waarbij wordt overnacht in slaapzalen en/of slaapkamers en waarin een dagverblijf beschikbaar is waarin de gasten mede huishoudelijke werkzaamheden kunnen verrichten;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf dat gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, al dan niet in samenhang met het bedrijfsmatig verschaffen van logies en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, met uitzondering van een discotheek;
een kleinschalige windturbine waarbij de as evenwijdig aan de richting van de wind ligt, terwijl de wieken loodrecht op de richting van de wind staan;
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet;
een verzameling van één of meerdere personen die samen één zelfstandig huishouden vormen dat zich kenmerkt door continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid;
een intensieve veehouderij is een agrarisch bedrijf of dat deel van een agrarisch bedrijf waar tenminste 250 m2 aan bedrijfsvloeroppervlak aanwezig is dat gebruikt wordt als veehouderij volgens het Activiteitenbesluit milieubeheer, althans een varkens-, pluimvee-, kalveren-, stieren-, nertsen- of chinchillahouderij, waar geen melkrundvee, schapen, paarden of dieren biologisch gehouden worden (conform artikel 2 van de Landbouwkwaliteitswet) en waar geen dieren gehouden worden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer;
twee huishoudens in een woning waarbij er sprake is van een hoofdtoegang, die toegang verschaft tot een gemeenschappelijke hal van waaruit rechtstreekse toegang tot de beide woonruimtes wordt verschaft en waarbij er sprake blijft van één aansluiting op de nutsvoorzieningen;
een tent, een vouwwagen, een camper, een caravan, een wagonette of een huifkar;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;
een bouwwerk voor het opwekken van elektrisch of thermisch vermogen uit wind;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, geheel of overwegend door middel van handwerk, geen detailhandel zijnde en prostitutie, dat in of bij een woonhuis of de bedrijfswoning wordt uitgeoefend door de gebruiker, en waarvan de omvang zodanig is, dat het woonhuis of de bedrijfswoning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een kampeerterrein met ten hoogste 25 kampeermiddelen, tenzij ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - kampeerterrein", in welk geval geen maximum aantal kampeermiddelen van toepassing is, uitgezonderd stacaravans, gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
inpassing in het omringende landschap door bij de situering in te spelen op de landschappelijke kenmerken en/of door het gebruik van beplanting die past bij het landschapstype ter plaatse, om de bebouwing minder nadrukkelijk in het landschap te plaatsen;
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
educatieve, sociaalmedische, sociaalculturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
een bedrijf met een publieksgericht karakter, dat is gericht op het bieden van gelegenheid tot het stallen van paarden/pony's en/of het berijden van paarden/pony's, waaronder begrepen lesgeven, verhuur en het houden van wedstrijden en/of andere hippische evenementen;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
een tijdelijk bijbehorend bouwwerk ten behoeve van mantelzorg;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de geologische, geomorfologsiche, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
het regulier gebruik dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor het agrarisch gebruik van de gronden;
het onderhoud en beheer, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goede instandhouding van de cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden van de bosgebieden en landgoederen;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
horeca die ondergeschikt is aan de bestemming en tot doel heeft het verstrekken van kleine etenswaren en non-alcoholische dranken. Tot ondergeschikte horeca worden mede gerekend mobiele horecastands, drankautomaten, en dergelijke;
voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
een al dan niet voormalige agrarische bedrijfswoning, die tevens bewoond mag worden door een persoon of diens huishouden die geen functionele binding heeft met het nabijgelegen agrarisch bedrijf, waartoe de bedrijfswoning behoort dan wel in het verleden als bedrijfswoning heeft behoord;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
een paardenhouderij waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten en trainen en verhandelen van paarden;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
de overnachting die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie (dus niet als hoofdverblijf);
een gebouw dat dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
een agrarisch bedrijf dat gericht is op duurzame instandhouding van het bedrijf en dat nu of op redelijke termijn voldoende werk en inkomen kan opleveren voor één (gedeeltelijke) arbeidskracht die in duurzaam (neven)beroep aan het bedrijf verbonden is;
een figuur dat twee afzonderlijk weergegeven delen van een bestemmingsvlak met elkaar verbindt, zodanig dat voor toepassing van de regels sprake is van één bestemmingsvlak;
een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
een vorm van extensieve landrecreatie waarbij aan de hand van aangegeven routes een activiteit als fietsen, wandelen, paardrijden, skeeleren of skaten wordt ontplooid;
Een schuilstal is een bouwwerk dat een dier de gelegenheid biedt te schuilen tegen weersinvloeden, waarbij het dier vrij in en uit kan lopen;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
voorziening ten behoeve van een lichamelijke bezigheid ter ontspanning of als beroep met spel- of wedstrijdelement waarbij conditie en vaardigheid vereist zijn, respectievelijk bevorderd worden en waarvoor bepaalde regels gelden;
een gebouw, bestaande uit een lichte constructie, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief verblijf en dat binnen 24 uur demontabel is. De stacaravan mag niet zijn/worden opgebouwd uit steenachtige materialen;
goederen die naar hun aard geen regelmatige verplaatsing behoeven;
kassen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven bij plantaardige teelten worden gebruikt om de volgende doelen na te streven:
voorzieningen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven bij plantaardige teelten worden gebruikt om de volgende doelen na te streven:
een gelegenheid al dan niet met zitplaatsen in de tuin waar thee en andere verfrissingen, niet zijnde alcoholische dranken, alsmede ter plaatse bereide kleine etenswaren, niet zijnde volledige maaltijden en/of diners, kunnen worden genuttigd, waarbij openstelling toegestaan is tijdens de periode van 15 maart t/m 31 oktober als dagactiviteit tot maximaal 20.00 uur, en waarbij het niet toegestaan is om feesten en partijen te organiseren en/of te faciliteren;
een kleinschalig gebouw, bestaande uit een lichte constructie, dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor kortdurend recreatief nachtverblijf en niet is opgebouwd uit steenachtige materialen met uitzondering van fundering;
detailhandel met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak, waarop artikelen voor de inrichting en het onderhoud van particuliere tuinen en de daarmee samenhangende artikelen worden aangeboden, ondergeschikt hieraan zijn toegestaan sfeer-, decoratie- en seizoensartikelen;
het geheel van bijbehorende vertrekken als afzonderlijk gemeubileerde logiesgelegenheid, bedoeld voor verblijfsrecreatie in een groter gebouw;
een vrij in het open veld staande schuur, die wordt of werd gebruikt voor het stallen of het melken van vee, en/of de opslag van agrarische producten of agrarische werktuigen;
een kleinschalige windturbine waarbij de as loodrecht op de richting van de wind staat, terwijl de wieken evenwijdig aan de as zijn bevestigd;
een bouwwerk, niet zijnde beschoeiingen, kennelijk bedoeld als voorziening ten behoeve van de vissport;
detailhandel in volumineuze goederen zoals auto's, boten en caravans. In dit bestemmingsplan wordt de detailhandel in keukens, badkamers, landbouwwerktuigen, grove bouwmaterialen en bouwmarkten hier niet onder begrepen;
een agrarisch bedrijf dat nu voldoende werk en inkomen kan opleveren voor ten minste één volwaardige arbeidskracht die in duurzaam hoofdberoep aan het bedrijf verbonden is;
een perceel grond dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik;
een terrein met een oppervlakte van tenminste 10 are waarop zich twee of meer volkstuinen bevinden;
de naar de weg gekeerde gevel van een woning of, bij onduidelijkheid daarover, de als zodanig door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat;
een voor bewoning bestemde ruimte die is geplaatst op een standplaats en die in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;
een gebouw uitsluitend bestemd om voor een persoon, gezin of andere groep van personen die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben, tot recreatief verblijf te dienen;
het bieden van de mogelijkheid tot zorg aan personen, door middel van een werkgemeenschap van sociaaltherapeutische aard en in de vorm van dagopvang, met overnachtingsgelegenheid voor de begeleiding, alsmede overnachtingsmogelijkheid voor cliënten uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - zorgboerderij";
een instelling die zorg(diensten) verleent in combinatie met huisvesting.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Wolfseinden worden hieronder niet begrepen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Bouwonderdelen zoals goten, dakoverstekken en in dakoverstekken geïntegreerde goten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen met een oversteek van meer dan 75 cm worden in de oppervlakte meeberekend.
De hoogte van een windturbine wordt gemeten vanaf het peil tot aan:
tussen de binnenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren van de ruimtes die in gebruik zijn voor de beroeps- en/of bedrijfsactiviteit.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
De voor ' Agrarisch ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en andere werken.
Op de voor ' Agrarisch ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Er mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt de volgende regel:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.2 onder a ten behoeve van de bouw van afrasteringen met een bouwhoogte van niet meer dan 2 m ter voorkoming van wildschade, met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.2 onder a ten behoeve van de bouw van zonnepanelen en de bijbehorende constructies en installaties met een bouwhoogte van niet meer dan 4 m op of boven het maaiveld, met dien verstande dat:
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van 3.4.1 onder c ten behoeve van de aanleg van nieuwe wandel-, fiets- en/of ruiterpaden dan wel het wijzigen van de tracees van bestaande wandel-, fiets- en/of ruiterpaden, met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van 3.4.1 onder c ten behoeve van het vergroten van koepaden tot een oppervlakte groten dan 200 m², mits:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.4.1 onder d ten behoeve van het gebruik en de bouw van 1 paardenbak voor eigen hobbymatig gebruik, met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.4.1 onder e ten behoeve van het gebruik van gronden voor de opwekking van zonne-energie, met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning kan, indien er een goede landschappelijke inpassing mogelijk is, worden afgeweken van het bepaalde in 3.4.1 onder e ten behoeve van het gebruik en de bouw van 1 paardenbak voor eigen hobbymatig gebruik buiten het bestemmingsvlak, met dien verstande dat:
1. niet minder dan 50 meter mag bedragen, indien palen en masten ten behoeve van de paardenbak
aanwezig zijn;
2. niet minder dan 30 meter mag bedragen, indien geen palen en masten ten behoeve van de
paardenbak aanwezig zijn;
d. daarbij tevens de bouw van lichtmasten kan worden toegestaan tot een bouwhoogte van niet meer
dan 6 meter indien op niet minder dan 50 meter een andere woning is gesitueerd;
e. de paardenbak landschappelijk wordt ingepast middels een landschappelijk inpassingsplan;
f. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische
waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het wijzigen van de bestemming Agrarisch in de bestemming ' Natuur - Landschap ' ten behoeve van natuurontwikkeling in het kader van de ecologische hoofdstructuur, met dien verstande dat:
De voor ' Natuur - Landschap ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, andere werken en terreinen.
Op de voor ' Natuur - Landschap ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat bestaande gebouwen mogen worden gehandhaafd met de bestaande omvang.
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m mag bedragen.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.1 ten behoeve van onderhouds- en beheersgebouwen en jacht- en vogelkijkhutten, met dien verstande dat:
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de gronden ten behoeve van:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.4.1 in die zin dat nieuwe wandel-, fiets- en/of ruiterpaden worden aangelegd dan wel de tracees van bestaande wandel-, fiets- en/of ruiterpaden worden gewijzigd, met dien verstande dat:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 4.6.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die;
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden als bedoeld in 4.6.1 kan slechts worden verleend, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden.
De voor ' Wonen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, andere werken, tuinen en erven.
Op de voor ' Wonen ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk bij een woning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.1 onder c in die zin dat een woonhuis dichter naar de weg wordt gebouwd, met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.1 onder c in die zin dat de oppervlakte van een woonhuis niet meer dan 140 m2 mag bedragen, met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.1 onder c in die zin dat de oppervlakte van een woning niet meer dan 140 m2 mag bedragen, met dien verstande dat de uitbreiding plaatsvindt ten behoeve van inwoning waarvoor afwijking is of wordt verleend als bedoeld in 5.5.5.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.1 onder c in die zin dat de oppervlakte van een woonhuis wordt vergroot ten behoeve van de bouw van erkers of serres, met dien verstande dat de oppervlakte van een erker of een serre niet meer bedraagt dan 12 m².
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.1 onder e en 5.2.2 onder d ten behoeve van een afwijkende goothoogte indien deze bijdraagt aan de historische, cultuurhistorische en/of architectonische waarde, met dien verstande dat de goothoogte niet meer zal bedragen dan 6m en de afwijking in ondergeschikte mate voor delen van het gebouw wordt toegepast.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.1 onder f in die zin dat de bouwhoogte van een woonhuis wordt vergroot tot niet meer dan 10 m, met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.1 onder g ten behoeve van een afwijkende dakvorm, met dien verstande dat het bebouwingsbeeld daardoor niet onevenredig wordt aangetast.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.2 onder a in die zin dat een bijbehorend bouwwerk op minder dan 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel vóór de voorgevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd, met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.2 onder b in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt gebouwd op een afstand van meer dan 25 m vanaf het dichtstbijzijnde punt van het woonhuis, met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.1 onder i en 5.2.2 onder f in die zin dat de afstand van een gebouw tot de bouwperceelgrens minder bedraagt dan 3 m, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.1 en 5.2.2 ten behoeve van het vergroten van de woonruimte met behoud van de waarde van het kleine woonhuis, afgeweken wordt van de vereiste ondergeschiktheid van bijbehorende bouwwerken qua afmetingen aan het hoofdgebouw, mits:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.2 onder c ten behoeve van het vergroten van een woonhuis dat kleiner is dan 120 m2 door middel vaneen aangebouwd bijbehorend bouwwerk, mits:
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.4.1 onder c en artikel 1.112 in die zin dat twee woningen in 1 woonhuis worden gevestigd (woningsplitsing), met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.4.1 onder d ten behoeve van het gebruik en de bouw van 1 paardenbak voor eigen hobbymatig gebruik, met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.4.1 onder e ten behoeve van mantelzorg in een aangebouwd of vrijstaand bijbehorend bouwwerk of een aparte unit bij een woning, met dien verstande dat:
Voor de afwijkingsregels voor Bed & Breakfast wordt verwezen naar artikel 15.2 Afwijking bed & breakfast.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.4.1 onder g in die zin dat een woonhuis wordt gebruikt voor meer dan één huishouden ten behoeve van inwoning, met dien verstande dat:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 5.6.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die;
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden als bedoeld in 5.6.1 kan slechts worden verleend, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke inpassing en/of erfbeplanting.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.
Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 120 m2 waarbij voor de gehele oppervlakte werkzaamheden dieper dan 0,50 m onder het maaiveld plaatsvinden, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overlegd waarin naar het oordeel van het van het bevoegd gezag is aangetoond dat:
In afwijking van artikel 6.2.1 Omgevingsvergunning voor het bouwen, behoeft geen rapport te worden overgelegd indien de archeologische waarde van de gronden in andere beschikbare informatie, hetgeen is getoetst door de archeologisch deskundige, afdoende is vastgesteld.
Indien uit het in lid 6.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kunnen één of meer van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 6.3.1 is niet van toepassing indien:
danwel
De voor 'Waarde - Jonge heideontginning ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de openheid, de wegenstructuur en de beplantingstructuur en zoals deze zijn vastgelegd in Bijlage 6 Quickscan Cultuurhistorie bij de toelichting.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 7.2.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden betreffen.
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden kan slechts worden verleend, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, zoals mede omschreven in Bijlage 6 Quickscan Cultuurhistorie bij de toelichting, welke bijlage deel uitmaakt van dit toetsingskader. Ondanks het bepaalde in Bijlage 6 Quickscan Cultuurhistorie kan een vergunning voor een houtopstand verleend worden als uit een onderbouwing blijkt dat de natuurlijke, landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden worden versterkt of hersteld danwel niet onevenredig worden aangetast.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een eenmaal als bedrijfswoning gerealiseerd bouwwerk blijft bij de toepassing van deze regels aangemerkt als bedrijfswoning.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlakgrenzen niet meer dan 0,75 m bedraagt.
Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van:
mogen toegelaten geluidgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd of vervangen met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde, behoudens voor zover artikel 76 lid 3 van de Wet geluidhinder van toepassing is.
Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van 300 meter van de spoorlijn Harderwijk-Zwolle mogen toegelaten geluidgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde.
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
1. Het is niet toegestaan om
2. Het bepaalde onder 1 is niet van toepassing voor zover die activiteit op 30 augustus 2017:
a. een ontvankelijke melding als bedoeld in artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit bij het bevoegd gezag is ingediend, of
b. een ontvankelijke aanvraag voor een omgevingsvergunning bij het bevoegd gezag is ingediend, tenzij de aanvraag ziet op een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval niet gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de gronden ten behoeve van:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 10.1 onder g in die zin dat gronden en bouwwerken gebruikt mogen worden ten behoeve van zwembaden met een oppervlakte van niet meer dan 60 m², met dien verstande dat:
Door het college van burgemeester en wethouders kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.1, onder a, onder b, en onder c, voor het gebruik van een woning en/of woonhuis en/of bedrijfswoning en/of wooneenheid voor onzelfstandige bewoning, mits:
i. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig de parkeernormen zoals vastgelegd in artikel 17.1 Parkeren;
j. sprake is van een verblijfsruimte van minimaal 12 m2 per persoon;
k. voldaan wordt aan milieu wet- en regelgeving;
l. dit niet leidt tot strijdigheid met een goede ruimtelijke ordening, zoals dit blijkt uit:
Door het college van Burgemeester en Wethouders kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.1.1, onder a, onder b, en onder c, voor het gebruik van een woning en/of woonhuis en/of bedrijfswoning en/of wooneenheid voor onzelfstandige bewoning, mits:
Onder strijdig gebruik wordt in dit bestemmingsplan specifiek het volgende verstaan, zoals genoemd onder de leden a tot en met e:
Door het college van Burgemeester en Wethouders kan met een omgevingsvergunning worden meegewerkt:
Door het college van Burgemeester en Wethouders kan met een tijdelijke omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.2.1 voor het tijdelijk gebruik van een locatie, en van bebouwing op die locatie, die als herontwikkelingslocatie is aangewezen, mits:
Door het college van Burgemeester en Wethouders kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.2.1 voor het tijdelijk gebruiken van bebouwing op een recreatiepark, mits:
Door het college van Burgemeester en Wethouders kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.2.1, voor het tijdelijk gebruik van recreatieobjecten, mits:
Door het college van Burgemeester en Wethouders kan met een tijdelijke omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.2.1, voor het semipermanent bieden van logies aan arbeidsmigranten/seizoenarbeiders e.a. op een voormalig recreatiepark, mits:
De gemeente kan ook meewerken aan een plan waarbij gebouwd wordt door bijvoorbeeld het plaatsen van woonunits en/of andere bouwwerken/gebouwen ten behoeve van logies voor arbeidsmigranten/seizoenarbeiders e.a.
Aan een dergelijk plan kan worden meegewerkt, mits de voorwaarden in acht worden genomen die hieronder bij letter b. zijn geformuleerd.
Qua procedure kan een dergelijk, zoals hiervoor omschreven, plan, voor het plaatsen (=bouwen) van woonunits en/of andere bouwwerken/gebouwen ten behoeve van logies voor arbeidsmigranten/seizoenarbeiders e.a., niet middels een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid geregeld worden. Hiervoor is een partiële herziening van het vigerende bestemmingsplan dan wel een uitgebreide (buitenplanse) afwijkingsprocedure ex artikel 2.12, lid 1, onder a, 3º van de Wabo noodzakelijk. |
Als voorwaarden om mee te kunnen werken aan het plaatsen van woonunits en/of andere bouwwerken/gebouwen dienen de volgende voorwaarden in acht te worden genomen:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken, te laten gebruiken of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemmingen, tenzij voor dit afwijkende gebruik op grond van de regels in dit plan een omgevingsvergunning is verleend.
Overtreding van het verbod genoemd in sub lid 13.1.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - GNN' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - mede bestemd zijn voor het behoud, het herstel en de bescherming van het Gelders Natuurnetwerk.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - GO' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - mede bestemd zijn voor het behoud, het herstel en de bescherming van de Groene Ontwikkelingszone, waarbij de regels van de Omgevingsverordening van de provincie Gelderland in acht moeten worden genomen.
De voor 'veiligheidszone - gasdrukregelstation' aangeduide gronden zijn mede bestemd voor het tegengaan van het bouwen en/of gebruiken van gebouwen als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object vanwege locaties voor risicovolle inrichtingen.
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen mogen op of in deze gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.3.2 in die zin dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.3.4 in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt als beperkt kwetsbare object, mits:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen worden gerealiseerd, tenzij ze behoren tot de inrichting waarvoor de veiligheidszone is opgenomen.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding verwijderen, met dien verstande dat tevens de bijbehorende aanduidingen 'vulpunt lpg', 'specifieke vorm van bedrijf - reservoir lpg' en 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg' worden verwijderd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding verplaatsen, met dien verstande dat tevens de bijbehorende aanduidingen 'vulpunt lpg', 'specifieke vorm van bedrijf - reservoir lpg' en/of 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg' worden verplaatst en het aantal (beperkt) kwetsbare objecten ter plaatse van de aanduiding afneemt dan wel de afstand van de (beperkt) kwetsbare objecten tot de nieuwe locatie van de aanduiding 'vulpunt lpg', 'specifieke vorm van bedrijf - reservoir lpg' en/of 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg' groter wordt.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - mede bestemd zijn voor het behoud, het herstel en de bescherming van de windvang van de molen.
Op de voor 'vrijwaringszone - molenbiotoop' aangewezen gronden mag de bouwhoogte van bouwwerken in afwijking van hetgeen elders in de regels is bepaald, niet meer bedragen dan:
met dien verstande dat bestaande bouwwerken mogen worden herbouwd tot dezelfde bouwhoogte.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.5.2 in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken wordt verhoogd, mits:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - weidevogelgebieden' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - mede bestemd zijn voor het behoud, het herstel en de bescherming van de weidevogelgebieden.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die;
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden als bedoeld in a kan slechts worden verleend, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de bescherming van de weidevogelgebieden.
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - natura 2000' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - mede bestemd zijn voor het behoud, het herstel en de bescherming van de Natura 2000-gebieden.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages, met uitzondering van oppervlakte- en inhoudsmaten, tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - natura 2000'.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsregels in die zin dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsregels met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen van het terrein, mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsregels in die zin dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt vergroot tot niet meer dan 10 m, met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsregels in die zin dat wordt gebouwd voor nutsvoorzieningen tot een bouwhoogte van niet meer dan 3 m en een oppervlakte van niet meer dan 25 m2.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsregels in die zin dat de bouwhoogte van de gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en schotelantennes, indien de oppervlakte van de vergroting van de verhoging niet meer bedraagt dan 1 m2, met dien verstande dat de oppervlakte van de vergroting ten behoeve van een liftkoker niet meer bedraagt dan 4 m2.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsregels ten behoeve van het toestaan van evenementen, met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsregels ten behoeve van het toestaan van een natuurijsbaan.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsregels in die zin dat wordt gebouwd ten behoeve van bijenstallen.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsregels ten behoeve van de aanleg van ontsluitingswegen van percelen, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Overige zone - bed en breakfast buitengebied' kan het college van Burgemeester en Wethouders afwijken van het bepaalde in artikel 5.4.1, onder e, door een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruiken van en het verbouwen tot een bed en breakfast overeenkomstig de volgende regels:
Gemeenschappelijke verkeersruimtes hoeven niet bij de toegestane oppervlakte te worden meegerekend.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de bestemmingsregels voor het bouwen van een kleine windturbine bij de bestemming Agrarisch – Agrarisch bedrijf, Agrarisch – Kwekerij, Agrarisch – Paardenhouderij en Bedrijf – Buitengebied gerelateerd, mits wordt voldaan aan de volgende regels:
e. de Beleidsnotitie kleinschalige windmolens in de gemeente Nunspeet zoals deze is gepubliceerd op 24 juni 2021.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de bestemmingsregels voor het bouwen van kleine windturbines binnen bestemmingen waar een hoofdgebouw aanwezig is, mits wordt voldaan aan de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Natuur - Landschap' wijzigen in de bestemming Verkeer ten behoeve van incidentele verbeteringen, passagemogelijkheden of aanpassingen ten behoeve van een inrichting als 60km/uur-gebied, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'Ontwikkelzone economische activiteiten' bij de bestemming Wonen en bij eventuele aansluitende gebiedsbestemmingen een aanduiding opnemen voor een bedrijfsmatige activiteit, met dien verstande dat:
1. de bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend binnen één bedrijfsgebouw;
2. indien vanwede bedrijfseconomische redenen of vanuit landschappelijk/ruimtelijk oogpunt blijkt dat één bedrijfsgebouw niet wenselijk is, kan meegewerkt worden aan maximaal twee bedrijfsgebouwen;
3. er twee duurzaamheidsmaatregelen genomen worden; hierbij kan gedacht worden aan:
- daken die voorzien zijn van zonnepanelen (collectoren en/of PV);
- daken die ingezet worden voor koeling, energieopwekking en/of regenwaterafvoer of vertraagde
waterafvoer et cetera;
- groene daken die een bijdrage leveren aan de biodiversiteit;
- warmtepompen;
- zonneboilers;
Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.1.1:
De in artikel 17.1.2 genoemde omgevingsvergunningen worden uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Bij de beoordeling van een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in de leden 17.1.1, 17.1.2, 17.1.3 en 17.1.4 wordt getoetst aan de beleidsregel Parkeernota van de gemeente Nunspeet (2014) dan wel, in het geval deze tussentijds wordt gewijzigd of vervangen door een andere beleidsregel, aan deze gewijzigde, respectievelijk vervangende, beleidsregel.”
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
De adressen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, betreffen de adressen zoals deze op de verbeelding zijn terug te vinden op het moment van vaststelling van het plan. Deze zijn niet leesbaar op ruimtelijke plannen.
De ter plaatse en in de regels geboden ruimte ten aanzien van de situering, de maatvoering en de vormgeving van bouwwerken kan nader worden ingevuld door de welstandscriteria, zoals opgenomen in de gemeentelijke "Welstandsnota" en het "Aanvullend welstandsbeleid bij nieuwbouw en uitbreiding van agrarische bedrijven in de gemeente Nunspeet".
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het 18.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
Het bepaalde in 18.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Weideweg 23.
van de gemeente Nunspeet.