Plan: | Hardenbrinkweg 46 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.WI01003-vg02 |
het wijzigingsplan Hardenbrinkweg 46 met identificatienummer NL.IMRO.0302.WI01003-vg02 van de gemeente Nunspeet;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
bestaand en legaal aanwezig op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de aan een bouwwerk of gebied (waaronder begrepen landschapselementen) toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een tent, een vouwwagen, een camper, een caravan, een wagonette of een huifkar;
een kampeerterrein met ten hoogste 25 kampeermiddelen;
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de geologische, geomorfologsiche, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
de naar de weg gekeerde gevel van een woning of, bij onduidelijkheid daarover, de als zodanig door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van het perceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren);
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing gelaten. Luifels, balkons en overstekende daken worden buiten beschouwing gelaten mits de overschrijding niet meer dan 0,75 m bedraagt.
De voor ' Agrarisch ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende veldschuren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en andere werken.
Op de voor ' Agrarisch ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Er mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt de volgende regel:
de gebouwen die zijn aangeduid met de aanduiding 'specifieke aanduiding- instandhouding' mogen instand worden gehouden
de gebouwen en de gronden ten behoeve van de in het plan genoemde doeleinden mogen alleen in gebruik worden genomen en als zodanig in gebruik zijn als de inrichting en landschappelijke inpassing van het terrein in overeenstemming is met het in bijlage 1 opgenomen inrichtingsplan.
De voor ' Natuur - Landschap ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, andere werken en terreinen.
Op de voor ' Natuur - Landschap ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat bestaande gebouwen mogen worden gehandhaafd met de bestaande omvang.
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m mag bedragen.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 4.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die;
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden als bedoeld in 4.3.1 kan slechts worden verleend, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden.
De voor ' Wonen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Met daarbijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, andere werken, tuinen en erven.
Op de voor ' Wonen ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
adres | maximale inhoud woonhuis in m³ | maximale oppervlakte woonhuis in m² | |
Onderdebos 141a, Hulshorst | 335 | ||
Gortelseweg 68, Vierhouten | 100 | ||
Klaterweg 10, Hulshorst | 450 | ||
Klarenweg 32, Hulshorst | 1.500 | 260 | |
Stakenbergweg 145a, Elspeet | 480 | ||
Oudeweg 122, Hulshorst | 225 |
Voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk bij een woonhuis gelden de volgende regels:
adres | maximale oppervlakte |
Harderwijkerweg 388, Hulshorst | 800 |
Harderwijkerweg 390, Hulshorst | 125 |
Harderwijkerweg 390a, Hulshorst | 75 |
Harderwijkerweg 251, Hulshorst | 100 |
Harderwijkerweg 253, Hulshorst | 30 |
Harderwijkerweg 292, Hulshorst | 145 |
Nunspeterweg 116, Elspeet | 30 |
Heetkamp 8, Elspeet | 285 |
Onderdebos 117, Hulshorst | 725 |
Kolmansweg 42, Nunspeet | 40 |
Kolmansweg 44, Nunspeet | 40 |
Kolmansweg 49, Nunspeet | 270 |
Gortelseweg 64, Vierhouten | 260 |
Gortelseweg 68, Vierhouten | 50 |
Varelseweg 26, Hulshorst | 260 |
Oude Zeeweg 6, Nunspeet | 300 |
Beekweg 75, Hulshorst | 295 |
Klaterweg 10, Hulshorst | 50 |
Plakkewegje 13, Nunspeet | 250 |
Klarenweg 32, Hulshorst | 255 |
Klarenweg 2, Hulshorst | 110 |
Hardenbrinkweg 26, Nunspeet | 30 |
Molenbergweg 108, Elspeet | 260 |
Harderwijkerweg 233, Nunspeet | 280 |
Schotweg 10, Hulshorst | 256 |
't Frusselt 67, Vierhouten | 112,5 |
Vierhouterweg 80, Elspeet | 107 |
Vierhouterweg 80 a, Elspeet | 104 |
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
de gebouwen die zijn aangeduid met de aanduiding 'specifieke aanduiding- instandhouding' mogen instand worden gehouden
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 5.6.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die;
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden als bedoeld in 5.6.1 kan slechts worden verleend, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een eenmaal als bedrijfswoning gerealiseerd bouwwerk blijft bij de toepassing van deze regels aangemerkt als bedrijfswoning.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van:
mogen toegelaten geluidgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd of vervangen met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde, behoudens voor zover artikel 76 lid 3 van de Wet geluidhinder van toepassing is.
Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van 300 meter van de spoorlijn Harderwijk-Zwolle mogen toegelaten geluidgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde.
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval niet gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de gronden ten behoeve van:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.1 onder g in die zin dat gronden en bouwwerken gebruikt mogen worden ten behoeve van zwembaden met een oppervlakte van niet meer dan 60 m², met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan: wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
De adressen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, betreffen de adressen zoals deze op de verbeelding zijn terug te vinden op het moment van vaststelling van het plan. Deze zijn niet leesbaar op ruimtelijke plannen.
De ter plaatse en in de regels geboden ruimte ten aanzien van de situering, de maatvoering en de vormgeving van bouwwerken kan nader worden ingevuld door de welstandscriteria, zoals opgenomen in de gemeentelijke "Welstandsnota" en het "Aanvullend welstandsbeleid bij nieuwbouw en uitbreiding van agrarische bedrijven in de gemeente Nunspeet".
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan: aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan:, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het 11.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
Het bepaalde in 11.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het wijzigingsplan Hardenbrinkweg 46.
van de gemeente Nunspeet.