Plan: | TAM-omgevingsplan Snippergroen 2024 H22b |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.TAM0022b-vg01 |
(= Pre-ambule)
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van het wijzigen van de functie van (bijna) verkochte gronden snippergroen in de gemeente Nunspeet. Dit TAM-omgevingsplan vormt juridisch een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22b) van het omgevingsplan van de gemeente Nunspeet. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1, tweede lid, van het Besluit elektronische publicaties, bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22b van het omgevingsplan van de gemeente Nunspeet. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22b' gelezen worden.
1.1 Begripsbepalingen
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in Artikel 2 daarvan is afgeweken.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden aanvullend de volgende begripsbepalingen:
het TAM - omgevingsplan Snippergroen 2024 H22b met identificatienummer TAM-omgevingsplan Snippergroen 2024 H22b-vg01 van de gemeente Nunspeet;
het omgevingsplan van de gemeente Nunspeet;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, of hiermee gelijk te stellen gebied, uitgezonderd prostitutie, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend door de gebruiker, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw
een bouwwerk, geen gebouw of een bijbehorend bouwwerk zijnde.
een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
de oppervlakte van de bebouwing binnen een bouwvlak, of binnen een functievlak indien daarbinnen geen bouwvlak voorkomt, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.
een bedrijfsmatige voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als toeristisch-recreatieve activiteit, welke bedrijfsmatige voorziening ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.
in de uitoefening van een beroep of bedrijf tegen vergoeding.
bestaand en legaal aanwezig op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
iedere bovenbeëindiging boven de goothoogte van een bouwwerk.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een woning en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van die woning.
de grens van een functievlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde gebruiksactiviteit.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige functie van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die functie het belangrijkste is.
twee huishoudens in een woning waarbij er sprake is van een hoofdtoegang, die toegang verschaft tot een gemeenschappelijke hal van waaruit rechtstreekse toegang tot de beide woonruimtes wordt verschaft en waarbij er sprake blijft van één aansluiting op de nutsvoorzieningen.
een dak dat loodrecht geprojecteerd voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, geheel of overwegend door middel van handwerk, geen detailhandel en prostitutie zijnde, waarvan de omvang zodanig is, dat het woonhuis of de bedrijfswoning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie.
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
hieronder wordt verstaan plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken.
voor verblijf geschikte al dan niet aan de functie onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden, dan wel met twee wanden, waarvan maximaal één wand tot de constructie behoort.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
een niet voor bewoning bedoeld gebouw of deel van een gebouw, dat uitsluitend dienstbaar is aan de uitoefening van een vrij beroep, zoals dat van accountant, advocaat, architect, arts of kunstenaar.
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar
het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.
De verbeelding van het TAM-omgevingsplan 'TAM - omgevingsplan Snippergroen 2024 H22b';
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
de naar de weg gekeerde gevel van een woning of, bij onduidelijkheid daarover, de als zodanig door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
tussen de zijdelingse grens van het perceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
de hoek die het dakvlak maakt ten opzichte van het horizontale vlak gerekend in graden.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk.
Het is verboden om gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan de locaties toegedeelde functies.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als Tuin.
Een locatie die op de verbeelding is aangewezen als Tuin heeft de volgende functies:
Op de voor Tuin aangewezen gronden mogen uitsluitend uitbouwen zoals erkers, overkappingen, en andere bouwwerken ten dienste van de functie worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in artikel 7.3.1 gelden de volgende eisen:
Andere bouwwerken | Maximale bouwhoogte |
Vlaggenmasten: | 6 m |
Erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van een woning | 1 m |
Overige erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken | 2 m |
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 7.3.1 ten behoeve van het bouwen van bijbehorende bouwwerken, zoals bijgebouwen, erkers en ingangspartijen, vóór de voorgevel van een woning.
Voor het verlenen van de omgevingsvergunning gelden de volgende eisen:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als Wonen.
Een locatie die op de verbeelding is aangewezen als Wonen heeft de volgende functies:
Op de voor wonen aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 8.3.1 gelden de volgende eisen:
bouwwerken | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte |
Bijbehorende bouwwerken: | 3,5 m | 5 m |
Pergola's: | - | 3 m |
Vlaggenmasten | - | 6 m |
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van een woning: | - | 1 m |
overig erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken: | - | 2 m |
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Tot een met het TAM-omgevingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
inwoning, met dien verstande dat:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als Bedrijventerrein.
Een locatie die op de verbeelding is aangewezen als Bedrijventerrein heeft de volgende functies:
Op de voor Bedrijventerrein aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de functie worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 9.3.1 gelden de volgende eisen:
bouwwerken | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte |
Terreinafscheidingen: | - | 2 meter |
Overige andere bouwwerken zoals palen, masten, verkeerstekens: | - | 12 meter |
Bijgebouwen | 3 meter | 5 meter |
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als Verkeer.
Een locatie die op de verbeelding is aangewezen als Verkeer heeft de volgende functies:
Op de voor Verkeer aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de functie worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 10.3.1 gelden de volgende eisen:
Andere bouwwerken | Maximale bouwhoogte |
Palen, masten en verkeerstekens: | 10 meter |
Overige andere bouwwerken: | 2,5 meter |
Tot een met het TAM-omgevingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van de gronden ten behoeve van de inrichting van wegen met meer dan 2 rijstroken.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als Waarde – Archeologie 2.
De voor Waarde – Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.
Op de voor Waarde – Archeologie 2 aangewezen gronden mogen bouwwerken tot een oppervlakte van ten hoogste 120 m2 worden gebouwd.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 11.3.1 met inachtneming van het bepaalde in de basisfunctie, mits:
danwel
Voor de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in sublid 11.5.1 is niet van toepassing indien:
Danwel
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als Waarde – Archeologie 3.
De voor Waarde – Archeologie 3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.
Op de voor 'Waarde – Archeologie 3' aangewezen gronden mogen bouwwerken tot een oppervlakte van ten hoogste 500 m2 worden gebouwd.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 12.3.1 met inachtneming van het bepaalde in de basisfunctie, indien:
Danwel
Voor de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Danwel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of functiegrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
In die gevallen dat de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of de afstand tot enige op de plankaart aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het TAM-omgevingsplan minder dan wel meer bedraagt dan in de regels van hoofdstuk 2 is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, percentage en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
In die gevallen dat op de verbeelding een noodzakelijke maatvoeringsaanduiding ontbreekt gelden de maatvoeringen van de bestaande bouwwerken, voor zover deze in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, zoals aanwezig op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het TAM-omgevingsplan waarbij voor het bebouwingspercentage geldt dat dit met 10% mag toenemen ten opzichte van de aanwezige bebouwing.
Tot een gebruik van gronden strijdig met het TAM-omgevingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
c. Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van zwembaden met een
oppervlakte van meer dan 40m2;
d. Het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardenbak tenzij het specifiek wordt
toegestaan.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als 'Overige zone – motorcrossterreinen'.
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone – motorcrossterreinen' geldt dat die gronden – naast de andere aangewezen functie(s) – mede dienen voor het tegengaan van een te hoge geluidbelasting op geluidgevoelige gebouwen vanwege een motorcrossterrein.
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
Tot een met TAM-omgevingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als 'vrijwaringszone – molenbiotoop'.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – molenbiotoop' geldt dat die gronden – naast de aangewezen functie(s) – mede aangeduid zijn voor het behoud, herstel en de bescherming van de windvang van de molen.
Op de voor 'vrijwaringszone – molenbiotoop' aangewezen gronden mag de bouwhoogte van bouwwerken in afwijking van hetgeen elders in de regels is bepaald, niet meer bedragen dan:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 16.2.3 in die zin dat bouwhoogte van bouwwerken wordt verhoogd, mits:
a. Vergunningsplicht
Voor de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
b. Uitzondering
Het bepaalde in a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die;
1. Werken en werkzaamheden van ondergeschikte betekenis, in het kader van het normale beheer en onderhoud;
2. Werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van
het plan.
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting van de windvang van de molen ontstaat of kan ontstaan.
Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van de regels:
a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkintreding van het TAM-omgevingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
a. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het TAM-Omgevingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
b. Het is verboden het met het TAM-omgevingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.