Plan: | Stationslaan 48 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | omgevingsvergunning |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.OV00010-vg01 |
2. Activiteit Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening (artikel 2.1, lid c Wabo)
Artikel 2.12, lid 1 van de WABO bevat mogelijkheden om afwijkingen toe te staan van de planologische regelgeving uit het bestemmingsplan, waarbij moet worden opgemerkt dat het hier om een bevoegdheid van ons college gaat en niet om een verplichting. De mogelijkheden zijn in te delen in drie verschillende cattegorieën. Wij zullen hier nader op ingaan.
2.1 Motivering
Gebleken is dat er geen mogelijkheid is om met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 1 en 2 af te wijken van het bestemmingsplan en voor het bouwplan een omgevingsvergunning te verlenen. Zowel het bestemmingsplan als de in artikel 4 van Bijlage II van de Bor opgenomen kruimellijst kent geen mogelijkheid om af te wijken van het bestemmingsplan voor het bouwplan. Op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 3 van de WABO bestaat voor ons de mogelijkheid om buitenplans af te wijken van het bestemmingsplan, mits het bouwplan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.
Bij de aanvraag omgevingsvergunning is een ruimtelijke onderbouwing aangeleverd. Beoordeeld is of de invulling ter plaatse van het braakliggende terrein op een wijze geschied dat een kwaliteitsimpuls aan het centrum van Nunspeet in zowel stedenbouwkundig en ruimtelijk als in architectonische en volkshuisvestelijke zin wordt gegeven. Op basis van de beoordeling van de ruimtelijke onderbouwing in relatie tot de toetsingsgronden behorende bij de andere activiteiten zijn wij tot de conclusie gekomen dat er een aantal aanpassingen in het plan noodzakelijk waren (o.a. bereikbaarheid, aanwezige monumentale bomen op het buurtperceel). Dit heeft ertoe geleid dat het plan is aangepast en er geschoven is met de situering van de gebouwen. Hierbij is door u in ogenschouw genomen dat het bouwprogramma gehaald moet worden om het project rendabel te krijgen.
Geconcludeerd kan worden dat er na aanpassing van het bouwplan (situering) sprake is van een goede ruimtelijke ordening. De aanpassingen in het bouwplan komen echter niet geheel tegemoet aan de maatregelen die in de oorspronkelijke onderbouwing staan opgenomen. Echter voldoen deze wel aan het doel achter de maatregel. Daarnaast zijn een aantal zaken die door middel van het verbinden van voorschriften aan de omgevingsvergunning moeten worden geregeld.
2.2 Boomeffectanalyse (BEA)
Op het terrein van de Immanuëlschool Winckelweg 39 in Nunspeet staan drie aangewezen monumentale bomen (twee lindes en een rode beuk). Dit houdt in dat er binnen een straal van 10 meter uit de stam niet gebouwd mag worden. Dit ter voorkoming van schade aan de boom, takken en wortelgestel. In de uitgevoerde BEA, welke onderdeel uitmaakt van de ruimtelijke onderbouwing, zijn de te treffen maatregelen opgenomen, welke volgens regel geheel opgevolgd dienen te worden.
Appartementengebouw met bergingen
Het geplande appartementengebouw met bergingen staat binnen de kroonprojectie van de beide monumentale lindes. In de BEA staat dat vanwege de kroonomvang en de minimale beschermingszone tussen de kroon van de twee monumentale lindes en de geplande nieuwbouw de bouwgrens van het appartementencomplex minimaal 2 meter in zuidelijke richting verlegd moet worden.
In het aangepaste bouwplan is het appartementengebouw niet de voorgestelde 2 meter, maar 1.40 meter (maximaal haalbaar in verband met bereikbaarheid) in zuidelijke richting verlegd. Dat het gebouw maar 1,40 meter is verschoven in plaats van de voorgestelde 2 meter is geen probleem. De afstand tussen het appartementengebouw en de stam van de 2 monumentale lindes bedraagt hierdoor namelijk meer dan 10 meter. Hiermee is de BEA verplichting komen te vervallen. Aangezien de takken van de monumentale bomen op het naastgelegen perceel boven het projectgebied hangen en de bewoners van het appartementengebouw in de toekomst mogelijk tot het snoeien van overhangende takken willen overgaan, zijn hierover afspraken gemaakt in de anterieure exploitatieovereenkomst.
De geplande bergingen zijn gesitueerd op de erfgrens met de Immanuëlschool en zijn gelegen binnen de kroonprojectie van de twee monumentale lindes. In de BEA, die zoals aangegeven onderdeel uitmaakt van de ruimtelijke onderbouwing, is aangegeven dat deze bergingen moeten worden uitgevoerd in hout, de hoogte niet meer dan 3 meter ten opzichte van het huidige maaiveld mag bedragen, de bergingen niet regulier gefundeerd mogen worden en de vloer dient te bestaan uit een open verharding (zoals tegels). Dit alles ter bescherming van de monumentale bomen.
Bij het aangepaste bouwplan zijn de bergingen in hoogte aangepast van 3,05 meter naar 2,70 meter. Inclusief het hoogteverschil in maaiveld wordt de maximale hoogte van de bergingen als genoemd in de BEA niet langer overschreden. Ook de materialisering van de gevels voldoet aan het advies uit de BEA. De weergave van de fundatie op het constructieprincipe en de later aangeleverde detaillering komen echter niet overeen. Daarbij zijn ook de door ons gewenste drainagekratten (HWA) niet in de BEA opgenomen. Ter bescherming van de aanwezige monumentale bomen is het dan ook noodzakelijk dat aan de omgevingsvergunning het voorschrift wordt verbonden dat met betrekking tot de fundering en kratten van en bij de bergingen, vóór start van de werkzaamheden een door een erkend boomadviseur opgesteld plan met voorstel ter goedkeuring aan ons moet worden aangeboden.
Parkeerplaatsen
Met betrekking tot de aan te leggen parkeerplaatsen staan in de BEA randvoorwaarden opgenomen waaraan moet worden voldaan. De invulling hiervan moet bij de inrichting van het openbaar gebied worden betrokken. Om die reden is het noodzakelijk dat aan de omgevingsvergunning het voorschrift wordt verbonden dat met betrekking tot de aanleg van parkeerplaatsen vóór start van de werkzaamheden een door een erkend boomadviseur opgesteld plan met voorstel ter goedkeuring aan ons moet worden aangeboden.
Overig
In de vergunning moeten onder de activiteit Bouwen voorschriften worden opgenomen ter bescherming van de monumentale bomen gedurende de bouwactiviteiten.
2.3 Geluid
Voor het project is onderzoek gedaan naar de verwachte geluidsbelasting op de woningen vanwege railverkeer en wegverkeer. Uit het akoestisch onderzoek is gebleken dat voor vier appartementen en één patiowoning niet aan de vereiste grenswaarde wordt voldaan.
Met betrekking tot deze overschrijding is een verzoek om vaststelling van een hogere grenswaarde ontvangen. Volledigheidshalve verwijzen wij naar het besluit tot vaststelling van de hogere grenswaarde, dat gelijktijdig ter inzage wordt gelegd. Om de binnenwaarde te waarborgen is het noodzakelijk dat aan de omgevingsvergunning voor het onderdeel Bouwen en/of verbouwen de voorwaarde wordt verbonden dat voor de start van de bouwwerkzaamheden de materialisering en de bijbehorende specificaties en certificaten van de te treffen akoestische voorzieningen ter goedkeuring aan ons moeten worden aangeboden.
Akoestisch prognoseonderzoek geluidsuitstraling welkoop en basisschool immanuel
Een goed woon- en leefklimaat wordt gegarandeerd als het binnenniveau voldoet. De slaapkamers zijn aan de zijde van het schoolplein gelegen. In het kader van het Activiteitenbesluit kunnen aan het stemgeluid van kinderen in de periode van een uur voor schooltijd tot een uur na schooltijd geen maatwerkvoorschriften worden opgenomen. Hoewel in de ruimtelijke onderbouwing ontbreekt dat stemgeluid van spelende kinderen in de dagperiode plaatsvindt en dat de slaapkamers aan de in de dagperiode geluidbelaste zijde zijn gerealiseerd, wordt aan het vereiste binnenniveau voldaan. Voorwaarde is wel dat het schoolplein ’s avonds gesloten wordt voor bijvoorbeeld hangjeugd. In het gesprek dat met het schoolbestuur van de Immanuëlschool heeft plaatsgevonden, heeft het schoolbestuur aangegeven dat het schoolplein ’s avonds gesloten is.
2.4 Kostenverhaal
Om het projectplan planologisch mogelijk te maken, is de gemeente wettelijk verplicht het kostenverhaal te verzekeren en eventuele locatie-eisen te stellen. Gekozen is deze zaken vast te leggen in een anterieure exploitatieovereenkomst.