Plan: | Kijktuinen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.BP78125-vg02 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Kijktuinen met identificatienummer NL.IMRO.0302.BP78125-vg02 van de gemeente Nunspeet;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, of hiermee gelijk te stellen gebied, uitgezonderd prostitutie, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend door de gebruiker, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Het oppervlakte dat hiervoor gebruikt wordt is maximaal 40% van het oppervlakte van de woning tot een maximum van 50 m2. Detailhandel is niet toegestaan en reclame-uitingen alléén na een vergunning;
Onder een aan huis gebonden beroep wordt tevens verstaan:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
woningen van het type twee-aaneen of méér dan twee woningen aaneen gebouwd;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid;
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
de oppervlakte van de bebouwing binnen een bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;
bestaand en legaal aanwezig op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met uitsluiting van kelder(s), onderbouw(en), zolder(s) en/of vliering(en);
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de aan een bouwwerk of gebied (waaronder begrepen landschapselementen) toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
iedere bovenbeëindiging boven de goothoogte van een bouwwerk;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het terrein en/of bouwwerk dat de aanvrager in eigendom of in gebruik heeft en waarover hij kan beschikken en die bij het te realiseren (bouw)plan en/of het bouwwerk horen.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
een extensief dagrecreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, waaronder in elk geval niet wordt verstaan: boerengolf, paintball, gemotoriseerde sport;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
gebied met een samenhangend netwerk van binnen de provincie Gelderland bestaande en te ontwikkelen natuur van internationaal, nationaal en provinciaal belang dat strekt tot de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten;
huurwoning met een aanvangshuurprijs van ten minste het bedrag, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag, en ten hoogste een in een gemeentelijke verordening bepaalde, jaarlijks te indexeren aanvangshuurprijs, waarbij de instandhouding in die verordening voor ten minste tien jaar na ingebruikname is verzekerd;
geluidsgevoelig gebouw of terrein, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
functie die maakt dat een gebouw of een terrein als geluidsgevoelig object kan worden aangemerkt;
de als zodanig aangeduide lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw in moet zijn gebouwd;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een zelfstandig(e) dan wel samenwonend persoon of groep van personen die binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen, zoals een keuken, sanitaire voorzieningen en de entree;
een (bedrijfsmatige) dienst bestaande uit een keten van activiteiten gericht op het maken, onderhouden en exploiteren van een website met een afhaalcentrum*. Ondersteunend aan de website kan tevens een fysieke bezoekmogelijkheid aanwezig zijn gericht op het showen en informeren (etc.) van klanten. Er wordt onderscheid gemaakt in 4 type internetwinkels:
A1. Zonder fysieke bezoekmogelijkheid op locatie. Indien een fysieke bezoekmogelijkheid elders aanwezig is dient deze aldaar passend bestemd te zijn. Dit geldt ook voor het elders aanwezige afhaalcentrum;
A2. Zonder fysieke bezoekmogelijkheid en met een afhaalcentrum. Indien een fysieke bezoekmogelijkheid elders aanwezig is dient deze aldaar passend bestemd te zijn;
B1. Met fysieke bezoekmogelijkheid. Het afhaalcentrum is elders gevestigd en aldaar passend bestemd;
B2. Met fysieke bezoekmogelijkheid en met een afhaalcentrum.
*: Een locatie waar de consument uitsluitend via internethandel bestelde goederen kan afhalen of retourneren, waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop en/of overige activiteiten;
een dak dat loodrecht geprojecteerd voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt;
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de geologische, geomorfologsiche, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
hieronder wordt verstaan plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken. (Schotel)antennes voor zover gelegen aan het voorerf vallen hier niet onder;
voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
een inrichting bestemd voor het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar seksuele handelingen worden verricht; onder seks en/of pornobedrijf wordt mede begrepen:
het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied;
de naar de weg gekeerde gevel van een woning of, bij onduidelijkheid daarover, de als zodanig door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
denkbeeldige lijn getrokken langs de voorgevel van een gebouw en het verlengde daarvan;
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend een transformatorstation en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
4.3.2 Voorwaardelijke verplichting zonnepanelen
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van zonnepanelen wordt slechts verleend indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat wordt voldaan aan de randvoorwaarden ten aanzien van de landschappelijke inpassing zoals opgenomen in het Beleidskader Zonne-energie (2020) in Bijlage 1 bij de planregels dan wel, in het geval deze tussentijds wordt gewijzigd of vervangen door een andere beleidsregel, aan deze gewijzigde, respectievelijk vervangende, beleidsregel.
De voor 'Natuur - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, andere werken en terreinen.
Op de voor 'Natuur - Landschap' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 4.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden als bedoeld in 4.3.1 kan slechts worden verleend, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en in samenhang daarmee voor:
met bij een en ander behorende gebouwen en voorzieningen zoals paden, bermen, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, zoals een geluidscherm, palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens, kunstwerken, technische installaties en terreinafscheidingen.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2 ten behoeve van het:
Bij de afweging om, al dan niet, tot afwijking over te gaan worden in elk geval de volgende aspecten betrokken:
Het wonen in een woning zoals bedoeld in lid 5.1 is uitsluitend toegestaan indien:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Al hetgeen in deze regels omtrent de andere daar voorkomende bestemming(en) binnen het gebied met de bestemming 'Leiding - Gas' is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien en het voor zover zulks, gehoord de beheerder van de leiding(en), verenigbaar is met het belang van de leiding(en).
Op de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden mogen geen bouwwerken, anders dan ten behoeve van de leiding, worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de leiding geldt de volgende regel:
Met een omgevingsvergunning kan in overleg met de leidingbeheerder worden afgeweken van het bepaalde in 6.3 in die zin dat wordt gebouwd ten dienste van de andere daar voorkomende bestemming waarbij de bouwhoogte van bouwwerken niet meer dan 2 m mag bedragen, met dien verstande dat:
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt schriftelijk advies gevraagd aan de desbetreffende leidingbeheerder.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 6.6.1 is niet van toepassing op:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden kan slechts worden verleend, met dien verstande dat geen afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de in de strook gelegen leidingen.
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt schriftelijk advies gevraagd aan de desbetreffende leidingbeheerder(s).
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.
Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 120 m2 waarbij voor de gehele oppervlakte werkzaamheden dieper dan 0,50 m onder het maaiveld plaatsvinden, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overlegd waarin naar het oordeel van het van het bevoegd gezag is aangetoond dat:
Indien uit het in lid 7.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kunnen één of meer van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 7.3.1 is niet van toepassing indien:
danwel
De voor 'Waarde - Archeologische vindplaats' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de vuursteenvindplaats.
Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Voor grondwerkzaamheden, die dieper dan 0,40 m onder het maaiveld plaatsvinden is een omgevingsvergunning vereist.
De werkzaamheden, waarvoor de vergunningplicht in lid 8.3.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien op basis van archeologisch onderzoek door het bevoegd gezag is bepaald dat bescherming van de vuursteenvindplaats afdoende kan plaatsvinden door aan de omgevingsvergunning de verplichting tot het doen van opgravingen te verbinden om de vuursteenvindplaats veilig te stellen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Tot een gebruik van gronden strijdig met het uitwerkingsplan wordt in ieder geval gerekend:
een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.3.1:
De in lid 11.3.2 genoemde omgevingsvergunningen worden uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Bij de beoordeling van een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in de leden 11.3.1, 11.3.2, 11.3.3, en 11.3.4, wordt getoetst aan de beleidsregel Parkeernota van de gemeente Nunspeet (2014) in Bijlage 2 bij de planregels dan wel, in het geval deze tussentijds wordt gewijzigd of vervangen door een andere beleidsregel, aan deze gewijzigde, respectievelijk vervangende, beleidsregel.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - motorsportterrein' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - mede dienen voor het tegengaan van een te hoge geluidbelasting van geluidgevoelige objecten van een motorsportterrein.
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gelders natuurnetwerk' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - mede bestemd zijn voor het behoud, het herstel en de bescherming van het Gelders Natuurnetwerk.
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - natura 2000' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - mede bestemd zijn voor het behoud, het herstel en de bescherming van de Natura 2000-gebieden.
Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van de regels:
Bij de afweging om, al dan niet, tot afwijking over te gaan worden in elk geval de volgende aspecten betrokken:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van (bestaande) bestemmings- en bouwgrenzen tot niet meer dan 5 m.
Burgemeester en wethouders kunnen de planopzet wijzigen in de vorm van het wijzigen van de in Hoofdstuk 2 opgenomen bestemmingen in andere bestemmingen en/of aanduidingen mits deze zijn opgenomen in Hoofdstuk 2 van dit plan en waarbij, aanvullend op het bepaalde in 14.3, geldt dat de hoofdgroenstructuur in takt moet blijven.
De uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Kijktuinen'.