direct naar inhoud van 3.8 WATER
Plan: OUDEWEG 20
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01092-vg01

3.8 WATER

Algemeen

Het plan ligt aan de Oudeweg 20 in Hulshorst en valt buiten bestaand stedelijk gebied. Het betreft de nieuwbouw van 2 woningen in het kader van functieverandering, waarvan 1 woning de herbouw van de bestaande boerderij betreft. Ten opzichte van de bestaande situatie vindt er meer dan een halvering van het bebouwd oppervlak (bijgebouwen) plaats.

Het plangebied bevindt zich niet binnen enige Keurzone of binnen de zoekgebieden voor waterberging zoals deze staan weergegeven in het Streekplan. Het plan heeft geen nadelige gevolgen voor en door (grond)water in de omgeving.

Grondwater

Het plangebied ligt niet in de grondwaterfluctuatiezone zoals provincie Gelderland deze heeft gedefinieerd. Het plangebied ligt op de grens van 2 grondwatertrappen:

  • In het plangebied is deels grondwatertrap VI aanwezig. Het gemiddeld hoogste grondwaterpeil ligt tussen de 40 - 80 cm onder het maaiveld en het gemiddeld laagste grondwaterpeil ligt onder de 120 cm onder het maaiveld. Er is in en om het gebied geen grondwateroverlast bekend.
  • In het plangebied is deels grondwatertrap VII* aanwezig. Het gemiddeld hoogste grondwaterpeil ligt lager dan 120 cm onder het maaiveld en het gemiddeld laagste grondwaterpeil ligt onder de 140 cm onder het maaiveld. Er is in en om het gebied geen grondwateroverlast bekend.

Door de bestaande grondwaterstand(en) zal grondwater geen overlast veroorzaken in dit plan en niet structureel worden afgevoerd. Hierdoor kan het plan “grondwaterneutraal” worden ontwikkeld.

Ingrepen voortkomend uit dit plan zullen geen bodemlagen aantasten als gevolg waarvan het grondwatersysteem verandert.

Oppervlaktewater

In de omgeving van het plangebied bevindt zich geen oppervlaktewater.

Natuur

Binnen en nabij het plangebied komt geen waterafhankelijke natuur voor.

DWA en RWA

Uitgangspunt bij uitbreidings- en (ver)bouwplannen is het infiltreren van hemelwater binnen het eigen plangebied. Binnen het plangebied moet bergings- en infiltratiecapaciteit worden gerealiseerd voor het verwerken van een maatgevende bui T=10; 36mm neerslag (berekend over het totaal van verhard oppervlak en infiltratievoorzieningen aan het maaiveld). De overstorten vanuit de bergingsen infiltratievoorzieningen mogen niet op het rioolstelsel worden aangesloten. Bij het ontwerp van het plangebied moet rekening worden gehouden hoe er met neerslagoverstorten bij (zeer) intensieve buien wordt omgegaan.

Het plangebied zelf biedt mogelijkheden tot infiltratie. Met betrekking tot de nieuwbouw zal een afkoppeling plaatsvinden van het hemelwater en worden geïnfiltreerd op eigen terrein. In de nieuwbouw zal dan ook een gescheiden rioleringssyteem worden gerealiseerd.

Het vuilwater (DWA) wordt middels een drukriolering afgevoerd. Hierop mag geen hemelwater worden aangesloten. Bij het maken van de (extra) aansluiting op het drukriool moet rekening gehouden worden met een voldoende buffercapaciteit zodat er niet direct overlast ontstaat bij het uitvallen van het pompgemaal.

Door het zoveel als mogelijk toepassen van niet uitlogende materialen wordt voorkomen dat het te infiltreren hemelwater het grond- en/of oppervlaktewater verontreinigt.

Procedures

Doordat dit plan kleiner dan 10 woningen is, buiten Keurzones valt, het geen HEN-water (inclusief beschermingszone) betreft, er niet meer dan de landelijke afvoernorm geloosd gaat worden op oppervlaktewater, buiten de zoekgebieden voor waterberging valt, geen landgoed, weg(en), spoorlijn(en), Tracéwet, damwand(en), scherm(en), ontgrondingen et cetera betreft, valt het onder de “postzegelplannen” zoals Waterschap Veluwe die vanuit het oogpunt van de watertoets heeft gedefinieerd. Dit betekent dat voor dit plan het “standaard wateradvies” geldt.

Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden.