direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum
Plan: NUNSPEET-CENTRUM
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01022-vg02

Artikel 5 Centrum

5.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

uitsluitend op en onder de begane grond verdieping voor:

  • a. detailhandel;
  • b. lichte horeca;
  • c. dienstverlening;
  • d. maatschappelijke voorzieningen;

en uitsluitend op de verdiepingen voor:

  • e. horeca met uitzondering van zware horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  • f. wonen, met dien verstande dat woningen die op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan op of onder de begane grond zijn gesitueerd, de woonfunctie mogen voortzetten;

en ter plaatse van de aanduiding:

verbeelding   aanduiding   omschrijving  
-dh   'detailhandel uitgesloten'   geen detailhandel toegestaan  
dv   'dienstverlening'   dienstverlening toegestaan op de verdieping  
k   'kantoor'   kantoor op de verdieping  
pg   'parkeergarage'   parkeergarage  
s   'sport'   sportschool  
vm   'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg   verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg  
zw   'zorgwoning'   zorgwoning  

met bij een en ander bijbehorende bouwwerken en voorzieningen zoals paden, bermen, tuinen, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens-, kunstwerken, technische installaties en terreinafscheidingen.

5.2 bouwregels
5.2.1 bouwen

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 5.1,mag uitsluitend bij de bestemming behorende bebouwing worden gebouwd:

5.2.2 eisen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in artikel 5.2.1 gelden de volgende eisen:

  • a. gebouwen en bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage mag ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage', aangegeven percentage bedragen;
  • c. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen mogen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte, behoudens bijbehorende bouwwerken waarvan de goothoogte niet meer dan 3,5 m en de bouwhoogte niet meer dan 5,5 m mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
    bouwwerken geen gebouwen zijnde   maximale bouwhoogte  
    palen, masten en reclame- en andere tekens:   4 m  
    luifels:   6 m  
    andere overkappingen met een open constructie:   3 m  
    kunstwerken:   4 m  
    erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van het dichtst bij de weg gelegen bouwwerk:   1 m  
    overige erf- en terreinafscheidingen en overige bouwwerken geen gebouwen zijnde:   2 m  
  • e. het aantal bouwlagen van een ondergrondse parkeergarage bedraagt maximaal één;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een onderdoorgang te zijn van minimaal 4 m hoog.
5.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan, uitsluitend ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'sba-h', worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.2 onder c, ten behoeve van een hogere goot- en bouwhoogte tot maximaal 12 m, mits:

  • a. er een stedenbouwkundig gevarieerd beeld ontstaat door het gebruik van wisselende goot- en bouwhoogtes;
  • b. het woongenot van de naaste buren niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. het straatbeeld niet onevenredig wordt aangetast;
  • d. indien sprake is van het toevoegen van woningen moet dit passen binnen het Kwalitatief Woningbouwprogramma;
  • e. voldaan moet worden aan de parkeernorm.
5.4 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. artikel 5.1 onder a tot en met d, ten behoeve van het gebruiken en inrichten van ruimten op de eerste verdieping voor detailhandel, dienstverlening, lichte horeca en maatschappelijke voorzieningen, mits de verruiming van de gebruiksruimte geen onevenredige overlast voor de woonomgeving met zich meebrengt;
  • b. artikel 5.1 onder b voor het toestaan van horeca, met uitzondering van zware horeca, mits het gebruik geen onevenredige overlast voor de woonomgeving met zich meebrengt;
  • c. artikel 5.1 onder f voor het toestaan van wonen op de begane grond, met dien verstande dat dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van de centrumfunctie van het betreffende gebied.