direct naar inhoud van Artikel 19 Waarde - Waardevolle bomen
Plan: NUNSPEET-CENTRUM
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01022-vg02

Artikel 19 Waarde - Waardevolle bomen

19.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Waardevolle bomen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van waardevolle bomen.

19.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikel 3 tot en met 15) mag hier binnen niet worden gebouwd.

19.3 afwijken van de bouwregels
19.3.1 afwijking

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van van het bepaalde in artikel 19.2 indien:

  • a. wordt aangetoond dat door het bebouwen van de gronden de conditie, levensverwachting, groeiplaats en (beeld)kwaliteit van de boom of bomen niet wordt aangetast, of
  • b. indien geoordeeld is dat de boom of bomen niet meer als monumentaal is/zijn aan te merken.
19.3.2 bomeneffectrapportage

Ten behoeve van de verlening van een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag een bomeneffectrapportage verlangen waaruit blijkt dat de bouw geen onevenredige gevolgen heeft voor de levensvatbaarheid en de ruimtelijke of ecologische betekenis van de boom.

19.3.3 voorwaarden aan de vergunning

Aan de omgevingsvergunning kunnen voorwaarden worden verbonden ten aanzien van:

  • a. de situering van bouwwerken;
  • b. de afmeting van bouwwerken;
  • c. de aard van de verhardingen;
  • d. de fundering van bouwwerken;
  • e. de bescherming van de boom of bomen tijdens de uitvoering van de bouw;
  • f. het onderhoud van de boom of bomen na de uitvoering van de bouw.
19.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.4.1 omgevingsvergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van boven- en communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • b. het leggen van drainagebuizen;
  • c. het aanleggen en verharden van wegen, paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het verlagen, afgraven, ophogen en egaliseren van de bodem en/of gronden;
  • e. het wijzigen van de grondwaterstand door bevloeiing, (bron)bemaling, drainage of andere wijze;
  • f. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond.
19.4.2 uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is nodig voor:

  • a. normale onderhouds- en beheerwerkzaamheden, gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van het onderhavige plangebied;
  • b. werken en/of werkzaamheden die op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan in uitvoering zijn, mits het verrichten van deze handelingen geen ernstige beschadiging of ontsiering van de boom tot gevolg (kunnen) hebben.
19.4.3 toetsingsnorm

De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in artikel 19.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden of de direct of indirect hieruit voortvloeiende gevolgen geen onevenredige aantasting van de conditie, levensverwachting, groeiplaats, en (beeld)kwaliteit van de boom of bomen plaatsvindt dan wel dat er ter plaatse of elders voldoende maatregelen worden getroffen, bijvoorbeeld herplant, om de genoemde aantasting(en) te compenseren.

19.4.4 voorwaarden aan de vergunning

Aan de omgevingsvergunning kunnen voorwaarden worden verbonden ten aanzien van:

  • a. de aard van de verhardingen;
  • b. de bescherming van de boom of bomen tijdens de uitvoering van het werk en/of de werkzaamheid;
  • c. het onderhoud van de boom of bomen na de uitvoering van het werk en/of de werkzaamheid.
19.5 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Waardevolle bomen gedeeltelijk of geheel wordt verwijderd, mits is aangetoond dat de boom of bomen vanwege conditie, levensverwachting, groeiplaats, (beeld)kwaliteit niet meer monumentaal zijn dan wel dat er elders voldoende maatregelen, bijvoorbeeld herplant, worden getroffen om het verlies aan waardevolle bomen te compenseren.