Plan: | DE BERENBOS |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.BP01020-oh01 |
Historie: Uit een in 1995 uitgevoerd bodemonderzoek is geconcludeerd dat in het grondwater bij peilbuis 2 de concentratie aan nikkel de interventiewaarde overschrijdt. In 1996 is een aanvullend grondwateronderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat stroomopwaarts van peilbuis 2 de concentraties aan nikkel uit de peilbuizen 102 en 103 respectievelijk de streefwaarde en interventiewaarden overschrijden. Stroomafwaarts op de locatie van peilbuis 2 overschrijdt in het grondwater bij peilbuis 101 de concentratie aan nikkel de interventiewaarde. Stroomafwaarts van de locatie (Oogstweg) overschrijdt in het grondwater bij peilbuis 104 de concentratie aan nikkel de detectiegrens niet.
Milieuhygiënische kwaliteit 2004:
Braakliggend terrein: In de mengmonsters van de boven- en ondergrond zijn geen verhoogde gehalten gemeten welke de streefwaarden en/of detectiegrenzen overschrijden.
Bosperceel: In één mengmonster van de bovengrond zijn licht verhoogde gehalten aan PAK, minerale olie en EOX gemeten boven de streefwaarden. Van de overige geanalyseerde parameters van zowel de boven- als de ondergrond zijn geen verhoogde gehalten gemeten welke de streefwaarden en/of detectiegrenzen overschrijden.
Aarden wal: In het mengmonster van de grondwal overschrijdt het gehalte aan EOX de streefwaarde. De overige onderzochte parameters zijn niet verhoogd gemeten.
Grondwater: In het grondwater ter plaatse van peilbuis 21 overschrijden de concentraties van zink en nikkel respectievelijk de streefwaarde en de interventiewaarde. Na herbemonstering en analyse van het grondwater zijn voor zink en nikkel vergelijkbare concentraties gemeten. Deze resultaten wijken niet af van de bodemonderzoeken uit 1995 en 1996.
Conclusie 2004:
Op basis van de uitgevoerde bodemonderzoeken kunnen we concluderen dat er een goed beeld van de aanwezige bodemkwaliteit op deze locatie aanwezig is.
Op basis van de sterk verhoogd gemeten concentraties aan zware metalen in het grondwater in het bijzonder nikkel, kan worden gesteld dat het gebruik van het grondwater voor consumptie (dierlijke) en/of voor besproeiing van consumptiegewassen moet worden afgeraden. De gemeten nikkelconcentraties kunnen niet gerelateerd worden aan bedrijfsactiviteiten, opgemerkt wordt dat deze verhoogde concentraties een vaker voorkomend verschijnsel zijn in de gemeente Nunspeet. Op 16 februari 2005 is in overleg met de provincie Gelderland (de heer S. Olsman) besproken of verder onderzoek noodzakelijk is. Vanwege het ontbreken van mogelijke bronnen waardoor deze nikkelverontreiniging is ontstaan en de diepte van het grondwater is verder grondwateronderzoek niet noodzakelijk.
Verwerking vrijkomende grond:
Indien op de locatie grond vrijkomt tijdens graafwerkzaamheden en deze niet op het eigen terrein kan worden verwerkt, dient deze grond conform het bouwstoffenbesluit te worden onderzocht (op basis van het schone grond protocol). Na beoordeling van deze resultaten kan de grond van het terrein worden afgevoerd en/of elders worden verwerkt of gestort.
Voor meer gegevens wordt verwezen naar het bijgevoegde bodemonderzoek.
Het plangebied ligt binnen de zone van de Harderwijkerweg en de Elburgerweg. De Harderwijkerweg wordt binnen 2 jaar ingericht als een 30 km weg. De Elburgerweg blijft de grote ontsluitingsweg voor de ontsluiting van meerdere wijken. Verder wordt deze weg gebruikt voor het regionale doorgaande verkeer. Er is door Groenewold Adviesbureau een geluidonderzoek uitgevoerd voor de hospice en de twee vrijstaande woningen. Daarbij is uitgegaan van een afstand van 17 m op de geplande voorgevel tot het hart van de Harderwijkerweg. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidbelasting van de Elburgerweg geen belemmering vormt voor het uitvoeren van de hospice en de twee vrijstaande woningen. Nu de Harderwijkerweg binnen afzienbare tijd een 30 km regiem wordt levert dit qua geluidniveau ook geen probleem op. De conclusie van Groenewold Adviesbureau is dat geen procedure voor een hogere waarde behoeft te worden gevolgd. Voor meer gegevens wordt verwezen naar het bijgevoegde rapport.
In de directe omgeving zijn geen hinderlijke bedrijven die van invloed kunnen zijn op de geplande bebouwing. Ook zijn er geen bedrijven in de directe omgeving die door de geplande bebouwing belemmerd worden.
Woningbouw en maatschappelijke voorziening
Op 15 november 2007 is de Wet milieubeheer uitgebreid met titel 5.2. Luchtkwaliteitseisen. Met deze wijziging zijn ook het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen' en de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen' vastgesteld. De strekking van het besluit en de regeling is dat projecten die minder dan 1% van de norm bijdragen aan de luchtkwaliteit, niet afzonderlijk op dit punt behoeven te worden getoetst. In de regelingen worden woningbouwlocaties tot een maximaal aantal woningen van 1500 met één ontsluitingsweg genoemd als projecten die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtkwaliteit. Aangezien dit plan aanmerkelijk kleiner is dan het genoemde aantallen, is geen nader onderzoek naar de gevolgen voor de luchtkwaliteit uitgevoerd.
De Harderwijkerweg en de Elburgerweg zijn respectievelijk dorpsontsluitingswegen en worden gedeeltelijk gebruikt voor het doorgaande verkeer. Beide wegen zijn geen wegen die bedoeld zijn als wegen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. In de directe omgeving is geen lpg-tankstation aanwezig. Verder zijn in de directe omgeving geen belemmeringen die van invloed zijn op de voorliggende bouwplannen. Ook de bouwplannen vormen geen belemmering voor andere bedrijven in de directe omgeving.
Het plan ligt op het perceel ten oosten van Harderwijkerweg 76 en valt binnen bestaand stedelijk gebied. Het is circa 0,5 ha groot. Het bevindt zich niet binnen enige Keurzone of binnen de zoekgebieden voor waterberging zoals deze staan weergegeven in het Streekplan. Het plan heeft geen nadelige gevolgen voor en door (grond)water in de omgeving.
In het plangebied is grondwatertrap VII* aanwezig. Het gemiddeld hoogste grondwaterpeil ligt lager dan 120 cm onder het maaiveld en het gemiddeld laagste grondwaterpeil ligt onder de 140 cm onder het maaiveld. Het gebied ligt niet in de grondwaterfluctuatiezone zoals provincie Gelderland deze heeft gedefinieerd. Door de lage grondwaterstand zal grondwater geen overlast veroorzaken in dit plan en niet structureel afgevoerd worden. Hierdoor zal het plan 'grondwaterneutraal' worden ontwikkeld. Hemelwater zal binnen het plangebied worden geïnfiltreerd. Door niet uitlogende materialen toe te passen wordt voorkomen dat het te infiltreren hemelwater de bodem en het grondwater verontreinigt.
Ingrepen voortkomend uit dit plan zullen geen bodemlagen aantasten als gevolg waarvan het grondwatersysteem verandert.
In de omgeving van dit plan bevindt zich geen oppervlaktewater. Naar aanleiding van dit plan zal geen extra oppervlaktewater (in verbinding staand met het oppervlaktewatersysteem) gecreëerd worden. Ook zal er niet geloosd worden op het oppervlaktewater. Het plan veroorzaakt geen nadelige gevolgen voor of door het oppervlaktewatersysteem in de omgeving.
Binnen en nabij het plangebied komt geen waterafhankelijke natuur voor.
In de nabijheid van het plangebied bestaat het riool uit een gemengd stelsel. Het rioolstelsel en de RWZI zijn voldoende groot voor aansluiting van de uit dit plan voortkomende extra afvoer.
Het hemelwater binnen het plangebied zal niet afgevoerd worden naar de riolering. Binnen het plangebied moet bergings- en infiltratiecapaciteit worden gerealiseerd voor het verwerken van een maatgevende bui T=2; 20 mm neerslag (berekend over het totaal van verhard oppervlak en infiltratievoorzieningen aan het maaiveld). De overstorten vanuit de bergings- en infiltratievoorzieningen mogen niet op het rioolstelsel worden aangesloten. Er dient te worden voorkomen dat overstortwater overlast veroorzaakt.
Door het toepassen van niet uitlogende materialen wordt voorkomen dat het te infiltreren hemelwater het grond- en/of oppervlaktewater verontreinigt.
Doordat dit plan kleiner dan 10 woningen is, buiten Keurzones valt, het geen HEN-water inclusief beschermingszone betreft, buiten de zoekgebieden voor waterberging valt, geen landgoed, weg(en), spoorlijn(en), Tracéwet, damwand(en), scherm(en), ontgrondingen et cetera betreft, valt het onder de “postzegelplannen” zoals Waterschap Veluwe die vanuit het oogpunt van de watertoets heeft gedefinieerd. Dit betekent dat voor dit plan het “standaard wateradvies” geldt.
Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden.