Plan: | NASSAULAAN 110 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.BP01006-vg01 |
De bescherming van de Nederlandse natuur maakt onderscheid tussen gebiedbescherming en soortenbescherming. De regelingen ter bescherming van kwetsbare natuurgebieden is geregeld in de Natuurbeschermingswet en de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. De nationale regelgeving voor de bescherming van planten- en diersoorten is geregeld in de Flora- en faunawet. In de Flora- en faunawet zijn tevens de bepalingen aangaande de soortenbescherming uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en het internationale CITES-verdrag voor de handel in bedreigde diersoorten opgenomen.
Op 23 februari 2005 is het “Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en Faunawet” in werking getreden. Het doel hiervan is om de mogelijkheden tot het verlenen van vrijstellingen en ontheffingen op grond van artikel 75 van de Flora- en faunawet te verruimen.
Voor het bepalen van de noodzaak tot gebiedsbescherming en soortenbescherming is in juni 2006 voor het plangebied door bureau Schenkeveld een natuurtoets uitgevoerd. Deze natuurtoets is op 8 augustus 2006 uitgebreid met een locatiebezoek en een analyse van het bouwplan. De bevindingen zijn opgenomen in de notitie 'Hullerweg Nunspeet' d.d. 8 augustus 2006.
Het initiatief bestaat uit de bouw van 9 woningen. De woningen staan vrij. De bouwpercelen zijn circa 3-5 are groot. De woningen hebben 1 verdieping met kap en staan gegroepeerd langs een ontsluitingsweg vanaf de Nassaulaan.
De belangrijkste ecologische gevolgen van het initiatief hangen samen met het opruimen van enkele bomen en struiken, het grondverzet, de nieuwbouw, de aanleg van nieuwe infrastructuur en het nieuwe (woon)gebruik.
De voortoets in het kader van de Habitatrichtlijn is positief. Het project heeft geen significante gevolgen voor de (vogel)soorten en habitattypen waarvoor de Veluwe als SBZ is aangewezen. Dit zwakke of afwezige effect hangt vooral samen met de geringe omvang van het initiatief, de beperkte uitstraling en de tussenliggende bebouwing.
Het initiatief heeft ook geen gevolgen voor (streng) beschermde soorten (categorie 2 en 3). Het blijft geschikt als foerageergebied voor Gewone dwergvleermuis en Laatvlieger. Er hoeft daarom geen ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet worden aangevraagd. De natuurwetgeving is daarom geen belemmering voor de planologische goedkeuring van het project. Hiervoor geldt wel als voorwaarde dat de houtwal buiten de planvorming wordt gehouden. Deze blijft intact en wordt niet opgedeeld onder de nieuwe bewoners. Er worden geen bomen gekapt. In dit bestemmingsplan is de houtwal opgenomen als aanduiding onder de bestemming 'Groen'. De houtwal beslaat het gehele bestemmingsvlak 'Groen'.
Bovenstaand punt geldt als randvoorwaarde. Daarnaast wordt aanbevolen: