direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: NASSAULAAN 110
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01006-vg01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen;
  • b. praktijkruimten;
  • c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals erf- of perceelsafscheidingen vlaggemasten en tuinmeubilair.

Eén en ander met de bijbehorende voorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 algemeen

Een praktijkruimte is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding "praktijkruimte" en na het verlenen van ontheffing van het bepaalde in 6.3.1 en 6.5.2

6.2.2 hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met inachtname van de bebouwingstypologie ter plaatse van de daarvoor bestemde bouwaanduidingen;
  • b. het hoofdgebouw dient voor een minimum van 50 % van de breedte van de voorgevel in de als zodanig aangegeven 'gevellijn' te worden gebouwd;
  • c. de goothoogte en hoogte van hoofdgebouwen mag niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte bedragen;
  • d. de dakhelling bedraagt minimaal 45° en maximaal 65°;
  • e. de muren van de zijgevels en de achtergevel van een hoofdgebouw mogen worden voorzien van een geveluitbouw;
  • f. per gevel is één geveluitbouw toegestaan;
  • g. de goothoogte ter plaatse van de geveluitbouw bedraagt maximaal 6 meter;
  • h. de breedte van de geveluitbouw bedraagt ten hoogste 50% van de breedte van de gevel én is niet breder dan 8 meter.
6.2.3 aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • i. aan- en uitbouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • j. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen;
  • k. de hoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag ten hoogste 6 meter bedragen;
  • l. van de gronden, gelegen buiten het bouwvlak, mag ten hoogste 50% worden bebouwd;
  • m. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen, gesitueerd buiten het bouwvlak, mag niet meer dan 60 m2 bedragen, onverminderd het bepaalde onder d.
6.2.4 bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van pergola's mag ten hoogste 3 meter bedragen;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2 meter bedragen;
  • c. de hoogte van vlaggemasten mag ten hoogste 10 meter bedragen.
6.3 Ontheffing van de bouwregels
6.3.1 ontheffing praktijkruimte

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen als bedoeld in 6.2.1 en ontheffing te verlenen van het bepaalde in 6.2.3 onder e ten behoeve van het bouwen en gebruiken van een praktijkruimte, mits wordt voldaan aan de volgende bepaling:

  • a. de gezamenlijke vloeroppervlakte van praktijkruimten mag bij eenzelfde woning niet meer bedragen dan 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende gebouwen, en ten hoogste 75 m2, onverminderd het bepaalde in 6.2.3 onder d.
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik van de gronden met de aanduiding "specifieke vorm van tuin-schouwpad" in de zin van artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval begrepen:

  • a. het ophogen van de bodem;
  • b. het aanleggen, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • c. het aanleggen van bomen, struiken of andere opgaande beplanting.
6.4.2 aan huis gebonden beroep

Binnen de bestemming Wonen is het gebruik ten behoeve van een aan huis gebonden beroep toegestaan, mits:

  • a. de gezamenlijk vloeroppervlakte van ruimten voor het aan huis gebonden beroep bij eenzelfde woning niet meer bedraagt dan 25% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende gebouwen en ten hoogste 75 m2;

het aan huis gebonden beroep:

  • b. niet-milieuvergunningplichtig is;
  • c. geen horeca betreft;
  • d. geen detailhandel betreft;
  • e. geen wezenlijke verandering van het woonkarakter en de uiterlijke verschijningsvorm van de woningen met zich meebrengt;
  • f. geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk in de omgeving met zich meebrengt, met dien verstande dat:
    • 1. het parkeren ten behoeve van die activiteiten zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden;
    • 2. behoudens in- en uitladen, geen bedrijfsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond het aan huis gebonden beroep mogen plaatsvinden.
6.5 Ontheffing van de gebruiksregels
6.5.1 ontheffing andere beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 6.4.2 ten behoeve van het gebruiken en inrichten van woningen en bijbehorende gebouwen voor andere beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, dan een aan huis gebonden beroep, mits:

  • a. de gezamenlijk vloeroppervlakte van ruimten voor de andere beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten bij eenzelfde woning niet meer bedraagt dan 25% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende gebouwen en ten hoogste 75 m2;

die andere beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten:

  • b. niet-milieuvergunningplichtig zijn;
  • c. geen horeca betreffen;
  • d. geen detailhandel betreffen;
  • e. geen wezenlijke verandering van het woonkarakter en de uiterlijke verschijningsvorm van de woningen met zich meebrengen;
  • f. geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk in de omgeving met zich meebrengen, met dien verstande dat:
    • 1. het parkeren ten behoeve van die activiteiten zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden;
    • 2. behoudens in- en uitladen, geen bedrijfsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond de andere beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten mogen plaatsvinden.
6.5.2 ontheffing gebruiken praktijkruimte

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen als bedoeld in 6.2.1 ten behoeve van het gebruiken van een praktijkruimte, mits de gezamenlijke vloeroppervlakte van praktijkruimten bij eenzelfde woning niet meer bedraagt dan 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende gebouwen, en ten hoogste 75 m2.