direct naar inhoud van 3.4 Archeologie
Plan: Hekkelmanplein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0301.bp0603Hekkelmanpl-vs01

3.4 Archeologie

Sinds 2007 beschikt de gemeente over een door de raad vastgestelde gemeentelijke archeologische waardenkaart. Hierop staat aangegeven waar zich archeologische waarden bevinden (bekende waarden) of zouden kunnen bevinden (verwachtingswaarden). Aan de waarderingen zijn voorschriften gekoppeld bij welke omvang en diepte van bodemingrepen archeologisch onderzoek verplicht wordt gesteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0301.bp0603Hekkelmanpl-vs01_0009.jpg"

Fragment van de archeologische waardenkaart met globale aanduiding van het plangebied

In verband met de voorgenomen ontwikkeling is een milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd op het perceel Berkelsingel 38a, ook wel bekend als het Hekkelmanshofje. Het voornemen is om met de woningen een uitbreiding van het monumentale Ruitershofje te realiseren en stedenbouwkundig aan te sluiten bij de planontwikkeling rond de Melatensteeg-Halvemaanstraat.

Het plangebied ligt in een gebied met een (hoge) archeologische waarde (bebouwde zone langs de Melatensteeg) en een geringe (middelhoge) archeologische waarde op de gemeentelijke archeologische waardenkaart. Die waarden zijn vertaald in het vigerende bestemmingsplan ‘Spittaalstad’ naar een dubbelbestemming. Aan deze dubbelbestemming zijn voorschriften verbonden die bepalen wanneer en onder elke voorwaarden bodemingrepen zijn toegestaan. Voor het gebied met een hoge archeologische waarde (oostdeel van het plangebied) geldt een vrijstelling van 5 m2 vanaf een diepte van 50 cm -maaiveld, voor het westelijke deel geldt een vrijstelling vanaf 500 m2 (bestemmingsplan) vanaf een diepte van 50 cm -maaiveld. Daarom is archeologisch vooronderzoek (zie Bijlage 4) gedaan om de archeologische waarden te concretiseren en tot een selectiebesluit te komen voor het plangebied. Omwille van efficiëntie heeft een van de medewerkers van Archeologie Zutphen meegewerkt met de boringen en deze vanuit archeologisch oogpunt beschreven zodat een goede indruk verkregen kon worden van de archeologische potentie van het gebied. Doel van de archeologische component van het booronderzoek was het bepalen van de bodemopbouw in het gebied en om, indien mogelijk, vast te stellen of er archeologische resten in de ondergrond aanwezig kunnen zijn. Voorts is gekeken naar de historie van het gebied om een uitspraak te kunnen doen over de potentie van het plangebied dat zich aan de Melatensteeg bevindt.

Conclusie: het selectieadvies

Uit het booronderzoek is gebleken dat de archeologische bodemopbouw beneden 65 cm intact is en dat er zich in de ondergrond archeologische resten van bewoning kunnen bevinden. Omdat de bovengrond in recentere tijden echter geroerd is tot tenminste 65 cm beneden het maaiveld, zouden eventuele voorgenomen bouwwerkzaamheden tot die diepte zonder beperkingen plaats kunnen vinden. Het op een dieper niveau voorkomen van middeleeuwse ophogingspakketten doet vermoeden dat het archeologisch potentieel op grotere diepte aanwezig is. Het enige dat in dit stadium niet kan worden aangetoond, is of er bewoningssporen op en onder de oudste (middeleeuwse) pakketten aanwezig zijn. Dat kan slechts worden aangetoond middels een proefsleuf in het hart van het plangebied, noord-zuid (haaks op het reliëf) gericht. Op de middeleeuwse lagen kunnen controlevlakken worden aangelegd om de aanwezigheid van bewoningssporen vast te stellen.

De nog bebouwde zone aan de Melatensteeg heeft op grond van historische gegevens een grotere archeologische potentie. Hier moet rekening worden gehouden met archeologisch onderzoek onder de recent verstoorde laag (de funderingsdiepte van het huidige pand en eventuele recente kelders). Het is aan te bevelen nader onderzoek te doen naar de aanlegdiepte van de fundering en de aanwezigheid van recente kelders.