Plan: | Achtermars, thematische herziening mitigerende maatregelen en stedenbouwkundige eisen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0301.bp0213Achtermars-vs01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan “Achtermars, thematische herziening mitigerende maatregelen en stedenbouwkundige eisen” met identificatienummer NL.IMRO.0301.bp0213Achtermars-vs01 van de gemeente Zutphen;
het bestemmingsplan 'De Mars midden en noord (veegplan)', zoals vastgesteld d.d. 6 december 2016 door de raad van de gemeente Zutphen, onherroepelijk geworden op 2 februari 2017;
de van de weg af gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel van de weg zijn afgekeerd, wijzen burgemeester en wethouders een achterste perceelsgrens aan;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels van het moederplan een zelfstandige, bij elkaar behorende bedrijfsbebouwing is toegelaten zodat het als zelfstandig bedrijfsterrein herkenbaar is;
de kadastrale grens aan de wegzijde bij een perceel die de zijkanten van een perceel verbindt. Indien meerdere zijden van het perceel naar de weg gekeerd zijn, wijzen burgemeester en wethouders een voorste perceelsgrens aan;
de kadastrale grens van een perceel tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.
De regels van dit plan zijn een herziening van het moederplan, uitsluitend voor zover het betreft:
De regels van het in artikel 1.2 genoemde bestemmingsplan blijven buiten toepassing voor zover er sprake is van strijdigheid met de regels van dit plan. Voor het overige blijft het in artikel 1.2 genoemde bestemmingsplan onverminderd van toepassing.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing' zijn bouwwerken, opslag en parkeren niet toegestaan.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen of uitbreiden van een gebouw wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat de oriëntatie van desbetreffende gebouw voldoet of zal voldoen aan het gemeentelijke beleid ten aanzien van dit onderwerp, zoals opgenomen in het beeldkwaliteitsplan.
Gebouwen op een bedrijfskavel in de bestemming 'Bedrijventerrein' moeten worden voorzien van voorzieningen die kunnen dienen als mitigerende maatregelen in het kader van de Wet natuurbescherming. Hierbij gelden de volgende bepalingen:
Aantal te realiseren verblijfplaatsen voor vleermuizen: n = X * (Y/Z) n = het aantal benodigde verblijfplaatsen in, op of aan gebouwen per bedrijfskavel X = totaal aantal benodigde verblijfplaatsen (=28) Y = omvang van de betreffende bedrijfskavel waar het gebouw deel van uit maakt Z = totale omvang bedrijvensterrein (=39.418 m2) |
Aantal te realiseren nestplaatsen voor gierzwaluwen: n = X * (Y/Z) n = het aantal benodigde nestplaatsen in, op of aan gebouwen per bedrijfskavel X = totaal aantal benodigde nestplaatsen (=120) Y = omvang van de betreffende bedrijfskavel waar het gebouw deel van uit maakt Z = totale omvang bedrijvensterrein (=39.418 m2) |
Aantal te realiseren verblijfplaatsen/nestvoorzieningen voor mussen: n = X * (Y/Z) n = het aantal benodigde verblijfplaatsen/nestvoorzieningen in, op of aan gebouwen per bedrijfskavel X = totaal aantal benodigde verblijfplaatsen/nestvoorzieningen (=50) Y = omvang van de betreffende bedrijfskavel waar het gebouw deel van uit maakt Z = totale omvang bedrijvensterrein (=39.418 m2) |
De maximale bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve voorzieningen die kunnen dienen als mitigerende maatregelen in het kader van de Wet natuurbescherming, bedraagt maximaal 2 m hoger dan de toegestane bouwhoogte van bedrijfsgebouwen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.1 onder a tot en met c voor het realiseren van minder mitigerende voorzieningen met dien verstande dat:
Opslag is uitsluitend toegestaan achter bebouwing en binnen de afstanden als opgenomen in artikel 3.1.1.
In- en uitritten mogen niet de volledige breedte van de bedrijfskavel hebben.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 4.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 4.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 4.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 4.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 4.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 4.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan “Achtermars, thematische herziening mitigerende maatregelen en stedenbouwkundige eisen” van de gemeente Zutphen.