direct naar inhoud van Regels
Plan: TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 21, Titel 21.1, ondergrondse verkabeling Zutphen Noord
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0301.TAMOP1-on01

Regels

Preambule

Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie 'Zutphen Noord' en vormt juridisch een nieuwe titel in Hoofdstuk 21 van het omgevingsplan van de gemeente Zutphen (Hoofdstuk 21, Titel 21.1). Deze titel is op grond van artikel 11.1, tweede lid, van het Besluit elektronische publicaties, bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk deze titel conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.

De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van Hoofdstuk 21, Titel 21.1 van het omgevingsplan van de gemeente Zutphen. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '21.1.' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij de in dit deel weergegeven titel moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '21.1.' gelezen worden.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Toepassingsbereik

  • 1. De regels in dit TAM-omgevingsplan zijn van toepassing op de locatie ondergrondse verkabeling Zutphen Noord, waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0301.TAMOP1-on01 zoals vastgelegd op https://www.ruimtelijkeplannen.nl.
  • 2. De besluiten op grond van artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet blijven van toepassing op de locatie, bedoeld in het eerste lid.
  • 3. Voor zover de regels uit dit TAM-omgevingsplan strijdig zijn met regels van de besluiten bedoeld in het tweede lid, gaan de regels in dit TAM-omgevingsplan voor.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I van het omgevingsplan, bijlage I van het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling zijn van toepassing op dit TAM-omgevingsplan. Aanvullend daarop gelden voor de toepassing van dit TAM-omgevingsplan de volgende begripsbepalingen:

2.1 Bestaande

een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dit TAM-omgevingsplan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;

2.2 Bevoegd gezag

het college van burgemeester en wethouders, tenzij in dit TAM-omgevingsplan of bij wettelijk voorschrift anders is bepaald;

2.3 Gebruik

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruik en in gebruik geven;

2.4 Hoogspanningsleiding

een ondergrondse (hoogspannings)verbinding die is bestemd voor transport van elektriciteit op een spanningsniveau van maximaal 150 kiloVolt (kV);

2.5 Omgevingsplan

Omgevingsplan gemeente Zutphen.

2.6 Peil
  • a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • c. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
2.7 TAM-omgevingsplan

de onderhavige wijziging van het Omgevingsplan gemeente Zutphen, die volgens de technische standaarden van IMRO tot stand komt met identificatienummer NL.IMRO.0301.TAMOP1-on01.

Artikel 3 Meet- en rekenbepalingen

De meet- en rekenbepalingen uit artikel 22.24 van het omgevingsplan zijn van overeenkomstige toepassing op het meten van de waarden die in dit TAM-omgevingsplan in meters (m), m² of m³ zijn uitgedrukt, voor zover hiervan niet is afgeweken in het bepaalde in dit artikel. Bij toepassing van dit TAM-omgevingsplan wordt als volgt gemeten:

3.1 De bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

Hoofdstuk 2 Functies en activiteiten

Artikel 4 Algemeen gebruiksverbod

  • 1. Met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties is het verboden gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan die locaties toegedeelde functies.
  • 2. Onder de functies als bedoeld in het eerste lid worden begrepen:
    • a. de functies die aan een locatie zijn toegedeeld op grond van dit TAM-omgevingsplan; en
    • b. de functies die aan een locatie zijn toegedeeld in een besluit op grond van artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet.

Artikel 5 Aanvraagvereisten

De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van dit omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit TAM-omgevingsplan.

Artikel 6 Leiding - Ondergrondse hoogspanningsverbinding

6.1 Toepassingsbereik

De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Leiding - Ondergrondse hoogspanningsverbinding'.

6.2 Functieomschrijving

De als 'Leiding - Ondergrondse hoogspanningsverbinding' aangewezen locatie heeft de volgende functies:

  • a. het realiseren en in werking hebben van een ondergrondse hoogspanningsverbinding met een maximale spanning van 150 kV, met de daarbij behorende voorzieningen.
6.3 Verboden gebruik
  • a. Tot strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen:
    • 1. het opwekken van elektriciteit met een windturbine;
    • 2. het oprichten en in stand houden van bouwwerken als opslagtank voor gassen of vloeibare gevaarlijke stoffen;
    • 3. het opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking;
  • b. Buiten de aanduiding 'overige zone - open ontgraving' is het niet toegestaan de hoogspanningsverbinding te realiseren middels een open ontgraving.
6.4 Beoordelingsregels voor bouwen

Een omgevingsvergunning voor het verrichten van een bouwactiviteit en het in stand houden en gebruiken van het te bouwen bouwwerk wordt alleen verleend als:

  • a. de bouwactiviteit ziet op het bouwen van een bouwwerk ten behoeve van de hoogspanningsverbinding en:
    • 1. het bouwwerk wordt gebouwd ter plaatse van de locatie 'overige zone - bouwwerken';
    • 2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 7 m; of
  • b. de bouwactiviteit ziet op het vervangen, vernieuwen of veranderen van bestaande bouwwerken waarbij de oppervlakte en de hoogte niet worden vergroot en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering; of
  • c. de bouwactiviteit ziet op een bouwwerk ten behoeve van een functie die aan een locatie is toegedeeld op grond van het tijdelijk deel van dit omgevingsplan zoals bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet en:
    • 1. de bouwactiviteit geen onevenredige negatieve gevolgen heeft voor het veilig, betrouwbaar en duurzaam functioneren van de ondergrondse hoogspanningsverbinding; en
    • 2. de beheerder van de ondergrondse hoogspanningsverbinding schriftelijk advies heeft uitgebracht ten aanzien van het bepaalde in het eerste lid.
6.5 Vergunningplicht voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende activiteiten te verrichten:

  • a. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgrondingen of ophoging;
  • b. het indrijven van voorwerpen in de bodem, dieper dan 0,8 m onder het maaiveld;
  • c. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe wordt gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en aanleggen van drainage dieper dan 0,8 m, onder maaiveld;
  • d. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van watergangen;
  • e. het aanleggen van wegen en parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen;
  • f. het aanleggen van zonnepanelen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • g. het opslaan van goederen, (brandbare)stoffen en/of materialen;
  • h. het aanleggen van kabels en leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur, tenzij het gaat om activiteiten ten behoeve van het realiseren en in werking hebben van een ondergrondse hoogspanningsverbinding met een maximale spanning van 150 kV, met de daarbij behorende voorzieningen en de bijbehorende activiteiten;
  • i. het aanbrengen en/of kappen van diepwortelende beplantingen.
6.6 Uitzondering op de vergunningplicht

 Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in 6.5 is niet vereist indien:

  • a. de niet wederrechtelijke activiteit al in uitvoering was voor de inwerkingtreding van dit TAM-omgevingsplan;
  • b. de activiteit door of in opdracht van de beheerder van het betreffende onderdeel van de fysieke leefomgeving wordt verricht in verband met het oog op het behoud en het creëren van ruimte voor en in de nabijheid van het elektriciteitstransportnet voor bestaande en toekomstige activiteiten van de landelijke netbeheerder.
6.7 Beoordelingsregels werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

De omgevingsvergunning zoals bedoeld in 6.5 wordt alleen verleend als:

  • a. de activiteit geen onevenredig negatieve gevolgen heeft voor het veilig, betrouwbaar en duurzaam functioneren van de ondergrondse hoogspanningsverbinding, waarbij burgemeester en wethouders het schriftelijk advies van de beheerder van de ondergrondse hoogspanningsverbinding betrekken;
  • b. de activiteit geen negatieve gevolgen heeft voor veilig, betrouwbaar en duurzaam functioneren van de ondergrondse hoogspanningsverbinding.
6.8 Voorwaardelijke verplichting herplanting bomen

Het gebruik van gronden en bouwwerken overeenkomstig het bepaalde in 6.2 is uitsluitend toegestaan als de bomen die worden gerooid ten behoeve van de aanleg van de hoogspanningsverbinding Zutphen Noord binnen twee jaar na ingebruikname van de gronden en bouwwerken zijn gecompenseerd conform het in bijlage 1 opgenomen compensatieplan en zolang deze compensatie in stand wordt gehouden.

6.9 Voorwaardelijke verplichting beperking stikstofdepositie tijdens aanlegfase

Het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de ondergrondse hoogspanningsverbinding Zutphen Noord is uitsluitend toegestaan als het bemesten van de gronden op het perceel, kadastraal bekend als gemeente Zutphen, sectie R, perceelnummers 40 en 807, wordt gestaakt gedurende de periode dat de werkzaamheden plaatsvinden.

Hoofdstuk 3 Overgangsregels

Artikel 7 Overgangsrecht gebruik

  • a. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit TAM-omgevingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met dit TAM-omgevingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dit TAM-omgevingsplan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van dit TAM-omgevingsplan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat al in strijd was met het omgevingsplan voor inwerkingtreding van dit wijzigingsbesluit, daaronder begrepen de overgangsbepalingen.