direct naar inhoud van Artikel 19 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: Warnsveld Kom Zuid 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0301.52bp1300WKomZuid-vs01

Artikel 19 Leiding - Hoogspanningsverbinding

19.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor:
    • 1. een bovengrondse hoogspanningsverbinding;
    • 2. het beheer en onderhoud van de verbinding;
    • 3. (veiligheids)maatregelen ter bescherming van de woon- en leefomgeving in verband met de aanwezigheid van hoogspanningsverbinding; met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
  • b. Secundair zijn deze gronden voor zover zulks op de verbeelding is aangewezen, bestemd voor de doeleinden als omschreven in het voor de betreffende bestemming geldende artikel, waarbij het in dat artikel bepaalde van toepassing is.

19.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.

19.2.1 Gebouwen

Op of in deze grond mogen geen gebouwen worden gebouwd.

19.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt voor:

  • a. hoogspanningsmasten maximaal 40 m;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 m.

19.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 19.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.

19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden van burgemeester en wethouders op de in lid 19.1 bedoelde gronden de volgende andere werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. de gronden op te hogen en/of hoogopgaande beplanting aan te brengen;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden.

19.4.2 Weigeringsgronden

Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van andere werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen. Een omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.

19.4.3 Uitzonderingen

Het in lid 19.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. andere werken en werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. andere werken en werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende omgevingsvergunning.