direct naar inhoud van Artikel 13 Wonen
Plan: Warnsveld Kom Zuid 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0301.52bp1300WKomZuid-vs01

Artikel 13 Wonen

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het bestaande aantal woningen ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'vrijstaand' voor vrijstaande woningen;
    • 2. 'twee-aaneen' voor twee-aaneen woningen;
    • 3. 'aaneengebouwd' voor aaneengebouwde woningen;
    • 4. 'gestapeld' voor gestapelde woningen;
  • b. aan huis verbonden beroepen of consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten met een
    maximale vloeroppervlakte van 33,3% van de vloeroppervlakte van de woning met een maximum van 50 m²;
  • c. woonwagens ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats';
  • d. een onderdoorgang ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  • e. geluidwerende voorzieningen in de vorm van geluidwallen en ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal' en geluidschermen ter plaatse van de aanduiding 'geluidsscherm';

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Gebouwen

Bij het bouwen van hoofdgebouwen zoals vermeld in lid 13.1, gelden de aanduidingen op de verbeelding. Tevens moet worden voldaan aan de volgende regels:

  • a. gebouwen dienen te worden gebouwd in het bouwvlak;
  • b. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens is bij woningen ter plaatse van de aanduiding
    • 1. 'vrijstaand' aan twee zijden minimaal 3 m;
    • 2. 'twee-aaneen' aan één zijde minimaal 3 m;
    • 3. 'aaneengesloten' aan de niet-aangebouwde zijde van de eindwoningen minimaal 3 m;
  • c. het maximum aantal woonwagens is ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven;
  • d. de maximale goothoogte en de bouwhoogte zijn ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven.

13.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels;

  • a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de gezamenlijk oppervlakte voor zover gebouwd buiten het bouwvlak per hoofdgebouw bedraagt maximaal:
    • 1. 40 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 1.000 m²;
    • 2. 50 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 1.500 m²;
    • 3. 60 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 1.500 m²,

mits het bebouwingspercentage van het gedeelte van de grond gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 50%;

  • c. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt maximaal 3 m danwel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met maximaal 0,25 m;
  • d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw, verminderd met minimaal 2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m;
  • e. de maximale goot- en de bouwhoogte van bijgebouwen bedragen respectievelijk 3 m en 6 m;
  • f. de maximale bouwhoogte van overkappingen bedraagt 3 m.

13.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt voor;

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2 m.

13.3 Afwijken van de bouwregels
13.3.1 Afwijkingsbevoegdheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:

  • a. lid 13.2.2 voor het verkleinen van de afstand van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel voor het bouwen van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. lid 13.2.2 voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot maximaal:
    • 1. 55 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 1.000 m²;
    • 2. 70 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 1.500 m²;
    • 3. 90 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 1.500 m²;
  • c. lid 13.2.2 voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot de oppervlakten genoemd onder lid 13.2.2 vermeerderd met 20 m2, uitsluitend in verband met het gebruik van genoemde bouwwerken als afhankelijke woonruimte, mits een dergelijk gebruiknoodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
  • d. lid 13.2.2 voor het vergroten van het bebouwingspercentage tot maximaal 70%.

13.3.2 Afwijkingscriteria

De omgevingsvergunning om af te wijken als bedoeld in lid 13.3.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.