direct naar inhoud van Artikel 26 Overgangsbepalingen
Plan: Groot Holthuizen en Hengelder II
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.02990000BP99GHHENGELII-

Artikel 26 Overgangsbepalingen

26.1 Bouwwerken

Bouwwerken, die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaan of in uitvoering zijn, dan wel na dat tijdstip krachtens een daartoe strekkende bouwvergunning of anderszins rechtens zijn of mogen worden gebouwd, en die afwijken van het in of krachtens het plan - behoudens in dit artikel - bepaalde, mogen, mits de afwijkingen niet worden vergroot:

  • a. uitsluitend gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. indien die bouwwerken door een calamiteit zijn getroffen, geheel of gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag voor een bouwvergunning is ingediend binnen twee jaar na het tenietgaan.
26.1.1 Afwegingskader overgangsrecht

Het bepaalde in 265.1 is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, doch zijn gebouwd in strijd met het toen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

26.1.2 Vrijstelling

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 26.1, dat de bestaande afwijkingen naar de omvang niet mogen worden vergroot en toestaan dat een eenmalige vergroting plaatsvindt van de inhoud van de in 26.1 toegelaten bouwwerken met niet meer dan 10%.

26.1.3 Procedure

Bij gebruikmaking van de vrijstellingsbevoegdheid is de in 26.2 opgenomen procedure van toepassing.

26.2 Gebruik

Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestaat op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan en dat strijdig is met het plan mag worden voortgezet.

26.2.1 Afwegingskader overgangsrecht

Het bepaalde in 26.2 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

26.2.2 Verbod

Het is verboden het met het plan strijdige gebruik te wijzigen, tenzij de strijdigheid van dat gebruik ten opzichte van het gebruik overeenkomstig de bestemmingen in dit plan, naar de aard en omvang niet wordt vergroot.