direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijven
Plan: Bedrijventerrein De Koppeling
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.02990000BP56KOPPELING-

Artikel 3 Bedrijven

3.1 bestemmingsomschrijving
3.1.1

De op de plankaart voor bedrijven aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven in de categorieën 1 tot en met 3a van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • b. alsmede een garagebedrijf met benzineverkooppunt (zonder LPG) daar waar dat op de plankaart als zodanig is aangegeven;
  • c. alsmede waterretentievoorzieningen binnen een afstand van maximaal 20 m ter weerszijden van de op de plankaart aangegeven aanduiding "waterretentievoorzie- ning" en met een gezamenlijke oppervlakte van ten minste 8% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak;
  • d. een noodontsluitingsvoorziening daar waar dit als zodanig op de plankaart is aangegeven;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeer- en groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding en onbebouwde gronden met dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.

3.1.2

Dienstwoningen zijn niet toegestaan;

3.2 bouwvoorschriften

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienst van de in artikel 3.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte van het bouwperceel mag per bedrijf maximaal 7.500 m2 bedragen;
  • b. gebouwen worden binnen de bouwvlakken gebouwd;
  • c. voor zover ter plaatse van een bouwperceel een voorste bouwgrens is gesitueerd, worden de gebouwen in of maximaal 3 m achter die bouwgrens gebouwd;
  • d. de afstand tot een bouwperceelgrens bedraagt minimaal 3 m, met dien verstande, dat deze afstand aan één zijde 0 m mag bedragen;
  • e. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal 10 m;
  • f. het bebouwingspercentage van het bouwperceel bedraagt maximaal 60.
3.2.1

Een luifel behorend bij het garagebedrijf met een maximum bouwhoogte van 10 m is uitsluitend toegestaan daar waar dat op de plankaart als zodanig is aangegeven;

3.2.2

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:

  • a. bedrijfsinstallaties en lichtmasten 6 m; b erf- en terreinafscheidingen 3 m; c overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 2 m.
3.3 vrijstelling

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in:

  • a. artikel 3.1.1 onder a voor het toelaten van een ander bedrijf dan op grond van de betreffende categorieën is toegestaan, mits:
    • 1. het bedrijf voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 tot en met 3a van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
    • 2. geen onevenredige aantasting plaats vindt van de bouw- en gebruiksmogelijk- heden van omliggende gronden;
  • b. artikel 3.2.1. onder f voor het toelaten van een maximum bebouwingspercentage van 70.