Plan: | Uitmeentsestraat West |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0299.BP05UITMWEST-VA01 |
Het landelijke beleid is van een dusdanig schaalniveau dat het voorliggende plan daar geen wezenlijk onderdeel van uit maakt.
Structuurvisie (streekplan Gelderland 2005)
Hoofddoel van het streekplanbeleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak. Toeristische en recreatieve activiteiten zijn in het algemeen sterk gebonden aan landschappelijke kwaliteiten en specifieke gebiedskenmerken, zoals water of bosgebieden. Initiatieven voor toeristisch-recreatieve voorzieningen dienen daarom te worden beoordeeld op de mate van aansluiting bij de regionale gebiedskenmerken en hun bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van het regionaal toeristisch-recreatieve product. Differentiatie naar aard en intensiteit wordt op die manier gebiedsgericht. Als uitgangspunt voor het multifunctioneel gebied geldt dat initiatieven voor intensieve vormen van recreatie en toerisme in beginsel mogelijk zijn. Het is daarbij van belang dat gemeenten de verkeersafwikkeling en de mate van (boven)lokale uitstraling op mens en milieu in ogenschouw nemen. Voorkomen moet worden dat nieuwe initiatieven onoverkomelijke belemmeringen opwerpen voor de ontwikkeling van agrarische bedrijven in de directe omgeving. Daarnaast dient de relatie te worden gelegd met de omgevingskenmerken en de bijdrage aan het regionaal toeristisch-recreatieve product.
De provincie acht het wenselijk om de ontwikkeling van concentratiepunten van dagrecreatie te laten aansluiten bij de omgevingskenmerken en waar mogelijk gebruik te maken van de regionale identiteit. In de nabijheid, of aansluitend aan het terrein zijn er mogelijkheden voor particuliere initiatieven en/of bedrijfsmatige activiteiten mits dit een aanvulling op het bestaande recreatieaanbod vormt en niet leidt tot aantasting van het openbare karakter van de basisvoorziening. Gezien de omvang spelen mobiliteitsaspecten, zoals fietsbereikbaarheid en aansluitingsmogelijkheden op het openbaar vervoer een belangrijke rol.
De Ruimtelijke Verordening Gelderland, vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten op 15 december 2010, is ook van belang voor voorliggend initiatief. Artikel 2.2 'Nieuwe bebouwing toegestaan' is hierbij belangrijk. Onderstaand dat artikel:
"
2.2 Nieuwe bebouwing toegestaan
In een bestemmingsplan is nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen en werken slechts toegestaan:
a. binnen bestaand bebouwd gebied,
b. binnen de woningbouwcontour van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen,
c. binnen de zoekrichting woningbouw van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen, mits 90% van de woningen wordt gebouwd in de betaalbare huur en/of koopsector, met dien verstande dat voor de gemeente Doesburg een percentage van 70 geldt,
d. binnen de zoekzones bedrijventerreinen van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen,
e. binnen de zoekzones wonen en werken uit de Streekplanuitwerking Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking, zoals opgenomen in bijlage 8.
"
Het plangebied valt binnen een zoekzone bedrijventerrein zoals uit onderstaande afbeeldingen van de kaart en legenda blijkt:
Het voorliggende bestemmingsplan past hiermee binnen de kaders van het provinciale beleid.
Economische Agenda Stadsregio Arnhem - Nijmegen (KAN)
De Stadsregio Arnhem Nijmegen heeft de ambitie om in 2020 de economisch best presterende regio te zijn na de Randstad. Om deze ambitie waar te maken is in 2007 de Regionale Economische Agenda gerealiseerd. In dit programma wordt ingezet op het stimuleren van ons bedrijfsleven en het versterken van het economisch vestigingsklimaat.
Economieën die een breed samengestelde bedrijvigheid hebben, zoals de stadsregio, groeien harder dan sterk gespecialiseerde regio’s. Daarom wordt primair ingezet op het verder stimuleren van de brede economische structuur van het bedrijfsleven. Sterke sectoren in de brede economie zijn vooral de zakelijke dienstverlening en transport en logistiek. Daarnaast richt de stadsregio zich op vijf clusters die door hun onderscheidend vermogen kansrijk zijn en daardoor kunnen bijdragen aan economische vernieuwing. Deze clusters zijn: gezondheid, zorg & welzijn, energie & milieutechnologie inclusief innovatieve glastuinbouw, halfgeleiders & technologie, mode & vormgeving en toerisme.
In 2008 is de ambitie uit de Regionale Economische Agenda vertaald in een uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma geeft een concrete invulling van de globale lange termijn doelstellingen uit het de Economische Agenda en gaat in op de vijf doelstellingen van dit visiedocument: bovenlokale kennisclusters en innovatie, arbeidsmarkt, ruimte voor bedrijven, bereikbaarheid, en regiomarketing. In het uitvoeringsprogramma is per doelstelling aangegeven welke acties staan gepland voor de periode 2009 tot en met 2011, wat al wordt gedaan door de verschillende partners en wat de stadsregio hierin zelf oppakt. Het gaat hierbij om concrete projecten zoals het regioarrangement B4you (arbeidsmarkt bèta en techniek), segmentering en afstemming van werklocaties, regiobranding, het versterken van de kansrijke clusters, bijvoorbeeld het actieplan toerisme.
Onderhavig initiatief biedt nieuwe kansen voor de regio op het gebied van toerisme. Het past daarmee binnen de doelstellingen van de Economische Agenda van de Stadsregio Arnhem - Nijmegen.
Regionale afstemming bedrijventerreinen
De stadsregio en de gemeenten in deze regio willen voorkomen dat er overaanbod van bedrijfsruimte ontstaat. Daarnaast moet er voldoende ruimte zijn voor kwalitatieve bedrijfsontwikkeling. Dat gebeurt door afstemming, deels op regionaal niveau en deels op sub regionaal niveau (namelijk de A12 zone, de A15 zone en de A73 zone). In het Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) maken de stadsregio en de regiogemeenten afspraken met elkaar over afstemming van vraag en aanbod van bedrijfsruimte, monitoring van vraag en aanbod, grondprijzen, herstructurering van bedrijventerreinen, zorgvuldig ruimtegebruik en – beheer en het toepassen van de SER-ladder.
Voor voorliggend bestemmingsplan is de SER-ladder ietwat lastig toepasbaar omdat het voorliggende plan in hoofdzaak een plan betreft voor bestaande bedrijven op het bestaande terrein. Per saldo vindt wel een vergroting van het terrein plaats, maar het is gericht op de bestaande bedrijven.
Masterplan Rhederlaag (RGV Holding)
Door RGV Holding B.V. is in 2002 een masterplan opgesteld teneinde te komen tot het Rhederlaag als hoogwaardig recreatiegebied met weloverwogen en financieel haalbare functies voor dagrecreatie, verblijfsrecreatie, watersporten natuurontwikkeling. RGV is geen overheidsinstantie maar de plannen van deze organisatie worden toch meegenomen als uitgangspunt. Het masterplan is een actualisatie van het rapport 'aanzet tot een Masterplan' uit 1997. De actualisering is mede bedoeld als bouwsteen voor het onderhavige bestemmingsplan. In het masterplan wordt een aantal uitgangspunten en een programma van eisen voor de herontwikkeling van het gebied gegeven. Het masterplan is een beleidsvisie van RVG Holding B.V.
Een uitgangspunt voor de ontwikkeling en intensivering van het Rhederlaag is de opvang van de groei van de recreatiesector mede als gevolg van de ontwikkelingen in het KAN. Naast deze kwantitatieve groei moet het Rhederlaag ook inspelen op de behoefte aan variatie, attractiviteit en afwisseling in het recreatieve product. Om in het gebied te kunnen investeren in beheer, onderhoud, veiligheid en in nieuwe non-profitvoorzieningen en de voorzieningen economische duurzaam in stand te houden, moeten commerciële activiteiten worden ontplooid. Een gevarieerde landschappelijke inrichting, met hoogteverschillen en beplanting vormt de onderlegger voor de verschillende openluchtactiviteiten en evenementen. Wegen en paden moeten het gebied ontsluiten. Toiletgebouwen en kiosken zijn noodzakelijk om vervuiling van bodem en water te voorkomen. Daarnaast vervullen de kiosken een rol in het preventief toezicht.
De ontwikkelingen in onderhavig initiatief sluiten goed aan bij de doelstellingen die de RGV Holding B.V. heeft met het Rhederlaag.
Ontwikkelingsvisie Wonen en Werken, gemeente Angerlo
Als verbeterpunt is in de ontwikkelingsvisie aangegeven dat de recreatiemogelijkheden rondom het Rhederlaag sterk gericht zijn op de watersport, waardoor andere vormen van recreatie onderbelicht blijven. Het verbreden van het recreatieprodukt wordt zodoende als kans gezien, die tevens een positief effect kan hebben op de lokale economie (detailhandel en horeca).In de ontwikkelingsvisie is het perceel van de initiatiefnemer aangeduid als toekomstige bedrijfslocatie. Hierdoor komt het initiatief overeen met de ontwikkelingsvisie. Het gedeelte waar de recreatieve activiteiten gepland zijn, is in de ontwikkelingsvisie aangeduid als ‘uitbreiding recreatie in relatie met Rhederlaag’. De voorgestelde recreatieve activiteiten leggen een relatie naar het Rhederlaag (zoals bijvoorbeeld het bouwen van een vlot en het vervolgens te water laten hiervan). Ook dit gedeelte van het plan past binnen de ontwikkelingsvisie.
Visie en missie van de gemeente Zevenaar
In het visiedocument voor de gemeente Zevenaar, zoals vastgesteld bij de gemeentelijke herindeling in 2005, wordt reeds in de titel blijk gegeven van de wil om de gemeente zich als “dynamisch hart temidden van landelijk groen” te laten profleren. Meer specifiek en in relatie tot het nu voorliggend plan, wordt aangegeven dat de recreatief-toeristische functie verder versterkt kan worden door de ruimtelijke en functionele relatie van Giesbeek met het Rhederlaag te versterken.
Onderhavig plannen:
Geconcludeerd wordt dat dit bestemmingsplan past in het beleidskader.