Plan: | Poelwijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0299.BP00POELWIJK-VA01 |
plan:
het bestemmingsplan 'Poelwijk' met identificatienummer NL.IMRO.0299.BP00POELWIJK-VA01 van de gemeente Zevenaar.
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
archeologische waarde:
De aan een gebied toegekende waarde in verband met het voorkomen van archeologische relicten.
agrarisch:
Het (bedrijfsmatig) telen van gewassen en/of het houden van dieren.
agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
bebouwingspercentage:
de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.
bed & breakfast:
een overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed en breakfast is gevestigd in een woonhuis of bijgebouw en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis.
bedrijf:
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.
beroep en bedrijf aan huis:
een beroep of (kleinschalig) bedrijf, gericht op het verlenen van diensten of vervaardigen van producten, en dat niet krachtens een milieuwet vergunningplichtig is, dat door de beperkte omvang daarvan in een woning en/of bijbehorende gebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door (één van) de bewoner(s) van de woning en maximaal 1 ondersteund personeelslid, en dat een ruimtelijke uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is en dat wordt uitgeoefend door de eigenaar van de betreffende woning.
bestaand:
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bijbehorend bouwwerk:
een uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, in architectonisch opzicht ondergeschikt aan het hoofdgebouw, met een dak. Onder dit begrip vallen ook aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen.
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
bruto vloeroppervlakte:
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw.
dagrecreatie:
verblijf buiten de woning voor recreatieve doeleinden zonder dat er een overnachting elders mee gepaard gaat.
dagrecreatieve voorziening:
voorziening ten behoeve van dagrecreatie.
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren, verhuren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
dubbele bewoning:
situatie waarbij twee zelfstandige huishoudens wonen in één woning.
extensieve dagrecreatie:
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
grondgebonden agrarisch bedrijf:
Agrarisch bedrijf dat gericht is op het ontwikkelen van activiteiten waarbij de productie voor meer dan 50 procent afhankelijk is van het producerend vermogen van de grond waarover het bedrijf in de omgeving van de bedrijfsgebouwen kan beschikken.
hoofdgebouw:
een gebouw dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de bestemming van het perceel en, indien meer gebouwen op dat perceel aanwezig zijn, het gebouw dat gelet op de bestemming, situering, afmetingen of functie het belangrijkst is.
horeca:
Categorie 1 “lichte horeca”
Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van niet- alcoholische dranken, etenswaren en maaltijden) en daardoor beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Openingstijden maximaal tussen 7.00 en 19.00.
Categorie 2 “middelzware horeca”
Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken. Openingstijden maximaal tussen 7.00 en 22.00.
Categorie 3 “zware horeca”
Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen. Openingstijden tussen 7.00 en later dan 22.00.
kantoor:
een gebouw, zonder of met ondergeschikte publieksgerichte functie, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar aard daarmee gelijk te stellen dienstverlenende bedrijven en instellingen.
kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, en geen bouwwerk is waarvoor ingevolge de Woningwet een bouwvergunning is vereist.
kampeerterrein:
terrein met ten minste twintig kavels (plaatsen) ingericht om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen en andere recreatieve onderkomens, ten behoeve van recreatief nachtverblijf voor personen, die hun vaste verblijfplaats elders hebben, en voor de daarbij behorende voorzieningen.
kleinschalig kamperen:
kampeerterrein met maximaal 20 plaatsen. Permanente plaatsing van stacaravans, gebouwde recreatieve nachtverblijven (zoals trekkershutten, recreatieruimtes, etc.) is niet toegestaan.
lawaaisporten:
een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingsgeluid wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen gildes, de autosport, motorsport, (model)vliegsport, de schietsport met behulp van vuurwapens, de jachtsport wordt hier niet onder begrepen.
maatschappelijke voorzieningen:
Voorzieningen zoals ten behoeve van religie, het verenigingsleven, cultuur, onderwijs, opvoeding, kinderopvang, gezondheidszorg, volksgezondheid, bejaardenzorg, woonzorg, sociaal-cultureel en openbare en bijzondere dienstverlening.
Natura 2000 gebied:
in het kader van de Natuurbeschermingswet aangewezen gebieden ter bescherming van de biodiversiteit.
nevenactiviteiten:
één of meerderde activiteiten ondergeschikt aan de hoofdactiviteit in zowel (gezamenlijke) omvang (m2) als de effecten op het woon- en leefklimaat.
niet-grondgebonden agrarisch bedrijf:
Een veehouderijbedrijf waarvan de agrarische productie voor het grootste deel afkomstig
is uit de niet - grondgebonden veehouderijtak(ken). Een niet-grondgebonden veehouderijtak is een onderdeel van een agrarisch bedrijf dat beschikt over onvoldoende cultuurgrond om de dieren op het eigen bedrijf in de omgeving van de bedrijfsgebouwen voor meer dan 50 procent van het benodigde voer te voorzien.
ondergeschikte detailhandel:
detailhandel binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan detailhandel is maar waar men uitsluitend ten behoeve van de hoofdfunctie verkoop verricht.
overige recreatieve onderkomens:
alle typen niet zijnde groepsaccommodatie en familiebungalow: zoals stacaravans, huisjes en trekkershutten.
peil:
voor een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van de kruin van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
indien in het water wordt gewerkt: de hoogte van de waterbodem;
in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende terrein, waarbij dat aansluitende terrein wordt opgedeeld in vlakken van 10 m2 en de gemiddelde hoogte van het aansluitende terrein per te onderscheiden vlak van 10 m2 bepaald wordt.
recreatiebedrijf:
waar personen, die hun vaste verblijfplaats elders hebben, voor hun recreatie verblijf kunnen houden in recreatiewoningen, stacaravans, mobiele kampeermiddelen en trekkershutten en voor de daarbij behorende voorzieningen ten behoeve van de op het recreatiebedrijf verblijf houdende personen.
recreatiewoning:
een gebouw, dat bestemd is voor recreatief verblijf, niet zijnde permanente bewoning en dat gedurende het hele jaar wordt gebruikt voor recreatieve doeleinden door wisselende personen.
seksinrichting:
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in elk geval verstaan:
voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel of een gebouw dat gevels heeft gekeerd naar meerdere wegen, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
voorgevelrooilijn:
de lijn die, op peil, door het buitenwerkse vlak van de voorgevel loopt, welke lijn in geval van een bouwgrens waarnaar de voorgevel is gekeerd, wordt verondersteld te liggen ter plaatse van die bouwgrens.
woning:
een complex van intern met elkaar in verbinding staande ruimten, in een (gedeelte van een) gebouw, bestemd voor de huisvesting van één huishouden, danwel voor een met een huishouden gelijk te stellen minder traditionele woonvorm.
woningsplitsing:
situatie waarin 1 woning wordt gesplitst in/ gebruikt als twee (of meer) zelfstandige woningen. Inpandig is onvoldoende samenhang tussen de verschillende ruimten en/of meerdere primaire ruimten aanwezig met het kennelijke doel afzonderlijke bewoning mogelijk te maken. Uiterlijke uitstraling van 2 woningen en/of een tweede huisnummer en/of een tweede voordeur in de gevel zijn niet noodzakelijk om te kunnen spreken van woningsplitsing.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
het oppervlak dat met bouwwerken mag worden bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de in 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen ter waarborging van de (toekomstige) waterhuishouding nadere eisen stellen met betrekking tot waterhuishoudkundige voorzieningen, waterbergings- en/of infiltratievoorzieningen, oppervlakteverharding of andere maatregelen ter voorkoming van overlast van hemelwater ten gevolge van nieuw op te richten bebouwing.
Het oprichten van paardenbakken is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het gebruik van de gronden voor extensieve dagrecreatie in de vorm van boerengolf en poldersport is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
De voor ‘Wonen - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de in 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De in 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de beoogde woonfunctie, indien de landschappelijke inpassing maximaal 1 jaar na het in gebruik nemen van de woonfunctie is gerealiseerd, wordt beheerd en in stand wordt gehouden conform het beplantingsplan zoals opgenomen in bijlage 2 van de toelichting bij deze regels.
Het gebruik van de gronden, de woningen en de bijbehorende bouwwerken voor beroep en bedrijf aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het gebruik van de gronden, de woningen en de bijbehorende bouwwerken voor bed & breakfast is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het gebruik van de gronden, de woningen en de bijbehorende bouwwerken voor een tentoonstellingsruimte is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het gebruik van de gronden bij de woningen voor een paardenbak is toegestaan onder de
volgende voorwaarden:
Maximaal 20% van het onbebouwde oppervlakte van het bestemmingsvlak mag worden verhard, met uitzondering van het reeds verharde oppervlak bij de woning aan de Poelwijkerlaan 16 ten tijde van het in werking treden van dit bestemmingsplan.
Tot strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van lichte daghoreca, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van een kleinschalige (openbare) terrasvoorziening, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van een beroep en bedrijf aan huis welke niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomen, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van een mini-camping, onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Op of in de in 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd onder de volgende voorwaarde:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 5.2 voor bouwwerken ten dienste van de bestemming, onder de volgende voorwaarde:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
De onder 5.4.1 bedoelde verboden zijn niet van toepassing op:
De in 5.4.1 genoemde werkzaamheden zijn toelaatbaar onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de vastgestelde en verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de in 6.1 bedoelde gronden ter plaatse van de volgende aanduidingen een bodemingreep uit te voeren of te laten voeren zonder of in afwijking van omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
Om de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden goed te kunnen beoordelen, kan het noodzakelijk zijn dat een rapport wordt overlegd waarin de archeologische waarde van de gronden die blijkens de aanvraag worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kunnen in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt verleend, indien is gebleken dat de uitvoering van bedoelde werken of werkzaamheden, danwel door directe of indirecte te verwachten gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal dan wel dat de verstoring ervan redelijk is in relatie tot het belang van de te verrichten werken en het archeologische belang daarbij voldoende is gewaarborgd.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van gronden en/of opstallen ten behoeve van:
Het volgende gebruik is niet in strijd met het bestemmingsplan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in dit bestemmingsplan voor:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 9.1 kan slechts worden verleend, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen. Hiervoor gelden de volgende regels:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Poelwijk'.