direct naar inhoud van Artikel 11 Wonen
Plan: Zaltbommel, Bedrijventerreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0297.ZBMBP20130004-VS01

Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor woningen met de bijbehorende voorzieningen, zoals garages, bergingen, tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, ontsluitingswegen, paden e.d. en veiligheidsvoorzieningen.

11.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving
a Aan huis verbonden beroep

Binnen de bestemming 'Wonen' is gebruik van een deel van de woning en/of de bijmassa ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan, mits:

  • 1. de woonfunctie als overwegende functie gehandhaafd blijft;
  • 2. de te gebruiken oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het beroep aan huis niet meer bedraagt dan 30 m2.
b Aan huis verbonden bedrijf

Het gebruik van een deel van de woning en/of de bijmassa ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf kan uitsluitend worden toegestaan indien een omgevingsvergunning ex artikel 11.5.1 wordt verleend.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming, zoals woningen in de vorm van hoofdmassa met bijbehorende bijmassa, alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

11.2.2 Hoofdmassa

Voor hoofdmassa gelden de volgende regels:

  • a. hoofdmassa mag uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. hoofdmassa is uitsluitend toegestaan in de bestaande bouwwijze;
  • c. uitsluitend is het bestaande aantal woningen toegestaan;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m en de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • e. bouwen onder peil is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
11.2.3 Maatvoering aangebouwde bijmassa

Voor de aangebouwde bijmassa gelden de volgende regels:

  • a. aangebouwde bijmassa mag uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduidingen 'bouwvlak' en/of ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. aangebouwde bijmassa mag uitsluitend worden opgericht op minimaal 3 m achter de voorgevel van de hoofdmassa;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,0 m, danwel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning of het woongebouw;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6,0 m;
  • e. het plaatsen van hekwerken op een bijmassa is toegestaan, indien en voorzover het hekwerk als een afscheiding geldt voor een dakterras en indien het hekwerk niet hoger is dan 1,0 m.
11.2.4 Maatvoering vrijstaande bijmassa

Voor vrijstaande bijmassa gelden de volgende regels:

  • a. vrijstaande bijmassa mag uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. vrijstaande bijmassa mag uitsluitend worden opgericht op minimaal 3 m achter de voorgevel van de hoofdmassa;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,0 m;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6,0 m;
  • e. de afstand van de vrijstaande bijmassa tot enig ander gebouw op het bouwperceel bedraagt minimaal 3,0 m, met dien verstande dat dit niet geldt voor bestaande vrijstaande bijmassa.
11.2.5 Bebouwde oppervlakte

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen met niet meer dan 50% worden bebouwd tot een maximum van 100 m².

11.2.6 Maatvoering bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag buiten de aanduiding 'bouwvlak' en/of buiten de aanduiding 'bijgebouwen' niet meer bedragen dan 2,0 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen maximaal 1,0 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en/of ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet meer bedragen dan 4,0 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen maximaal 2,0 m mag bedragen;
  • c. binnen de bestemming zijn, in afwijking van het bepaalde onder sub a en c, vlaggenmasten toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 8,0 m.
11.2.7 Bestaande bouwwerken

Voor zover de situering en/of maatvoering van een bestaand bouwwerk, die is gebouwd conform een verleende bouwvergunning of omgevingsvergunning, afwijkt van het gestelde in 11.2 dan geldt de bestaande situering en/of maatvoering als maximum.

11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Bijmassa

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.3 onder a voor het bouwen van bijmassa buiten de aanduiding 'bouwvlak' en buiten de aanduiding 'bijgebouwen' mits de diepte van de bijmassa niet meer bedraagt dan 1,5 m en het stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast.

11.3.2 Goot- en/of bouwhoogte bijmassa

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.3 sub c en d, teneinde de goot- en/of bouwhoogte te verhogen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan voorgeschreven in 11.2.2 onder d;
  • b. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 2,5 m;
  • c. de omgevingsvergunning leidt niet tot een onevenredige aantasting van de belangen van naburige erven;
  • d. de omgevingsvergunning leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
11.4 Specifieke gebruiksregels
11.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijmassa voor (zelfstandige) bewoning;
  • b. het gebruik van ruimten binnen een woning en/of bijmassa voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf;
  • c. het gebruik van de in deze bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting.
11.5 Afwijken van de gebruiksregels
11.5.1 Aan huis verbonden bedrijf

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.4.1 onder b, teneinde binnen een woning en/of bijmassa de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf toe te staan. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:

  • a. de woonfunctie dient als overwegende functie gehandhaafd te blijven;
  • b. het gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en mag geen afbreuk doen aan het karakter van de buurt;
  • c. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer en/of leiden tot onevenredige parkeerdruk;
  • d. (detail)handel is alleen toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf;
  • e. de te gebruiken oppervlakte ten behoeve van het aan huis verbonden bedrijf mag maximaal 30 m2 bedragen.