5.4 Externe veiligheid
5.4.1 Inleiding
Externe veiligheid heeft betrekking op locaties waar een ongeval met gevaarlijke stoffen kan plaatsvinden, waardoor personen die geen directe relatie hebben tot de risicovolle activiteit om het leven zouden kunnen komen. Bij een ruimtelijke ontwikkeling moet worden aangetoond dat geen nieuwe kwetsbare objecten binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar worden gerealiseerd en moet een eventuele toename van het groepsrisico verantwoord worden.
5.4.2 Analyse
Uit de gemeentelijke Externe Veiligheidsvisie blijkt dat in de omgeving van het plangebied inrichtingen en transportroutes aanwezig zijn die van invloed zijn op de externe veiligheid van het plangebied.
- Er bevindt zich één risicorelevant bedrijf binnen de kern Gameren. De PR-contour (10-6 per jaar) van dit bedrijf ligt echter binnen de grens van de inrichting. Daarnaast is het volgens het gestelde in de Revi niet nodig om in onderhavige situatie het groepsrisico te verantwoorden.
- Binnen het plangebied of op korte afstand van het plangebied zijn geen risicobedrijven of -bronnen gelegen, waarvoor veiligheidsafstanden zijn opgenomen in het "Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer" (bijvoorbeeld propaantanks met inhoud tot 13 m3, gasdrukregel- en meetstations, e.d.) en het "Vuurwerkbesluit" (vuurwerkverkooppunten).
- Het bestemmingsplan biedt geen ruimte aan de nieuwvestiging van risicorelevante bedrijven. Dit komt overeen met het gestelde in de Externe Veiligheidsvisie van de gemeente.
- Het plangebied is op ruim 500 meter gelegen van de N322 en de N382 (provinciale wegen en gemeentelijke wegen, waarover incidenteel vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. De frequentie hiervan is zodanig beperkt, dat er geen relevante risicocontour (voor het plaatsgebonden risico) ligt buiten deze weg. Het plangebied ligt buiten het invloedsgebied groepsrisico. Er is geen verantwoording van het groepsrisico nodig.
- Daarnaast is het bestemmingsplan niet gelegen binnen:
-
1. de invloedsgebieden van andere Bevi-inrichtingen;
-
2. de veiligheidsafstanden van minder risicovolle bedrijven of risicobronnen, zoals vuurwerkverkooppunten en propaantanks;
-
3. de toetsingszones van rijksweg A2, de Waal en de spoorlijn Den Bosch-Geldermalsen;
-
4. invloedsgebieden van buisleidingen (hogedruk aardgasleidingen en brandstofleidingen).
Geconcludeerd wordt dat een (nadere) verantwoording met betrekking tot het onderwerp externe veiligheid niet nodig is.
5.4.3 Conclusie
Het aspect externe veiligheid vormt geen planologische belemmering voor het plan.