Plan: | Bruchem, De Kosterijstraat naast 2 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0297.BRUBP20120003-VS01 |
Van 29 december 2008 tot 26 januari 2009 heeft het bodembeleid “een leven(ige) bodem in de gemeente Zaltbommel' ter inzage gelegen. Hierop zijn geen bedenkingen ingebracht. Op 16 juni 2009 is het bodembeleid definitief vastgesteld.
Hieruit blijkt dat geen (nader) bodemonderzoek wordt verlangd, wanneer:
Indien blijkt dat de locatie historisch verdacht is, dient altijd gericht aanvullend onderzoek te worden uitgevoerd naar de verdachte parameters. Voor onderzoeken ouder dan 10 jaar dient een volledig nieuw bodemonderzoek conform NEN 5725, NEN 5740 en indien het (voor)onderzoek daartoe aanleiding geeft een onderzoek conform NEN 5707 of NEN 5897 te worden uitgevoerd.
Het vorenstaande geeft voor het onderhavige bestemmingsplan onderzoek is verricht naar de bodem door Hoogveld Milieutechniek B.V. in samenwerking met Grondvitaal BV op 25 november 2011 (kenmerk: 1118211/ HA-09561A). Het bodemonderzoek is als bijlage 2 en 3 toegevoegd aan deze toelichting.
Onderzoeksresultaat
Uit het onderzoek komt naar voren dat in het bovengrondmengmonster een overschrijding van de achtergrondwaarde is aangetroffen met kwik, lood en zink. De concentraties blijven echter beneden de tussenwaarde (ook wel genoemd grenswaarde voor nader onderzoek) en zijn niet van een omvang waardoor de volksgezondheid of het milieu mogelijk schade zal worden toegebracht.
In het ondergrondmengmonster is geen overschrijding van de achtergrondwaarde aangetroffen.
De streefwaarde van het grondwatermonster uit één peilbuis wordt overgeschreden met barium en xylenen. De concentraties zijn niet van een omvang waardoor de volksgezondheid of het milieu mogelijk schade zal worden toegebracht.
Het onderzoek is uitgevoerd voor de ontwikkellocatie. De groenstrook is niet onderzocht middels een verkennend bodemonderzoek. Bij het nagaan van het bodemloket.nl is gebleken dat er geen verdachte activiteiten hebben plaatsgevonden ter plaatsen van de groenstrook. Tevens zal het toekomstig gebruik voorzien in een tuin functie waarbij het diep vergraven van de ondergrond niet aan de orde is waarmee nader onderzoek voor dit deel van het plangebied niet noodzakelijk wordt geacht.
Conclusie
Met betrekking tot het voorgenomen gebruik van de onderzochte locatie, zijn milieutechnisch geen bezwaren aan te geven.